No. 92. Zaterdag 1 Juli 1911. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Genlschestraat C 7 te Hulst. W? Stichter: H. A. van Dalsum. Geiitschestraat C 6 te Hulst. Geiitschestraat B 4 te Hulst. De gemeènteraads- verkiezing in hulst. P. J. Borrn, J. B. de Boy, F. J. de Bruijn, J. E. Fricot A.Hangelbroek J.Ph.C.dePaepe J.F. v.d. Walle. Kort en Bondig. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLAND*f 0.50. BELG1Efr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: D R U K K E R IJ Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. In Hulst treden er drie raadsleden af, en er komen vier nieuwe zetels bij, zoodat men te kiezen heeft zeven raadsleden. In welken geest zullen de kiezers hun stem uitbrengen Ieder weet, dat in onze streek reeds sedert geslachten heeft geheerscht een systeem van dwang, en dat eerst in den laatsten tijd, doordat de oogen en harten geopend zijn geworden, tegen dit systeem van dwang is opgekomen een drang naar vrijheid, en wel naar de ware vrijheid, die eens anders rech ten erkent maar ook de eigene. „Nog houdt het pleit van dwang en vrijheid aan", zong de dichter. Als drager van het pleit van vrijheid is erkend van Dalsum, als drager van het pleit van dwang is door de zijnen erkend van Waesberghe. In 1910 heeft het pleit van vrijheid het gewonnen op het pleit van dwang door den wil der bevolking. De bevolking van Hulst moet nu opnieuw beslissen tusschen dwang en vrijheid. Het gaat nu niet tusschen de per sonen van van Dalsum en van Waes berghe, het pleit moet nu worden be slist tusschen de vrienden en geest verwanten van beiden. De drie aftredenden behooren tot de geestverwanten van van Waesberghe het zou dom zijn, na dezen te hebben afgewezen, zijn geestverwanten aan te ne men. Om deze reden behooren zij, in het pleit van dwang en vrijheid, niet te worden herkozen door de geestverwanten van vrijheid. Ieder weet, hoe de geest der van Waesberghes zich heeft geuit in. het bekende ambtsrapport. Dit luidde, zooals ieder zich herin nert, omtrent van Dalsum „Zedelijk gedrag en ontwikkeling zijn „goed. „Zijne gedragingen zijn echter aller zonderlingst. Is een volksopruier en „beslist te kwader trouw." In dit ambtsrapport uitte zich zoo echt het geheele dwangsysteemde vrijheid verdacht maken als dwaas en gemeen. Is er van de aftredenden één, die door woord of daad tegen deze uiting van het dwangsysteem heeft gepro testeerd Niemand. En waarom niet Omdat hun hart en verstand niet in staat zijn een fout te zien in het dwangsysteem of omdat tegen ons alles geoorloofd is Wij hadden reeds spoedig in Hulst bemerkt, dat er ongetwijfeld verkeerde meeninger. over ons werden verspreid onder de finantieele instellingen, en dit wantrouwen hinderde ons in het notariaat. Daarom vroegen we eens aan een vriend in den Haag, of hij naar van Dalsum wilde informeeren bij de bestaande informatiebureaux. Hij deed dit, en wij ontvingen onder datum van 28 Juli 1906 het volgende rapport „H. A. van Dalsum, notaris, Hulst, „Holland. „Van Dalsum was voorheen candi- „daat notaris te Arnhem, doch werd „in 1903 als notaris benoemd te Hulst. „Hij kreeg van zijn voorganger een „vrij goede praktijk over. Door van „Dalsum's optreden echter is die groo- „tendeels verloopen en wordt momen teel betwijfeld of hij nog wel een „voldoende bestaan verdient. Persoon- „lijk werd overigens, wat zijne leef wijze aanbelangt, niets ongunstigs „omtrent hem vernomen. Zijn vader „was vroeger deurwaarder te Zaandam, „doch in 1905 overleden. Deze was „niet geheel onbemiddeld, doch moet „van Dalsum bij zijn vaders dood niets „meer te vorderen hebben gehad, daar „hij zijn deel reeds voor dien tijd zou „hebben opgevraagd. Hij geldt dan ook „voor vrij onbemiddeld. Het door hem „bewoonde huis is zijn eigendom en „heeft een waarde van naar schatting „ca Gld. 7 a 8000. Hij heeft het echter „gekocht voor 10,000, daar hij destijds „niets anders kon krijgen, waardoor „hij genoodzaakt was een hoogen prijs „te betalen. Zij, die ter plaatse be vraagd werden zijn van meening, dat „het verleenen van crediet zonder vol doende garantie geen aanbeveling „verdient. Streng vertrouwelijk." Wie zouden hier geweest zijn „zij, die ter plaatse bevraagd werden" Dergelijk „streng vertrouwelijk" rap port was dus gegeven aan wie infor maties vroeg. Maar dergelijk rapport is geweest eene uiting van het dwangsysteem, dat ook medebrengt om de sociale beweging den kop in te drukken, want tijdens dit rapport hadden wij „door van Dalsum's optreden" staat er, niets anders gedaan dan boerenleenbanken gesticht, boerenbond medeopgericht en de pachtkwestie aangepakt, daar de politieke zaken eerst zijn gekomen na 28 Juli 1906 (in 1907 en 1909). Dit bleek alzoo te zijn geweest de strijd wijze (valsche finantieele rapporten) als antwoord van het dwangsysteem op de openlijke daad van wettige soci- a 1 e verbeteringen, gelijk het eerstge noemde ambtsrapport was hetantwoord van 'het dwangsysteem op de openlijke daad van wettige politieke ver beteringen. Staan dergelijke rapporten omtrent van Dalsum op zich zeiven De vroegere kantonrechter van Hulst, mr. van Alphen, heeft ons verklaard, en hij kon het .weten, van niet, ja, zijn wantrouwen jegens bepaalde personen was juist gegrond op de rapporten, die hij als kantonrechter ontving en die hij als persoon wist, dat ze valsch waren. Wie zal het getal der honderde ge zinnen noemen, die in Hulst en verder in ons district in den loop der jaren door het dwangsysteem van duim en doofpot of geheel of gedeeltelijk finan- tieel zijn geruineerd, of onteerd of gekwetst in de teederste gevoelens van geest en hart Onze bevolking heeft weinige wape nen, om dit dwangsysteem te keeren. Het finantieele wapen (grondbezit) is in handen van het dwangsysteem. Het overheidswapen wordt aange wend tegen de bevolking ten bate van het dwangsysteem, in plaats van deze een steun te zijn opdat ieders rechten en plichten zijn gewaarborgd. Het geestelijke wapen wordt aange wend ten dienste van het dwangsysteem opdat de bevolking onbekend zal blij ven welke hare rechten zijn als burger en als geloovige. Het eenige wapen, dat de bevolking op wettige wijze tegen het dwangsy steem kan gebruiken, is het stembiljet. Dit stembiljet goed te gebruiken is de plicht van elk kiezer, die res pecteert zich zeiven, zijn huisgezin en zijne belangen. En goed gebruiken is eerstens geen stem geven aan voor standers van het dwangsysteem tweedensde stem geven aan voor standers van het vrijheidsysteem, aan mannen alzoo: die het licht gunnen in eens anders oog die onder gemeente belang niet verstaan het belang van familie en lieve vriendjes die niet-goedkeuren valsche ambts rapporten. De Volkswil, omdat zij daden stelt en daden wil, is gewoon partij te kiezen. Zij kiest ook partij. En zij verzoekt daarom, de harten hoog, bij de gemeenteraadsverkiezing van 11 Juli 1911, aan alle vrienden, openlijke en geheime, hun stem uitte brengen op, niet meer en niet minder, de heeren EN Deze heeren hebben ons vertrouwen. Stemt op hen, op ben allen, niet meer en niet minder, en zij zullen gekozen zijn, tot vreugde van Hulst en tot vreugde van alle dorpen rondom, want allen weten, dat zooals Hulst beslist, voor- of tegen dwangsysteem, zijn in vloed doet gelden in de gemeenten rondom. De harten hoog, en ieder zich af gevraagd wat doet van Dalsum als hij alleen staat? Van Dalsum moet steun hebben, nu in den Raad en later in meer, opdat wij met vrucht kunnen werken aan ons levensprogram volkswelvaart en volksdeugd. H. A. VAN DALSUM. N B. De heer F. Hemelaer heeft ver docht niet in aanmerking te komen. Om geen stemmen te versnipperen dus op hem geen stem uitbrengen. o Van verschillende zijden is ons ge vraagd, naar aanleiding van de waar schuwing van de Kamer van Toezicht op de notarissen te Middelburg, mede gedeeld in no 90, wat we zullen doen, notaris af of Volkswil weg. We hebben juist gevraagd aan an deren, vriend of vijand, om ons te raden, maar ieders verstand staat al even stil als het onze, hoewel ieder er zich mede bezig houdt. Dat de Volkswil niet kan verdwijnen spreekt van zelf, zoolang de kerke lijke en Burgerlijke overheden niet hebben verklaard, door woord en daad, dat zij recht- en eerherstel geven zoo lang de grondeigenaren en rentmeesters niet hebben verklaard, door woord en daad, dat zij Pachtcontract aanvaar den zoolang de boeren niet hebben verklaard, door woord en daad, dat zij den arbeider een stuk brood gun nen en een stuk landzoolang de politiekers niet hebben verklaard, door woord en daad, dat zij een vlek op ziel en rug niet langer beschouwen als een noodzakelijke voorwaarde voor het zijn van candidaat der christelijke richting. Dat wij niet vrijwillig het notaris ambt zullen opgeven, dat ons lief is, omdat wij daarin zooveel goeds kun nen doen, ja, dat zal ieder wel be grijpen. Maar dan is er ook geen keuze. En ons antwoord is dientengevolge kort, en is dit «lat wc blijven notaris en «lat we 8iou«lcn «le Volkswil. En als dit onze vijanden niet aan staat, dan moeten zij maar opkomen, maar we zeggen te voren dit dat we ons liever levend laten verbranden dan een bevolking in den steek laten, die op ons vertrouwt, van welke wij hebben de harten gewonnen, en die ons lief is meer dan geld en goed en eer, want zij verdient het, en zij is lang genoeg vertrapt van uit den Haag, van uit Middelburg en door eigen menschen door middel van het dwangstelsel der droge guillotine. En we zeggen nog ditals onze vijanden het eens zoover zouden kun nen brengen, dat, door overmacht en wetteloosheid, wij als notaris zouden worden afgezet, omdat wij de Volks wil niet opgeven (maar deze uit te geven is door de Grondwet gewaar borgd), dan zullen de vijanden er geen plezier van beleven, alsdan zou de Over heid hebben verklaard, en door de tevoren ontvangen waarschuwing metzelfbewus- ten wil, zwart op wit door de daad, dat werkelijk Zeeuwsch-Vlaanderen staat niet alleen buiten de wet maar ook buiten de Grondwet. Als de Overheid hierop staat, goed, dat is haar zaak, maar dan zijn ook de gevolgen voor haar eigen verant woordelijkheid, en dan zal tegelijk wel zijn gekomen de tijd dat in de Ne- derlandsche volksvertegenwoordiging stemmen opgaan, die haar tot verant woording roepen, en zij zal dan niet in staat zijn zich over God. geweten, openbare meening en volksvertegen woordiging te verantwoorden. Wij wachten dus af. MEN (wie is dat vraagt me, wat ik denk over heeren, die met boven- staanden naam bestempeld kunnen worden, of met andere woorden is de plaats der Geestelijken in de po litiek Nou, dat is een kolossale vraag, die ik zoo maar huiverend zal trachten te beantwoorden, hum Eigenlijk denk ik, (en Sint Paulus zegde dat reeds in zijnen tijd dat een geestelijke Heer zich niet moet bemoeien met wereldsche zaken. Hij heeft toch al werk genoeg, als hij al zijne ambtsplichten naar behooren wil verrichten. En daarbij is 't zielenbe- stuur de kunst der kunsten genoemd Dus werk genoeg buiten de poli tiek 1 En al dat politiek gedoe onzer da gen is wel van aard, om hart, geest en wil van den Priester met heel wat anders bezig te houden en te binden, dan met 't bovenaardsche Niet? Door zijne roeping is de Priester echter de aangewezen verdediger van zijnen godsdienst, de wreker zijns Geloofs. Dus, waar hij ook dien godsdienst en dat geloof aangevallen ziet of in gevaar, daar is 't begin van zijn wer ken en streven. Dus ook op politiek terrein Ja!!! Zoo dikwijls WEZENLIJKE GODS DIENSTBELANGEN op het spel staan, zoo dikwijls HET GELOOF IN DEN DRANG KOMT. Dèt is mijne meening, goede Lezer. AI het overige moest vervallen, dunkt me En geen vrees voor verveling, hoor! Christelijke leering, ziekenbezoek, studie en gebed vragen nog al wat tijd En om met Marnix van Sinte Alde- gonde te spreken Kruisen zwaaien en Oremus kraaien; maar geen wereldsche dingen 1 Daar is de Apostel bepaald tegen. V. V. De stem des volks is de stem der leugen. o Dit beweert Zelandia in een schijn baar geleerd artikel in haar no. van 28 Juni. "We hebben dat nummer gezonden aaD Y. V., maar wenschen even eene kleine ondeugende opmerking te maken. Indien de stem des volks is de stem der leugen, hoe durft dan Zelandia, als zijnde niet alleen een „Christelijk" „Katholiek" blad, maar zelfs een soort politiek kerkelijk blad, de steramen vragen van het volk voor hare candidaten bij verkiezingen Immers dan is dit stem uitbrengen, dat dan toch ook is eene stemme des volks, een daad van leugen. Erkent Zelandia dat Zoo ja, dan beleedigt zij de kiezers, zoo neen, dan erkent zij haar eigen dwaling. In elk geval dienen de kiezers deze stelling van Zelandia goed in hun geheugen te prenten, omdat zij zulk een duidelijk bewijs is hoezeer Zelandia en haar partij het volk verachteniviens gunst zij vragen bij verkiezingen en abonnementen. De havenkwestie te Clinge en de gemeenteraad o Zondag 25 Juni is er openbare vergadering geweest van schippers, behoorende tot de haven van Clinge. Uitgenoodigd waren de burgemeester en de beide wethouders. De beide wethouders lieten niet van zich hooren, de burgemeester had laten weten, dat hij thuis en op het ge meentehuis was te spreken Hier mede heeft het gemeentebestuur het

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1