No. 91. Zaterdag 24 Juni 1911. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. 'VERSOHÏJHT EXiKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalslm. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Pst! O w REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELG1Efr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. We hebben het nu over de H. Of ferande der Mis. Tot mij werd de vraag gericht of eene H. Mis, opgedragen door geeste lijken, die algemeen worden erkend als te hebben onreine handen en on reine harten, (door b.v. geld- en wraak zucht) werkelijk eene H. Mis is V. V. wordt aangezocht om dezen twij fel, die de gemoederen van velen fol tert, op te lossen, en V. V. zou daar door aan velen eenen dienst bewijzen. Daarom hebben we het nu over de H. Mis. De vraag is nog al diepgaande. En die diepgaande vraag wordt ge richt tot V. V., die maar een buiten mannetje is Dat is dus de stand der kwestie. En daardoor wordt de oplossing geens zins gemakkelijker. Maar, het goed recht der vragers die velen zijn, en onze liefde tot het volk die groot is, nopen ons, om 't brandend vraagstuk aan het oordeel van deskundigen te onderwerpen. Zóó zal iedereen tevreden zijn, en wij ontgaan het gevaar, dat wij onzen mond zouden voorbij praten. Ter zake. Weet niet iedereen, dat Christus de voornaamste en onzichtbare Offeraar is in de H. Mis, en dat de Priester slechts zijn zichtbare dienaar is bij het offeren der H. Mis Ja, niet waar Dus, dat is al een heele stap vooruit gedaan Wie denkt er toch aan, dat de mo gelijke zielsonreinheid van eenen Pries ter een beletsel zou kunnen zijn voor de werking van eenen almachti- gen offeraar Het is VOLSTREKT onwaar, dat de H. Mis van eenen onreinen of on- waardigenPriester geene Mis zijn zou! Wanneer de Priester, wie of hoe h ij ook wezen moge, de mee ning heeft de H. offerande op te dra gen, en daartoe alles aanwendt, wat tot het wezen van het H. Sacrificie behoort, dan IS dat gene wat hij aldus verricht, wezen lijn en waarachtig eene H. Mis. Daar mag niemand ooit aan twijfe len, als hij ten minste katholiek wil zijn. De beangstigde gemoederen kunnen derhalve gerust tot bedaren komen En om de geheele zaak meteen te besproken, voegen wij hier nog dit bij Wanneer een wettig gewijd Priester de H. Mis naar vereischten wat het wezen d e r z a a k b e t r e f t opdraagt in eenen zielstoestand, die der H. Handeling onwaardig is, dan wordt het geweten van zulken Priester schroomelijk bezwaard door heiligschennis in den hoogsten graad. Dat alles is voor zijne eigen rekening. Het volk, dat b.v. op Zondag zulk eene Mis bijwoont, voldoet aan de kerkelijke verplichting, wat het M i s- hooren betreft, zelfs al zou de heiligschenderij van den Priester aan sommige personen of aan een geheel volk openbaar of bedektelijk bekend zijn. De H. Mis aldus opgedragen geldt ook voor wat de t o e p a s s i n g be treft want de H. Mis is eene godde lijke offerande, en God past toe de vruchten dier offerande naar de intentie van diegenen die haar laten opdragen of opdragen, en volgens Zijne onbe grijpelijke en barmhartige inzichten over Zijn volk. Dat alles is voor ons een groot geheim. En Goddank, dat het zóó is, want anders was de rijke die 1000 Missen kan doen lezen na zijn dood, er veel beter aan toe dan een arme drommel, die nauwelijks uit zijne nalatenschap de uitvaartkosten kan bestrijden. De zielsgesteltenis van den Priester komt hier dus ook niet in overwegende aanmerking. De H. Mis is een Gods offer en niet een menschen offer. Wanneer een kwalijk gestelden Pries ter in een onwaardigen zielstoestand de H. Mis opdraagt, voldoet hij ook aan zijne lastgevers, d. w. z. aan hen die hem een eereloon voor de H. Mis hebben betaald, zoodat hij niet tegen de rechtvaardigheid misdoet, als hij dat geid voor zulke Mis houdt. Hij is dus niet gehouden restitutie te doen of eene tweede H. Mis te celebreeren in eenen goeden zielstoestand. Hij heeft immers voldaan en de Mis gecelebreerd waarvoor hij betaald was. Wel hadden de eereloon-schenkers eene H. Mis verlangd die geene heiligschennende zou wezen, maar zij hebben de H. Mis toch gehad. Dat God door zulk Offer grootelijks beleedigd, en 't geweten van zul ken Priester allervreeseüjkst bezwaard wordt, dat betreft hen niet. Is er op dit punt nóg iets te vragen, goede Lezer, wend u tot uwen vriend •V. V. De Godsdienst in Italië. o Italië werd vroeger bestuurd door geestelijken en aristokraten. 't Was mij het bestuur!!! De terugwerking kwam er natuur lijk, de godsdienst die misbruikt werd tegen al wie zijn vaderland beminde moest het bekoopen. „L'Annuaire statistique" van 1909- 1910 geeft de volgende inlichtingen. Op 500 steden zijn er 481 waar niet een enkel huisvader godsdienstig onderwijs gevraagd heeft voor zijn kinders. In eene stad te Rome werd gods dienstig onderwijs gevraagd door 24 vaders op 100. In 2 steden door 25 op 100. In 1 stad door 40 op 100 (Monza). In 11 steden door bijkans al de fa milievaders. In 4 steden door al de famillie- vaders. Een bestuur van behouders gesteund door en beschermd door den gods dienst leidt ten laatste altijd het volk naar goddeloosheid. Hector PLANCQUAERT. Dit staat in de Vrije Klok. Is deze statistiek juist, dan is ze verschrikkelijk. Maar zielkundig' te verklaren. Reeds Vondel schreef in zijn Lucifer: Staatzucht kent noch God noch bloed, dat isde politiek als heerschzucht en als gewin kent geen God, geen menschenliefde, geen bloedverwant schap zelfs, heeft geen geweien. En is deze staatzucht in de kerk, dan verbreekt ze alle banden in de maat schappij, want ze verbreekt het even wicht door God in de maatschappij gelegd, toen Hij instelde een geeste lijk gezag, dat voor doel heeft de menschen den weg te wijzen naar den Hemel en een burgerlijk gezag, dat voor doel heeft de menschen een steun te zijn, opdat zij ieder hebben de middelen om te leiden een mensch- waardig leven op aarde. Ook reeds Dante verhief zijne stem tegen wat wij noemen de politieke christelijkheid. Met dat voorbeeld van Italië voor oogen zullen wij onwrikbaar blijven op dit standpunt de kerk in Neder land u i t de politiek. —o Onder dezen titel schrijft de heer C. Zwagerman, de Veeteelt-consulent voor Zeeland, een artikel in de Middel- burgsche courant over die veeziekte. En geeft daarin de maatregelen aan, die zooveel mogelijk moeten worden genomen om eene besmetting te voor komen. Hij raadt dan aan 1. Koopt buiten noodzaak geen vee. Wanneer dit moet geschieden, verzekert u dan van onbesmette her komst. Houdt het nieuwbijgekochte vee zoolang mogelijk, echter minstens een week afgezonderd van het andere vee. 2. Laat, wanneer dat te vermijden is, geen vreemden bij uw vee toe. -3. Neemt geen ongepasteuriseerde melk van zuivelfabrieken of melkin richtingen terug en verzekert u van een goede reiniging der bussen aan de fabriek. 4. Weest voorzichtig met den aan koop van veevoeder in zakken en kisten, die misschien ook reeds bij andere veehouders zijn geweest. 5. Voorkom zooveel mogelijk dat u, uw personeel of huisgenooten be smette boerderijen bezoeken of in aan raking komen met het personeel dat daar het vee verzorgt. 6. Let nauwkeurig op den gezond heidstoestand van uw vee en vergeer daarbij de schapen en varkens niet. 7. Merkt ge verschijnselen die op mond- en klauwzeer wijzen, doet dan onmiddelijk aangifte bij den burge meester. Het verzuimen van deze aangifte is strafbaar en kan u groote schade berokkenen. 8. Is uitgemaakt dat het mond- en klauwzeer onder uw vee is uitgebroken, volgt dan nauwkeurig de voorschriften van den districtsveearts of diens plaats vervanger. Tracht vooral te voorkomen dat door onvoorzichtigheid van u, van uwe huisgenooten of personeel de smetstof naar eiders wordt overgebracht. Aan te bevelen ishet besmette vee zoo mogelijk van ander vee af te zonderen en door personeel te laten behandelen, dat niet met het gezonde vee in aan raking komt. Het is echter niet wen- schelijk zieke dieren uit een koppel te scheiden van de nog gezonde waar mede ze vóór de ontdekking der ziekte samenliepen. Na de verzorging van het zieke vee late men het personeel, waardoor dit is geschied, zoo mogelijk van boven- kleeren verwisselen en de handen goed met sodawater en zeep reinigen. Ook is het wenschelijk na het ver laten van de weide met het besmette vee of de stal waarin dit is geplaatst, de klompen te ontsmetten op een dweil die gedrenkt i s met creoline. Ditzelfde verlange men van bezoekers die moge lijk de besmetting van elders zouden kunnen overbrengen en die met het vee in aanraking komen. o— S Ij. 't Weigeren van iets redelijks, dat op redelijke wijze gevraagd wordt, is een daad van onwil. Yan onmacht nietwant bij o n m acht wordt iets niet meer redelijkerwijze gevraagd. Zoo is elke redelijke poging van de vakorganisatie om iets redelijks van de patroons te krijgen voor de patroons een gelegenheid om hun goeden wil te toonen. En weigeren zij iets redelijks, dat op redelijke wijze door de organisatie gevraagd wordt, dau is dat weigeren een bewijs van onwil. En moet ze daar dan mede ophou den, de redelijke poging tot verkrijging van iets redelijks? Ge begrijpt, dat dan wie maar onwillig was, 't ver kon brengen Daar de regeling der arbeidsver houdingen iets zeer ingrijpends is in het arbeidersleven, is er, omdat de arbeiders zoo'n talrijke klasse der maatschappij zijn, ook de heele maat schappij mee gemoeid, als die rege ling onredelijk is. En daarom komen dan diegenen, welke voor het algemeen welzijn te zorgen hebben door wetten, ertoe, een wet te ontwerpen, om in een of ander punt de regeling der arbeidsverhou dingen te dwingen, redelijk te zijn. Dat daarmede de onwil, waarvan boven sprake was, niet ineens ge broken is, begrijpt ge. En achter hoe meer onmacht men den onwil vroe ger heeft weteü te verbergen of heeft trachten te verbergen, 'met zooveel te meer kracht zal men het totstand komen van zoo'n wettelijken maatre gel tegen gaan. Deze juiste woorden schrijft kape laan Poell in Het Hoog-Ambacht naar aanleiding van den tegenstand, die telkens de sociale wetgeving on dervindt, zoodra men deze tot een daad wil brengen. We geven ze ter overweging: 1. aan de Kerkelijke Overheden, wegens de op redelijke wijze gestelde redelijke vraag, tot rechtsherstel we gens willekeur in zake vervulling van godsdienstplichten; 2. aan de Burgerlijke Overheden, wegens de op redelijke wijze gestelde redelijke vraag, dat niet de een buiten de wet wordt gesteld en de ander vrij wordt gelaten haar te overtreden 3. aan het Gezag wegens de op redelijke wijze gestelde redelijke vraag om recht; 4. aan allen, zoo groot als klein, die steeds bij het op redelijke wijze stellen van eene redelijke vraag hun ooren en oogen sluiten, om de vraag noch te zien noch te hooren; 5. aan allen, gioot en klein, die steeds weigeren aandacht te schenken aan wat wordt gedaan en gezegd en toch hierover oordeelen; 6. aan ailen, die het tot standkomen van maatregelen in het belang van de volkswelvaart van Zeeuwsch-Vlaande- ren trachten te voorkomen. De Kamer van Arbeid voor den Landbouw te Hulst. o— Hieronder geven we den uitslag van het onderzoek, naar de toelating van benoemde leden van de Kamer van Arbeid voor den Landbouw, te Hulst Van de 5 benoemde Leden-Patroons heeft 1 geheel voldaan aan de art. 64 en 65 van het Kiesreglement, zijnde de heer Plasschaert van Koewacht. De 4 overige hebben niets inge zonden. Van de 5 benoemde Leden-Werk lieden heeft 1 voldaan aan art. 64 en aan art. 65, le lid, doch niet aan het 2e lid. 3 hebben alleen voldaan aan art. 64. 1 heeft niets ingezonden. Er is dus alleen kunnen worden toegelaten een lid-patroon geen een lid-werkman. Reeds in no. 84 spraken we van een leuke mop, die Kamer van Arbeid, naar aanleiding van de eerste verkie zing. Is het geen leuke mop En zoo'n Kamer, gewild door den Minis ter, niet gewild door de belanghebben den, bestaande uit één man, is nu de officieele vertegenwoordigster van den stand der boeren èn van den stand der boerenarbeiders. Het is nog al vei lig, dat de heer Plasschaert met nie mand moeielijkheid kan krijgen We gaven in no. 84 aan Minister Talma voor raad de Kamer maar weder op te doeken. Hij heeft naar onzen wil niet geluisterd, welnu, hij ziet nu wat er van z ij n wil is gekomen. Een bisschop op den Index. —o Groot opzien baart in Hongarije een besluit van de Index-Congregatie, waarbij drie werken van den bisschop van Stuhlweissenburg, dr. Prohaszka, op den Index zijn geplaatst. De werken van dr. Prohaszka hebben in Hongarije een grooten opgang ge maakt vooral zijn boek „Mehr Friede", bedoeld als tegenhanger van dr. Kep- pler's boek „Mehr Freude", is in de Oostenrijksche landen en Duitschiand veel gelezen. Dit boek is thans voor de katholie ken verboden geworden. En daardoor is bisschop Prohaszka, die in Hongarije algemeen bemind wordt door de katho lieken, feitelijk door de kerk veroor deeld. Dit wekt te meer verwondering, daar Ottokar Prohaszka een leerling van het „Collegium Germanicum" te Rome is, tot de bijzondere bescherme lingen van kardinaal Steinhuber S. J. behoort, en door den Paus, Pius X, zeif tot bisschop gewijd is. In een telegram uit Boedapest wordt gezegd De plaatsing der werken van dr. Prohaszka op den index wordt in de Hongaarsche pers eenstemmig ver oordeeld en heeft ook in bisschoppe lijke kringen een slechten indruk ge maakt. De Prins-primaat Vaszary is voornemens te Rome stappen tegen dit besluit te doen. Bovenstaande vonden we in het Handelsblad van 15 Juni. We hebben gewacht tot nadere berichten of tegen spraak, doch ontmoetten ze niet. We zijn met het innerlijk wezen van de zaak niet op de hoogte, maar gelet op den titel „Mehr Friede" is Meer vrede, kregen we de gedachte, dat die Hongaarsche bisschop in dit boek had besproken de denkbeelden van toena dering van de Kerk tot de Eeuw, mis schien zooals Mgr. Ireland dit indertijd

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1