Rechtszaken. Van alles wat. Streek, de Beemster, op Overflakkee, Oostvoorne, bij Delft, Renooy, in Zeeuwsch-Vlaanderen, bij Bergen op Zoom, Berlikum, in het midden van Limburg, bij Groningen en Windscho- ten zeer goed in het zuiden en noor den van Limburg, in de Baronie van Breda, bij Rotterdam en bij Zande- weervrij goed op Walcheren, in het Westland, in Overijssel, in de Bangert en bij Everdingen matig in het oosten, westen en noorden van Zeeuwsch- Vlaanderen, op Oud-Beijerland, bij Zwijndrecht, in de Langstraat en in het Land van Altena en Heusden. In het zuiden van Zuid-Beveland is de stand slecht. Kruisbessen. Bijna overal is de stand goed, of vrij goed, alleen in het Westland slecht in de Beemster en bij Berlikum vrij slecht, en bij Gronin gen, Winschoten, Leeuwarden en op Oud-Beijerland matig. Frambozen. De stand is zeer goed in de Baronie van Breda, elders bijna overal goed of vrij goed alleen in de Langstraat is de stand vrij slecht en bij Zwijndrecht en Bergen op Zoom matig. Noten. De noten staan goed in Gelderland, Utrecht, het zuiden en midden van Limburg, op Zuid-Beve land en Zeeuwsch Vlaanderen, bij Renooy en Everdingen matig in het noorden van Limburg en in de Lang straat. In de Bangert staan de hazelnoten vrij goed. Warmoezerijgewassen. Hoewel de warmoezerijgewassen er thans over het algemeen nog zeer goed voor staan, wordt zeer veel geklaagd over de langdurige droogte. Met name de aardbeien hebben daarvan zeer te lijden. In Noordholland en in het noorden van Limburg is de stand der erwten minder gunstig ten gevolge van slecht zaad. De vorst in April heeft voorts ook aan vele vroege groenten vrij veel schade toegebracht. Onder glas. Komkommers- De stand is overal goed of zeer goed, alleen in de Baronie van Breda matig. Tomaten. De tomaten staan overal goed of zeer goed. Meloenen. De stand is overal goed of zeer goed, alleen in de Am- sterdamsche slatuinen vrij goed. In de open lucht. Sluit kool. De stand is goed aan den Langendijkvrij goed in De Streek, bij Zuidwolde, in het Rijk van Nijmegen, bij Zwijndrecht, op Oost voorne en in het noorden van Limburg goed in het midden van.Limburg, bij Zaltbommel, Groningen, Zandeweer en Delftmatig in de Baronie van Breda, bij Bergen op Zoom en bij Lopper- sum, Leermens en Eenum vrij slecht bij Winschoten- en in Overijssel. Bloemkool. De stand is goed aan den Langendijk vrij goed in De Streek en in de Over Betuwe vrij slecht in het Westland, alsmede in Groningen en Overijsselmatig in Utrecht, in den Sloter- en Weteringpolder, bij ZwijndrechtStolwijk, Bergen op Zoom, Zaltbommel en Leeuwarden goed in het oosten van Zuid-Beveland en op Oud-Beijerlandvrij goed op Oost- Ten overstaan van deze Griekin echter zeg ik u Niet altijd kan men Jehova dienen en zijn hart. Gij kent Esdras en diens gebod. Ik weet niet of gij deze vrouw, dié niet tot ons volk behoort, bemintmaar ten aan- hooren van geheel het volk vraag ik u „Judas, zoon van Mathathias, be mint gij deze Griekin „Nu zal hij gaan liegen voor geheel het volk!" riep Joram in woesten triumf. Er ontstond een ademlooze stilte. Een oogenblik scheen het, alsof Judas zich op den lasteraar wilde werpen toen echter rekte hij zich uit, vatte de hand van Electra en riep„Ja, ik bemin haar Een luide kreet steeg op uit de me nigte het fiere woord had iedereen getroffen als een zwaardhouw. Daarna werd het doodstil, totdat de broeders van den Asmoneër smeekend riepen „Judas, wat doet gij Hij echter stond stijf en stram, als ware hij in steen veranderd. „Judas!" zeide Achaz zeer ernstig, ïn zijne woorden klonken ijzig en Irongen gelijk scherpe messen in Elec- ra's hartj: „Judas Een man die naar ie woorden eener heidin luistert, kun- ïen wij niet volgen, de Essaeërs niet, leel het volk nietDe beslissing is langebroken. Kies tusschen deze vrouw :n uw volk Judas stond daar bleek als een lijk. ,lk heb mijn keuze gedaan," zeide hij 'astberaden. „Ik bemin haar „Judas! Judas Judas Het was een kreet van ontsteltenis voorne en bij Delftzeer goed in het noorden en zuiden van Limburg slecht tot matig in de Baronie van Breda. Vroege aardappelen. In het Westland en in De Streek is de stand vrij goed overal elders goed of zeer goed. Tuinboonen. De stand is bijna overal goedbij Bergen op Zoom matig. Vroege kroten. Deze staan overal goed of zeer goed, alleen bij Bergen op. Zoom matig. Wortels. De stand is overal goed of zeer goed, alleen in de Over Betuwe en in het midden van Limburg matig. Erwten. Deze staan bijna overal vrij goed of zeer goed alleen in Ken- nemerland, de Beemster, de Langstraat en op Zuid-Beveland is de stand matig. Asperges. De stand is vrij goed in het Westland uitmuntend bij Bergen op Zoom en in Utrechtelders goed of zeer goed. Sla. De sla staat bijna overal goed of zeer goed in het Westland echter vrij slecht en in den Sloter-en Wete ringepolder, en in Over-Betuwe, op Walcheren en bij Rotterdam matig. Aardbeien. Deze staan vrij slecht in het Westlandgoed in Ken- nemerlendmatig bij Utrecht, Win schoten en Renooy vrij goed tot goed in de Baronie van Breda vrij goed bij Aalsmeer en Roelofarendsveen elders overal goed of zeer goed. Arr.Rechtbauk te Middelburg 9 Juni werden veroordeeld wegens diefstal: F. D., 14 j., loodgieters knecht, P. v. d. K., 14 j., J. R. L. 15 j., J. d. K., 14 j., allen zonder be roep, Goes, allen overeenkomstig de vordering tot f 7 b. s. 14 d. tuchtschool, en J. P., 31 j., werkman, Oudelande, en M. M., 46 j., werkman, Vlissingen, bei den tot 7 d. gev.straf, in plaats van 1 m. zooals geëischt was het doen eener valsche aangifte M. L. d. K., 17 j., dienstbode, Middel burg, tot 4 m. tuchtschool. Eisch 6 maanden mishandeling: O. F. d. V., 20 j., werkman, Westdorpe, tot f5 b. s. 5 d. h.de helft minder dan de vordering eenvoudige beleediging F. J. B. N., 52 j., smid, Philippine, tot f3 b. s. 3 d. h. De eisch was f 10 b. s. 10 d. h. beleediging ambtenaar: Th. R-, 35 j., werkman, Aardenburg, tot f5 b. s. 5 d. h.eisch f 10 b. s. 10 d. h. vernieling: J. P. J., 12 j., zonder beroep, Vlissingen, tot f3.50 b. s. 7 d. tuchtschooleisch was 1 m. tucht school. Vrijgesproken: B. S., 13 j„ zonder beroep, Souburg, beklaagd van mis handeling. O Edwin: „Wat denk je wel dat ik in dit medaillon heb, m'n engel De postzegel van je laatsten brief. Dien heb je met je lippen aangeraakt. En vaak, heel vaak breng ik hem aan de mijne Angelina: „Och Edwin, wat spijt me dat! Ik heb 'm juist nat ge uit duizenden kelen er trilde daarin iets als de doodskreet van geheel een volk. Toen geschiedde er iets buitenge woons. Electra trad een schrede ach terwaarts, keek Judas aan met een gloei- enden, verzengenden blik en hief ver volgens den arm op, om te beduiden, dat zij wenschte te spreken. „De heidin Hoort, wat zij wil 1 De danseres En geheel het volk luisterde naar haar met vliegende polsen. „Mannen van Judeariep zij en er klonk als het ware een bedwongen snikken in hare stem. „Uw opperbe velhebber heeft gekozen en ik met hem doch niet, zooals gijlieden gevreesd hebtwant verachtelijk is de man, die zich van zijn volk afkeert, als het door gevaar bedreigd wordt, in wien de kreet van verlangen naar eigen geluk luider klinkt, dan de stem van den plicht. Weet dan, dat ik voor uwen opperbevelhebber de Syriërs bespion- neerd heb en ik diende hem trouw. Ik zal- hem en de Hebreërs verder dienen, waar ik kan, want ook ik bemin hem, dén sterken held, die zijn eigen hart bedwong. Nooit echter, nooit zal ik scheidend treden tusschen hem en zijn volk, nooit zal ik den met roem gekroonden bevrijder vernederen tot een zwakkeling. Zoolang de wet van Esdras bestaat, zal ik mijne hand niet naar hem uitstrekken. Dat wij elkander lief gekregen hebben, is geen zonde. Over ons hart zult niet gij, over onze liefde, die sterk genoeg is om van el- maakt op 't neusje van onzen kleinen puckhond o Brutaal. Heer: „Je vraagt een aalmoes en neemt niet eens je hoed af?" Bedelaar: „M'n beste meneer, dat doe ik volstrekt niet uit onbeleefd heid, maar daarginds staat een poli tieagent, als die ziet dat ik m'n hoed afneem, denkt hij dat ik bedel, maar houd ik hem op dan houdt hij ons eenvoudig voor een paar goede ken nissen." —o Gewillig en volgzaam. H ij„Je denkt meer aan je paard dan aan mij Z ij„Natuurlijk, mijn paard heeft er niets op tegen, dat ik de leidsels in handen neem." o Een goede wenk. Door den Land raad van Miinsterberg is in een be kendmaking aangevoerd, dat bij de toenemende verzwaring der levens voorwaarden in de vogelwereld, snel en gemakkelijk een groot net van kreu- pelboschjes ter bescherming der vogels over het geheele land gelijkmatig ver deeld zou kunnen worden, wanneer op elk kerkhof bescherming voor vogels aangeboden werd. Hier vinden de vogels vóór alles rust. In den regel bevinden zich daar oude boomen en lage boschjes of kunnen deze gemakkelijk aangelegd worden. Bijna regelmatig vindt men hier oude exemplaren van altijd groene planten, als tuiya's, buxus, cipressen e. d., die den vogels 'n plaats geven tot vroeg broeden. De Landraad verzoekt daarom de geestelijke-buurt- en gemeente-autori teiten zijner afdeelïng zich voor de zaak te interesseeren en onder alle omstandigheden zijn wenk in toepassing te brengen. o Uit liet leven vau Porfirio Diaz. 't Was in 1876. In Mexico heerschten wederom eens de Pronunciamientos en de oproerlingen aan de grenzen staken met den rooverhoofdman Cortina de hoofden bij elkaar. Dezen wilde een goede vangst maken en den prijs verdienen, welke op het hoofd gesteld was van een zekeren Porfirio Diaz. Deze toch deelde het eigenaardige inzicht, dat deze „pronunciamientos" niet in het belang en tot heil van het vaderland strekten, evenmin als het tot de bevoegdheid van generaals behoorde om de menschen maar te brandschatten. Deze zonderling streefde meer het ideaal na, om al de luidjes, welke van dergelijke ondernemingen leefden, het land uit te jagen, verder in Mexico een spoorbaan te bouwen onmiddellijk in aansluiting met het Amerikaansche spoornet, geld in het land te brengen inplaats van het Staatsgeld te stelen. Maar de man moest maar opkomen, als hij durfde. Men wist dat hij ergens in Orleans zat en plan had om per schip naar Mexico te komen om zijn landgenooten tot reden te brengen, althans wat hij reden noemde. Men stuurde hem daarom een fijnen politiehond tegemoet, en toen de stoomboot den mond van de Missisippi verlaten had en buiten de rechtzöne kander afstand te doen, over deze liefde zal God alleen het oordeel uit spreken Wij scheiden rein voor God en de menschen. En zóó, ten aanhoo- ren van geheel het volk, geef ik hem de vrijheid terug, opdat hij onverdeeld u toebehoore Ik heb gezegd Terwijl zich een donderende bijvals betuiging verhief, stond Judas daar als bedwelmd. Ontroerd gaf Achaz de Griekin de hand en zeide „Ik dank uAlhoewel wij de Grieken haten, omdat zij ons met hunne afgoden on wettig deden handelen, spreekt gij evenwel als eene maagd uit de stam van David Nooit zal de zon van Griekenland eene edeler vrouw be schenen hebben, dan u! Geen der on zen zal u voortaan eenig leed doen. Vrij moogt gij ons land doorreizen, alsof het uw geboortegrond ware, en als gij geen Griekin waart, dan zou ik wenschen, uw vader te zijn. En nu Judas, zijn wij weder de uwen in leven en dood De Machabeër antwoordde niet. „Spreek, wat moet er gebeuren drong Achaz aan. „Electra heeft mijn lot beslist; No- man zal haar vergezellen." Hij zuchtte diep. Daarna trad hij op Electra toe en gaf haar met trillende lippen de hand. „Electra Electra, vaarwel Zij zag hem aan, als smeekte zij om een laatsten milden blik maar zijn oogen waren strak naar den grond gericht, de gestalte van den overwin- i naar scheen onder het leed gebukt te I van de Vereenigde Staten was gekomen, opende bedoelde heer zijn jas, toonde de uniform der Mexicaansche regeering en verklaarde Don Porfiro Diaz tot zijn gevangene. Deze had alzoo geen andere meer aangename keus dan de kogels der patriotten of de tanden der haaien, welke in hun bekende aanhankelijkheid het schip volgden. En toch wist hij het een zoowel als het andere te ontgaan. Op een vroegen morgen wierp een vriend, die een hartstocht voor wal- vischvangst aan den dag legde, sinds Porfirio Diaz tot gevangene was ver klaard, groote stukken gezouten vleesch over bakboord en hield zoo doende de gulzige beesten bezig, on derwijl Don Porfirio zich voorzichtig aan stuurboord in zee liet glijden en in flinke slagen de kust van Veracru^ tegemoet zwom. Toen hij ver genoeg in Zee was stortte zich aan bakboord een passa gier in zee en verdween in de golven, zonder ook nog maar een keer op te duiken, en de matrozen hadden in de haast gezien, dat de ongelukkige het costuum van Don Porfirio droeg. De haaien hadden hem natuurlijk on- middelijk opgeslokt. Dat zag de politiespeurder in, die niet weinig vloekte, dat de haaien hem een kostelijken prooi hadden wegge kaapt. Maar de haaien'hadden in werke lijkheid geen lust in de stroopöp met de zwarte jas en een kolenzak aan de beenen. Zoo kwam Porfirio in zijn vaderland terug, dat door |het drama van Querebaro in heel de wereld be rucht en van de eindelooze heldendaden zijner rooverhoofdmannen in gene raalsuniform tot aan den laatsten drop pel uitgebloed was. De sprong van de stoomboot voor Veracruz was ook het oogenblik der wedergeboorte van het ongelukkige land. Vier-en-dertig jaren wist Porfirio het lot van dat land in zijn handen te houden. lil hel leven \an Koningin Marv. o— Koningin Mary trekt thans, nu de groote kroningspleehtigheden in En geland nabij zijn, algemeene belang stelling. In een boek van sir Clement KinlochCooke, getiteld het „leven van Koningin Mary, geeft de schrij ver eenige bijzonderheden over, gelijk hij zegt, „een leven, dat voor het grootste deel nog moet worden ge leefd. a Als behoorende tot de voornaamste karaktertrekken van Engeland's ko ningin worden genoemd hare groote liefde voor hare kinderen en haar weldadigheidszin. De armen van ons land, zegt haar levensbeschrijver, hadden nooit een trouwer vriendin dan koningin Mary, nooit eene die er zich meer voor beijverd heelt, alles te doen, waartoe zij bij machte is om hun moeilijk leven te verhel deren en hen in hun nood bij te gaan, alleen zijn heete hand hield een moment de hare met een pijndoenden greep omklemd. Daarna lieten de han den elkander los, en, door Noman verge zeld, ging Electra door den kring der mannen. Eerbiedig maakten allen voor haar plaats, en de broeders van den Asmoneër rukten het zwaard uit de scheeden en lieten het huldigend voor haar ter aarde dalen, als voor eene koningin. Lang stond Judas daar onbeweeg lijk en oogde het vertrekkende meisje met een zonderling droomerigen blik na. „En nu zijt gij weder onze aanvoer der en opperbevelhebber, Judas zeide Achaz met een zucht van verlichting. „Uw opperbevelhebberen rechter!" antwoordde Judas hard. Daarna trad hij in huis. In gedrukte stemming verliet het volk de vergaderplaats. „Heb je 't gehoord fluisterde Joram Semaja toe, „de Volks verachter is rechter geworden Judas begaf zich in het vertrek van zijn leermeester en knielde geruimen tijd bij het lijk neder. En Esron, de barrevoeter, bewaakte den ingang van het huis, opdat nie mand de droefheid van zijnen heer zoude storen. Toen Judas eindelijk de sterfkamer verliet, gaf Esron hem de hand en zeide: „Nuzijn wij broeders, Judas „Broeders „Jawant uw hart is eenzaam ge worden, als dat van den barrevoeter staan Het geheele leven der vorstin verhaalt van goede gedachten en goede daden Het is haar grootste vreugde, anderen vreugde te berei den. Door hare moeder, de hertogin van Teek, werd zij reeds als kind geleerd, de weldadigheid te beoefe nen: met den grootsten ijver wijdde zij zich aan deze schoone zaak, en veel wordt ons verhaald van haren arbeid in dienst der zieken en armen. Van haar zakgeld legde de prinses steeds een gedeelte ter zijde, om andere kinderen daarmede met Kerst mis, Nieuwjaar of andere feestelijke gelegenheden een feestje te bereiden. Zij verzamelde zorgvuldig alle kleine zaken, die in haar bezit kwamen prentbriefkaarten, kleine stukjes speel goed, zooals zij in Engeland bij feesten aan de deelnemers ten ge schenke worden aangeboden enz. om haren kleinen vrienden en vriendin nen een genoegen te doen De goed heid der prinses tegenover een klei nen jongen, die aan tering leed, is nog in veler herinnering. Zij kwam steeds terug om naar het ventje te zien, zat bij zijn bed in het huisje zijner ouders, praatte met hem en las hem voor. Haar laatste bezoek bracht zij hem op een Zondag toen zij op weg was naar de kerk, daar zij wist, dat het einde nabij was. Zij kuste het kind met tranen in de oogen en zegde hem snikkend vaarwel. Een ander klein voorval doet blij ken, hoe de koningin er steeds naar streeft, anderen behulpzaam te zijn. Bij een ochtendwandeling met haar moeder -in het Richmond Park ont moette zij een oud vrouwtje dat hout sprokkeldezij scheen vermoeid en verkleumd van de koude. Aanstonds was prinses Mary bij de hand, om haar te helpen hout te rapen, terwijl de hertogin ook hielp. Zoo kwam spoedig een flinke bundel hout bijeen, waarmede het oudje vergenoegd naar huis strompelde Der koningin gaat het welzijn van haar volk ook zeer ter harte. Dit blijkt vooral uit hare belangstelling in de Engelsche industrie, 'die zij op iedere mogelijke wjjze steunt. Toen zij huwde, gaf zij bevel, haar geheelen uitzet uit Engelsche pro ducten te vervaardigen. Zij heeft de Engelsche kant in de mode gebracht en tracht ook overal het Engelsche porselein en de Engelsche meubelen in te voeren. Het zou moeilijk zijn, zegt de schrijver van het bovenge noemde boek, een enkelen tak van Britsche industrie ie noemen, die bij Koningin Mary geen krachtige bescherming gevonden heeft. DERDE BOEK. 1. NOHAN'S WRAAK. Judas nam geen deel meer aan de algemeene feestvreugde, welke hem let terlijk pijn deed. Nauwelijks waren de dagen, voor het feest vastgesteld, voorbij, of hij wierp zich met verbeten woede op de Idumeërsen versloeg ze in het open veld. Het overblijfsel van hun strijdmacht vluchtte voorden toorn des Machabeërs naar twee versterkte kasteelen. Judas sloeg het beleg op voor deze vestingen en sprak den grootsten banvloek over de snoodaards uitgeen hunner mocht leven'd de torens verla ten. „Omdat zijne broeders verstandig genoeg waren, hem er van af te houden nog verder zijn wrok aan mij te koelen, zoude hij wel alles willen vertrappen, wat hem in den weg komt," zeidejo- ram tot zijn geheime aanhangers. „Ik zal er wel voor zorgen, dat er tusschen zijne lauweren de doornen niet ontbre ken Noman, die zich al spoedig weer bij het leger had gevoegd, bracht Ju das de laatste groeten zijner meesteres. Zij liet hem zeggen, dat hij voor Joram op zijn hoede moest zijn. „Houd *ook allen in 't oog, die niet door het zwaard der Syriërs, maar door mij met kokend water geteekend zijn vermaande zij nerzijds Noman. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 6