No. 86. Zaterdag 20 Mei 1911. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting*: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Geiitschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Geiitschestraat B 4 te Hulst. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnemeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertontiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25. Deze haven behoort tot de Ievens- lelangen der bevolking yan Nieuw- Namen daarom behoort het tot onze laak er onze aandacht aan te wijden. Wij zullen beginnen met het geven m documenten. I. Bij processenverbaal van openbare verkooping van de gronden nu uit makende de Koningin Emmapolder, gehouden ten verzoeke van den Staat verd in artikel 26 der Algemeene Voorwaarden bepaald De havenwerken tegen den nieuwen ieedijk met spuiboezem, los- en lading plaats, havenmeesterswoning en aan sluitende oprillen, zijn in beheer en onderhoud bij de Gemeente Clinge, irachtens de Overeenkomst, gesloten usschen bedijkers van den Nieuwen polder en de gemeente Clinge, blijkens ikte van 20 Mei 1896, overgeschreven den 8 Juli 1896 in deel 567 no. 5, en iet procesverbaal van overgifte en jvername in beheer en onderhoud de lato 25 en 28 Februari 1898, over- eschreven den 2 Maart 1898, in deel 86 no. 50. II. De in I genoemde overeenkomst tën 8 Juli 1896 is aangegaan tusschen len Staat en de heeren Charles- en Antoine Prins en Hertog van Arenberg, contractanten ter eenre zijde en de [emeente Clinge contractante ter an- lere zijde. Daarin is bepaald In aanmerking nemende dat con- ractanten ter eene zijde wenschen iver te gaan tot de bedijking van een [edeelte der buitengronden in het lerdronken land van Saeftingen voor Ie van Alstein-, Louisa- en Prosper- lolders en de bestaande haven van de ;emeente Clinge daartoe van de ree noet worden afgesloten, verklaren te ijn overeengekomen als volgt Aftikel I. Contractanten ter eenre ijde verbinden zich in het jaar waarin hierboven bedoelde bedijking zal 'laats hebben tevens de navolgende wer- len te zullen doen uitvoeren, te weten: a. het maken van eene haven tegen len nieuwen Zeedijk met de daarbij lehoorende los- en ladingplaats, ha- lengeul, havenmeesterswoning, spui- 'oezem, spuiduiker en aansluitende )prillen over den nieuwen Zeedijk, een n ander zooals deze werken op de lan elk exemplaar dezer akte gehechte n door partijen gewaarmerkte situatie- eekening der bedijking in detailteeke- ling van de haven zijn afgebeeld, ter- 'ijl bovendien aan het voor den Staat 'estaande exemplaar dezer acte nog is ehecht een ontwerp voor de bedijking erconstateering dat de gemeente Clinge leeft goedgekeurd dat de nieuwe haven al worden gemaakt ter plaatse waar lie op voornoemde situatieteekening is langewezen. B. enz. Artikel 3. De bestaande haven tegen len Zeedijk van den Prosperpolder net al wat daarbij behoort kadastraal lekend Sectie C nos. 888, 889 en 892 Ier gemeente Clinge wordt uiterlijk 'innen twee maanden na de openstel ing der nieuwe haven door de ge- ntente Clinge ter beschikking gesteld van den Staat. Enz. Artikel 4. De gemeente Clinge ver- 'indt zich de in artikel 1 sub a om- breven werken in beheer, onder- toud en bediening, waaronder ook 'He lasten en belastingen te zullen overnemen ente zullen onderhou den zoodra .contractanten ter eene zijde deze werken zullen overgeven. Te dien einde zullen de genoemde werken nadat ze voltooid en door den Hoofdopziener der Domeinen in Zee land definitief goedgekeurd zullen zijn, onmiddellijk bij procesverbaal consta- teerende dat de eigendom der haven cum annexis aan den Staat blijft en dat de gemeente dien eigendom erkent, aan de Gemeente in beheer en onder houd en bediening worden overgedra gen en door deze in beheer en onder houd en bediening worden overgeno men enz. De gemeente Clinge verbindt zich voorts om zoodra de Nieuwe polder als Waterschap is geconstitueerd de verplichting tot onderhoud als boven is omschreven en tegenover de contrac tanten ter eene zijde aangegaan tegen over het dan geconstitueerde Water schap te bevestigen bij eene nader op hare kosten met de contractanten ter eene zijde en het Bestuur van dat Waterschap ter andere zijde op te ma ken acte enz. III. De in 1 genoemde overeenkomst van 25 en 28 Februari 1898 tusschen den Staat ter eene zijde en de gemeente Clinge ter andere zijde. De Staat der Nederlanden geeft over in beheer, onderhoud en bediening aan de Gemeente Clinge, die zulks aan neemt De tegen den Zeedijk van den in 1897 bedijkten polder onder gemeenten Graauw en Clinge gelegen nieuwe ha ven met daarbij behoorende los- en ladingsplaats, havenmeesterswoning, spuiboezem, spuiduiker en aansluitende oprillen over den nieuwen Zeedijk, alsmede de op deze los- en lading plaats de oprillen aanwezige bestra tingen, al welke werken zijn aangelegd op hei terrein met een bruine tint af gebeeld op de door partijen gewaar merkte détailteekening gehecht aan elk exemplaar van de meergenoemde acte van 20 Mei 1896. Onder uitdrukkelijk beding dat de eigendom van de haven en van al de verder hierboven omschreven werken met inbegrip van den grond waarop ze zijn aangelegd aan den Staat blijft, welk recht van eigendom de gemeente Clinge erkent. De gemeente Clinge is gehouden om van den dag af waarop dit proces verbaal in de openbare registers zal zijn overgeschreven, te betalen alle lasten en belastingen aan het overge- nomene verbonden en voortdurend en degelijk te onderhouden enz. IV. Uittreksel van den kadastralen legger der gemeente Clinge, artikel 2488. Eigenaar de Staat. In beheer bij de gemeente Clinge. Saeftingen. Sectie C 1052 haven, spuikom, plateau en afrit 4 hectaren 8 aren en 1053 huis en erf 2 80 are, samen groot 4.10.80 hectare. V. Afschrift van het volgende ver zoekschrift Aan den Raad der Gemeente CLINGE. Edel Achtbare Heeren Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden allen schippers met hun vaartuig thuis be hoorende in de haven van Clinge. Dat deze haven voor hen hoe langer hoe moeilijker te bereiken is, daar de uitmonding dier haven zoodanig ligt dat de vaargeul niet te bereiken is en bij de thuisreis het binnenvaren vaak met onoverkomelijke bezwaren ge paard gaat dat het Uw Raad bekend is, dat er vroeger een plan ontworpen is om die bezwaren uit den weg te ruimen, door de haven te veranderen, door van de haven spuikom te maken en de spuikom in een geschikte haven te veranderen dat zij eenstemmig van oordeel zijn, dat de uitvoering van bovengenoemd plan een goede oplossing zou zijn en de bestaande moeilijkheden zou onder vangen. Redenen, waarom zij U dringend verzoeken de noodige maatregelen te nemen om dit werk te doen uitvoeren met bekwamen spoed. Hetwelk doende Uw onderdanige dienaren C. de Bruin, F. J. Praet Pz., Gust. Praet, J. Blommaert, L. v. d Heijden, Fr. Pauwels, P. Vermont, Fr. Locke- feer, Jos. Bleijenberg, Fred. Bleijen- berg, S. Claessens, P. Claessens, A. van Denderen, Th. Schuddings, Ph. E. Praet, S. v. d. Heijden, L. Goedemond, J. C. Vermeerssen, P. v. Broek, L. Penneman, L. v d. Heijden, F. Pieters, J. A. Blommaert, J. de Kever, F. de Kever, P. J. Blommaert Pz., Fred. Blommaert, Ed. Blommaert, Nap. Praet, J. Goossens, L. Lockefeer, P. Ver meerssen, P. A. Praet, P. A. Schud dings, J. V. Schuddings, J. v. d. Heijden, F. v. d. Heijden, L. v. d. Heijden Jz., L. Vermont, J. Vernimmen, P. Rogiers, Fr. Schuddings, P. v. Immerseei, P. de Koning, W. Bosman, Herm. v. Broek, F. H. v. d. Heijden, C. L. de Wilde, L. de Kever, Fr. Blommaert, J. C. Stobbelaar, P. Lockefeer, Const, v. Ertvelde, C. Claessens, P. Blommaert, S. v. Overloop, C. Vermeerssen, F. C. Praet, Fr. v. Ombergen. Visschers van Kieldrecht Th. Vermeirssen, Ed. de Kever, J. de Block, D. de Block, I. de Block, L. Abeel, P. Claessens. VI. Afschrift van de Memorie van Toelichting bij het adres der visschers van Clinge gedagteekend 16 Januari 1911 De havenquaestie te Clinge is voor de visschers van Clinge een quaestie van bestaan. De toestand is ten eenen- male niet te bestendigen, daarover is het ieder eens. Niet alleen is het een belang voor de visschers alhier, maar het is van belang voor alle inwoners der Ge meente. Hoe langer hoe meer beginnen de vrachtschepen onze haven te schuwen, dus wordt er ook minder geld ontvan gen dan wanneer de haven goed te bereiken was. Ons oordeel is, dat er bij uitvoering van het bestaande plan Wijkhuizen een vermeerde opbrengst van kaai en havengelden zal plaats hebben, zoodat de eventueele rente van een leening, die de Gemeente zou moeten sluiten om haar aandeel in de kosten te dekken, immers uit die opbrengst zou kunnen gevonden worden, is te verwachten dat Rijk en Provincie de Gemeente Clinge wel zullen steunen om dit havenplan uit te voeren. Dat de opbrengst zal stijgen is ge makkelijk in te zien, ook omdat de weg van Hulst naar onze haven vrij is van tollen, zoodat het aangevoerde voor Hulst en omstreken meer en meer hier aangevoerd zal worden. Dat dus de haven een bron van in komsten kan worden is duidelijk. Dat zij voor de visschersbevolking en al wat daarmede samenhangt een bestaansquaestie is, behoeft geen be toog, als men weet dat sedert den onhoudbaren toestand in de haven het aantal visschersvaartuigen dat hier van daan, van 80 tot 62 gedaald is. Hoe langer hoe meer visschers moe ten een ander bestaan zoeken. Komt er geen verandering dan is de tijd niet verre meer dat Clinge als visschershaven onbekend zal zijn. Daarom bevelen zij de havenbelan- gen ten zeerste in Uwe belangstelling aan en verzoeken ze nogmaals met den meesten aandrang de bestaande plannen te doen verwezentlijken, hetzij met behulp van Rijk en Provincie, hetzij door het sluiten van een leening, waarvan de rente zeker uit de op brengst en vermeerde opbrengst van kaai- en havengelden zal kunnen wor den gedekt. Uw onderdanige dienaren (als V.) Antwoord op documenten V en VI. Clinge, den 29 April 1911. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de Raad dezer gemeente, in zijne op den 25 April j.l. gehouden verga dering, op grond van de groote finan- tieele gevolgen daarvan voor de ge meente, afwijzend heeft beschikt op Uw verzoek tot verandering der haven alhier. Burgemeester en Wethouders, get. D. VERCAUTEREN. De Secretaris get. O. K1EBOOM. Den heer C. DE BRUIJN e. a. te Nieuw-Namen. o Dit zijn de documenten. Nu enkele aanteekeningen. a. Verleden jaar zomer zijn we eens naar de havenwerken van Clinge gaan zien in den tijd van laag water en toen is ons gebleken: 1. dat de haven met hare werken niet liggen binnen doch buiten den Zeedijk, 2 dat de ingang ligt ten Zuiden, 3 dat de sche pen moeten gaan naar en komen van het Noorden, 4 dat de schepen van het Noorden komende moeten gaan door een geul in de schorregronden, 5 dat zelfs voor een leek duidelijk is wat door de visschers wordt verklaard dat het niet alleen een buitengewoon getob is om in en uit de haven te gaan, maar dat het ingaan bij het ge ringste onstuimig weder levensgevaar lijk is, gevaar oplevert voor vastraken aan den grond en bij een waarlijk onstuimig weder (en dit is niet zelden) eigentlijk onmogelijk tenzij met bui tengewone stuurmanskunst en met wederkeerige levensgevaarlijke hulp, 6 dat eene afdoende verbetering alleen mogelijk zou zijn door de haven om te leggen, waardoor de ingang van het Zuiden komt in het Noorden. b. Men heeft ons verklaard, dat in 1905 is gemaakt een plan Wijkhuijzen, volgens welk plan en naar eene begroo ting van f39.600 zou zijn bereikt wat zooeven onder a 6 is vermeld. Dat voor dit plan waren gewonnen 1 de Minister van Waterstaat, die zich had bereid verklaard 1)-i subsidie te geven, 2 de Provinciale Staten van Zeeland, die wilden geven 1/-i in renteloos voor schot terug te geven door de gemeente Clinge in 12 jaren, 3 de gemeente Clinge, indien zij alleen zou staan voor V3 van de kosten. Maar de gemeente durfde de zaak niet aan omdat zij had gerekend op lJ% subsidie van de Pro vincie en niet op l/3 in renteloos voorschot. En wij vernamen nog ver der, dat de gemeente er wel aan had durven beginnen, indien de Koningin Emmapolder subsidie had willen geven, maar deze polder, gezien de documen ten I, II en III stond en staat er buiten. c. Men heeft ons verklaard, dat indertijd de eigentlijke schippers had den voorgesteld de haven te leggen zooals is vermeld onder a b (ingang ten Noorden), maar door een grooter getal handteekeningen verkregen van niet eigentlijke schippers zijn de werken uitgevoerd in den geest zooals ze nu zijn (ingang ten Zuiden) en in dezen geest van ingang ten zuiden was er toen een strooming bij het gemeente bestuur van Clinge. d. Volgens document IV, steunende op documenten II en 111, behoort de eigendom der havenwerken aan den Staat en is de gemeente slechts be heerder en volgens document 111 art. 3 behoorde de oude haven in eigen dom aan de gemeente Clinge, die daarbij dezen eigendom aan den Staat over droeg. e. Volgens document VII acht de gemeente Clinge zich finantieel on machtig om aan het verzoek der be langhebbenden (documenten V en VI) te voldoen. Maar volgens aanteekening b acht de gemeente eene verandering in dezen toestand wel noodzakelijk. Artikel 3 der Waterstaatswet van 10 Nov. 1900 S. 176 bepaalt: Wanneer de noodzakelijkheid tot voorziening in een waterstaatsbelang bestaat, en de tot regelen bevoegde macht in gebreke blijft tot regeling van dat belang over te gaan, kan eene wet de wijze bepa len, waarop in dat belang zal worden voorzien. En artikel 1 tweede lid dezer wet bepaaltWaterstaatswerken, in beheer of onderhoud bij anderen, of onbe heerd, worden niet dan krachtens eene wet bij het Rijk in beheer of onder houd genomen. f. De gemeente Clinge behoort tot de, voor de kosten van het onderwijs, noodlijdende gemeenten. CONCLUSIE. Men moet kiezen tusschen 1. De haven van Clinge laten be staan. En daarmede waarborgen de broodwinning van honderde gezinnen. of 2. De haven van Clinge laten vervallen. En dit zal moeten geschie den, als de toestand blijft gelijk hij is. Wil men de haven van Clinge laten bestaan dan moet spoedig worden ingegrepen. De Staat is verplicht zijn eigendom in wezen te houden. De gemeente Clinge acht zich daartoe finantieel niet in staat. Middelen. 1. Of de gemeente Clinge krijgt van Staat en Provincie of van Staat alleen zooveel subsidie, dat zij in staat is de blijkens documenten II en III op zich genomen verplichtingen van on derhoud en beheer te volbrengen 2 of de gemeente Clinge verzoekt aan den Staat van dezen plicht van onder houd en beheer te worden ontslagen. Alsdan moet worden gehandeld volgens artikelen 1 en 3 der aangehaalde Waterstaatswet. Om tot een dezer middelen te komen geven wij aan belanghebbenden voor raad zich nogmaals tot den gemeente raad van Clinge te wenden, maar nu

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1