De Volkswil Judas de Totaliter, BIJVOEGSEL van van 6 Mei 1911. Messenfabrikage. FEU LLETON. Van alles wat. O De industrieele revolutie van de negentiende eeuw, die overal den hand arbeid door de machine en de werk plaats door de fabriek deed verdringen, heeft de messenfabrikage bijna ge heel onberoerd gelaten. Slechts in een paar onderdeelen van de vervaardi ging van tafel- en zakmessen worden mechanische uitvindingen met succes en op groote schaal toegepast. Overi gens worden onze messen nog vrijwel op dezelfde wijze als drie eeuwen ge leden gemaakt. De messenslijper met zijne met vijlsel besmeerde kleeren zit nog op dezelfde manier schrijlings op zijn stoel voor zijn draaienden steen, als zijn voorgan ger in onze gouden eeuw, en hij houdt het lemmet nog met denzelfden houten greep, gevormd van een gespleten tak, tegen den steen, als de eerste messen makers, die hun handwerk aan den oever van een beek in een boschrijke streek uitoefenden in den tijd toen de machines nog onbekend waren. En de messensmid heeft zijn werkwijze nog in geen enkel opzicht veranderd. Natuurlijk zijn met den tijd wel de werktuigen in menig opzicht gewijzigd. De slijpsteenen worden nu door stoom gedreven, soms zelfs door gasmotoren, maar toch worden er in waterrijke streken nog enkele werkplaatsen met behulp van water gedreven. Hoewel de laatste jaren getuige zijn geweest van menige verandering in de productie van messen, worden toch de beste met de hand gemaakt. De diensten van vele werklieden, toege rust met velerlei bekwaamheden, zijn noodig voor de vervaardiging van een eerste klasse tafel- of zakmes. In de eerste plaats moet een goed mes van het zuiverste staal, afkomstig van liet allerbeste Zweedsche ijzerets, gemaakt zijn. Het smeden van snij- werktuigen is een handwerk op zich zelf en in de vroegere dagen had elke werkman een kleine smidse voor zijn deur, en daar hij bij het stuk betaald werd, was hij een der meest onaf hankelijke onder de werklieden. Als wij verder komen, zullen wij zien, dat de karakteristieke eigenschap van de vervaardiging van snijwerktuigen in vroegeren tijd en die ook nu nog in zekere mate is overgebleven, de on afhankelijkheid van een aantal onaf hankelijke handwerkslieden of kleine bazen was, die hunne eigen werkplaats hadden en bij het stuk betaald wer den. Tegenwoordig zijn er een klein aantal modern ingerichte fabrieken, die zichzelf kunnen helpen, maar wij Gestbiedkuwlise roman nil ilen tijd dor HadiabeSn. TWEEDE BOEK. (o): O (o) •JOKAM. 12. Opgewonden sprong Joram uit het brandende huis. „Jelui hebt het vuur te vroeg aangelegdriep hij kregel. „Wij zijn nog niet in de kamers ge weest, en weten niet, waar de danse res zit." „Waar anders zou zij wezen dan in de vlammen zeide een der Ess;eërs. De duisternis van den avond viel spoedig in, en de brand stak akelig af tegen de donkere lucht. Electra keek onafgebroken met angstvolle oogeii naar de indringers, die nu door de hitte, den walm en den vonkenregen verder van huis den tuin ingedreven werden. „Omsingelt het huis, opdat het wijf niet uit den brand ontkome!" schreeuw de Joram. Zijn bevel werd niet opge volgd want plotseling steeg uit de knapperende, knetterende vlammen een ijselijke gil op „Daar sterft de boeleersterzeiden betwijfelen of zelfs hier de messen die verkocht worden geheel en al in de eigen werkplaatsen vervaardigd zijn. Doch keeren wij terug tot den smid, bij wien het messenmaken begint. Uit een stalen staaf, van het beste Zweedsche ijzer gemaakt, tot de ver- eischte breedte en dikte gerold in een dier speciale fabrieken, die het metaal voor de verschillende bedrijven be reiden, vormt de handwerksman door een reeks snelle slagen met zijn hamer een ruwe gelijkenis van een lemmet dit werk geschiedt evenals vroeger aan een haard of fornuis, vrijwel ge lijk aan die, welke men in elke ge wone smidse in de stad vindt. Maar verreweg het fijnste en gewichtigste gedeelte van het werk is het harden van het staal, waarvan het snijvermogen van het werktuig geheel afhangt. Een scherpe, duurzame snede is alles bij een mes, en slordig harden beteekent het verderf voor het allerbeste staal. Het harden geschiedt door het lemmet te verhitten en plotseling in het water te dompelen. Is het lemmet te zeer verhit, dan wordt de snede bros als glas en breekt licht af, terwijl als de temperatuur te laag is, hét mes te zacht wordt om er mee te snijden. De werkman heeft niets om hem te raden dan de kleur van het heete metaal en zijn ervaring. In het al gemeen begint men met het staal een te hooge temperatuur te geven en deze dan door een of meer verhittin gen en afkoelingen te doen zakken. In vele groote fabrieken heerscht er een soort bijgeloof, dat het de speciale eigenschappen van het water in de buurt zijn, die het zoo geschikt maken om staal te harden. Ook gelooft men, dat hoe meer het water reeds voor dit doel gebruikt is, hoe beter de re sultaten, zijn en men beweert, dat er fabrieken zijn, waar de waterbakken in jaren niet geleegd worden. Het lemmet van penne- en zakmes sen wordt geheel van staal gemaakt. Bij tafelmessen echter bestaat de kling en het dikkere bovenste gedeelte tus- schen het lemmet en het heft uit ijzer, dat de smid aan het staal van de snede welt. Na den smid komt de slijper aan de beurt. Wij merkten reeds op, dat de slijpinrichtingen vroeger bij menigte aan de oevers der rivieren werden ge vonden. Een moderne slijpinrichting is iets geheel anders, het is gewoonlijk een onderneming van een naamlooze vennootschap. Stoomkracht wordt aan gewend om een groot aantal steenen tegelijk te doen draaien, terwijl de ge bruikers onafhankelijk van elkaar ar beiden en aan de maatschappij huur de brandstichters en staarden met boos aardig, koelbloedig wreeden blik naar de vlammen. Huiverig van afgrijnzen hoorde Elec tra dien langgerekten kreet van pijn, welke, door het loeien der vlammen en het kraken der neervallende balken voor een poos overstemd, zich nog eenmaal snijdend verhief, om dan met een klagend kreunen weg te sterven. Die laatste smartekreet ging verlo ren onder het hoongelach dezer wreede mannen, die niet vermoedden, dat slechts een opgejaagde hond, die, door Jien onopgemerkt, in 't huis gevlucht was, daar een noodlottig einde had gevonden. Het doodsgehuil van het stervende dier had de opgewonden luisteraars misleid; zij waren er van overtuigd dat het werk der wraak hun gelukt was. „Nu moge de trotsche Asmoneër zijne danseres in de asch zoeken", zeide een der mannen. „Gij zijt gewro ken, Joram „Nog niet, Semaja. Zoo gemakkelijk zal Judas mij de rekening niet beta len." De Essasërs waren langzamerhand zóó ver voor den vonkenregen ach teruit gegaan, dat zij thans dicht bij de fontein stonden, welke Electra ver borg. „Ik had niet gedacht, dat die mooie meid zulk een leelijke stem zou heb ben", zeide Semaja. „Als het vuur je verzengt, zul je ook niet zingen als een David", ant- betalen voor het gebruik. Deze slijpers zijn in werkelijkheid kleine ondernemers of bazen, zij contracteeren met één of meer firma's voor het slijpen van hun lemmetten en betalen hun werklieden, mannen en jongens, bij het stuk. Er zijn maar weinig messenmakers, die in hun eigen gebouwen slijpen. De geslepen lemmetten worden nu gewreven en gepolijst op amaril en an dere steenen en gaan dan naar den messenmaker, wiens taak het is de deelen aaneen te maken en die het mes kant en klaar aflevert. De branche, die de meeste be kwaamheid vereischt, is die van den penne- en zakmessenmaker. Veeljarige ervaring vereenigd met artistieken smaak, een juist oog en een goed oor deel zijn noodig, om een goed artikel ineen te zetten. De onderdeelen bestaan uit het lemmet, de veeren, de koperen voering en speciale onderdeelen, die verlangd worden, als kurketrekkers, cigarensnijders, knoophaken, panden- stokers, enz. Behalve bij de aller grootste firma's worden deze artikelen bijna uitsluitend buiten de fabriek ge maakt, elk een apart bedrijf vormen de. Er zijn oude handwerkslieden, die nooit iets anders deden dan kurke trekkers, veeren, of eenig ander der bovengenoemde artikelen maken. Het aantal modellen van penne- en zak messen, die van Sheffield alleen komen, loopt in de tienduizend en de prijzen varieeren van 20 cent tot 60 gulden per stuk. Het maken van tafelmessen gaat eenvoudiger in zijn werk. Velerlei materiaal wordt gebruikt voor de hef fen van de messen, ivoor, been, hout, hertshoorn, buffelhoorn, ossehoorn, pa relmoer, schildpad, celluloid etc. Het snijden en bereiden van de heften houdt verschillende groepen werklieden en kleine ondernemers bezig. Handelaars in heftmateriaal koopen hun ivoor en hertshoorn op de veilingen te Antwer pen, Liverpool en Londen. Dan snijdt men het tot heften en verkoopt het aan de messenfabrikanten. Drie of vier van de grootere fabrikanten echter koopen zelf hun materiaal en verkoo- pen ook zelf hun messen. Het heftmateriaal, dat tegenwoordig het meest in gebruik is, is celluloid, een fabrikaat dat veel op ivoor lijkt en veel goedkooper is dan deze stof. Geheel gelijk er aan is het natuurlijk niet, maar het ziet er goed uit en is vrij duurzaam. Het ivoor zelf zal waarschijnlijk meer en meer een luxe artikel worden, daar de voortgaande beschaving den olifant met langzame uitroeiing bedreigt, terwijl ander heft materiaal van dierlijken oorsprong door dezelfde oorzaak eveneens zeld zaam wordt. Slot in 't volgend nr. Onderzoek verlofgan gers der militie te land. Dit zal onder andere plaatshebben te Sas van Gent op Woensdag 7 Juni om 10 uur voor Sas van Gent, Philippine en Westdorpe te Axel op Woensdag 7 Juni om half twee, voor Axel, Overslag en Zuiddorpe te Zaamslag op Woensdag 7 Juni om half vier voor Zaamslag; te Hulst op Donderdag 8 Juni om woordde zijn kameraad lachend. „Zou het inderdaad de danseres ge weest zijn vroeg Joram twijfelend. „Ik geloof niet, dat die heks dood is, voor en aleer ik haar gebeente ge vonden heb." Achteloos een stap achteruittredend, verloor hij eensklaps zijn evenwicht, tuimelde in het droge bekken en raakte onder het vallen met zijn voet het kleed der Griekin. Electra onderdrukte slechts met moeite een kreet van schrik, toen zij haren vreeselijken vijand onverwacht dicht naast zich zagdoch zij ver roerde zich niet. Gelukkig waren Jorams oogen door het felle schijnsel der vlammen zóó zeer verblind, dat hij, door den plotse- lingen val verbouwereerd, haar, die in het donkere struikgewas neerhurkte, niet ontwaarde. Onder het gelach der andere Essasërs sprong hij fluks over den rand van het bekken, trok een doorn uit zijn hand, klopte het stof van zijne kleederen en zeide „Wij moeten den tuin doorzoe ken, of de deerne zich ook ergens heeft verscholen." „Wil je haar tweemaal verbranden, Joram „Als ik konde, twintigmaalant woordde de in hooge mate verbolgene somber en begon te zoeken, terwijl zijn kameraden om de begroeide fontein bleven staan. Wat haat gij die Griekin, hè „Hij haat in haar Judas, die-hem 9 uur voor Hulst te Clinge op Donderdag 8 Juni om 11 uur voor Clinge te St. Jansteen op Donderdag 8 Juni om half twee voor St. Jansteen; te Koewacht op Donderdag 8 Juni om 3 uur voor Koewacht te Graauw op Vrijdag 9 Juni om half elf voor Graauw te Hontenisse op Vrijdag 9 Juni om 2 uur voor Boschkapelle, Hengstdijk, Hontenisse, Ossenisse en Stoppeldijk; te Neuzen op Zaterdag 10 Juni om 10 uur voor Hoek en Neuzen Aldus vastgesteld op 19 April 1911. Jui9t nis bij ons. Wij ontleenen onderstaand bericht aan de Avondpost. Een onderofficier van het 11e regiment infanterie de Toulon, die den naam van een soldaat wilde op- némen, die hem niet had gegroet werd door een menigte menschen omringd, die hem onder vijandige kreten naar de kazerne vergezelde. Plotseling vuurde hij herhaalde malen zijn re volver af; hij verwonde een 15-jarige jongen, die uit nieuwsgierigheid stond te kijken. Tegen den onderofficier is een vervolging voor den krijgsraad in gesteld. Zoo gaat het bij ons geregeld ook misdraagt zich een minder mi litair op straat en een onderofficier tracht zijn plicht te doen, onmiddelijk vindt hij het brave publiek tegenover zich. Dit hebben we voor een groot deel te danken aan bladen ais „de Maas bode" en dergelijke die geen gelegen heid voorbij laten gaan om onderoffi cieren uit te maken voor alles wat laag en gemeen is. En dat noemt zich dan steunpilaren van het Gezag. Ook in bovengenoemd geval zal de getergde onderofficier, die zijn plicht trachtte te doen en zich door over prikkeling vergat* natuurlijk weer het loodje moeten leggen. Juicht, volks voorlichters, dat deze ellendeling van een onderofficier de gevangenis in gaat en huil tranen met tuiten om de wonden van den 15-jarigen jongen die slechts uit nieuwsgierigheid stond te kijken. RADIUS. (Alg. Milit. Weekbl.) o Over M. Woeste. Hij was hier maandag in d'Hoogmis en ik hoorde zeggen 't Is een kristelijk gods dienstig man Ja 't kan zijn Maar Hertog van Alba was ook godsdienstig, zelts tertiares, hij las alle dagen zijn Officie, en nogtans door zijne schuld is Noord-Neder land" van de Moederkerk afgeschei den hij was de man niet van zijnen tijd en bleef koppig in Bewaarders- schap. En zonder de Hooge3chool van Leuven waren de Zuider Pro vinciën ook Protestant. Twee hoog leeraars van Leuven gingen in 't ge heim, op gevaar van hun leven naar Madrid ze waren verkleed in lijn- waadkoopmansHertog van Alba hoorde er iets van en zond Solde niers om ze te verkoopenmaar ze geraakten vrij en gaaf in Madrid Koning Philippus las den Brief der om wille van eene heidin en een Arabischen slaaf verachtelijk maakte. De Asmoneër moge op zijn hoede zijn. Ook ons heeft hij beleedigd." „Maar behalve ons zijn slechts hon derd man de partij van Joram toege daan. Wat kan het den trotschen zoon van Mathathias schelen, als er honderd man van zijn tien duizend afvallen „Zou je dat denken, Semaja? Een uit den grond opborrelende waterbron kan men wel is waar met de hand tegenhouden, maar als die straal een beek en die beek een rivier geworden is, dan kunnen duizend handen het stroomende water niet meer keeren. Wie het beproeft, wordt meegesleurd en verdrinkt." „Je hebt gelijk!" merkte een ander aan. „De maan wisselde nog slechts weinige malen, toen telde Joram zijn vrienden aan de vingers van één hand, later werden het tien, toen honderd, die zijne zijde kozen. Wanneer zullen het duizend zijn „Nimmer!" zeide Semaja. „Onze broeders worden verblind door den roem van den Asmoneër. Men bewijst hem eer als een David, toen deze Goliath versloeg. Geheel Israël ver heugt zich, dat hij Jerusalem veroverde en den tempel herwonnen heeft." „Daarmede is dan ook zijne zending volbracht!" riep Joram, die van zijn snuffelen in den tuin terugkeerend, de laatste woorden gehoord had. „Wij Essseërs dienen slechts Jehova, niet den krijgroem van een man, die zich Hoogeschool en korts nadien was Alba hier afgesteld als Goeverneur- Generaal der Nederlanden. De Ge schiedenis zal later ook schrijven dat door de schuld der Woeste-Politiek een groot deel der Belgische arbei ders-klas Socialist is geworden en ongeloovig. (Land van A eist.) o— Fransche Posterijen. Men meldt uit 's-Gravenhage aan de „Stand.": Iemand, die onlangs enkele dagen in Frankrijk vertoefde, verzond van daar meerdere prentbriefkaarten naar Nederland, waaronder eenige naar Pen Haag, o a. enkele aan zijn ei gen adres. Thuis komende bemerkte hij echter, dat daar nog geen kaarten waren aangekomen Ze kwamen eerst aan meer dan een week nadat ze waren afgezonden, niettegenstaande ze op tijd op de plaat3 van afzen ding waren afgestempeld Eigenaar dig was het, dat kaarten, die tege lijk waren afgezonden, op verschil lende tijdstippen aankwamen, en dat andere kaarten, die met 'n paar da gen tusschenruimte waren verzonden, tegelijk besteld werden. Uit 'n inge steld onderzoek bleek, dat, voor zoo ver na te gaan was, alle afgezonden kaarten met kleinere of grootere ver traging tot 9 a 10 dagen toe aankwamen Daar iets dergelijks in ons land nimmer voorkomt, en de Fransche Postdienst niet zeer gunstig te boek staat, mag worden aangenomen, wat trouwens toch het meest waarschijnlijk is dat men hier te doen heeft met verre gaande slordigheid van de Fransche posterijen, zoo er hier niet bepaald fraude in het spel is. Weliswaar gaat het slechts om prentbriefkaarten, maar, nu daargelaten, dat, zoo een maal het voorgeschreven porto is voldaan, de posterijen alle stukken met gelijke nauwgezetheid hebben te behandelen en verzenden, kan met zulke behandeling van prentbrief kaarten geen vrede genomen worden, waar deze vaak als berichten van behouden aankomst, van adresveran dering enz dienst doen. o Alleen omdat het mooi is Een der geïllustreerde tijdschriften bevatte de vorige week de beeltenis van den anarchist Domela Nieuwenhuis aan zijn werktafel. In het bij deze foto behoo- rend artikel lezen we o. a. „We hebben Domela Nieuwenhuis in zijn villa te Hilversum bezocht, heb ben hem gekiekt in zijn groote werk kamer, de wanden goeddeels bedekt met groote boekenkasten. Daar zat hij aan zijn schrijftafel, waarbovenop Thor- walsen's mooie Christusbeeld. Wel wat wonderlijk, dit beeld in deze-atmosfeer van geweld en we uit ten onze verbazing dan ook, dit hier aan te treffen. trots boven ons verheft. De tempel is thans hersteld en opnieuw gewijd Jerusalem behoort ons waartoe voe ren wij derhalve nog het zwaard „De Volksverachter legt het zwaard niet meer uit de hand, omdat hem de zucht naar roem plaagt," zeide een der Essaeërs. „Het is hem minder te doen om de wetten en de offers weder in te voeren, dan om alle macht in zijn persoon te vereenigen!" zeide Joram warm wor dend. „Ons daarentegen is het vol doende, als de Syriërs ons in óns ge loof laten leven, zonder ons te hinde ren hij echter wil ons bloed in oor logen tegen de Syriërs verspillen, tegen wie wij toch niet zijn opgewassen, om ten slotte zich tot koning te laten uitroepen. Onze vaderen plachten te zeggen uw baard zij lang en uw woord kort. Bij den Volksverachter is het juist omgekeerdvelen uit ons volk voegde hij harde woorden toe." „En wat denk je nu te doen, loram?" vroeg een der mannen. „Ik zal niet rusten, voor en aleer de aanzienlijkste mannen uit de rijen der Essaeërs voor hem treden en van hem eischen, het zwaard voortaan te laten rusten, aangezien er nu genoe'g gevoch ten is." „Denk je, dat hij zulks doen zal „Doet hij het niet, dan verlaten wij hem." „En gij neemt dan het bevel over ons op u." „Ik zal doen, wat de broederen van

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 5