Mengelwerk. De Getuige. van Adrianus J. en van Emma Ph. Moens (beiden overleden). 28 Febr. Appolonia Josephina Schilgen, oud 74 j., d. van Ferdinandus J. A. en van Maria C. Blemel (beiden overl.) Koewacht. ^Huwelijks-voltrekkingen. 22 ;.Febr. Wilhelmus Maria Donker, oud] 32 j., jm. en Maria Josephina Herman, 33 j., jd. Petrus de Block, oud 27 j., jm. en Josephine Leonia Hamerlinck, oud 25 j., jd. Geboorten. 17 Febr. Maurice Vital Marie, z. van Lourens van de Casteel en van Prudence Marie Picavet. 18 Febr. Alma Eulalia Maria, d. van Charles Ludovicus Gijsel en van Maria Theresia van Overloop. Overlijden 25 Febr. Franciscus Leo- nardus David, oud 1 j., z. van César Bern, en van Josephus Marie Breijaert. 26 Febr. Anna Rosalia van Geersaem, oud 4 j., d. van Aloysius en van Marie Leonie Sturms. 28 Febr. Antonius Franciscus Mattens, oud 30 j., z. van Ludovicus (overl.) en van Stephanie Kussens. Overslag. Huwelijks-aangiften. 28 Febr. Desiré Bernardus de Coene, oud 41 j., weduwn. en Coralie van Hoecke, oud 24 j., jd. Overlijden. 23 Febr. Agatha Joanna Audenaerd, oud 66 j., wed. van Leo pold Steijaert. Joannes Franciscus Ver strepen, oud 78 j., echtg. van Rosalia Verdurmen. Graauw. Huwelijks-aangiften. 10 Febr. Johannes Alphonsus Kindt, oud 30 j., jm. en Maria Petronella van Im mersed, oud 22 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 24 Febr. Johannes Alphonsus Kindt, oud 30 j., jm. en Maria Petronella van Immersed, oud 22 j., jd. Geboorten. 5 Febr. Petrus Josephus, z. van Leonie Cornelis. 10 Febr. Julia Maria, d. van Pierer Francies Vlasveld en van Mathilde van de Voorde. 17 Febr. Petrus en Antoinette, z. en d. van Petrus Sponselee en van Anna Maria Maas. 19 Febr. Petrus Franciscus, z. van Honoré Verras en van Anna Ca- tharina Vonk. 25 Febr. Petrus Theo- philus, z. van Theophilus Ludovicus Steijaert en van Emma Seraphina Co- leta Schillemans. Overlijden. 15 Febr. Anna Maria Tielemen, oud 4 w., d. van Eduard Francies en van Rosalia Verschuren. 18 Febr. Madelaine de Koster, oud 4 m., d. van Judocus en van Maria van Daelen. Hoek Geboorten. 18 Febr. Frangois Jacobus Pieter, z. van Ebrina Moes. 22 Febr. Tanneke, d. van Jan Verhelst en van Tanneke de Bree. 26 Febr. Hendrik, z. van Marinus Abraham Wolfert en van Adriana Dekker. Overlijden. 16 Febr. Pieternella Jo hanna de Feijter, oud 87 j., echtg. van Cornelia Platteeuw. Hontenisse Huwelijks-voltrekkingen. 18 Febr. Edmundus Petrus van Graef- schepe, oud 27 j., jm. en Maria Ver durmen, ond 22 j., jd. Petrus Johan nes van Heese, oud 23 j., jm. en Louisa Maria Ivens, oud 20 j., jd. Geboorten. 21 Febr. Martha Chris tina, d. van Joseph Adriaan Maria Voet en van Seraphina van Wolffelaar. Bernardus Johannes, z. van Johannes de Schepper en van Maria Anna De valkenoogen van den Arabier bedrogen hem nooit. Weldra zag men heel in de verte de Syriërs in lange aideelingen de glooiing van het gebergte beklimmen. Gelijk een reus achtige slang, met glinsterende, zilve ren schubben, kronkelde de onafzien bare legcrstoct tegen den berg op. „Heer, er zijn velen!" zeide Nomafl. „Dat zie ik," antwoordde Judas kortaf. Met gespannen aandacht volgde de verdekt staande Hebreërs de nader- rukkende legerafdelingen. „Bindt de helmen vast op 't hoofd beval Judas ernstig, zonder een blik van den vijand af te wenden. „Het zal een verwoeden strijd geven Alsdan trad een der Essaeërs naar voren en sprak: „Judas, het is beter, dat wij ons terugtrekkenwant hoe zullen wij, met zulk een klein aantal, strijden tegen deze groote menigte De meesten onzer hebben nog niets gegeten en zijn door den langen marsch buiten krachten. Zie af van het gevecht „Zwijg!" „riep Judas. „Wij hebben den hollen weg, door welken zij moeten komen, omsingeld immers het is gemakkelijk, velen door de handen van weinigen in te sluiten, en het maakt bij den God des hemels geen onderscheid, door velen of door wei nigen te redden, want de overwinning in den strijd berust niet op de hoe grootheid des legers, maar de kracht komt van boven. Zij komen tot ons Fruijtier. 22 Febr. Maria Apolonia, d. van Jacobus de Blok en van Maria Louisa van den Hauten. 26 Febr. Ho noré, z. van Cornelis Clippeleir en van Apolonia van Waterschoot. 27 Febr. Florent Seraphinus Marie, z. van Pe trus Johannes Neve en van Leonia Maria Blauwaert. Overlijden. 19 Febr. Pieter de Fijn, oud 48 j., echtg. van Maria Fiorina van Strijdonck. 21 Febr. Aloysius Jo hannes van Leemput, oud 7 w., z. van Pieter Johannes en van Apolonia Parijs. 22 Febr. Cornelis Bogaert, oud 88 j., echtg. van Anna Maria Korens. Clinge. Geboorten 15 Febr. Alber- tus Joannes, z. van Charles Louis Bracke en van Florentina van den Broeck. 16 Febr. Marie Silvie, d. van Franciscus Warrens en van Anna Maria Thiron. 17 Febr. Bertha Roza- lia, d. van Charles Louis Bracke en van Margaretha Juliana de Potter. Overlijden. 19 Febr. Florentina Con- stantia De Koninckx, oud 8 m., d. van Edmond en van Maria Ludovica Wee- maes. Westdorpe. Geboorten. 27 Febr. Albertus Bernardus, z. van Petrus Franciscus Willems en van Celina Amelia de Ridder. Overlijden. 20 Febr. Adriaan Jacob Scheele (overl. te Ter Neuzen), oud 3 m., z. van David en van Janna Dieleman. Stoppeldijk. Huwelijks-aangiften. 10 Febr. P. C. van Dorselaar, ond 33 j., jm. en L. M. Leenknecht, oud 32 j., jd. 17 Febr. S. E. de Munck, oud 47 j., jm. en R. van Campen, oud 30 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 9 Febr. J. J. d'Hont, oud 24 j., jm. en M. P. de Smet, oud 23 j., jd. 10 Februari. J. C. Eerman, oud 32 j., jm. enEl.de Vree, oud 30 j., jd. 23 Febr. P. C. van Dorselaer, oud 33 j., jm. en L. M. Leenknegt, oud 32 j., jd. Geboorten. 3 Februari. Irena Julia Alphonsina, d. van Alph. van Baste iaar en van P. Hermans. Judocus, z. van W. Gelderland en van M. Lam bert. 15 Febr. Josephus, z. vanA.de Blok en van M. M. de Maat. 26 Febr. Anna Catharina, d. van Jac. de Smit en van A. Bisschop. Overlijden. 18 Febr. Anna Fidelia Jansen, oud 4 m., d. van Alph. en -van S. M. Michielsen. Ter Neuzen. Huwelijks-aangiften. 3 Maart. Jacobus Andreas van Leuven, oud 38 j., weduwn. en Melania Maria Kalle, oud 23 j., jd. Jan Jacobus Ko- lijn, oud 21 j., jm. en Suzanna Catha rina Michielsen, oud 21 j., jd. Geboorten 26. Febr. Aaltje, d. van Leenderdt de Kraker en van Francina de Feijter. Marinus, z. van Jan Zegers en van Adriana de Feijter. Overlijden. 2 Maart. Augusta Maria Hamerlinck, oud 2 j., d. van Willem Johannes Aloijsius en van Virginie Volkrijk. Jacob Overdulve, oud 3 m., z. van Jacob en van Neeltje Elizabeth Donze. Zaamslag. Huwel.-aangiften. 9 Febr. Jacobus Duerink, oud 25 j., jm. en Leuntje Buijze, oud 23 j., jd. Berend de Visser (van Axel), oud 28 j., jm. en Helena Johanna Stoffels, oud 30 j., jd. 20 Febr. Jacob Seen (van Schoon- met grooten overmoed en wetteloos heid, om ons, onze vrouwen en kin dei eu te verderven en ons te berooven. Wij echter zullen vechten voor onze zielen en voor de wet. Jehova zal hen vernielen voor ons aangezicht. Vreest dus voor hen niet Zijn kalm vertrouwen op de over winning werkte bemoedigend op de Esseeërs. Zwijgend, met het getrok ken zwaard, den slinger of den boog in de hand, begaf elk zich naar de hem aangewezen plaats in de gelederen. Er verliep een uur van zenuwachtig wachten. De vijandelijke horden kwa men al nader. Onder hen waren slechts weinige ruiters, en deze moes ten nog hunne paarden bij den teugel leiden, aangezien de weg te slecht en hier en daar te gevaarlijk was, om te worden bereden. „Judas, bespeurt gij niets aan onze vijanden vroeg Noman opgewonden. „Men behoeft hen niet te tellen, om te weten, dat zij talrijk zijn," ant woordde de Machabeër. „Als mijne oogen het goed zien, dan zijn de achterste colonnen geen Sy riërs, maar Philistijnen. Ik herken ze aan hunne uitrusting." "Zij waren altijd den Israëlieten vijandiggezind en hebben zich nu met onze vijanden verbonden." „De lange stoet in het midden be staat uit Syriërs." „Dat zie ik, Noman." „En de voorsten, anders gewapend dan de Philistijnen en Syriërs, wie dijke), oud 24 j., jm. en Krina van Drongelen, oud 24 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 23 Febr. Jacobus Duerink, oud 25 j., jm. en Leuntje Buijze, oud 23 j., jd. Berend de Visser (van Axel) oud 28 j., jm. en Helena Johanna Stoffels, oud 30 j., jd. Geboorten. 1 Febr. Willem Francois, z. van Jacobus Pieter Dees en van Jacomintje Maria Dieleman. 4 Febr. Anthonie, z. van Jan de Ruijter en van Helena Braai. Aaltje, d. van Gillis Cornelis Missu en van Neeltje Geel- hoedt. 6 Febr. Cornelis Karei, z. van Cornelis Herrebout en van Maatje de Koeijer. 7 Febr. Adriana Catharina, d. van Gelein Francis de Bokx en van Elizabeth Jansen. 8 Febr. Poulina, d. van Jacobus de Regt en van Sara Johanna de Kraker. 15 Febr. Cornelia Maria, d. van Christiaan van de Vrede en van Catharina de Meester. 22 Febr. Hendrik en Jan zonen van Adriaan Verpoorte en van Cornelia Scheele. 24 Febr. Jacobus, z. van Jacobus de Bruijne en van Catelijntje de Kraker. 26 Febr. Cornelia, d. van Cornelis Hendrik Herman Wisse en van Suzan na Dees. 27 Febr. Jan Pieter, z. van Pieter Bakker en van Suzanna de Jonge. 28 Febr. Izaak, z. van Jan de Jonge en van Cornelia de Bree. Overlijden 1 Febr. Johannes van Alten, oud 76. j., weduwn. van Ger- ritje Lagraa. 4 Febr. Leijntje de Poo- ter, oud 77 j., wed. van Mattheus de Bruijne. 8 Febr. Cornelia de Pooter, oud 31 j., echtg. van Frangois Scheele. 17 Febr. Janna Verplanke, oud 66 j., echtg. van Reinier Hofman. 21 Febr. Willem Bliek, oud 81 J., weduwn. Janna Snap. 24 Febr. Janna Geertruij de Kraker, oud 54 j., echtg. van Wil lem Jannes Leenhouts. 28 Febr. Jan- neke van Es, oud 17 j., d. van Pieter en van Elizabeth Wilhelmus (overl.) (Naar het Fransch van Jean Rochon.) o Aankloppend aan de woning van moeder Luquet, stond de brievenbode niet weinig verbaasd, geen gerucht daarbinnen te vernemen. Hij kende reeds lang het regelmatige der zestig jarige bij het aanbreken van den dag voederde zij haar gevogeltetwee uren later was de vloer geschrobd, het bed opgemaakt, het vaatwerk omge- wasschen, alles in orde. Aan een voorafgaande buurman vroeg de bode, bij wijze van veron derstelling Zou moeder Luquet buitenshuis hebben geslapen Wel, luidde het antwoord, dat zou kunnen ik heb haar vanmorgen nog niet gezien. En na eenige oogen- blikken te hebben nagedacht, ging de buurman voort: In elk geval is het niet moeilijk er zich van te vergewis sen. Als ze afwezig is, verbergt ze altijd den sleutel achter het kippenhok. De buurman liep om den hoek van het huisje heen en stak zijn hand in het gat beneden de deur van een ar melijk hok. Wel hier is de sleutelDrom mels, dan is moeder Luquet al heel vroeg uitgegaan. De twee mannen keken elkaar éeri oogenblik verbaasd aan, waarna de buurman, tot meerdere geruststelling, den sleutel in het roestig slot stak, dat bij het omdraaien het knarzend- piepend geluid maakte van eene ge keelde kip... Het lijk van moeder Luquet, die blijkbaar vermoord was," deed hen een oogenblik huiverend terugdeinzen. Het lichaam, doortal van messteken doorboord, lag dwars over het bed, met het hoofd een weinig over den rand geworpen, naar den kant der steeg... Bloed stroomde over den vloer, en tegenover het bed, tusschen twee vensters, op den hoenderhof uitziende, stond eene kast wijd open, waarin het linnengoed het onderste boven geworpen was en de grootste wanorde heerschte. - Aan de gendarmerie moet zoo gauw mogelijk kennis worden gegeven van het gebeurde, mompelde de buur man doodsbleek. Loop er dan dadelijk heen, zei de bode, want ge begrijpt, ik kan niet, ik moet mijne ronde maken. Te een uur 's middags was de gen darmerie spoedig ter plaatse aanwe zig. Zij bestatigde niets anders dan dat eene groote oude kat en een pape gaai van de Kaap de twee eenige metgezellen van het slachtoffer hardnekkig op het bed bleven zitten waken bij het stoffelijk overschot. Den volgenden morgen verscheen het parket, vergezeld van den van rechtswege voor de schouwing aan- gestelden geneesheer, en ging over tot een nauwkeurig onderzoek van het terrein. Natuurlijk waren de twee mannen, die de misdaad ontdekten, opgeroepen, om hunne verklarin gen af te leggen. Het eerst wendde de procureur der Republiek zich tot den bode met de vraag: Hebt gij den brief bij u, dien gij aan het slachtoffer moest bezor- gen Ja, mijnheer de procureur. Geef hem me. De procureur scheurde de enveloppe open en las „Dierbare tante, „Het is al lang geleden, dat ik u iets van me heb laten weten. Wil mij verontschuldigen „Ik ben nog altijd, zooals gij weet, op de boerderij van Trenadière. Mijn baas heeft me gisteren gezegd, dat hij op St. Martinus mijn contract zal ver nieuwen. „Van die gelegenheid zal ik gebruik maken, om u aanstaanden Zondag te komen omhelzen en eenige genoeg lijken uren bij u door te brengen. Uw toegenegen neef Louis Cézarean." Heeft het slachtoffer geene an dere bloedverwanten in de streek vroeg de procureur. Neen. Is de boerderij van Trenadière ver van hier Een paar uren. Ga er dan heen, gendarm, en breng den onderteekenaar van dezen brief mede. Misschien kan hij ons eenige nuttige aanwijzingen doen, die ons op het spoor van den of de da ders kunnen brengen. De gendarm sprong op zijn rijwiel, en in afwachting van zijne terugkomst ondervroegen de magistraten de aan wezige personen over het verleden, de zeden, den omgang en het vermoe delijk vermogen van het slachtoffer. De gegeven verklaringen droegen den stempel van de grootste openhartigheid. Iedereen was van oordeel, dat moeder Luquet, die dertig jaren keukenmeid was geweest bij den markies de Nouange, een aardigen spaarpot moest bezitten. Zij had altijd heel eenzaam en sober geleefd, in gezelschap van hare kippen, hare kat en hare pape gaai, zonder te weigeren bij gelegen heid diensten aan hare buren te be wijzen. Kortom, zij genoot de achting en de sympathie van alle bewoners van het gehucht. Na verloop van een paar uren zagen de magistraten, die op den deur drempel stonden, den gendarm ver gezeld van Louis Cézarean, terugkeeren. Cézarean was een groote, sterke kerel 24 a 25 jaren, met verweerd gezicht en den schommelgang van den boeren knecht. De procureur trad naar hem toe. Heeft de gendarm u in kennis gesteld van het ongeluk, dat u heeft getroffen vroeg hij. Ja, antwoordde Louis Cézarean met gesmoorde stem. Ik heb u doen ontbieden, in de meening, dat gij ons van eenig nut zoudt kunnen zijn in den loop van ons onderzoek. Verzamel uw moed, want de moordenaar is met ongeloof lijke woestheid te werk gegaan... Louis Cézarean weifelde eene secon de, vastberaden, alsof hij zich in die seconde met geestkracht gepantserd had, trad hij, de leden van het par- het voorafgaande, binnen. En nu deed eene stem, die men voor menschelijk zou hebben gehouden, als de klank niet zoon keelgeluid ware geweest, eene stem, die den uitersten doodangst verried, alle aanwezigen van schrik verstijven.... Louis Louis Dood me niet Dood me niet Louis. Schuw vloog de vogel van het bed op eene bank, van de bank op de kast, van de kast op een oud uurwerk, van waar hij naar de deur fladderde. En buiten smeekte die akelige, angstige stem, welke de verschrikkelijkheden van het drama voor het oog en het hart der magistraten opriep Dood me niet, Louis!..-. Dood me niet 1 De procureur richtte zich alsnu tot den boerenknecht, die daar stond be vend, met het koude zweet druipend van zijne slapen, en zijn hand op den schouder van den moordenaar leggend, sprak hij„Louis Cézarean, in naam der wet stel ik u in staat van ge vangenschap." De in hechtenis genomen opperde geene bedenking, bood geen verzet en liet zich gedwee door de gendarmen naar buiten duwen, toen hij op den drempel den papegaai zag, zittende tegenover hem op een pruimenboom. En nu ontketende het getuigenis van den sprekenden vogel de bekentenis. Zijne gebalde vuist uitstekend naar zijn aanklager, beet hij dien woedend toe: „Weg! weg! ellendig dier!" „Geef mij uw wapen," zeide Noman tot een gewond boogschutter. „De eenige, die daar beneden durft rijden, is Seron, de legeraanvoerder 1" De pees spande zich. Bliksemend voer de pijl den Syriër midden in de keel. Seron sloeg met de armen in de lucht, viel van zijn paard en werd terstond daarna door een neerstortend rotsblok verpletterd. Gewónd en door de pijn razend gemaakt, renden de paarden door den hollen weg, alles omverloopend, wat hun in den weg kwam. De verwar ring groeide van minuut tot minuut aan, en de Philistijnen, die den terug weg nog vrij zagen, sloegen aanstonds op de vlucht. Maar de werpspiesen suisden in het dicht opengedrongen kluwen der vluchtelingen; wie viel, werd door de op hem volgende ver trapt. Daarenboven versperden op vele plaatsen rotsblokken en lijken van paarden den smallen weg. Daar de Syriërs, die in het midden van het ravijn stonden, zagen, dat zij niet snel genoeg terug konden, drongen zij met geweld naar voren, ten einde dien noodlottigen bergpas zoo spoedig mogelijk achter zich te laten. De met hen verbonden Hebreërs meedoogen- loos voor zich uit drijven, perste de geheele legermacht zich tot een ver warden hoop opeen, welke zóó dicht werd, dat men onmogelijk meer van de wapens kon gebruik maken. Wordt vervolgd, zijn dat Judas boog zich voorover. Zijn adem stokte en zijn gezicht werd vaal als de rotswand, die hem voor de opruk kende troepen verborg. „Dat zijn He breërs!" zeide hij klankloos. „Ja, het zijn zij, die u uit den tempel verdreven en later naar de Syriërs zijn gevlucht. Gij hebt meer dan één jood neergesabeld en gevonnisd, omdat hij ontrouw was geworden. Nu komen zij wraak op u nemen." „Waarom hebben de Syriërs lieden aan de spits geplaatst, die zoo onbe dreven zijn in het hanteeren der wa penen en allerminst deugen, om oorlog te voeren „Omdat zij wellicht bang zijn voor een overrompeling en van de meening uitgaan, dat gij hen niet zult aanvallen, wanneer gij zoovele stamgenooten bij hen vindt." „Wie het met de Syriërs houdt, sterft als een Syriër. Wee hen, die hun volk en geloof verraden hebben Het gesprek verstomde, want de eersten waren zóó dichtbij gekomen, dat zij door een steenworp konden bereikt worden. Zonder iets kwaads te vermoeden stapten zij voort,'namen den helm af en wischten zich het zweet van 't voorhoofd. Men vernam duidelijk den zwaren tred der gepant- serden. Verder bleef alles st ilslechts een meeuw, die wellicht van de zee was afgedwaald, vloog over den berg pas en krijschte schel, '(eens zij de legerscharen zag. Judas had de zijnen ingescherpt, zich aan beide zijde van den hollen weg verborgen te houden, totdat hij het teeken tot den aanval zou geven. Reeds lag de pijl op de pees van den boog gereed en het verpletterende rotsblok aan den rand van de glooiing maar de vijand trok argeloos steeds dieper den bergpas in. Judas, geleid door den zwaren stap van de troepen, die met moeite over het door de zon geblakerde puin voort- marcheerden, sloop in gebogen hou ding langs den rand van den berg kloof, tot aan de plek, waar hij van zins was den vijand den pas af te snijden. Toen de afvallige stamgenoo ten de Syriërs en Philistijnen, alle in het uitgestrekte ravijn warep sprong hij eensklaps op een vooruitstekend rotsblok, rukte het zwaard van Apol- lonius uit de scheede en riep als wapenkreet den trouweloozen daar beneden toe „Voor Jehova en Zijne wet Hij werd onmiddellijk herkend. Volksverachter 1" schreeuwden de verraders verwoed hem toe en richten hunne pijlen op hem. Nogmaals de strijdleuze uitstootend, sprong hij terug, en uit ettelijke honderden kelen don derde het„Voor Jehova en Zijne wet Met een ontzettend gekraak ploften de gereedgehouden rotsblokken op den vijand; pijlen snorden naar bene den, dood en verderf aanbrengend, en elke slingeraar trof zijn man.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 6