Koopt en laat werken by hen die adverteeren in DE VOLKSWIL,
DE LEZING IE MIDDELBDRG.
Van alles wat.
Het bovenstaande ontvingen wij van
een abonné in Deventer, en we geven
er plaatsing van, omdat de abonné's
recht hebben op het Vrije Woord.
Wij willen de vraag trachten te be
antwoorden.
Wat betreft nu het ontvangen der H.
Communie «onder ééne gedaante.
Het antwoord ontleenen wij uit den
Grooten Catechismus blz. 215 en ge
ven het in vragen en antwoorden.
V. Moet men dit H. Sacrament onder
beide gedaanten van brood en wijn
ontvangen
A. Neen, want men ontvangt Chris
tus geheel en al, ook onder ééne ge
daante.
V. Indien men onder ééne gedaante
zooveel ontvangt als onder twee ge
daanten, waarom heeft Christus dan
het H. Sacrament onder twee gedaan
ten ingesteld
A. Omdat Christus het H. Sacrament
tegelijk als H. Misoffer heeft ingesteld,
en tot het H. Misoffer volgens de in
stelling van Christus beide gedaanten
noodig zijn.
V. Waarom zijn tot het H. Misoffer
beide gedaanten noodig?
A. Omdat het H. Misoffer het Kruis
offer moet voorstellen.
V. Waarom wil de H. Kerk, dat
wij de H. Communie alleen onder de
gedaante van brood ontvangen
A. Ie. Uit eerbied voor het H. Bloed
2e. om het ontvangen der H. Com
munie voor allen gemakkelijk te ma
ken 3e. om tegenover dwaalleeraren
te verklaren, dat Christus onder ieder
gedaante geheel tegenwoordig is.
Hiermede is de opgeworpen kwes
tie van katholiek standpunt beant
woord.
Wat nu betreft de vraag, hoe het
komt dat, ondanks de uitbreiding van
de veelvuldige H. Communiën, de
katholieken toch in hun dagelijksch
leven niet veel beter leven als niet-
katholieken, ook deze vraag willen
wij onder de oogen zien.
Door de H. Communie, gelijk mede
door het ontvangen van andere Sacra
menten, wordt heiligmakende genade
medegedeeld. Maar, en hier is de
zaak waarin ligt het hart van de
kwestiede mensch moet met de
genade medewerken.
Op dit medewerken nu wordt slechts
zeer zelden de aandacht gevestigd.
En waarom Omdat, hoewel de leer
goed is gebleven, in de praktijk van
de leer is geslopen de dwaling van
Luther, dat het geloof alleen vol
doende is, dus zonder de werken.
De H. Apostel Paulus wijst er reeds
op, (Lipman, Corinthiers, Voorrede),
met verwijzing naar de geschiedenis
van het bevoorrechte volk van het
Oude Verbond, dat kennis, genade
middelen en gaven niet zullen baten,
tenzij met volharding aan de Godde
lijke Genade wordt beantwoord. Maar
ook in elk katholiek kerkboek kan
men lezen, dat het geloof zonder de
werken is een dood geloof.
Het medewerken nu met de genade
wordt in het maatschappelijk en bizon
der leven der katholieken tegengewerkt
door
1. de katholieke part ij pers.
Deze is er altijd bij om verdacht
te maken elk goed werk, als het niet
uitgaat van „de" partij of van „het"
kerkelijk gezag. Daarmede brengt ze
onder de lezers de gedachte, dat ieder
mensch op zich zeiven niet verplicht
is het goede te doen, maar hiermede
moet wachten, totdat een groep of
een overheid het initiatief heeft ge
nomen.
Deze houding nu van de katholieke
pers gaat uit van de gedachte, dat
alle goed van boven moet komen.
Maar de dwaling is met betrekking
tot de genade, dat de genade niet
wordt gegeven aan eene onpersoon
lijke maatschappij, maar aan de enkele
personen, die van de maatschappij deel
uitmaken, omdat de genade is eene
gave aan de ziel en de ziel van ieder
mensch persoonlijk is.
Met die houding van de katholieke
pers, dat alle goed, en alle initiatief
van boven moet komen, gaat samen
een streven, om eene Kiesvereeniging
(al is ze zoo dood als een pier) te
beschouwen als de bekroning van het
vereenigingsleven, waartegen niemand
mag ingaan als hij niet wil worden
verketterd. En vermits in deze Kies
vereeniging de geestelijkheid zich in
laat öf direct, door ze onder hare
bescherming te nemen in de dagen
van verkiezingen of door invloed uit
te oefenen op het stellen van candi
dates óf indirect, door in het dage
lijksch leven aan de mannen der Kies
vereeniging haar vertrouwen en hare
vriendschap te verleenen, ademen de
lezers der katholieke pers de lucht in
bezwangerd met deze gedachtedat
de katholieke leer, toegepast in het
dagelijksche leven, wordt gezien in
het leven van doen en laten der man
nen van de katholieke Kiesvereeniging.
Dit leven nu is niet altijd een voor
beeld van deugd en van belangeloos
heid, maar omdat het onder bescher
ming staat van de katholieke pers en
van de katholieke geestelijkheid, wordt
de medewerking met de genade maar
al te dikwijls geleid in deze richtting,
dat het kwaad geen kwaad is als het
maar wordt bedekt gehouden en het
goed geen goed is als het niet wordt
goed gevonden door de mannen der
Kiesvereeniging.
Hier in Hulst en omgeving komt
dit alles zeer duidelijk uit, doordat de
meest valsche karakters te vinden zijn
onder de zoogenaamde vrome lieden.
2. d e K w e z e 1 a r ij.
We kunnen ze ook noemen de on
gezonde devotie. Ze bestaat hierin, dat
de vrome meent aan zijne godsdienst
plichten en dus aan de medewerking
met de genade te beantwoorden, door
veel naar de kerk te Ioopen, door kaars
jes op te steken en door veel rozen-
kransen Ie bidden, welk alles dan het
recht geeft, om van anderen graag
kwaad te spreken mits... achter zijn
rug.
De oorzaak van dit soort medewer
ken met de genade ligt hierin, dat
men godsdienstig is met een benauwd
hart, terwijl God integendeel wil ge
diend worden door een opgeruimd
hart.
3. de geestelijkheid.
Deze is er steeds op uit, om af te
geven op alles wat boos en slecht is
maar het kwaad en de kwade neiging
in 's menschen hart worden niet over
wonnen door vrees voor het kwaad
en zijne gevolgen, maar door de
kwade neiging te leiden in deze rich
ting dat ze naar het goede neigt. In
plaats van uitsluitend voor het kwaad
te waarschuwen, moest zij integendeel
door een eigen voorbeeld van naas
tenliefde en onbaatzuchtigheid, en door
een telkens wijzen op wat deugd is
en op hare belooning hier en hierna
maals, de menschen leiden tot een
deugdzaam leven. „Eene gewoonte
wordt door een gewoonte overwon
nen zegt de Navolging. In den eersten
Christentijd kwamen de heidenen tot 't
Christendom omdat zij zagen en zeiden-
?>f'. h0? zij elkander lief hebben.
Wordt deze richting ingeslagen in
preek en in voorbeeld, worden uit de
kerk, uit den preekstoel en uit de pa-
storiën de politiek en de heerschzucht
verbannen, dan worden door die rich
ting van neiging tot het doen van het
goede de gewetens geleid tot het laten
van het kwaad en het doen van het
goede, en dan zal hierdoor de genade
hare volle uitwerking ontvangen, door
dat er dan in de juiste richting met
de genade wordt medegewerkt. Dan
wordt de medewerking met de genade
nog door de geestelijkheid tegenge
werkt, doordat in deze de neiging is
zich zelve te beschouwen als de be
lichaming van den godsdienst, wat
eene dwaling is, vermits zij, zooals
raus Pius X aan haar vermaant, Is
de „uitdeelster" der geheimenissen
Gods, dus slechts is de dienares van
den godsdienst. Uit deze dwaling
ontstaat de dwaling onder de parochi
anen, alsof men zijne godsdienstplich
ten veilig vervult, dus met de genade
medewerkt, door den geestelijke te
vleien en te lijmen, en wel is dit
dwaling, omdat de medewerking met
de genade bestaat in het leven vol
gens de Ieei en volgens de zedeleer van
den godsdienst, beide zich openbarende
in het zieleleven van den mensch, dat
zich uiterlijk toont in daden van deugd,
en 4. de vrees voor den'
leekenarbeid.
Er is een streven in het katholicis
me, om de uitstekende goede neigin
gen op te sluiten in kloosters en van
daaru-it goede werken te verrichten
onder de menschen.
Dit streven is op zich zelf niet
kwaad, integendeel, maar het heeft
twee nadeelen
a. dat in het dagelijksche leven van
de burgers de sterke godsdienstige
harten, die een voorbeeld en een
steun zijn voor anderen in dit dage
lijksche leven, hieraan worden ont
trokken,
b. dat het medewerken met de ge
nade (het doen van goede werken
krachtens het geloof) wordt beschouwd
als een werk van uitverkoren zielen
terwijl dit medewerken integendeel de'
zaak is van ieder.
Dit streven heeft er toe medege
werkt om in alles, wat van niet ker
kelijke zijde door leeken wordt gedaan
en gewild, iets verdachts te zien, ter
wijl integendeel van die zijde men
zich had moeten verheugen, dat het
goede ook wordt gedaan en gewild
buiten haar eigen initiatief, vermits
dit een bewijs is, dat ook daar de
genade in de zielen werkzaam is en
deze daarin medewerking heeft gevon
den. Door dezen vrees voor den
leekenarbeid wordt op de medewer-
king met de genade een valsch licht
geworpen dat de oorzaak is van veel
misverstand en vooroordeelen, en dat
soms voor gevolg heeft, dat het willen
medewerken met de genade wordt een
daad van tegenwerken van de genade.
De uitwerkselen der genade worden
dan nog verder tegengewerkt door
dezelfde redenen die gelden voor alle
menschen uit het feit van mensch zijn,
maar het zijn de vier opgenoemde, en
misschien weet een ander er nog
meerdere, die voor oorzaak zijn, dat
i Jb!?ondere genaden, die men als
katholiek kan winnen, door die bizon-
dere redenen worden te niet gedaan
in hare uitwerkselen.
Red. Volkswil.
o
Heemstede, 5 Maart 1911.
Waarde Heer!
Van den aanvang van hef verschij
nen der Volkswil ben ik abonné ge
weest en daarin uw streven, uw arbeid
maar ook de tegenwerking die gii
ondervond gadeslagen. Ook uit be
trouwbaren bron werd mij verzekerd
dat de Heer van Dalsum katholiek
was in merg en been en dat in de
plaats uwer inwoning verregaande
misstanden heerschten welke gij juist
als katholiek af moet keuren, maar
door uw rechtvaardigheidsgevoel ook
moest bestrijden. Met een priester
aan uw zijde toogt gij aan den arbeid,
zette dien vervolgens alleen voort er
kwam ook een politiek tintje aan,' de
strijd werd scherper, weldra vijandig
en ik beaam het ten volle, hoe nadeï
men bij de rechtvaardigheid staat hoe
minder men onrecht dulden kan want
de feiten zeggen duidelijk dat naast
uwe fouten dezen ook van de tegen
overgestelde partij zijn bedreven. Maar
waarde Heer, u heeft zoo dikwijls
schriftuur teksten aangehaald, sta mij
toe het woord der Godvruchtige Tho
mas a Kempis ter overweging neer
te schrijven „beschouw in alle dingen
het einde", en als ik dan in uw
jongste blad een spreekbeurt door u
zie uitgeschreven met het onderwerp
het beginsel der Fransche Revolutie
n. in „sfrïjd me* het Evangelie dan
slaat mij de schrik om 't hart. Niet
omdat ik ga gelooven dat de katho
lieke van Dalsum verdwenen en de
revolutionaire van Dalsum verrezen is
want het kan en het zal wel waar
zijn dat die revolutie in beginsel is
overeen te brengen met het Evangelie
en dat U, door dit uiteen zettende,
staat in het volle licht der katholieke
waarheid, maar is het wel een zaad
rijp, om gestrooid te worden in de
geprikkelde gemoederen tot ontevre
denheid, die onze hedendaagsche strijd
kenmerkt en dat zaad uitgestrooid in de
harten van rijp en groen zal vrucht
dragend opschieten, en welke vruchten
de vraag van het Evangelie is, plukt
men rozen van doornen en vijgen van
distelen en dan rijst bij mij de vraag,
kan uit het glorieeren der revolutie,
al is het dan in beginsel, in het hart
van den van nature verzettelijken
mensch, vrede blijven, en mijn ant
woord getoetst aan mijn eigen hart en
menschelijk gevoel antwoordt neen,
en als dat zaad dieper wortelen schiet
als u wilt of wel vermoed, wat toch
direct of indirect geschieden zal, dan
vraag ik u of het spreekwoord geen
waar woord worden zalwie wind
zaait storm oogst, en als dan eenmaal
die zachte weldadige wind tot een
storm is overgegaan, als die smeu
lende hartstochten tot een vernielend
vuur zijn los gebarsten en dit toch
niet waar is vast, waar een begin aan
>s is ook een. einde, en is het begin
der revolutie in overeenstemming te
brengen met het evangelie door woor
den het einde daarvan is een botvie-
ring van allerlei booze en lage harts
tochten door daden, en dan vraag ik
u of gij bij al uw goede bedoelingen,
bij al uw arbeid en ijver voor het heil'
des volks, bij al uw liefde tot God en
Moedermaagd, in staat zult zijn die
ramp te verhoeden? Dit laat ik ter
beantwoording over aan uw eigen
doorzicht en geweten. Neen de goede
zaak wordt in Hulst niet gediend op
zoodanige wijze. Mannen die daar nu
tegenover elkander staan als vijanden
behooren naast elkander als vrienden
maar waarde heer, aan u de plicht den
eersten stap en alles zal ginds wel
geleerd hebben dat men toeschietelij
ker moet worden in het algemeen be
lang, en moge de naderende Paaschtijd
er loe medewerken, dat het blijde
allelua moge klinken in kerk en harten
en de bevochte vrede door het Kruis
moge neerdalen over het diocees
van Breda, dit is de wensch van
mij uw
Abonné in Heemstede.
Wij willen op het bovenstaande
eene kanteeking maken en wel door
over te schrijven een woord uit de
lezing, waarin wordt verdedigd de
stelling De beginselen van de Fran
sche Revolutie zijn niet in strijd met
het Evangelie.
Het is dit woord
„We aarzelen niet te zeggen, dat
„de Revolutie is geweest een werk in
„Gods hand.
„Wel is waar, dat Hij deze heeft
„toegelaten door ze te doen voltrekken
„door mannen van het Ongeloof, maar
„dit moest wel, omdat de mannen
„van het geloof te bedeesd of te heb
zuchtig waren om vrijwillig van eigen
„meening of belangen afstand te doen.
„Ook is het waar, dat de Fransche
„Revolutie veel bloed en tranen heeft
„doen storten, dat zich al spoedig
„verkeerde elementen van de Revolu
tie meester maakten om deze te
„gebruiken tot hunne eigen zelfzuchtige
„of schandelijke oogmerken, maar voor
„een volk geldt wat geldt voor zoo
„menig persoonals niet komt tot
„iet kent iet zich zeiven niet. En er
„was in het volk opgehoopt een
„eeuwenlangen wrok wegens onder
gane beleedingen en onderdrukkingen
„en de oude onderdrukkers waren niet
„in eens engelen geworden. Doch de
„personen waren spoedig van het
„wereldtooneel verdwenen en de be
ginselen bleven. En het zijn de be
ginselen, waarover we het hebben,
„de beginselen van den modernen tijd
„maar die waren in den grond de oude
„beginselen van het natuurrecht, leven-
„de in het gezond verstand des volks,
„dat is een directe gave van de door
„God geschapen ziel, zoolang het nog
„niet door vooroordeelen is bedorven."
En eene tweede kanteekening is deze
De waarheid kan wel kwetsen, maar
zij heeft ook eene genezende kracht,
en een woord dat ook Thomas k
Kempis kendeDe waarheid zal u
vrijmaken. De waarheid, die ligt in
onze stelling en in hare verdediging
zal vrijmaken de geesten en harten in
ons Nederland, zoodra de tijd daar
voor rijp is, en zal breken de partij
geest, die nu Nederland verscheurt
tot dikwijls zelfs in het huiselijke leven,
ook op onze Zeeuwsche dorpen.
Ons werk is een werk van vrede,
niet door middel van duim, doofpot
en slaapmuts, maar door middel van
waarheid, recht ei» naastenliefde, en
zal vrede baren na strijd, van strijd
n.l. door het ontwaken der eigen ge
wetens. Alle hoogleeraren van de
Nederlandsche hoogescholen en Se
minaries zijn niet in staat iets tegen
onze stelling in te brengen welnu
wij zijn bereid onze stelling in open
bare vergaderingen te verdedigen,
overal en zonder aanzien welke zijn
de personen, die de vergadering bij
eenroepen, leiden of bezoeken.
Waar wij zoo royaal optreden, daar
moet ieder zijn wantrouwen opschorten,
totdat hij in staat is gesteld om te
oordeelen. In 1904 zouden we spreken
op het Nationaal Boerencongres te
Nijmegen, wij werden gewantrouwd
doch, toen wij gesproken hadden, was
het wantrouwen verdwenen, was de
sympathie onverdeeld onder de naar
schatting 1600 aanwezigen, was ons
woord geworden h e t Congres, en het
is dit woord, dat nog steeds voort
brengt vruchten van rechtsvrede, om
dat ons woord was eene daad, en wij
kennen het woordNiet in woorden,
doch in daden is het Godsrijk.
Red. Volkswil.
o—
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van een Nieuwjaars
advertentie van Ds. De Boer en Echt-
genoote geplaatst in de Volkswil No.
67 van den 7en Januari 1911 meen ik
te mogen opmaken dat er onder de
vele lezers van de Volkswil ook nog
verscheidene protestanten zijn. Het is
tot hen dat ik het woord wil richten.
Geliefde Broeders en Zusters in den
Heere.
In de Volkswil van 7 Januari no.
67 komt een artikel voor getiteld
„Maria heil der kranken." Hebt ge
allen dat wel goed gelezen Ik hoop
van ja.
Ons geloof is nu eenmaal zoo dat
wij geen tusschenkomst der Heiligen
gebruiken.
Niemand komt tot den Vader dan
door den Zoon. Jezus heeft ons zoo
lief gehad dat hij voor ons aan het
kruis gestorven is en dat hebben geene
der Heiligen gedaan.
Maar hebt gij wel eens goed nage
dacht wat Zijne Moeder geleden heeft
toen Zij haar Zoon zoo zag lijden
Moeders stel u eens voor dat gij uw
eenigen zoon zoo zag lijden. Stel u
zelf eens in de plaats, zoudt ge niet
liever zelf in zijne plaats lijden om
hem te verlossen Wat heeft dat
hart van Maria moeten lijden.
Neen broeders en zusters de ver-
eering van Maria is geen afgoderij wij i
hebben nu pas gezien welke wonderen
zij verricht heeft en nog doet, daar
waar een Protestant de Fransche Mi-
nisier Freijcinet iemand de raad geeft I
om Lourdeswater te gebruiken, daar
kan geen bedrog in het spel zijn.
Als wij dus eens aan Maria vroegen
om onze voorspreekster te zijn bij I
haar lieve Zoon Jezus Christus zoud
u niet denken dat dat zeker zou ver
hoord worden. Daar waar Maria de
macht heeft zulke wonderen te doen
daar heeft Zij ook de macht om ons
tot Jezus te leiden. Het is niet noo
dig om daar zonder de minste aan
dacht eenige duizende Weesgegroetjes
op te zeggen (zooals ik van den blik
ken gezien heb) dat is maar comedie-
spel. Maar het inroepen van Hare
hulp ons tot Jezus te brengen te vra
gen onze voorspreekster te zijn, en
dan na dezen zucht ons gebed op te
zenden tot God. In de H. Schrift
vinden wij niets van Hare kracht,
maar Jezus heeft kracht gegeven aan
Zijne Apostelen om kranken te gene
zen en duivels uit te werpen, dat staat
wel in de Schrift. Waarom zou Hij
het dan ook niet aan de H. Maagd
Maria gegeven hebben. Ik weet wel
dat er veel, zeer veel mede geknoeid
is door ellendige schurken om de
menschen geld af te troggelen, maar
teiten zijn er, dat is ons voldoende.
Maria kan onze voorspreekster zijn,
kan ons tót Jezus leiden en door Hem
kunnen wij komen tot de wederge
boorte tot bekeering en vergiffenis
onzer zonden.
Indien er geloofsgenooten zijn die
van meening verschillen, gaarne zal ik
uw antwoord ontvangen.
Na groeten, met heilbede
B. DE GRAEF,
kapelmeester milit. muziek.
Willem I, Ned.-Indlë.
—o
Ze was slechts door ruim een
honderdtal personen bezocht. Mr.
Dieleman was niet aanwezig. Van
de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt Wel was een
groepje Anti-Revolutionairen geko
men met het voornemen te debat-
teeren, maar het voornemen werd
niet uitgevoerd, blijkbaar uit over
weging, dat tegen de stelling De
beginselen der Fransche Revolutie
zijn niet in strijd met het EvangelieK,
zooals die werd opgezet, verdedigd
en de bezwaren weerlegd, niet3 was
in te brengen. En tochin die
stelling is vervat het hart van de
kwestie, die Nederland in twee
groote vijandelijke kampen scheidt.
We hebben de stelling nu verde
digd voor katholieken, liberalen,
socialisten en anti-revolutionairen,
en zijn bereid ze overal te verdedi
gen, waar men er belang in stelt,
en overal willen wij geven vrij
debat
Acht niemand zich in staat onze
stelling, wetenschappelijk opgezet en
wetenschappelijk uiteengezet, omver
te werpen, dan wordt het bewijs ge
leverd, dat in Nederland de politiek
wordt beheerscht door groote woorden
zonder waarheid, en is zoo daardoor
verklaard, waarom tegen ons door
de partij pers het systeem van dood
zwijgen wordt toegepast.
O
Een operatie in de zeventiende eeuw.
De „Vox Medicorum" neemt uit de
„La Quinzaine" over een verhaal, hoe