No. 76. Zaterdag II Maart 1911. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. De hoogere standen. Geweigerd. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGiEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: D R U K K E R IJ Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. De heer - Passtoors hield daarover in de Kamer de volgende redevoering Mijnheer de VoorzitterNu er bij dit artikel gelegenheid is meer in al- gemeenen zin te spreken waarover het thans gaat, wensch ik gaarne van deze gelegenheid gebruik te maken en wensch ik met een enkel woord het stelsel van het neo-malthusianisme te bespreken van arbeidersstandpunt. In de tweede plaats zal ik met een enkel woord trachten aan te toonen het reactionnaire, hetwelk in dit stel sel gelegen is. Het komt mij voor, dat degenen, die in den regel voor de rechten van het volk en speciaal voor die van den arbeider stand opkomen, dien stand in den grond boren door het voorstaan van het gebruik van neo-malthu- siaansche middelen, en blijk geven niet voldoende op de hoogte te zijn van het gezinsleven onder dien stand en van het sociale vraagstuk in zijn geheel. Ik zal met een enkel woord een schets geven van een gezin, dat met veel kinderen gezegend is en een schets van een gezin, dat anti-conceptioneele middelen toepast. Gewoonlijk wordt door den propagandist voor het neo- malthusianisme tot de arbeiders ge zegd, dat iemand, die slechts een of twee kinderen heeft er beter kan ko men dan zijn buurman, die met veel kinderen gezegend is. Op het oog lijkt dat wel zoo, wanneer men een studie heeft gemaakt van het arbeidersleven en van den arbeidersstand als stand, moet men beslist tot een andere con clusie komen. Ik ken tal van arbei dersgezinnen, waar veel kinderen zijn en uit den aard der zaak, dat spreekt wel van zelf, is daar de spoeling dun. In die gezinnen wordt veel gort, rijst, boonen en aardappelen met lawaai saus gegeten en komen vleesch en gemeublieerde boterham er zelden over den vloer. Dergelijke gezinnen heb ben tal van moeilijkheden te over winnen en hoe zij gehuisvest zijn, ja dat moet men uit ondervinding weten. Men bouwt tegenwoordig coquette woningen, met een vóórkamer, een achterkamer en een alkoofje, maar zij zijn in den regel slechts voor kleine gezinnen geschikt. Groote gezinnen moeten zich behelpen met woningen waarin één groote kamer is en liefst met een flinken zolder om al die kin deren te kunnen huisvesten. De ouders van dergelijke groote ge zinnen ik behoef dat nauwelijks te zeggen staan er zeer hard voor vooral is dit het geval in de eerste jaren van het huwelijk. En dat wordt er niet beter op, wan neer de jongens wat grooter worden. De broeken worden wat langer, de magen wat grager, want dergelijke kinderen eten den ouders de ooren van het hoofd. Dat is de ergste perio de uit zulk een werkmansgezin. Tot dat en nu komt de keer de kinderen den leeftijd van 16 h 17 jaar bereiken, totdat zij een vak hebben geleerd en gaandeweg wat gaan ver dienen. Wanneer de oudste jongens den leeftijd bereiken, heeft gewoonlijk ook de vader het hoogste loon, en als dan de oudste jongens een gulden of 4 a 5 verdienen, en de oudste meisjes komen ook op een leeftijd, dat zij een dienst kunnen krijgen of in het huisgezin medehelpen, dan krijgen de ouders het beter dan zij het ooit ge had hebben, juist door den steun van hun vele kinderen. Dan gaat een dergelijk gezin behooren tot den zoo- genaamden gezeten werkmansstand. Ik behoef niet te zeggen, dat kinderen uit dergelijke gezinnen niet alleen geen weelde kennen, maar ook zeer veel ontbering hebben gehad, zoodat zij weinig behoeften hebben leeren kennen. Maar zij hebben geleefd in de harde school des levens, in de harde school der ondervinding, en zul len ten slotte worden sieraden van de maatschappij, terwijl het voor de ouders het grootste genot is geweest om die kinderen in den meesten eenvoud op te voeden, want die taak is ook een genot, waarvan hij alleen de waarde kent, die dit heeft medegemaakt in dit leven. Daarbij komt nog, dat als de ouders op een zekeren leeftijd gekomen zijn, zij door den steun van hun kinderen niet aan de publieke liefdadigheid zijn overgeleverddat zij dan niet op den ouden dag behoeven te bedelen, maar in ieder geval door hun kinderen zoo veel mogelijk worden onderhouden. Dat vind -ik de heerlijkste en schoon ste rente van de opofferingen, die de ouders zich voor hun kinderen hebben getroost. Dit is het beeld van een groot gezin. En nu een werkmansgezin, dat wel gebruik maakt van anti-conceptioneele middelen. Dit zal vooral in de eerste jaren veel minder hebben uit te ge ven, het kan zich een zekere weelde permitteeren en de vrouw heeft het gemakkelijker dan haar buurvrouw met 8 of 10 kinderen. De kinderen uit zulk een gezin krijgen een anderen kijk op het leven dan die uit een groot gezin, maar de vraag is of zij wel altijd zulk een steun zullen geven aan hunne ouders. De ervaring, die ik daaromtrent heb, is inderdaad be droevend, waar de ouders van veel kinderen in vele opzichten den steun van hun kinderen hebben, wordt deze voor de ouders met weinig kinderen gering. Ik zou dit nader willen uit werken, ware het niet, dat ik tot kort heid word aangemaand. Ik wensch echter nog met een en kel woord te spreken over het reac tionaire, dat in dit stelsel ligt, en daar mede kom ik als vanzelf weer tot den heerTreub, die bij algemeene beschou wingen zoo ongeveer gezegd heeft, dat degenen, die over het neo-malthu sianisme spreken, er zoowat niemendal van weten. Dat zou voor een deel ook op hem zelf kunnen worden toe past, want eerst wanneer de heer Treub ook het reactionaire van het stelsel, dat hij met zooveel vuur heeft ver dedigd, had genoemd, zou zijn rede compleet zijn geweest. Daaraan heeft hij echter niet gedacht. Zoolang het toe passen van neo-malthusiaansche mid delen onder den werkmansstand zich beperkt tot op zich zelf staande ge vallen, heeft het natuurlijk nog geen grooten invloed, maar wanneer dat stelsel algemeen wordt toegepast, dan is het absoluut uit met de betere positie van iemand met een klein ge zin tegenover iemand met een groot gezin. De werkgevers zullen er dan spoedig op uit zijn om zooveel moge lijk neo-malthusiaansche werklieden te krijgen, d.w.z. werklieden, die dat stetsel huldigen, omdat, zooals men zal zeggen, kleine gezinnen minder noo- dig hebben, en de werkgevers dan ook minder zullen betalen. Dat is ook zeer begrijpelijk, want de werking van vraag en aanbod maakt, dat het loon van den werkman, die geregeld werkt, zooveel bedraagt als een gemiddeld gezin voor onmisbare levensbehoeften noodig heeft. Heeft men in het algemeen kleine ge zinnen, dan regelen de loonen zich daar naar, zoodat men bij kleine gezinnen lage, en bij groote gezinnen hooge loonen kan krijgen. Wie dat niet gelooft, verwijs ik naar Frankrijk, waar dit stelsel in alle opzichten gehuldigd wordt en waar men lage loonen en groote werkloos heid heeft. Wanneer dat niet het ge val was, dan zou, geloof ik een man als mr. van Houten zich absoluut niet zoo druk maken voor een dergelijk stelsel. Ik heb deze zaak alleen van den practischen kant willen bekijken, maar ik wil er met te meer klem op wijzen, hoe reactionair het stelsel is, omdat het den werkman en zijn vrouw ab soluut verlaagt tot koopwaar. Immers, bij groote toename van de toepassing zullen de werkgevers zooals ik zeg, kleine gezinnen willen, en ten slotte het neo-malthusianisme eischen, zoo dat de werkman, die er aan gehoor geeft, zich zelf en zijn vrouw verkoopt aan den werkgever. Ik heb daarover eenige geschriften gelezen, en o. a. althans onthouden hetgeen dr. Pink hof heeft gezegd „Dan zal heerschen de werkgever over den werkman als over het vee." Dat is naar mijn mee ning zeer juist. Dergelijke lieden, die zich zoo laten gebruiken als slaaf, loopen ook in onzen tijd met de vlag der democratie in de hand, maar bo ren tegelijkertijd hun eigen stand in den grond. Ik juich daarom de voor stellen der Regeering toe, omdat zij absoluut zijn in het belang van het volk, maar inzonderheid ook van den werkmansstand. O Aan „Sobriëtas" ontleenen wij het volgende merkwaardige artikel met naschrift van Dr. Ariëns. Sinds pater Ermann S. J. zijn pittig „Van boven af" schreef en professor de Groot O. P. zijn magistrale rede hield op ons 2c Drankbestrijderscon gres, is er betrekkelijk weinig veran derd. De hoogere standen voelen naar verhouding bedroefd weinig voor onze heerlijke zaak. Het zijn de lagere stan den, vooral de werkmansstand, die in de drankbestrijding, evenals bij elke andere sociale actie, het voorbeeld geven. Dit zou de omgekeerde wereld zijn, indien men uitgaat van de meening dat de hoogere stand hier moet vóór gaan. Deze meening huldig ik echter niet. Het zou er, ook in katholieke krin gen, op sociaal terrein ellendig uitzien, indien de actie moest komen „van boven af Het gaat omgekeerd „van onderen op." De nieuwe middelen, welke tegen woordig moeten worden toegepast om onze oude goede zaak te bevorderen en te verdedigen, worden het eerst en met de meeste kracht en overtui ging aangewend in den arbeidersstand. De kerstening der samenleving, ontaard en bedorven, meestal „van boven af" dringt van de onderste lagen naar boven. De geschiedenis herhaalt zich Ik vind 't dan ook gansch natuurlijk, dat de werkmansstand, ook in de drankbestrijding, de voornaamste rol speelt. Maar en nu kom ik aan eene kwestie, die ik reedsjang heb willen ter sprake brengen - wanneer vooral de arbeidersstand de heilzame werking der onthouding ondergaat; wanneer in dien stand vooral de levensernst dieper doordringt en het levenspeil voortdurend stijgtwanneer de arbei dersstand, tengevolge van al deze gunstige invloeden, straks geestelijk en zedelijk de meerwaardige is? Begrijpt men mij? Kan een „minderwaardige" stand zich handhaven, vooral wanneer hij slechts door gewoon stoffelijke factoren hoo- ger staat De hoogere standen moeten niet slechts meedoen aan onze drankbe strijding, omdat zij door stand en positie volgens onze christelijke beginselen, een „goed voorbeeld" dienen te geven in dezen zin versta men pater Ermann's „van boven af" maar vooral uit „zelfbehoud Een werkman." Tegen bovenstaande opmerkingen valt niets in te brengen. „Het zedelijk bederf zegt ook Mgr. von Keppler gaat van boven naar beneden, de zedelijke verbetering van beneden naar boven." En dat de zedelijk en geestelijk krachtigste stand ook maatschappelijk toongevend wordt, is zeker. In de middeleeuwen domineerde de man van ijzer en aarde de ridder met 't pantser om de forsche leden, die tevens groot grondbezitter was en bovendien nog door de staatsinrichting als meerdere erkend werd. Thans is de stand als zoodanig verdwenenvoor de wet bestaan slechts gelijken geestelijke en moreele ontwikkeling is voor ieder een middel om hooger te klimmen en de stand, die daarin het rijkste is, zal in het algemeen gesproken 't ook 't verste brengen. Dr. A. EEN ONTWERP NÏEIWE MILITIEMET. De Regeering heeft ingediend een wetsontwerp voor een nieuwe mili tie wet. Nu bedraagt de jaarlijksche militie: ter volledige oefening, ten hoogste 12300 man, en tot korte oefening, ten hoogste 5200 man. En men wil eene lichting van hoogstens 23000 man, waarvan hoogstens 1000 in te lijven bij de Zeemilitie, en hoogstens 1500 tot militaire werkers kunnen worden bestemd. De diensttijd voor de Zee militie blijft vijf jaar. Die voor de landmilitie wordt gebracht van acht op zes jaar. De Regeering stelt voor als directe belasting eenj debietrecht te heffen op tabak van ieder die tabak in het klein verkoopt. Onder tabak wordt verstaan tot verbruik bereide tabak, met inbegrip van alle artikelen die uit of met tabak zijn vervaardigd, zoo als sigaren, sigaretten, karotten en snuif. De belasting bedraagt tien ten honderd van het debiet. Onder debiet wordt verstaan de waarde van de tabak, die in het belastingjaar aan koopers wordt geleverd of door den belastingplichtige wordt verbruikt. Onder waarde wordt verstaan de verkoopprijs aan verbrui kers. Belastingjaar loopt van 1 Jan. tot 31 December. De belastingplichtige moet boek houden van wat hij verkoopt. Het boek krijgt hij gratis van den rijks ontvanger. De Volkswil der vorige week, toe gezonden aan pastoor van Acker te Graauw, werd door zijn weleerwaarde geweigerd te ontvangen. Hij is alzoo niet genegen ons in te lichten, of het samenspannen om een arbeider van onbesproken gedrag buiten werk te zetten ook valt onder de wraakroepen de zonden. Eveneens werd ze geweigerd te ont vangen door de Redactie van de Zeeuwsche Koerier, en we zonden ze toe omdat er een waarschuwing aan haar adres instond onder het Vrije Woord. Door die weigeringen is alzoo ver klaard, dat, als die bewusten oordee- len over ons of over ons blad, zij dit doen zonder kennis van zaken en dus te kwader trouw. Het Vrije "Woord voor Abonnés. o Mijnheer de Redacteur. Als abonné, wilde ik eens in (het Vrije Woord) de volgende vraag op werpen ik doe- dat omdat het veel vuldig Communiceeren meer en meer in zwang is gekomen, en toch, zie ik in 't algemeen gesproken, de katho lieken er niet beter op worden wat moesten de katholieken, dagelijks ge sterkt door zoo'n groote genade, in alles wat goed en edel was, toch niet uitblinken boven, onze niet kat holieke medemenschen En in wer kelijkheid valt er niets aan te bespeuren. In zelfzucht, wraaklust enz. doen wij voor anderen helaas niets onder. Dit alles ziende en overwegende vraag ik als van zeiven Zouden wij wel goed Communiceeren En deze vraag kan ik niet anders dan ontkennend beantwoorden. Hoe ik daartoe kom Wel, heeft Jezus dan niet gezegd Tenzij gij het Vieesch van den Zoon des menschen zult eten, en Zijn Bloed zult drinken, zult gij het leven in U niet hebben. De praktijk van tegenwoordig is dat wij niet tot de nuttig'.ng «an het Bloed worden toegelaten, maar ook, dat wij als geheel genomen, het leven in ons niet hebben. Vroeger in de eerste eeuwen van het Christendom, nuttigden de geloo- vigen op de wijze zooals Jezus het verlangt, en ze waren vol geestdrift voor 't geloof en vol menschenmin, met andere woorden „Hadden het leven in zich." Dus volgens mijne meening moeten wij terug naar de oude paden. Ons wordt 'n schroomlijk onrecht aange daan, tenzij ik het mis heb. Die 't beter weet, verzoek ik laat hij 't hier ter plaatse zeggen ik zal hem dank baar wezen. Maar men kome niet met voor mij niet bindende uitspraken van men schen waar God zelf gesproken heeft Gij zult God meer gehoorzamen dan de menschen. Een Katholiek.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1