De Volksvil BIJVOEGSEL hou® n num. van van 25 Februari 1911. 58 FUILELETON. O- De heer J. C. Ramaer, hoofdinge nieur-directeur van den Waterstaat te 's Gravenhage en voorzitter der af- deeling 's Gravenhage van het Aard rijkskunde Genootschap (die zich de studie van Neerland uit aardrijkskun dig oogpunt ten doel stelt), hield de vorige week in die afdeeling een voor dracht, getiteld „De sterfte in Neder land in verband met hygiëne en water staat." Spr. vertoonde kaarten, waarop met verschillende kleuren de percentsge wijze sterfte omstreeks 1850 enthans, in de gemeenten was aangegeven. Ver geleken met den vreemde is de sterf te h. t. 1. zeer gunstigzij is slechts iets geringer in Engeland en Noor wegen, en bij ons is de verbetering in dezen nog in de allerlaatste jaren zeer groot, zoodat wij, als de vermindering in sterfte doorgaat, en daarop is alle waarschijnlijkheid spoedig de meest gezegende natie in dit opzicht zullen zijn. Spr. merkte op, dat de sterftecijfers niet zonder meer kunnen worden ver geleken men moet daarbij ook de ge boorten in aanmerking nemen. Men kan zeggen, dat de werking van ge boorten en sterfte op elkander is als die van twee magneten op elkander: bij geringere sterfte om de eene of andere oorzaak vermindert het getal geboorten, en dit heeft weder een ge ringer getal sterften in zijn gevolg: maar evenals bij de magneten gaat deze werking slechts tot een zekere grens. Iedereen weet, dat de sterfte van geheel Nederland, in het bijzonder die van de groote steden, afgenomen is. Dit verschijnsel begon zich reeds om streeks 1850 eenigzins te doen gevoelen, maar eerst sedert 1870 is de vermin dering van beteekenis geworden, en zij gaat steeds door, de laatste 5 jaren is zelfs de vermindering der sterfte nog weder grooter dan de 5 vooraf gaande jaren. Thans zijn Noord-Holland en Gro ningen, Friesland, dat sedert 1860 on der de provinciën het minste sterftecij fer had (vóór dien had Gelderland het record), voorbijgesneldZuid-Hol en Zeeland zullen spoedig volgen. Thans is de sterfte globaal: van de 5 zeeprovinciën 14, van Noord-Bra bant en Limburg 18 en van de 4 overige provinciën zoowel als van het geheele Rijk 15. In het bijzonder is de volslagen om keering in deze in de drie westelijke Geschiedkundige roman uit den lijd der Machabefn. TWEEDE BOEK. (o)—o—(o)— VOOR JEHOVA EN DE WET! VII. „Ik scheen harder dan ik in wer kelijkheid was, moeder," zeide hij na een lange poos van zwijgen, en streek zich daarbij over het voorhoofd, alsof het hem moeilijk viel zijn gedachten uit te drukken. „Judas was onrijp zijn taal was even overijld, als zijne daad. Mocht de vader zich doorzijn zoon de les laten lezen, de man zich van een knaap terechtwijding doen geven Misschien was mijn woord te streng; ik droeg te veel bitterheid om in mijn gemoed. Wel werd zijn handelwijze door liefde en zuivere geestdrift geleid, maar die geestdrift voerde hem tot daden, alvorens het tijdstip tot ernstig handelen was aan gebroken. Wien heeft hij daarmede gebaat, dat hij nu als een eerlooze en uitgestootene in het gebergte voort vluchtig moet wezen Hoe kon hij van mij verwachten, dat ik zulke stappen zou goedkeuren Lang rustte provinciën zeer merkwaardig. Ieder weet, dat de Engelschen het een eeuw geleden in Zeeland niet konden uit houden, daarvoor moest men er ge boren zijnthans zijn er in Holland en Zeeland streken, die in gezondheid niet onderdoen voor de gezondste bergstreken, daar men veilig mag aan nemen, dat tusschen ziekte en sterfte verband bestaat. In elk geval is de vermindering der sterfte in de zee- provincien zeer bevredigend. Spr. bracht alle hulde aan de gezondheid-, woning- en andere wettenaan het geneeskundig Staatstoezicht, de vroe gere geneeskundige raden en de te genwoordige gezondheidsraden, maar aan hun arbeid kan slechts een klein deel van de vermindering toegeschre ven worden, hetgeen zeker ook ligt aan weinige medewerking van som mige gemeentebesturen. Maar ware deze invloed afdoende, dan zou men daarvan ook in de landprovinciën meer moeten bespeuren. En hier zijn ge deelten, waar het er met de sterfte nog treurig uitziet. Spr. achtte het van meer belang, dit na te gaan dan menige andere thans aan de orde zijnde vraag, en zelfs veel belangrijker dan de vraag of er alge meen stemrecht zal komen. Iemand, die uit een ongezonde streek (met een sterfte 40) verhuist naar een gezonde streek met een sterfte 10) vergroot daardoor zijn levenskans (het aantal jaren dat hij waarschijnlijk nog te leven heeft). Het is dus voor velen van beteeke nis, te weten, welke streken ge^nd, welke ongezond zijn. En de toestand der gunstige gemeenten kan nog gun stiger worden, in het bijzonder kan de kindersterfte daar nog veel ver minderen. Het ergste is er aan toe het midden van de-Meierij van 's Hertogenbosch, een breede strook, gaande van de Belgische grens bezuiden Eindhoven tot niet ver van de Maas bij Megen en Ravestein, deze strook, die ruim 60 gemeenten telt met ongeveer J 90.000 zielen, heeft een sterfte 22, en dit getal is hetzelfde als omstreeks 1850; er zijn zelfs gemeenten als Stiphorst waar zij van 22 tot 29, Nistelrode waar zij van 24 op 26, Heesch waar zij van 21 op 27,; Bokstel en Leende waar zij van 22 op 27 Erp waar zij van 20 op 25 is gekomen. Ook in Drenthe en Overijssel zijn enkele gemeenten als Weerselo, Zuidlaren, Zweelo, waar ir. 60 jaren de sterfte iets vermeerderd is. Eene categorie waar zij steeds groot is, is die waar krankzinnigen ver pleegd wordendaarentegen is de sterfte in de gemeente Norg, waar de bij mij het zwaard in de scheede, omdat ik oud genoeg geworden ben, den meest geschikten dag af te wach ten. Morgen is die dag daar. Indien dan de man het zwaard trekt, zal zulks niet geschieden tot overijld, on nut bloedvergieten, maar tot een wer kelijke daad, die ons allen verlost. Judas zal van die daad hooren gewa gen. Is de kern van zijn karakter zóó goed, gelijk gij zegt moeder, zóó als ik zelve hoop, omdat hij uw zoon is, dan zal hij misschien den weg naar mijn hart terug vinden. Die weg staat voor hem open, moeder I" Hij had met warmte gesproken. Sprakeloos drukte zijne vrouw hem de hand en er heerschte een plechtige stilte in de kleine vergadering. Den volgenden dag, zeer vroeg in den morgen, verlieten de grijsaards, vrouwen en kinderen het kleine stadje, om, onder bedekking van eenige strijd bare mannen, zich met hunne kost baarste bezitting te verbergen in een spelonk, hoogerop in het gebergte gelegen. Reeds tegen den middag hadden de Syriërs op een open vlakte, van waar men tot aan de Middellandsche Zee konde zien, een altaar opgericht uit ruwe rotsblokken, los op elkaar ge stapeld. Ver klinkend bazuingeschal riep de inwoners van Modin bijeenmaar alleen de strijdbare mannen en jonge lingen kwamen schoorvoetend aange- loopen. Het laatste verscheen Matha- strafkoloniën zijn, zeer veel verbeterd. Thans vindt men de gezondste stre ken langs de zeekust. Bijzonder mun ten uit in Zuid-Holland de geheele kuststrook, vooral in Delfland tot vrij ver landwaarts in, de langs de zee gelegen eilanden, en wel vooral het westelijk deel van Voorne en geheel Goeree en Overflakkee. Verder in Zee land vooral groote gedeelten van Zuid- Beveland en het 4e district, alsmede deelen van Walcheren, Schouwen en Duiveland, en in Noord-Holland be noorden het Noordzeekanaal een tal van verspreide plaatsen, maar vooral in de 17e eeuw drooggelegde meren en de geheele Zaanstreek. De Beemster en Wormer waren reeds in het midden der vorige eeuw ge zond, de Haarlemmermeer was met de geheele omgelegen streek, kort na de droogmaking, tot omstreeks 1860, zeer ongezond; thans is die streek tamelijk gezond. De droogmakerijen in het noordwesten der provincie Utrecht behoorden tot die met de grootste sterfte; thans zijn ook zij niet onge zond. Enkele dorpen in deze streken, als Nieuwveen, maken nog eene uit zondering. Zeer weinig invloed op de sterfte hebben de ongevallen op zee. Ook de zoo gevreesde epidemiën als de cholera van 1866, hebben de sterfte betrekke lijk weinig vergroot. In 1871 heeft nog een pokkenepidemie gewoed, die 14000 slachtoffers heeft geëischt; dergelijke rampen behooren, hoopte spr., voor goed tot het verledene. In 1909 heeft prof. Van Overbeek de Meyer een onderzoek naar de sterfte in plaatsen waar waterleidingen zijn, ingesteld; hij heeft gevonden, dat overal zoodra er in eene plaats de waterlei ding kwam, de sterfte verminderde. Deze uitkomsten niet tegensprekende moest spr. toch opmerken, dat door den professor te veel het „post hoe ergo propter hoc" is toegepast. Hij heeft niet al zijn cijfers omtrent ge meenten, die thans eene waterleiding hebben, slechts die omtrent twee ge meenten. welke deze nog niet hebben, vergelekenen in deze twee was de gezondheidstoestand reeds zeer goed, dus dat aldaar de sterfte weinig ver hinderd is, bewijst, volgens spreker, niets.. Spr, traghRe §311 fe toonen, dal in tal van nog steeds zonder w^erleiding zijnde gemeenten nabij die met water leidingen, de sterfte ongeveer gelijken tred met die der laatsten gehouden heeft. Het feit, dat men in Zeeland en op sommige Zuid-HoIIandsche eilan den thans regenwater, vroeger water uit de slooten dronk, heeft ontegen zeggelijk de sterfte verminderd. Maar er zijn plaatsen in dezeepro- vjnpiën, waar het wat het drinkwater betreft, nog treurig gesteld is, en waar toch de sterfte ieef js verminderd. De hoofdoorzaak moet dus e!4er§ lig? gen. Spr. zocht haar voor de zèepro- vinciën in de verbetering van den waterstaatstoestand. Daardoor ig de gezondheidstoestand in Holland en Zee land veel verbeterd. Waarom is dit in de heistreken, meer bepaald in de Meierijsche heide niet het geval Spr. trad in een breedvoerige beantwoor ding dezer vraag. Hij schreef de tuber culose, evenals de malaria en vele an thjas, van zijne zonen omringd en door allen eerbiedig begroet, in den kring zijner gemeente. Met een gefronst hoofd bespeurde hij, dat epnjge Her breërs, die hem oogenschijnlijk niet wilden zien, eenigszins ter zijde van de anderen hadden plaats genomen en zeer vrienschappelijk zich met de Sy rische soldaten onderhielden. Zij haal den verruimd adem, toen hernieuwd bazuingeschal de komst van den Sy- rischen gevolmachtigde aankondigde. Met de hand aan het gevest van zijn zwaard trad Appelles midden voor het altaar, beantwoordde kort den militairen groet zijner soldeniers en liet met fier opgeheven hoofde zijn blik over de verzamelde burgers gaan, Alleen de Joden, die ter zijde stonden, bogen voor hem het hoofd, de anderen bleven onbeweeglijk staan in de bran dende zon. „Burgers van Modin 1" riep Appel les op den luiden toon van een be velhebber, ik sta hier in opdracht van Antiochus, mijn heer en meester, die dit land heeft veroverd. Het is de wil des konings, dat alle volken die aan zijnen schepter onderworpen zijn, zich onder één enkel geloof zullen vereenigen. Ziet daar den adelaar van Jupiter Olympius, wiens stand beeld hier binnenkort zal worden op gericht. Ieder uwer is verplicht, eenige korrels wierook als offer ginds in dat bekken met gloeiende kolen te werpen, om openlijk te doen blijken, dat hij den wil des konings eerbiedigt dere infectieziekten in onze heidestre- 1 ken toe aan de vele, juist in deze stre ken bestaande vennen, plassen zonder afwatering, die des zomers gedeeltelijk opdrogen, als wanneer de vorming van pathogene bacillen vrij spel heeft. Er moet gezorgd worden voor het aftappen van die vennen door het ver binden daarvan met nabijgelegen ri vieren of beken door afwateringskana len deze behoeven niet van groote afmetingen te zijn. In de Dombes, een gedeelte van het departement Aix, heeft men door dergelijke poelen af te tappen, de sterfte van 40 op 23 teruggebracht. Men moet de veenkanalen als voorbeeld nemen, er moeten sluisjes zijn, zoodat overal de waterstand in de kanalen zoo veel mogelijk gehandhaafd blijft. Voorkomen moet worden dat des zomers bij felle droogte groote uitge strektheden water verdampen en daar door aan de bacillen in den nog natten grond gelegenheid gegeven wordt zich te vermenigvuldigen, aangezien zij dan voedsel in overvloed kunnen bekomen. Op dezelfde wijze zal b.v. de Maas kanalisatie een zegen zijn voor de ge heele langs de rivier gelegen streek, ook mogen de Belgen dit beden ken aldus sprvoor Belgisch Limburg langs de Maas. Hierna hield de heer Ramaer nog een korte beschouwing over de geboor ten in ons land, waarvan hij ook kaar ten vertoonde. In vroegeren tijd hielden de geboorten vrijwel gelijken tred met de sterfte alleen waar een streek zeer bloeiende was, waren de geboorten belangrijk grooter. Sedert een 20-tal jaren is dit in sommige deelen van ons land veranderd, en wel door de beperking van de vruchtbaarheid der huwelijken. Spr. heeft in Noord-Holland~benoor- de het Y voor de gemeenten, wier be volking nagenoeg geheel meer dan 97 pCt. protestant maar niet gere formeerd is, en voor die wier bevol king overwegend meer dan 75 pCt. roomsch-katholiek is, verschillende gegevens verzameld. Deze gezament- lijke gemeenten hadden in 1889 na genoeg een gelijk getal zielen thans is de bevolking der eerstgenoemde met 4 pCt. verminderd, die der laatste met 17l/2 pCt. vermeerderd. Het ge tal huwelijken is ongeveer gelijkhet getal geboorten is in de protestante van 1890 tot 1899, 25, van 1900 tot 1909 20 pCt. van de bevolking; in dë tweede; grootendeels roomsche, van 1890 tot 1899 35, van J900 tot 1909 36 pCt van de bevolking, Er zijn gemeenten, waar de be perking van de vruchtbaarheid der huwelijken veel sterker is dan uit deze cijfers zou volgenhet ergst zijn in dezen Beets, Winkel, Twisk, Ouden dijk en Wijdenes, waar de procents- gewijze geboorte zelfs geringer is dan die in Frankrijk. In bijna geheel pro testante plaatsen als Broek-op Lange- dijk en Opperdoes, waar de geboorte 33 en 34 is» wonen v.elp gereformeer den. fn het Noordwesten van Friesland is een streek, waar de geboorien sterk dalenook in de groote steden is dit het geval (voor de jaren 1894, 1899, 1904 en 1909: te Amsterdam 33, 31, 28 en 24l/2> te Rotterdam 38, 37l/2, 35V2» 31V2 id 's Gravenhage 32, 30, en voortaan slechts de goden van den koning aanbidden. Alle volken heb ben den vrede boven den oorlog ver kozen en aan het bevel des konings voldaan, 4e H14nnen van Juda en zij, die in Jerusalem zijn achtergebleven." „Mannen van mijn volk 1" riep Ma- thathias naar voren tredend, „wat Apelles, de Syriër, daar zegt, is niet waar." „Zijt gij Mathathias, de priester?" „Ik ben het. In naam dergenen, die hier vergaderd zijn, zeg ik uGij liegt, Apelles! Geen rechtschapen Ju- daeër heeft geofferd Die het deden, waren eerlooze lafaards, welke slechts in naam, maar niet met hun hart bij ons behoorden „Mathathiaszeide Apelles op scherpen toon, „wat gij daar zegt, kan u en de uwen den kop kosten Gij spreekt stout, omdat gij ziet, dat ik slechts door weinig krijgsknechten ben vergezeld. Beveel ik echter, dan staan hier morgen duizenden. Wat hun overkwam, die weigerden te offe ren, is u bekend. Men heeft ze ge- geeseld, verminkt en aan het kruishout genageld. Diezelfde straf wacht ook ulieden, indien gij den koning bra veert. „Gij zijt de voorganger der gemeente, geniet aanzien en achting in deze stad en wordt gesteund door uwe zonen en broederen. Wat gij doet, doen de anderen u naprikkel hen niet tot nutteloozen weerstand tegen de overmacht, welke meer dan tien 29 en 27). Uit alles is het, volgens spr., duidelijk, dat het de vrijdenkerij is, die deze beperking in haar gevolg heeft. Het is de geest des tijds, die zich hier openbaart, en slechts zij die met Da Costa zeggen Zij zullen ons niet hebben, De geesten dezer eeuw, ontkomen aan dezen vloek, die de natie in alle opzichten schaadt. Spr. eindigde met den wensch, dat de vrijdenkers van allerlei pluimage zullen Inzien, dat, al mocht zelfs de beperking der geboorten in hun eigen tijdelijk belang zijn (hetgeen spr. trouwens bestrijdt), zij er het algemeen belang mede schaden. Gebruik makende van de gelegen heid tot het stellen van vragen en het maken van opmerkingen, deelt de heer dr. Blink mede, dat de voor de ge zondheid schadelijke veenbranden in ons land bijna niet meer voorkomen. Voorts merkte hij o.a. op, dat aan den zeekant de gezondheidstoestand blijk baar beter is, hij vraagt, of ook het krachtiger ras, dat zich daar heeft ge vestigd (Saksers) van invloed is op de gunstiger sterftecijfers. De heer Goedhart vraagt of in de kath. gem., waar de geboorten grooter in aantal zijn dan in de protestantsche, het met de sterftecijfers niet precies zoo is, in dat geval toch zou er niets bijzonders te concludeeren zijn ten aanzien van de vermeerdering van de getalsterkte van den een of den ande ren godsdienst. Ook veronderstelt hij, dat de mestvaalten, die men bij de nog steeds Frankische boerenwonin gen in het zuiden vindt, van ongun- stigen invbed op den gezondheids toestand kunnen zijn. De heer van Maanen vraagt naar den invloed van groote, gezamelijke verhuizingen van eene naar de andere plaats, hetgeen gewoonlijk geschiedt door jonge gezinnen. In zijn antwoord verklaart de heer Ramaer niet te gelooven aan ras-in vloed, de rassen zijn in ons land veel te veel vermengd dan dat daar omtrent iets in de statistieken kan blijken. Zeer zeker is de sterfte in de katho lieke gemeenten, waar de geboorte hoog is, eveneens hoog. Toch loopt in de gezonde streken, waar Katho lieken wonen, de boogere geboorte de hoogere sterfte veel vooruit. Hij blijft dus bij zijn slotsom, dat de kunst matige kinderbeperking hier van groo- fefj invloed is. Hij voegt erbij, dat de verminderde geboorten dan' ook slechts van de laatste jaren dagteekent. Eenigen invloed kunnen de mest vaalten hebben, maar geen groote. Ook aan het verhuizen kan de re denaar geen grooten invloed toeschrij ven. De heer van Maanen verduidelijkte, dat hij bedoelde met verhuizingen de landverhuizing over onze grenzen. Heeft deze geen invloed? De heer Ramaer gelooft, dat die tofeh te klein is om invloed te hebben. De heer Blink, die daarvan een af zonderlijke statistiek heeft gemaakt, beaamt dit en zegt, dat vooral de or thodox-gereformeerden landverhuizen, de Katholieken bijna niet. De fungeerende voorzitter, de heer Brandes, dankt den redenaar en spreekt voudig in de handen van onzen ko ning berust. Breng den uwen niet den dood, maar den vrede. Ga hen voor en volvoer 's konings bevel. Gij en de uwen zullen daardoor vrienden van onzen souverein worden, die u en uwe zonen eeren en met rijke ge? schenken overladen zal. Zie om u heenHet leven van allen, die u dierbaar zijn, ligt in uwe hand. Blijft ge een jood! dan sterft ge; woid: ge een Syriër dan wacht u het geluk! Ik heb gezegd!" „En ik zal niet zwijgenriep Ma thathias, „wanneer ook alle volken van dit rijksgebied den koning ge hoorzamen en iedereen van den gods dienst zijner vaderen afvalt dan zullen toch wij, ik, mijne zonen en mijne broederen en allen, die hier vergaderd zijn, wandelen volgens het verbond onzer vaderen God beware ons, dat wij de wet en de voorschriften zou den overtreden Kunnen wij niet leven in den dienst van Jehova, dan kunnen wij toch sterven in zijnen dienst. Meld den dwingeland, dat gij in Modin mannen hebt gevonden en geen Grieksche slaven „Uw laatste woord, joodriep Apelles vertoornd. „Wij zullen niet luisteren naar de woorden des konings en van onzen godsdienst noch naar links noch naar rechts afwijken „Genoeg gepraat 1" schreeuwde Apel les en stampte driftig op den grond. „Gij weet, dat u hetzelfde lot te wach-

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 5