No. 73. Zaterdag 18 Februari 1911. 2e Jaargang Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Uichting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Geiitschestraat C 7 te Hulst. W? Stichter: H. A. van Dalsum. Geiitschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. t Aloysiiis Ylassenrood. Uit De Vrije Klok van Ninove. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertenfciën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Na langdurige sleepende ziekte overleed hij Zondagavond laat nog onverwacht, en als deken Brouwers kwam was hij nagenoeg reeds overleden. Woensdag werd hij onder veel belangstelling begraven en werd hem door Apollo, waarvan hij lid en knaap was geweest, de laatste eer gebracht van sterfhuis naar kerk en van kerk tot begraaf plaats. Op de begraafplaats herinnerde de heer Claassen, de voorzitter van Apollo, dat de jeugdige vriend in zijn kort leven zooveel heeft geleden, ook naar de ziel, en wij mogen vertrouwen, dat hij in de eeuwige heerlijkheid is ingegaan, en zong Apollo een afscheidlied. Hij werd nog geen 23 jaar, was een brave, godsdienstige jongen, lid van de H. Familie, van den R. K. Volksbond en van het Kruisverbond, zoon eener arme weduwe, die nu door hem voor de derde maal een zoon verloor allen op ongeveer den zelfden leeftijd. Omdat hij de Volkswil rond bracht in Hulst, doch in het laatste half jaar deed zijn broe der het voor hem, en deken Brou wers, ondanks herhaaldelijk huis bezoek, moeder en zoon niet kon overhalen dit rondbrengen op te zeggen, werd aan hem en aan zijne moeder bij gelegenheid van Paschen het Paaschhouden ge weigerd. Verder werd hij daarom als lid van den R. K. Volksbond en het Kruisverbond geschrapt. Was tegen zijn kwaal geen kruid ge wassen, deze drie handelingen hebben zijne levensdagen verkort. Aan Deken Brouwers is, wegens die Paaschweigering aan den uit- terenden jongeling, door velen en door ieder goedgezinde een grief gemaakt, zijn geweten heeft hem blijkbaar geen rust gelaten, en hij kwam dan ook er toe den jongeling te bezoeken en hem te zeggen, dat hij de H. Sacramen ten zou kunnen ontvangen. Maar hij weigerde dit, indien dit ont vangen niet tegelijkertijd werd toegestaan aan zijne moeder, doch tot dit laatste gaf deken Brou wers niet zijn woord, omdat hij alleen het sterfuur zag naderen van den zoon en niet van de moeder, en hij daarom zijn hoofd nog niet wilde buigen voor zijne daad jegens de moeder. Eenige weken echter voor zijn dood ontving Aloysius op zijn eigen verzoek de H. Sacramenten, waarover deken Brouwers zich verheugde ter wille van de rust van zijn eigen geweten. Dat Aloys Hierboven in genade is aangenomen is menschelijker- wijze gesproken wiskundig zeker, omdat hij zoo onschuldig heeft geleefd en gestorven, steeds in eene goede godsdienstige gestel tenis. Hij is als martelaar gestorven voor de Volkswil, en hij staat daardoor voor Gods troon om God, Die barmhartig maar ook rechtvaardig is, te herinneren aan Zijn woord, dat het eene wraak roepende zonde is weduwen en weezen te verdrukken. Hij, de onschuldige jongeling, heeft zijn aardsche moeder verla ten, totdat ook zij zich weder zal vereenigen met haar man en voor gegane kinderen, maar is door zijne Hemelsche Moeder ontvan gen, en heeft aan Haar en Haar Hof medegedeeld, wat hier is ge daan tegen het blad, dat door zijn stichter is gesteld onder Hare bescherming. De Volkswil, die slechts trotsch is tegen haat en logen, is klein met de kleinen en de nederigen van harte. Is aan Aloysi door den hoog moed en de liefdeloosheid leed aangedaan, wij eeren dezen klei nen dezer vyereld als een vriend, en des te meer eeren wij hem als een vriend, omdat hij geleden heeft om ons. Hulst, H. A. VAN DALSUM. 15 Febr. 1911. Het vonnis in zake het valsche ambtsrapport. o In het bijvoegsel van dit nummer hebben we het vonnis der Rechtbank van Middelburg in zijn geheel opge nomen. Onze lezers zien er uit, dat met geen enkel woord is overwogen, of het ambtsrapport van burgemeester van Waesberghe al of niet valsch of lasterlijk is. Er is alleen overwogen, dat wij het rekest aan de Koningin „geheel onnoodig" in de Volkswil hebben geplaatst, en door dit „geheel onnoodig" in de courant plaatsen van dat rekest hebben wij „smaad gepleegd tegen een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening zijner bediening." En dit nog wel tweemaal, hoewel in Recht of Krom geen naam noch zinspeling op een naam in voorkomt. Mochten wij voor dit belangrijke feit in de gevangenis moeten, ons goed maar natuurlijk liever niet, dan zal dit alleen strekken om een nieuw artikel te plaatsen op ons werkpro gram, als wij eens mochten worden wat op het oogenblik het verlangen des volks is lid van de Tweede Kamer (volksvertegenwoordiger). Dan zou dit artikel luiden afschaf fing van ambtsrapporten over beklaag den door. niet direct justitiebeambten. Er is eenige jaren terug moord en brand geschreeuwd over de „fiches", bestaande in het indienen door en van uit geheime clubben, van geheime rapporten omtrent menschen, die in Frankrijk eenig ambt bekleeden of daartoe zouden willen komen. Maar welk verschil is er nu eigentlijktusschen de „fiches" en tusschen geheime ambts rapporten van burgemeesters over be klaagden Wij zien het verschil niet in, en dit des temeer, omdat de wet geen ambtsrapporten over be klaagden met name kent. De bedoeling van onze vijanden is eenvoudig deze, en trouwens ieder weet het wel behalve de Justitie die het niet ziet, dat zij niet gaarne zou den zien, dat wij Kamerlid werden, en daarvoor hebben zij waarschijnlijk reden. Daarom willen zij alles in het werk stellen, om ons vóór de Kamer verkiezing van 1913 te vernietigen, hetzij als notaris, hetzij door veroor deelingen die zouden medebrengen ons te ontzetten uit onze burgerlijke rechten. Velen van onze vrienden zijn dan ook bevreesd, dat onze'vijanden hierin op den duur zouden kunnen slagen. We willen daarom zeggen een woord van geruststelling: nooit of te nimmer zollen onze vijanden hun doel be reiken. Ten eerste zijn wij geheel in Gods hand, en ten tweede staat er geschre ven wie voor een ander een kuil graaft, valt ei zelf in. Zij kunnen ons wel plagen, zij kun nen ons finantieele schade.berokkenen, maar daarbij blijft het. En wij blijven intusschen wie wij zijn, terwijl eenmaal op onze vijanden en benijders hel woord zal toepasselijk zijn van den Psalmist: Ik ging langs en zij schenen iets te zijn. Ik kwam terug, en hun plaats werd niet meer gevonden. In de Volkswil no. 69 heeft ge- staaü onder de rubriek Ooievaar Uit Bo8chkapelle, Stoppeldijk veer: Omdat die fijne katholieken, die bestuurslid der Mariavereeniging en H. Familie zijn, zulke zedekwet- sende kaarten op de post doen. Waar het hart vol van is, loopt de mond van over f 0 25. Een vriend deelde ons mede, dat dit Ooievaartje ontstemdheid heeft verwekt, niet zoozeer als het op één persoon zou wijzen, want dan moest die alleen het zich aantrekken, maar zooals het daar stond in het algemeen is het een slag in het ge zicht van het geheele bestuur van de Mariavereeniging en van de H. Familie en daardoor van deze ver- eenigingen zeiven De bedoeling van den inzender is geweest op een enkelen huichelaar de aandacht te vestigen, maar niet op anderen. Het doet ons daarom leed, dat de woorden, door verder te gaan dan de bedoeling, een verkeerden indruk hebben gemaakt. Hoewel alles wat onder Ooievaar staat eigenlijk buiten ons omgaat, zoo achten wij ons daarvoor ver antwoordelijk, door niet voldoende te hebben nagezien wat geplaatst zou worden. Wij bieden daarom aan hen, die het zich hebben aan getrokken, aan onze verontschuldi ging en de betuiging van ons leed wezen. Nu we het er toch over hebben willen we zeggen, dat Mariaveree niging en H. Familie vereenigingen zijn, die ons sympathiek zijn, gelijk trouwens ons sympathiek zijn alle vereenigingen en pogingen, die voor doel hebben verheffing van zeden, vermeerdering van godsdienstkennis en verbetering van volkswelvaart. Deze allen kunnen steeds rekenen op steun van de Volkswil, gelijk zij ook zegt in haar Program van Actie Gij Volkswil wees trotsch Slechts tegen haat en logen Gij Volkswil wees een Met elk nederig pogen. Wij hebben er ook wel eens over gedacht om de rubriek Ooievaar af te schaffen. Maar zoolang het ge meentebestuur van Graauw en het Armbestuur en de Pastorie van Graauw jegens den ouden sukkelaar aan de Kaai geen bewijs van naas tenliefde wenschen te geven, zoo lang zullen we de rubriek laten bestaan Zij is een voortdurend protest tegen de autoriteiten van Graauw, en tegelijkertijd voor komt de rubriek veel kwaad uit vrees, dat het gedane kwaad onder den Ooievaar bekend zal worden gemaakt. H. A. VAN DALSUM. O Met dit Democratisch Orgaan uit het Land van Aalst heeft de Volkswil een ruilnummer. Het onderstaande artikel, ondertee kend Frans Cobbaert, in het no. van 12 Februari nemen we over, omdat er in sprake is van eene volksgedachte in Vlaanderenland, dat de Vlaamsche Rechtbanken lieve vriendjes kennen ten opzichte van gewetenlooze boos wichten van „hoogen" stand, dat wil dan zeggen, van een stand niet hooger staande op het gebied van godsdienst en goede zeden, maar van een stand van meer geld in de portemonnaie. Vlaanderen is niet diep gezonken, maar aan het volk van Vlaanderen beginnen de oogen open te gaan voor wat vroeger ook gebeurde, maar vroe ger werd het niet door het Vlaamsche volk opgemerkt, omdat dit door eeuwenlange onderdrukking door zoo genaamde patricische en fransch spre kende families, die zich daardoor bui ten het „volk" hielden, zich had aan gewend niets te zien en te begrijpen wat niet direct het eigen huisgezin aanging. En dan nog was men ge woon te zwijgen en zich nog gelukkig te gevoelen, als men niet door zijn gelijke maar door een „heer" werd doodgetrapt. Ditzelfde gold in ons goede Zeeuw- sche deel van het oude Vlaanderen. Maar de tijden beginnen te veranderen, de oogen gaan open. En gelijk wij voort zullen gaan, ondanks alles, met de oogen te openen, opdat de bevol king leert met eigen oogen te zien en te begrijpen, zoo zien wij zoo gaarne, als ook Vlaamsche bladen in deze zelfde richting arbeiden. Het Vlaamsche Volk is een volk dat verdient te worden bemind, dat ver dient dat de echte Vlaamsche geest van zacht en vroolijk in dagen van vrede, van taai en geduldig in dagen van beproeving, van moedig in dagen van strijd, weder opbloeit en zich ont wikkelt, opdat het fiere Vlaamsche Volk weder wordt een volk van eer en van deugd. Na verloop van tijd zullen de zaken zich moeten ontwikkelen in deze rich ting, dat ons deel van Zeeuwsch- Vlaanderen met Waas en Aalst één lijn gaat trekken. In deze drie land streken zijn de ongerechtigheden, die in den loop der tijden zijn opgehoopt, geworden een berg, die ten Hemel reikt en de wraak des Hemels af roepen. Als de ongerechtigheid ten koste van het volk is opgestegen tot het Heiligdom en de Rechtspraak, dan is de beker des gedulds des Allerhoog- sten vol, en komt Zijn woordtot hiertoe en niet verder. Vrienden van Aalst en Ninove: Hulst biedt U de broederhand. Ieder op eigen terrein en op zijne wijze zoo zullen wij arbeiden tot heil van het goede Vlaamsche Volk. Wij luisteren naar wat gij doet, wij luiste ren naar wat Waasland doet, en gij luistert naar ons. Zoo zullen langzamerhand de harten elkander naderen. Niet van boven naar beneden, maar van beneden naar boven is het heil te verwachten, dat brengt verheffing van het volkskarakter en van de zeden. Wij laten nu volgen het artikel uit de Vrije Klok. —o Wat is er van Vlaan deren geworden Wanneer wij eenige jaren in het verleden terugblikken, moeten wij be- statigen dat Vlaanderen, onze streke, aan de spits stond van de andere streken van ons land, voor wat rust en goede orde betreft en niet zonder reden waren onze ouders en onze voorouders er fier op dat zij de bewoners waren van dat dierbaar Vlaanderenland. Vroeger was er op dat brokje land, ondanks de nijpende armoede die er heerschte en die er op sommige plaat sen nog in zwang is, rust en kalme vrede want euveldaden en schelmstuk ken, aanslagen en diefstallen, ook die onmenschelijke slemperijen als op onze dagen waren hier om zoo te zeggen gansch onbekend. Wel trof men hier of daar een vagebond of landlooper aan die door de zachtaardige menschen geschuwd en gevreesd werd maar op verre na zag men niet de gruweldaden gebeuren welke tegenwoordig ons Vlaanderen, nu langs hier, dan langs daar, in rouw en verslagenheid dom pelen en maar al te dikwijls onzen dierbaren grond met onschuldig bloed besmeuren. Ook dan geschiedde er recht waar recht gevergd werd. Die verderfelijke huizen der ontucht trof men pók niet aan ais ten huidige dage waar gemeene en verdorven schepsels zich bezig houden met de met driften beladen menschheid in hunne netten te vangen en waar men den naam en de eer bezoedelt en waardoor niet alleen twist en krakeel komt in de huisgezinnen maar waaruit veeltijds de vreeselijkste drama's volgen. En nu, wat gaat er van Vlaanderen geworden Moesten wij twee jaren achteruit

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1