De Kiezerslijst.
No. 72.
Zaterdag 11 Februari 1911.
2e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Gentschestraat C 6 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
60 op één dag-.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maandon
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25.
Wij herinnerendat de loon-,
huur- en spaarbankkiezers vóór 15
Februari naar het gemeentehuis gaan
om zich als kiezer aan te geven.
Waarschijnlijk zal er in 1911
en in 1912 geen verkiezing zijn
voor Staten of Kamermaar eens
op de lijst blijft gemakkelijker op
de lijst.
Omdat wij er geen Kiesvereeni-
ging op na houdenmoeten alle
vrienden zelven Kiesvereeniging zijn,
en dit is ook het ware, omdat op
deze wijze de ware Volkswil tot zijn
recht komt.
Oorspronkelijk maakte het deel be
westen de Braakman een deel uit van
het Vrije, dat zich verder uitstrekte in
het westen van West-Vlaanderen, en
welk Vrije uitmaakte een der vier
Kwartieren van het Oude Graafschap
Vlaanderen. Dit westelijk deel was
in dien tijd veel in strijd en in ver
bond met Brugge.
Het oostelijk deel, beoosten de
Braakman, maakte uit het deel van de
Vier Ambachten Hulst, Axel, Bouchoute
en Assenede, waarvan de twee eerste
tot Zeeuwsch-Vlaanderen de twee
laatste tot Belgisch Vlaanderen behoo-
ren. De geschiedenis der Vier Am
bachten is in strijd en in verbond
veel verbonden met Gent.
Deze toestand bleef zoo in groote
lijnen tot aan strijd tusschen Neder
land en Spanje, ondanks vele staat
kundige beroeringen en geweldige
veranderingen door de natuurkrachten,
welke laatste de plaatselijke gestelte
nis voortdurend deden veranderen.
Op 29 Januari 1579 kwam te Utrecht
tot stand de Unie van Utrecht, waar
toe op 1 Februari 1580 toetraden
Brugge en het Land van den Vrije.
Bij placaat echter van de Staten-Ge-
neraal van 4 Juni 1584 werden Brugge
en de Landen van den Vrije als vijan
den verklaard van de Unie wegens
het tractaat met Parma, waardoor zij
zich van de Unie hadden losgemaakt.
Biervliet, Neuzen en Axel kwamen
in 1584 tot 1586 door verovering
aan de Unie van Utrecht, en bij eene
op 25 Oct. 1600 door de Staten-Ge-
neraal goedgekeurde overeenkomst
worden deze drie plaatsen vereenigd
tot eene Unie, en kwam onder het
beheer eener Commissie uit de Staten
van Zeeland (Committimus). Deze
bizondere toestand bleef tot 1792.
In 1604 werden Sluis en het verdere
noordwestelijk deel van het Oude
Vrije door verovering gebracht tot de
Unie, en kwam voor zaken van pol
der en waterwegen onder een College
te Sluis.
In 1645 komen Sas van Gent, Hulst
en Hulsterambacht door verovering
aan de Unie.
Wal door verovering was verkre
gen werd in 1648 door den Vrede
van Munster aan de Unie afgestaan,
en daardoor de rechtstoestand gebo
ren, dat het nu Zeeuwsch-Vlaanderen
eigendom werd van de Geünieerde
Provinciën.
Z.-Vl. werd echter niet een deel van
Noord-Nederland, het was eene bezit
ting van Noord-Nederland. Van deze
bezitting hadden het deel van het Oude
Vrije en het Committimus een soort
zelfbestuur onder toezicht van den
Raad van Vlaanderen te Middelburg,
doch Hulst had een Gouverneur, uit
naam van de Unie, waardoor Hulst en
omgeving meer dan het overige als
wingewest werden geregeerd.
Bij het Vredesverdrag van 's Gra-
venhage van 16 Mei 1795 werd het
nu Zeeuwsch-Vl. afgestaan aan Frank
rijk.
Bij een besluit van de Nationale
Conventie van Frankrijk van 14 fructi-
dor, 3de jaar werd het nu Zeeuwsch-
Vl., hoewel het deel zou uitmaken van
het departement van de Schelde, voor-
Ioopig onder eene afzonderlijke admi
nistratie gehouden, en werd dit ge
deelte verdeeld in vijf kantons, n.l.
Sas van Gent, Sluis, Oostburg, IJzen-
dijke en Hulst.
Dit besluit werd gewijzigd door een
besluit van 13 Februari 1796, waarbij
het nu Z.-Vl. geheel en al een deel
werd van het Schelde-departement met
hoofdplaats Gent, en het werd daarbij
verdeeld in de vijf kantons Hulst, Axel,
IJzendijke, Oostburg en Sluis.
Bij den vrede van Parijs van 30 Mei
1814 herkrijgt Frankrijk zijn oude
grenzen, en door het Verdrag, door de
Verbondenen op 23 April 1814 met
Frankrijk gesloten, wordt o. a. het nu
Z.-Vl. in handen gesteld van de Ver
bondenen, die het in handen stellen
van den Souvereinen Vorst, onze latere
Koning Willem I.
Bij voorloopig verdrag van Juni
1814 te Londen tusschen Rusland,
Pruissen en Engeland gesloten, werd
besloten tot volkomene ineensmelting
van Nederland en België, doch „daar
de vereeniging geene plaats kon heb
ben vóór de stellige beslissing aller
groote Mogendheden die te Weenen
een Congres tot regeling der Euro-
peesche Zaken stonden te openen"
aanvaardde de Souvereine Vorst der
Vereenigde Nederlanden, als ter voor
bereiding van dien gewichtigen stap,
eerst als Gouverneur-Generaal het be
wind over België.
Bij de Grondwet van 29 Maart 1814
wordt in art. 53 bepaald, dat het Ne-
derlandsche Volk bestaat uit de Inge
zetenen der Provinciën enz., welke te
zaïnen het tegenwoordige grond
gebied der Vereenigde Nederlanden in
Europa uitmaken, en in art. 54, dat
Zeeland behoudt hare oude grensbe
palingen, terwijl tot Braband voorloo
pig zouden behooren de oude Genera-
liteits-Landen, dus o. a. ook het nu
Zeeuwsch-Vl.
Bij de wet van 20 Juli 1814 ver
klaart de Souvereine Vorst, ter uitvoe
ring van art. 55 Grondwet 1814, dat
het nu Z.-Vl. een deel zal zijn van de
provincie Zeeland.
Bij de Grondwet van 24 Augustus
1815 (die van 1814 gold voor Noord-
Nederland, deze geldt voor het ver
eenigde Nederland in België) wordt
bepaald in art. 2 dat de provinciën.
Zeeland behouden hare tegenwoor
dige grenzen. En dat de provinciën
Oost-Vlaanderen (Departement van de
Schelde)... behouden de grenzen van
die Departementen.
In artikel 1 van het tractaat van
1839, te Londen gesloten tusschen de
Nederlanden, Oostenrijk, Frankrijk,
Groot-Brittanië, Pruissen en Rusland,
en waardoor België en Nederland wor
den gescheiden, wordt bepaald
Het Belgisch grondgebied zal sa
mengesteld zijn uit de provinciën
Oost-Vlaanderen zoodanig als de
zelve behoord hebben tot het, in 1815,
gevestigde Koninkrijk der Nederlanden.
Wat is nu de zaak, en het is wegens
deze zaak, waarom we het voorafgaande
hebben geschreven
Tijdens de Grondwet van 29 Maart
1814 behoorde het nu Zeeuwsch-Vl.
nog steeds tot Frankrijk, en dit krach
tens het tractaat van 1795 tusschen
Nederland en Frankrijk. Daardoor kon
die Grondwet niet gelden voor het
nu Zeeuwsch-Vl., want eene wet noch
Grondwet gelden buiten de lands
grenzen.
Nu bepaalt de Grondwet van 1815
datZeeland en Oost-Vlaan
deren (Departement van de Schel
de) behouden hunne tegenwoordige
grenzen. Het nu Zeeuwsch-Vl. maakte
echter deel uit van het Departement
van de Schelde. Wel bepaalde de wet
van 20 Juli 1814, dat het nu Zeeuwsch-
Vl. bij Zeeland was gevoegd, maar op
20 Juli 1814 waren de Franschen nog
in Z.-Vl. en met name in Hulst, zoo
dat van die bijvoeging bij Zeeland
feitelijk niets kv^am, en feitelijk ook
nog na 20 Juli 1814 het nu Zeeuwsch-
Vl. deel uitmaakte van het Departe
ment van de Schelde (Oost-Vlaande
ren). En hierbij komt nog dit, dat op
20 Juli 1814 nog niet door het Con
gres van Weenen, bijeengekomen
tot regeling der Europeesche aan
gelegenheden, definitief was gere
geld wat zou geschieden met de se
dert 1792 door Frankrijk verkregen
en bij het verdrag van 23 April 1814
in handen van de Verbondenen ge
stelde landen, waartoe dus ook be
hoorde het nu Z.-VL, in 1795 aan
Frankrijk atgestaan, en die aan Willem
I een deel dezer landen niet als Sou-
verein Vorst maar als Gouverneur-
Generaal in beheer gaven.
Definitief was dit eerst geregeld
door het tractaat van Weenen van 31
Mei 1815, waarbij Holland en België
werden vereenigd, en de vereeniging
uit krachte van dit tractaat werd door
het tractaat van 1839 ontbonden.
Daardoor kon de wet van 20 Juli 1814,
uitgevaardigd vóór 31 Mei 1815, alleen
gegrond zijn op bezit door oorlogs
recht maar niet op tractaatrecht, en het
is eerst door tractaatrecht, dat een
bezitsrecht een eigendomsrecht wordt,
zooals het ook is gegaan in 1648 door
het tractaat van Munster.
Bij het tractaat van 1839 wordt
verwezen naar den toestand van 1815.
Volgens dezen toestand van 1815 be
hoort grondwettelijk Zeeuwsch-Vl. tot
Oost-Vlaanderen, en dus zou Z.-
Vl. krachtens het tractaat van 1839 tot
België behooren.
Het feit is echter anders Z.-Vl. be
hoort feitelijk tot Nederland.
Onze gedachte is deze dat bij het
Londensche tractaat van 1839 eigent-
lijk aan Zeeuwsch-Vl. niet is gedacht.
En deze gedachteloosheid is tot op
den huidigen dag de politiek van
Nederland jegens Zeeuwsch-Vlaan
deren.
Zou soms in de Ministriëele depar
tementen van 's Gravenhage een niet
openbare gedachte wonen, dat Neder
land naar de letter van de
t r a c t a t e n geen recht heeft op
Zeeuwsch-Vlaanderen -
Deze gedachte is, in een zachten
vorm, eens uitgesproken door den reeds
eenige jaren terug overleden Minister
van Justitie, mr. van der Kaaij, en wel
in een particulier gesprek, waarin hij
Z.-Vl. noemde „onze overzeesche be
zitting."
Dat Zeeuwsch-Vlaanderen van wege
de Nederlandsche Regeering slechts
als eene bezitting wordt beschouwd
is iets, dat niemand die de feiten kent
durft te ontkennen. En dat de Neder
landsche autoriteiten dit bevestigen,
wordt bewezen door de houding, die
zij tegen ons aannemen, en wel tegen
ons, omdat wij niet met praatjes maar
door daden willen komenvan een
stelselmatig arm gehouden tot een wel
varend Zeeuwsch-Vlaanderen met een
welvarend achterland van Belgisch-
Vlaanderen. Die Nederlandsche auto
riteiten stellen ons daarom buiten
het gemeene recht, maar hierdoor
leveren zij met de daad het bewijs
dat Zeeuwsch-Vlaanderen is eene be
zitting en niet een deel yau Neder
land.
In het boekje Kroondomein, vele
malen in de Tweede Kamer behandeld,
schreven wij aan het slot
„Zeeuwsch-Vlaanderen is door de
„Prinsen Maurits en Frederik Hendrik
„aan Nederland gebracht. Dat Ko
ningin Wilhelmina er brenge het
„recht."
De politieke autoriteiten van Neder
land gaven antwoord op dezen wensch
door tegen beter weten in het is
door ons aangetoond in Toestand op
het Kroondomein voor te stellen,
alsof onze stellingen anders waren
dan ieder ze kon lezen.
De andere autoriteiten van Neder
land gaven en geven antwoord op
dezen wensch door ons te vervolgen
en te schaden. Wat eerst slechts
werd ingezien door enkelen wordt
door de houding der Nederlandsche
Justitie tegen ons ingezien door ge
heel de bevolking. De Nederlandsche
autoriteiten spelen daarom hoog spel.
H. A. VAN DALSUM.
Men weet, dat de Zeeuwsche Koe
rier dit is geworden nadat het biad
voor geld of goed of beloften van de
volkspartij was overgeloopen tot de
rentmeesterspartij.
En wat in Sas van Gent, waar dit
blad verschijnt, eiken Donderdag wordt
opgemerkt, is, dat de uitgever van
dat blad dan gaat naar de pastorie,
om, zooals ieder vermoedt, de druk
proef door pastoor Joossen of zijn
kapelaan te laten nazien.
Wij mogen dus veronderstellen, dat
de pastorie kennis draagt van de
schandelijke stukken, die nu en dan
in dat blad verschijnen, en door dit
kennis dragen wordt eens te meer
bewezen, welk een juiste menschen-
kennis onze Paus Pius X bezit door
een dergelijk bedrijf aan zijne prie
sters met de meest uitdrukkelijke
woorden te verbieden.
Wij geven aan onze lezers in over
weging het volgende stukje te proeven,
dat de Z. K. heeft in zijn no. van 4
Februari, en dan tegelijk zich te her
inneren dat uitdrukkelijk verbod des
Pausen.
Van tV Alsem.
Ik ben tegenwoordig de planten
kunde aan 't bestudeeren.
Den Iaatsten tijd heb ik veel gele
zen van 't Alsemkruid. Dat is eigen
lijk onkruid.
En wel een onkruid dat zeer bit
ter is.
Van daar zegt menzoo bitter als
d' Alsem, of wel 't smaakt naar d' Alsem.
Uit dat Alsemonkruid maakt men
een drank namelijkde Absinth.
Die Absinth welke dus van d' Al
sem komt, is een zeer sterke drank,
die spoedig dronken en opgewonden
maakt. Ja, als men hem voortdurend
gebruikt, dan komt men in een toe
stand die veel gelijkt op dien van
iemand die van „Lotje is getikt." Men
maakt ruzie met iedereen en scheldt
ei maar op los. Men noemt dat di-
lirium of absinthisme.
Wanneer je dus alles slikt wat van
d' Alsem komt dan wordt je dronken
en opgewonden. En 's anderdaags
als je weer nuchter bent, heb je haar
pijn en.... bittere spijt. En je gemoed
wordt als d' Alsem.
Daarom burgers, boeren en arbei
ders 1 d' Alsem is een onkruid en wat
er van voorkomt is hersenvergif 1
Slikt dus niet te veel van d' Alsem
anders loopt het mis met je, hoorl
IDEM.
O
Dinsdagmorgen vertrokken van uit
Hulst dus uit Hulst en de naaste
omgeving zestig mannen, om te
gaan arbeiden op een kanaalwerk in
Zuid-Holland of in de Duitsche nij
verheid. Deze allen zouden liever
hier zijn gebleven, als hier maar werk
en brood was te vinden, maar dit is
niet zoo.
Is dit enkele nuchtere feit nog niet
voldoende om de oogen te openen
van onze benijders, opdat zij met ons
zullen gaan samenwerken om hier te
komen tot een beteren toestand
Als een dergelijk feit nog niet in
staat is om de oogen te openen, dan
vreezen we dat de oogen zullen ge
opend worden door donderslagen.
We verwijzen naar het artikel „De
Nederlandsche politiek jegens Vlaan
deren" in ons no. van 3 December,
gezonden aan alle Kamerleden en aan
de Zeeuwsche autoriteiten en aan de
Nederlandsche regeering.
Over eenigen tijd zullen wij, als de
toestand volledig is bezien het
hoofdartikel van heden is een onder
deel van den toestand een ont-
werp-overeenkomst geven tusschen
Nederland en België, ontwerp, dat zal
worden een deel van ons toekomstig
program.
Het Vrije "Woord voor
Abonnés.
Mijnheer de Redacteur
Hulst, Februari 1911.
Is mij gegund een klein plaatsje
onder het Vrije Woord, dan bij voor
baat mijn dank.
Welnu dan geachte lezers van de
Volkswil en vrienden van den weled.
heer H. A. van Dalsum, ik wil u dan
eens melden, dat niet alleen van Dalsum
geld waard is, maar ook zijn kaartjes
met zijn portret er op schijnen veel
geld waard te zijn. Er is mij mede
gedeeld, dat een zekere heer van de
club er een armen man, die er een
had, f2.50 voor wilde geven als hij