e Volkswil De Nataur-Geaeesheer. Judas de Volksvcrachtcr, BIJVOEGSEL van van 28 Januari 1911. Rechtszaken. Van alles wat. Mengelwerk. De Munt. 54 FEUILLETON. maakt door middel van Stempels, die naar de origineele matrijs, doof een artist gegraveerd, vervaardigd worden, en voor elke teekening bestaat er slechts één matrijs. Hiernaar wordt door enorme drukking onder een stempelpers een drevel gemaakt, die op zijn beurt voor de vervaardiging van |de muntstempels dient, waarvan er één slechts 70000 munten kan stempelen. Dit is in korte trekken een over zicht van de verschillende bewerkin gen, die de millioenen munten onder gaan, die elk jaar op de Munt ver vaardigd woiden. Arr.Rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 20 Januari de volgende vonnissen uitgesproken C. L. M., oud 59 j.. paardenkoop man te Clinge (Kapellebrug), is we gens het niet voldoen aan het bevel van een ambtenaar veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis. E. v. d. Wt, oud 29 j., J. J. v. D., oud 27 jC. J. v. D., oud 26 j., P. v. D., oud 26 j., F. S., oud 24 j., werklieden teflSt. Ja steen, zijn wegens mishandeling van een ambtenaar, ieder veroordeeld tot 1 maand gevang. L. d. W., oud 18 j., landbouwers knecht te Groede, is wegens strooperij met een wagen, veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen hecht. E. R., oud 32 j., en G. B., oud 21 j., fabrieksarbeiders te Westdorpe, beklaagd van meineed, zijn yrijge- sproken. O— Waar is de kindersterfte het grootst Voor 80 jaren was Noor wegen het land van Europa, waar het meest gedronken werd Bijna ieder huis had zijn brouwerij. Van de 1000 zuigelingen stierven ongeveer 300, vóór ze het eerste levensjaar bereikt hadden. Noch woningnood, noch tuberculeuse koeien, noch de onwil van moeders om haar kinderen te zoogen, noch een uitbreiden der industrie kunnen hiervoor verantwoordelijk gesteld worden. Na 80 jaren lange flinke geheel- onthoudingspropaganda, is Noorwe gen het meest nuchtere land van Europa geworden. De sterfte onder de zuigelingen is in dien tijd op 80 k 90 per duizend gedaald. Een nieuw krachtig en gezond geslacht is op gegroeid. F. P. C. o LETTERKUNDE. Paula: „Wie is er bij mama?" Ella „Een dichter." Paula: „Wat is een dichter?,, Ella „O dat is Iemand van wien je weten moet, wrnneer hij geboren en gestorven is." o Trek naar Duitschland. Men schrijft ons De Commissaris de Koningin in Gelderland heeft het vorige jaar ruim 6100 bewijzen van Nederlandschap af gegeven ten behoeve van personen die in Duitschland werken. Het is treurig da t zooveel flinke arbeiders, die gaarne het zwaarste werk willen verrichten, in hun eigen omgeving toch maar geen werk kun nen vinden. Zou de Nederlandsche Regeering daartegen nu volstrekt niets kunnen doen En ook rijke particulieren zouden iets kunnen ondernemen. In Kerk-driel en omstreken b.v. zijn een menigte werkkrachten; die streek, waar zooveel suikerbieten geteeld wor den, zou zich uitstekend leenen, voor suikerfabriek, enz. Nu moeten die arbeiders of wel leeg loopen, of wel zij zijn gedwongen naar Duitschland te gaan. En welk werk wordt dan aan onze landgenooten, in Duitsch land gegund Msb. —o Het was ten tijde van den koning Hendrik IV, omstreeks het jaar 1600. Een klein dorp in het Noordelijk deel van Frankerijk was in rep en roer. De oorzaak daarvan had tot middel punt een schitterende karos, waaruit men rijk gekleed adelijk heer in uni form zag stappen bijna het geheele dorp was, door nieuwsgierigheid ge dreven, komen toeloopen, teneinde het fijne van de zaak te vernemen. De toedracht der zaak was de volgende: Zijne Heerlijkheid, de boomlange lord Law- fitt. gezant van Engeland bij het hof van den koning van Frankrijk had tijdens zijne reis een stijve nek be komen, wat hem zeer veel last ver oorzaakte voorai het schudden van het rijtuig was voor hem onuitstaan baar en daarom liet hij hier stilhouden en bewees het dorp de eer uit te stappen. Zoodra de herberghier den kranke en diens dienaar in het oog kreeg, riep hij dadelijk uit, terwijl hij zich van genoegen de handenj wreef, „Aha, u komt om zich door Fleurot te laten genezen „Fleurot wie is Fleurot vroeg de Engelsche man verbaasd. „Neen, ik kom hier alleen om den nacht door te brengenmorgen zal ik mijne reis voortzetten. Ik wil mij hier niet laten genezen." Bij deze woorden wierp hij hoog moedige blikken rondom zich en spuwde op den grond. „Zooals Uwe Heerlijkheid beveelt ik wil u evenwel toch zeggen, dat Fleurot er steeds duizenden heeft ge nezen" waagde de herbergier te zeggen. Om met korte woorden te verklaren de* Engelschman liet zich ten laatsten overhalen, om den heelmeester Fleurot bij zich te laten komen, die in het nabijgelegen dorp woonde. Fleurot kwam, een groote, reus- o Alle gangbare munt wordt aan de rijksmunt geslagen. Op bepaalde uren kunnen bezoekers permissie bekomen eenige der bewerkingen, waardoor het geld gemunt wordt, bij te wonen. Maar men is niet vrijgevig met deze permis sie en een beschrijving van de wijze, waarop het aardsche slijk, dat zoo onmisbaar en.zoo vurig begeerd wprdt, wordt aangemunt, zal, vertrouwen wij, onzen lezers niet onwelkom zijn. Het ruwe materiaal komt in staven in het bezit van de Munt. Na de schild wachten gepasseerd te zijn, komt het door den hoofdingang, wordt gewogen en in de kelders bewaard, totdat het getoetst is- De gouden staven wegen in den regel 400 oneen, de zilveren ongeveer 50 kilo. Koper is natuurlijk ook noodig, maar dit wordt behalve in staven ook in den vorm van blanke schijven aangevoerd Eiken morgen hebben de hoofdamb tenaren te beslissen, welke munten er noodig zijn. Het kan zijn, dat de Ne derlandsche Bank bericht zendt, dat haar voorraad gouden tientjes opraakt, of dat er behoefte aan zilveren munt is. Met deze factoren moet natuurlijk rekening gehouden worden en het werk wordt in overeenstemming hiermede ingedeeld. Stellen wij, dat er behoefte aan gouden munt is. De vereischte hoeveelheid goud met aliage in pro portie wordt afgewogen en aan den hoofdopzichter, die verantwoordelijk over de hoeveelheid is, overgegeven. Hij begeleidt het van het eene vertrek na het andere totdat hij hetzelfde ge wicht aan metaal, maar nu in den vorm van gemunt geld aan den directeur aflevert. Allereerst gaat het metaal in den smeltkroes. In een soort keuken zijn een aantal mannen aan het werk. Een paar staven tezamen met het afval van vroegere aanmuntingen worden in een potlooden smeltkroes geworpen, die dan in een van de ovens, die op een rij naast elkaar staan, wordt neerge laten. Het goud en het koper worden langzaam gesmolten, totdat zij het aan zien van een dofgekleurde vloeistof hebben. Na ongeveer een uur wordt de roodgloeiende kroes met tangen opgenomen en'het gesmolten goud in acht of negen vormen gegoten, die elk een staaf opleveren. Elk van de ovens kan een keer of zes per dag werken en als de Munt met dit Midasfeest bezig is, kan zij per dag een aardig bedrag in staven afleveren. Bij het smelten van zilver gaat het vrijwel op dezelfde wijze toe, behalve dat de Geschiedkundige roman uil den lijd der MachabeSn. TWEEDE BOEK. (o)—o—(o)— DB D1TGKSTOOTENE V. „Doch toen ik verarmd was, keerde mijne verloofde zich van mij af en werd de vrouw van mijn rijken broeder. „Zij was dat echter niet lang; want kort daarop werd mijn broeder zóó hevig door een stier gestooten, dat hij oogenbükkelijk den geest gaf. Zijn vrouw bleef kinderloos achter en erfde zijne uitgestrekte bezittingen. En toen de tijd van haren rouw voorbij was, richtte zij hare oogen op mij, opdat ik met haar een verplicht huwelijk zou sluiten, zooals Mozes bevolen heeft. Doch ik haatte haar thans evenzeer, als ik haar voorheen had liefgehad. „A ldus nu staat te lezen in het Boek van Mozes, hetwelk Deuteromonium wordt genoemd: Maar als het den man niet behaagt, zijn broeders huis- vrouwe tot zich te nemen, die hem van wege de wet toebehoort, dan zal de vrouw gaan naar de poort der stad en de ouderlingen tot zich roepen kroezen veel grooter zijn, te groot, om met de hand vervoerd te worden. Zij worden door een electrischen kraan opgenomen, die ze met groote snelheid naar de plaats voeren, waar de vormen gereed staan. Hier worden zij met een haak aan het eene eind opgelicht, waardoor de glinsterende, vurige vloei stof door de tuit in de vormen kan stroomen, die een voor een onder deze vurige fonteinen worden gezet. Indien de mannen het vloeibare metaal goed geroerd hebben, zullen de staven nu uniform van samenstelling zijn, het goud met een twaalfde, het zilver met drieveertigste bijmenging van koper. Maar niet altijd zijn de staven van homogene samenstelling en dus wordt van de eerste en laatste staaf uit elke kroes een stuk afgesneden en naar den assayeur gezonden. Indien deze ongun stig rapporteert, dan worden alle sta ven opnieuw gesmolten. Dit komt on geveer in een op twintig gevallen voor. Worden daarentegen de staven in orde bevonden, dan laat men ze afkoelen, maakt de ruwe randen glad en weegt ze dan opnieuw in de groote weeg schalen, waarop het metaal bij zijn in trede in de Munt gewogen was. Het volgend stadium in de geschie denis van de muntfabrikage is bereikt, als de staven in de rolkamer zijn aan gekomen. Zij worden ontvangen door een ambtenaar met een staf van assis tenten en gaan achtereenvolgens door een aantal krachtige stalen "rollen. Zoo worden zij langzamerhand langer en dunner totdat zij lange dunne cylin ders, iets dikker dan de munt, waar voor zij bestemd zijn, zijn geworden. De eerste machine, waardoor de sta ven gaan, ontvangt ze tienmaal in haar onverbiddelijke kaken. Daarna gaan de staven nog door vier andere machines, en voordat een staaf gereed is, moet zij de drukking van deze enorme rol len meer dan dertig maal ondergaan hebben. De staven metaal, die nu eenigszins het voorkomen van koperen roeden hebben, zooals ze voor gordijnen die nen, zijn nu gereed voor de snijkamer. Allereerst worden zij overgeleverd aan de genade van een paar enorme rollen, die reeds sedert het begin van deze eeuw in gebruik zijn. Deze machine rolt de staven heen en weer, waardoor de staaf een gelijkmatige dikte krijgt. Dan gaat elke staaf naar een snijpers, die er met een snelheid van 150 inde minuut ronde schijfjes afsnijdt. Nu worden deze schijfjes naar een machine overgebracht, die ze met een stalen rand merkt en zijn dan gereed voor den gloeioven. Na op roodgloeihilte te zijn gebracht, blijven ze ongeveer en zeggen: „Mijn mans broeder wei gert, zijnen broeder erfgenamen te verwekken in Israël, hij wil mij niet. tot huisvrouw nemen." Dan zullen de ouderlingen terstond dien man bij zich ontbieden en hem ondervragen. Eri zoo hij antwoord„Ik wil haar niet tot huisvrouw nemen," dan zal die vrouw bij hem komen voor de ouder lingen, zijn schoen van zijn voet ne men, hem in het aangezicht spuwen en zeggen „Alzoo zal den man ge- scnieden, die het huis zijns broeders niet opbouwt." En zijn naam zal in Israël heeten het huis van den Bar- revoeter." „En deed zij, zooals de wet betref fende het leviraats huwelijk voor schrijft vroeg Judas. „Zij deed meer dan dat; want of schoon er staat„zij zal hem in 't gelaat spuwen," was het toch bij edelmoedige vrouwen gebruikelijk, zich niet aan de letter te houden, maar vóór den barrevoeter op den grond te spuwen." „En zij vroeg Noman. „Zij, die mij eens van ganscher harte had bemind, zij spuwde mij tweemaal in het aangezicht ten aanschouwe van al het volk en voegde mij hardere woorden toe, dan de wet verlangt. Sedert is de barrevoeter verachtelijk ge worden want allen drijven den spot met de armoede van den man die thans rijk e:i in aanzien konde zijn, indien hij maar had willen vergeten, dat hij eens bedrogen werd. De een kwartier op een temperatuur van 1600 graden Fahrenheit in den oven, waarna ze in water worden afgekoeld, gewasschen en in beukenhoutzaagsel geworpen. Nu is voor de blanke schijven de tijd gekomen om de beeltenis van den regeerenden vorst te ontvangen even als de andere stempels, waardoor de munt zich van alle andere munten, zoo nationaal als uitheemsche, onder scheidt. Dit gedeelte van het werk wordt door persen, die door hydrauli sche beweegkracht gedreven worden, verricht. De persen worden bediend door waakzame beambten, die er tien dozijn munten per minuut in leggen. Dit doen zij het eene uur na het andere, den geheelen dag door. Elke pers kan munten van elke soort stempelen, met uitzondering van die, welke inplaats van een geribden rand, een inscriptie op den rand hebben. De laatste wordt erin gedrukt door middel van een uit drie stukken bestaanden band en men gebruikt er een speciale pers voor, die inplaats van als de andere door één, door twee mannen wordt bediend. De munten gaan nu naar den „klin ker", een jongen, die achter een glazen schot zit en daar mandenvol munten opneemt en ze stuk voor stuk laat val len, zoodat hij aan de klank hoort, of ze een breuk of een scheur hebben gekregen. Nu komt nog de fijnste bewerking van alle. De munten gaan naar het weegvertrek. Hier ggaan zij door een buis op een automatische weegmachine, zoo gevoelig, dat elk tochtje er van geweerd moet worden, om welke reden de weegschaal onder een glazen stolp staat. Elke munt mag een kleinigheid van het standaardgewicht verschillen, en het resultaat van de aanraking met den kritischen vinger van de automa tische schaal is, dat de munt in een van drie kisten wordt geworpen, al naar gelang zij goed, te zwaar of te licht is. De ervaring leert, dat van de zilveren munten slechts 2 percent boven of onder het standaardgewicht blijken te zijn, terwijl bij gouden munten 12 percent opnieuw moeten gesmolten worden en alle processen van het mun ten opnieuw moet doormaken. Het goede geld wordt zoodra het gewogen is. uit de kist genomen. De gouden munt wordt met de hand af geteld en gaat naar de kelders, totdat zij naar de bank moet. Zilveren en bronzen munt wordt machinaal gewo gen. De munten worden in zakken aangedragen om naar het centrum der machine gebracht te worden en daar door de twee mannen opgevangen, die de zakken boven een hellend blad ledigen. De munten vallen in één enkel kanaal en doen door hun eigen gewicht een tandrad draaien, dat naar de waarde van de munt, die geleid moet worden, is ingericht. Dit wiel wentelt een zeker aantal malen rond, al naar gelang van de waarde, die de te wegen munten hebben, en als er een zeker bedrag doorgegaan is, stopt het wiel. Als de man beneden de munten in een. zak heeft verzameld zet hij de machine stil, en de bewer king kan opnieuw beginnen. Nog een enkel woord tot slot. De figuren, die op de twee zijden van de munt gestempeld worden, worden ge schimpnaam „Barrevoeter," die mij aan de bitterste stonden van mijn leven herinnert, volgt mij als een schaduw." „Dan zal ik u een middel aanwijzen voor uwe ziekte," zeide Noman met een eigenaardig lachje. In de woe stijn pleegt men te zeggen„Heeft een dolle hond u gebeten, snijdt dan haar van hem af en bindt dat op de wonde, totdat zij geheeld is." Hebt ge smart geleden door de eene vrouw, lenig die dan door de vreugde, welke de andere u bereidt!" „Uw middel helpt niet!" zeide Es- ron bitter. „Evenals gij, ontvlucht ook ik de menschen, Judas, en kom ik tot u, omdat ik geschandvlekt ben, gelijk gij. Ook aan u zou ik niet gezegd hebben, wat mij is wedervaren doch toen ik het wilde verzwijgen, verdorde mijn gebeente, zooals het in den psalm heet." „En nu?" vroeg Judas. „Ik blijf bij u. Hier is mijne hand.... of zijt gij bang de hand van den Barrevoeter te drukken „Te vreezen voor menschen heb ik verleerd, Esron. Ik vat de hand, die zich naar mij uitstrekt, houd haar vast en hoop, dat zij niet de eenige moge blijven." „Dat zal zij niet, want er zijn on- gelukkigen genoeg. De armen en el- lendigen zal ik overal in 't land op zoeken. Waar ik maar een man weet, die de wet lief heeft en niet bang voor de Syriërs is, evenals ik, tot dien wil ik heen en hem den weg naar u wijzen." „Ja, doe dat!" riep Judas verheugd. „De sijpelende druppels wil ik ver zamelen tot een beek en de beken tot een stroom en als deze sterk genoeg is, zal hij het dal doorbruisen met ge weld. Dan zullen dammen en dijken voor zijn aandrang zwichten, en zijne golven zullen al wat mij in den weg staat neerzweepen." WRA1K EN STRIJD VI. De luide vreugde der Egyptenaren wegens den plotselingen terugtocht van- hunnen ergsten vijand was niet van langen duur. De onmetelijke schatten, welke An- tiochus in Egypte en Jerusalem had buit gemaakt, dekten niet alleen voor verscheidene jaren den cijns aan de Romeinen, maar zij stelden hem ook in staat, met een talrijk door nieuwe huurlingen zeer versterkt leger, Egypte ten derde male den oorlog aan te doen. De aldus overrompelden verweerden zich wanhopig doch stad achter stad geraakte in den macht van den roem- zuchtigen veroveraar. Dezen keer, zoo had Antiochus bij zich zeiven ge zworen, zoude hij den Nijl niet ver laten voordat de laatste stad gevallen was en het groote vruchtbare gebied een deel van zijn rijk geworden zijn. Zoo zijn stout plan gelukte, dan zou geheel het joodsche land voor al tijd onderworpen worden, en dan konden de Romeinen zelve de schat ting halen, welke hij voortaan hun niet meer zou geven, aangezien hij dan machtig genoeg was, om zelfs de in den krijg zoo sterke Romeinen niet meer te moeten vreezen. Hij was echter nog niet aan het einddoel van zijne wenschen eenige steden in Egypte boden hem nog hardnekkig tegenstand ook was hij er nog niet zeker van, dat de Hebreërs tijdejis zijne afwezigheid niet ander maal in opstand zouden komen en al zijne trotsche plannen vernietigen. Wanneer die gehate joden zich niet wilden buigen, dan zou hij ze van den aardbodem verdelgen. In zijn legerplaats had hij zooeven nog tijding ontvangen, dat door een zijner veldheeren, dien hij verder den Nijl op had gestuurd, nieuwe over winningen waren behaald. Reeds was zijn volkomen zegepraal in Egypte zoo goed als verzekerd, toen hem ge meld werd, dat Romeinsche afgezanten in het kamp waren aangekomen. An tiochus verbleekte, toen hij dat hoorde want de Romeinen brachten gewoon lijk niet veel goeds. Om echter door schijnbare toegeeflijkheid tijd tot een volledigen triomf te winnen, liet hij zijn voornaamste legeraanvoerders ontbieden en trok in hun gezelschap de afgezanten hoffelijk ie gemoet. „Wees gegroet, Popilius Laenas riep hij denstaatsman toe, dien hij

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 5