No. 69. Zaterdag 21 Januari 1911. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. W? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Misleiding. Hengstdijk, DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr i.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE. DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Lezing- van Dalsum te Sas van Dent. O Het onderwerp van de aangekon digde lezing (zie advertentie) zal zijn De beginselen van de Fransche Revo lutie en van de Katholieke Rechtsleer. Daardoor zal uit de stukken zeiven worden aangetoond als dwaling en misverstand het standpunt der Anti- Revolutionaire partij in Nederland, alsof in de Nederlandsche Staatspar tijen de tegenstelling bestaat van Re volutie tegenover Evangelie. Is deze tegenstelling dwaling en misverstand, dan is in beginsel ver oordeeld de Coalitie, die juist haar eenheid heeft in het Revolutie tegen over Evangelie, en volgt hieruit, dat Nederland behoefte heeft aan eene andere partijverhouding. Bevolkingstatistiek van het Statendistrict Hulst. o Inwoners op 31 Dec. In 1910 1909 1910 geb. overl. Axel 4946 5015 162 61 Boschkapelle 1215 1197 29 19 Clinge 3685 3705 144 72 Graauw 2154 2146 63 36 Hengstdijk 635 649 20 10 Hoek 2659 2611 75 30 Hulst 3286 3406 91 63 Koewacht 2584 2585 87 53 Neuzen 9329 9221 261 94 Ossenisse 901 911 30 17 Overslag 421 423 13 11 Philippine 1134 1148 26 12 Sas van Gent 2086 2046 49 24 St. Jansteen 3011 3053 130 60 Stoppeldijk 1627 1644 48 20 Westdorpe 1770 1784 48 22 Zaamslag 3434 3426 106 44 Zuiddorpe 1080 1079 106 17 45957 46049 1414 665 Onder geboorten en overlijden zijn de levenloos aangegeven niet be grepen. Het overschot van gebooiten op overlijden is 1414 min 665 of 549. De vermeerdering is echter 46049 min 45957 of 92. Alzoo is het nadeelig verschil tus- schen vestiging en vertrek 549 min 92 is 457. Als men nu rekening nog houdt met het volgende 1. dat zij die alleen elders arbeid zoeken doch hier gevestigd blijven, omdat zij niet met hun geheele gezin vertrekken of omdat zij hunne ouders hier onderhouden, te boek staan onder de inwoners hier, 2. dat zij die voor goed vertrekken zijn óf mannen alleen in de volle ar beidskracht óf vrouwen alleen, óf jonggehuwden zonder kinderen, dan wijst deze bevolkingstatistiek op een zeer ernstig verschijnsel. Het verschijnsel is ditdat deze statistiek bewijst, dat hier óf geen ar beid óf geen voldoende loon gevende arbeid te vinden is, en dit is ook de reden van vertrek zooals ieder weet. En als men dan nog bedenkt, dat hier voor de menschen geen brood is te verdienen dan alleen in den land bouw met de kleine handarbeidnerin- gen- en bedrijven die er aan verbonden zijn, dat dit alles overladen is en aan uitbreiding niet is te denken, dat nage noeg alle kapitaalinkomsten der lan derijen naar het verdere Nederland of naar het buitenland vertrekken, dat wij hier van Nederland zijn afgesloten door de Wester-Schelde en daarop geen uitweg hebben, en dat we van België zijn afgesloten door de landgrens waardoor we hier niet voornit en niet achteruit kunnen, dan zal men nog beter begrijpen, waarom het hier is eene streek die waarschijnlijk bij r ij- ken bodem de armste is van geheel Nederland. En dan te bedenken hoe alles an ders zou zijn, indien op de een of andere wijze de landgrens werd ver plaatst naar de Wester-Schelde, zooals het was in vroegere eeuwen vóór het tractaat van Munster, toen Z.-Vl. met rijken bodem ook had eene welvarende bevolking. Maar de politiek van 1600 tot 1900 heeft het zoo gewild een arm Z.-VL, opdat ook arm zou zijn Belgisch- Vlaanderen. Zal de politiek van 1900 en zooveel willen' een welvarend Zeeuwsch-Vl. Wat we hier schrijven doelt op Zeeuwsch-Vl. beoosten de Braakman. Maar dit alles geldt ook geheel en al voor de westerhelft bewesten de Braak man. En hij, die in het oostelijk deel zijn stem verheft en zijn voorbeeld geeft door de kalme eigen daad om te ko men van een arm tot een welvarend Zeeuwsch-Vlaanderen, wordt door de Nederlandsche autoriteiten vervolgd als een misdadiger, omdat hij de be volking van Zeeuwsch-Vlaanderen in hare stoffelijke en zedelijke belangen dient en niet als wingewestbevolking mede wil exploiteeren. Maar de Nederlandsche autoriteiten vergeten, dat zij hierdoor eene bevol king, die onder Nederlandsche vlag haar brood niet kan verdienen en on der Nederlandsche vlag haar woord voerder vertrappen, geheel en al van zich vervreemdt. o De Zeeuwsche Koerier van 14 Januari heeft een hoofdartikelOnze Boerenleenbanken en de Priesters. De strekking hiervan is, dat de priester onmisbaar is in onze boe renleenbank, omdat deze „naast den „kassier een man noodig heeft, met „meer dan gewone ontwikkeling, „algemeen vertrouwd, onpartijdig, en „die tijd en ijver heeft voor de „goede zaak a En het bekende verbod van den Paus aan de priesters om zich met geldzaken te bemoeien wordt uitge legd als: „Reden van dat verbod is de kerkelyke wet geestelyken mogen geen borg zijn in geldzaken (niet verantwoordelijk.)44 Maar wat zegt nu de Paus in Zijn decreet door ons geheel overgenomen in de Volkswil no 63, welk decreet de andere bladen van ons gewest als zeker niet in den smaak niet hebben geplaatst „Overeenkomstig het onderwijs van den Apostel Paulus „nemo militans Deo implicat se negotus soecularibus44 (dat al wie strijdt voor God zich onthoude van zich te mengen in de wereldsche zaken) is de voortdurende discipline, de heilige wet van de Kerk geweest, dat de geestelijken niet op zich nemen het beheer van de we reldsche zaken enz.44 En dan wordt verboden „op een volstrekte wijze, aan de geesteiyken, zoowel wereldsche als ordesgeeste lijken, om aan te nemen, of ingeval van vroegere aanneming, te behou den, ambten, waaraan verbonden zorg, verplichting en gevaar, voort komende van de uitoefening dier ambten, in kwaliteit van presidenten, directeurs, secretarissen, kassiers ot andere dergelijke lasten.44 Paus Pius beroept zich in Zijn decreet op II Tim. II. 4 dat in zijn geheel luidt(vertaling Lipman) „Niemand, in den krijg dienende voor God, wikkelt zich in des levens bedrijvigheden, opdat hij dengene, die tot krijgsdienst hem aangenomen heeft, behage", en op het Concilie van Trente, 22ste zitting, c, le over de hervorming der geestelijkheid „Omdat inderdaad van den top waar toe zij zijn verheven, zij beheerschen de belangen der eeuw, is, onder andere zaken, noodig, dat zij met de grootste zorg nakomen ,,de me nigvuldige en heilzame voorschriften betrekkelijk het verbod der wereld sche zaken." Indien, wat wij veronderstellen, het artikel in de Zeeuwsche Koerier, is van een katholiek priester en dan als antwoord op het decreet van den Paus, dan wil het zeggendat de schrijver, voor zich alleen of als woordspreker van zijne ambtgenoo- tenweigert den Paus te gehoorzamen. Er is in 1910 door velen hoog spel gespeeld, maar dit spel voort zetten na den uitdrukkelijken wil van den Paus, alleen om toch maar direct of indirect baas te kunnen blijven in de wereldsche zaken, is een spel dat te hoog gaat, en wat te hoog gaat valt te pletter. Uiterlijk 18 Ma-.rt moeten de geestelijken onder andere uit het beheer der boerenleenbankenwe zullen dezen datum afwachten. Uit het Hulsterblad van 14 Januari nemen wij over het volgende over deze gemeente. En vooral, omdat de gemeente Hengstdijk zooals deze daar in is geschetst, het juiste beeld is van eene gemeente, die geheel wordt be- heerscht door vijandigen geest van tegen Van Dalsum. Men kan nu eens zien hoe voordeelig en hoe aangenaam deze vijandige geest is voor eene ge meente. De Van Dalsum geest wil naastenliefde en onderlinge waardee ring en rechtvaardigheid. De anti-Van Dalsumgeest is zelfzucht, afgunst en onderkruiperij. We geven nu het woord aan het Hulsterblad. HENGSTDIJK. Als wij een terug blik werpen op den loop der bevol king in de laatste tientallen jaren, dan stemt ons de huidige vermeerdering van 14 zielen tot geen groote vreugde. Het gaat hier als met de Fransche „Polka", één pas naar voor, doch twee naar achter. Immers wij hooren weer van verschillende gezinnen, die óf in hoop op betere levensomstandigheden, óf door nood gedwongen onze reeds kleine gemeente binnen enkele maan den gaan verlaten Neen, Hengstdijk gaat niet vooruit Verrijzen op andere plaatsen vele def tige huizen en huisjes als paddestoe len uit den grond, hier blijft afbreken nog^steeds aan de orde van den dag. Telde voorheen onze gemeente 850 inwoners, nu 200 minder. Tal van werkmanshuisjes en boerderijen heb ben wij in de laatste 40 jaren zien sloopen, terwijl de respectiëve lande rijen bij grootere bedrijven werden ingelijfd en soms is die inpalming niet veel minder dan roof te noemen. De welvaart, die tot voor enkele jaren in het landbouwbedrijf waar te nemen viel, gaat zoo langzamerhand weer achteruit. De vele, aanhoudende regens bij zoo goed als geen vorst zijn voor onze laaggelegen landen de zekerste oorzaak van misgewas en schralen oogst. Weleer meende men, dat de voor jaren aangelegde sluis te Kampen den waterafvoer zeer had verbe terd nu echter weten wij al een vijf tigtal jaren, dat maanden lang de water- overvloed schier even groot is als in de jaren '70 op '80. Thans zijn de groote en kleine Putting weer één zee. Zelfs het door de vaderlijke zorgen van ons Polderbestuur opgehoogde deel der Karnemelkstraat stond verle den week onder water. Neen, Hengstdijk gaat niet vooruit, want ook in andere takken van bestaan heerscht malaise. Neringdoenden en ambachtslieden worden doodgedrukt door de moordende concurrentie aan den eenen kant en het vurig egoïsme, dat alles voor zich zelf opeischt, aan den anderen. Het gevolg daarvan is natuuriijk, dat achteruitgang in zaken het gebrek op sleeptouw neemt. Neen, Hengstdijk gaat niet vooruit 1 Ook op moreel gebied kan men van vooruitgang weinig bespeuren. Wij schrijven dit met bloedend hart, maar eigenaardige begrippen in de zeden leer vindt men zelfs weieens bij zoo genaamd deftige personen. Voeg hierbij de omstandigheid, dat hier in dit nietig kleine plaatsje tal van gezinnen vinnig vijandig tegenover elkaar staan en de woorden van Kerstmis„Vrede op aardeeen ijdele klank schijnen, dan zal men wel begrijpen, dat een verslag over Hengstdijksche toestanden ons niet in extase kan brengen En de oorzaken Deze zijn vele en ve lerlei. Het zou onkiesch zijn de voor naamste aan te wijzen, maar wel wil len wij als onze meening te kennen geven, dat heersch-, eer- en hebzucht ter eene en teleurstelling en wrevel aan den anderen kant er het hare toe bijbrengen, om den toestand hier min der behaaglijk te maken. Moge het spoedig anders worden Verstrekking ran grond aan landarbeiders. -o-l Men weet dat de Staatscommissie voor den Landbouw ingesteld bij K. B. van 20 Juni 1909 no. 72, in October 1909 een lijvig rapport, met voor stellen betreffende den economischen toestand der landarbeiders in ons land heeft uitgebracht. Een der voorname hoofdstukken van dit rapport behandelde uitvoerig het vraagstuk der verstrekking yan grond aan landarbeidersbevordering dus van klein grondbezit. Naar wij vernemen, schrijft de „N. Ct." is thans gereed gekomen een ontwerp van wet, met Memorie van Toelichting, dat als titel draagt: Ver krijging door landarbeiders van wo ning met land in eigendom of van los land in pacht. Het mag gezegd dat de Directie van den Landbouw deze zaak vlug heeft ter hand genomen en in een wetsvoorstel belichaamd. Ten aanzien van dit ontwerp zal in de eerste plaats het oordeel worden ingewonnen van hooger genoemde commissie, wellicht van eenige andere deskundige lichamen. Niet ondienstig is 't hier nog eens zeer in 't kort weer te geven tot welk inzicht de meergenoemde staatscom missie op het stuk van verstrekking van grond aan landarbeiders is ge komen. De zienswijze is, dat verstrekking van grond en van grondkrediet aan landarbeiders wettelijk en onder staats toezicht behoort te worden geregeld. De staatshulp moet er op zijn gericht, om de landarbeiders in staat te stel len zich een arbeidersplaatsje of wel een los arbeidersperceel te verschaffen, dat hen niet verhindert hun arbeid in loondienst te besteden en waardoor zij inkomsten als aanvulling van hun loon kunnen genieten. Ten aanzien van een arbeidersplaatsje behoort naar het oordeel der commissie aan eigendom de voorkeur te worden ge geven ten aanzien van een los arbei dersperceel aan pacht*). De verkrij ging van grond dient zooveel mogelijk plaats te hebben, langs den gewonen contractueelen weg; bij verkrijging in eigendom, met finantieele hulp. Verder gewaagt de commissie in haar resumé van „plaatselijke veree- nigingen, vennootschappen of stich tingen, die uitsluitend in het belang van de uitgifte van grond en het ver- leenen van grondkrediet aan landar beiders moeten werkzaam zijn." Bij ontstentenis dezer lichamen zou de commissie B. en W. willen zien aan gewezen om aan de arbeiders het ge vraagde mits aan de wettelijke eischen zijn voldaan te verschaffen. Indien noodig moet van een vereen voudigd onteigeningsrecht kunnen wor den gebruik gemaakt. En eindelijk zou aan de genoemde lichamen van staatswege de gelegenheid moeten wor den verschaft, den landarbeiders gemak kelijk en goedkoop grondkrediet te ver- leenen, waarvan de rentebetaling en aflossing zoo billijk mogelijk moeten worden geregeld. Dit beginsel ligt ook opgesloten in een titel van het hierbedoelde wetsontwerp. De Volkswil teekent hierbij aan Als deze zaak eens ernst wordt (wij gelooven het niet vóór wij het zien)

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1