Mengelwerk. Maar 'n straatjongen 2. van Aloisius Josephus de Nijs en van .Bertha Augusta Pharailda van de Vijver. 15 Dec. Maria, d. van Petrus Franciscus Fassaert en van Rosalia Cornelia van Remortel. 18 Dec. Aloui- sius Petrus, z. van Petrus Andrissen en van Emelie Kouijzer. 22 Dec. Ma ria Anna, d. van Pharaildus Constan- finus Vercouteren en van Maria Louisa Lauwereijs. 28 Dec. Maria Mathilda, d. van Pieter Augustinus Maas en van Louisa de Vree. Overlijden. 7 Dec. Johannes Steijaert, oud, 67 echtg. van Apolonia Baart. 8 Dec. Pieter Johannnes Asselman, oud 28 j., echtgen. van Louisa Maria de Winter. 10 Dec. Josephus Johan nes Sloot, oud 13 j., z. van Aloysius en van Ludovica de Gijsel. Pieter van Meele, oud 81 j., echtgen. van Petro- nella Vermorken. Cyrillus Philippus Christiaens, oud 15 m., z. van Char les en van Mathilda de Lange. 16 Dec. Adriaantje Wijn, oud 10 j., d. van Johannes en van Maria Johanna Nee- teson. 19 Dec. Een als levenloos aan gegeven kind van het mannelijke geslacht van Jan Baptist van Puyvelde en van Amelia de Bruijn. Granuw. Geboorten. 11 Dec. Josephus Theodorus, z. van J. T. d'Haens en van Catharina Anna de Rooij. Overlijden. 1 pee. Augustus van Duijse, oud 77 j., echtg van Barbara Engels. 14 Dec. Petrus Alphonsius Hendrikse, oud 43 j., echtg. van Maria Phelomena Bernaert. 29 Dec. Petrus Fianciscus de Wilde, oud 10 m„ z. van Josephus en van Sophia Philio- meua Penguet. Axel. Huwelijks-aangiften. 30 Dec. Petrus Johannes Hubertus Groothaert, oud 21 j., jin. en Johanna Maria van Rumste, oud 19 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 22 Dec. Pieter Herrebout, oud 56 j., weduwn. .en Helena Bolleman, oud 49 j., jd. Geboorten. 18 Dec. Adriaan, z. van Pieter Schuitvlot, en van Sara van Drongelen. 20 Dec. Wilhelmina, d. van Abraham de Feijter en van Christi na Krijger. 21 Dec. Magdalena Maria, d. van Gerard Adriaan van Driel en van Pieternella Adriana van Es. 25 Dec. Pieternella Cornelia, d. van Abraham Maas en van Janneke Dieleman. Overlijden. 11 Dec. Maria de Feijter, oud 75 j., wed. van Jacobus van Drongelen. Boschkappelie. Huwelijks-aangiften. 23 Dec. Petrus Everaert, oud 27 j., m. en Emilie Destombes, oud 24 j., jd. 30 Dec. Florent Josephus de Loos, oud 24 j., jm. en Emma van Wolffelaar, oud 24 j., jd. Carolus Lu- dovicus Stallaart, oud 24 j., jm. en Amelia van der Kelen, oud 23 j., jd. Geboorten. 5 Dec. Emile Petrus, z. van Jozelf Lafarre en van Maria Elisa beth van den Eeckhout. 9 Dec. Josep hus, z. van Antonius de Bakker en van Apolonia Dorothea Klaassen. Overlijden. 6 Dec. Emma Louisa Philomena Vonck, oud 1 j„ d. van Alphousus en van Philomina Lavoir. Hengstdijk. Geboorten 19 Dec. Cy rillus Ludovicus, z. van Mattheüs van Stevendaal en van Paulina de Roos. Koewacht. Huwelijks-aang. 13 Dec. Prudent Adolf van Goethem, oud kreet uit duizenden en nog eens dui- zende kelen: „Judas, wreek ons!" En hij, wien deze oproeping gold, stond daar beneden, omklemde den stam Van een jongen palmboom, staarde naar boven, naar adem snak kend, en verschrikte eensklaps, omdat de jonge stam zoo sidderde. En weder bruiste de vreeselijke kreet over hem heen „Judas, wreek ons 1" Toen strekte hij zwijgend zijn arm naar den hemel, als tot een eed, wierp zich op den grond en sloeg de nagels zijner handen in het gras, alsof hij een steun zocht en dien niet vond. Noman trok hem overeind en rukte hem met geweld van deze afgrijselijke plaats weg. Judas waggelde als een beschonkene. De Arabier naast hem sprak voortdurend hij hoorde het nietNoman schudde hem bij den arm Judas voelde het niet. Er scheen op de geheele wereld niets anders voor hem te bestaan, dan de telkens zich verheffende wanhoopskreet„Judas, wreek ons De nacht brak aan, en de zonder linge vrienden brachten dien door op een veilige plaats onder den blooten hemel. Judas zat versuft voor zich uit te staren, alsof hij bedwelmd was, terwijl Noman onophoudelijk tegen hem sprak, doch geen gehoor vond. Eerst tegen den morgen scheen het Judas toe, als ontwaakte hij uit een zwaren droom, en vernam hij een vreemde stem, die hij niet verstond. „Kom, uwe moeder zal zich onge- 25 j., jm. en Anna Philouiena Louisa d'Hooghe, oud 20 j., jd. Geboorten 5 Dec. Maria Bertina Aloijsia, d. van Alphonsus van Mos- selvelde en van Carolina Vlijminck. 10 Dec. Delina Marcella Clemence d. van Theophile Vervaet en van Maria Prud. van Gremberghe. 13 Dec Mag dalena Maria, d. van Alphonsus van Megroot en van Josephina Maria Lip pens. 17 Dec. Eduardus Petrus Al phonsus, z. van Petrus Augustinus van Vooren en van Bertina Goossens. 22 Dec. Maria Johanna Coleta, d. van Constantinus Cerilius van Remoortere en van Emma Maria Behiels. 27 Dec. Augusta Maria Eduarda, d. van Jan Francies Vermeire en van Solvia Buijs. Overlijden. 3 Dec. Albertus Floren- tinus de Dauw, oud 8 j., z. van Pe trus en van Seraphina de Winne. 11 Dec. Henricus Adolphus Aper, oud 4 w., z. van Petrus en van Maria Louisa de Block. 24 Dec. Magdalena Maria van Megroot, oud 11 d., d. van Al phonsius en van Josephina Maria Lippens. Overslag. Geboorten. 27 Dec. Mar tha Maria, d. van Theodorus Bracke en van Pharaïlda Roelandt. St. Junsteen. Huwelijks-voltrekkin gen. 28 Dec. Pharaildus Franciescus van Acker, oud 31 j., jm. en Florentina Augusta Maria Vael, oud 22 j., jd. Geboorten. 18 Dec. Anna Amelia Maria, d. van Leo de Smet en van Rosalia Rosseel. 21 Dec. Godeliva Gilberta, d. van Augustus de Witte en van Juliana Margaretha Marie de Vos. 22 Dec. René Augustus, z. van Fran ciscus van Bastelaar en van Maria Francisca Pyck. Maria Cornelia, d. van Theophiel D'haene en van Amelia Maria Aerts. 23 Dec. Maria Suzanna, d. van Livinus van Hoije en van Amelia Kant. 26 Dec. Leonardus Jacobus, z. van Desiré van Gimste en van Louisa Maria Colman. 29 Dec. Josephus. z. van Camillus d'Olieslager en van Ce lesta Nachtegael. Overlijden. 16 Dec. Celesta Vonck, oud 2 m., d. van Augustinus en van Josephina de Tijn. 17 Dec. Emma Maria Bauwens, oud 4 m., d. van An- toon en van Seraphina Paelinck. 20 Dec. Albertus Swinne, oud 7 m., z. v. Petrus en van Sophia van Hooij. 21 Dec. Seraphina Weemaes, oud 65 j., d. van Charles en van Dominica Isa bella Speelman. 26 Dec. Maria de Bruijne, oud 10 m., d. van Victor Jo seph en van Seraphina de Vos. 29 Dec. Een als levenloos aangegeven kind van het vr. geslacht van Camile Savoije en van Emelia Maria Strooband. 30 Dec. Amandus Stevens, oud 69 j., echtg. van Maria Cecilia d'Hooge. Sas van Gent. Geboorten. 27 Dec. Bertha Maria Augusta, d. van Petrus Bernardus Goethals en van Coralie Meireson. Overlijden. 29 Dec. Pieter Francies Wauters, oud 59 j., echtg. van Ida van Parijs. Stoppeldijk. Geboorten. 14 Dec. Ag nes Anna Isabella, d. van Desiré Krieckaart en van R. van Campen. 20 Dec. Bertha Louisa, d. van Alph. Ver meulen en R. M. Schillemans. 28 Dec. Rosalia Petronella Elisabeth, d. van Jos. de Blok en E. Borm. rust maken en denken, dat gij omge komen zijt, wanneer ge nog langer wegblijft Dit was de eerste aanmaning, waar voor hij eenig begrip scheen te heb ben. Hij stond op, rekte zich uit, zuchtte diep en zeide dan„Eerst moet ik nog eens de stad zien Noman volgde hem, daarhij gevoelde, dat elke t®genspraak nutteloos zou zijn. Zij stieten op een vluchteling, die in den nacht slechts de gesloten stad had kunnen verlaten, door bij den toren Mea over de lijken zijner ver moorde stamgenooten te klimmen, die daar ter hoogte van den stadsmuur lagen opgestapeld. Van hem vernam Judas alle gruwelen, welke in de stad waren gepleegd. Toen zij van den Olijfberg uit we der Jerusalem naderden, zagen zij, dat de Syriërs op verschillende punten begonnen waren de stadsmuren af te breken. Het duurde ook niet lang, of de eerste stoet van de als slaven ver kochte Israëlieten trok hen voorbij. Met zessen aan elkaar gebonden ruk ten de ongelukkigen, van tijd tot tijd in onmachtige woede het uitschreeu wend, aan hunne ketens. Dan zwaai den de Pheunicische handelaars de lange slavenzweep, en het gejammer van vrouwen en kinderen getuigde, welke schrijnende wonden zij sloeg. Langen tijd stond Judas in zijn schuilhoek met op elkaar geklemde tanden. „Laat ons gaanzeide hij eindelijk. „Heden avond sluip ik naar Overlijden. 17 Dec. Josephus van Puijvelde, oud 1 m., z. van Alph. en L. A. Robijn. 19 Dec. Franciscus Kie kens, oud 49 j., echtg. van Maria S. Pleunis. Westdorpe. Overlijden. 17 Dec. Wil lem van Kerkfort, oud 23 j., z. van Jan en van Pleunlje van Drongelen. 18 Dec. Bruno de Mette, oud 85 j., wedn. van Ursula Pateer. 28 Dec. Lima Phi lomena Laurijs, oud 9 m., d. van Ca millus en van Sydonie Schelfhout. 29 Dec. Charles Louis de Maertelaere, oud 71 j., echtg. van Rosalia Bomelijn. Zoiddorpe. Geboorten. 27 Dec. Li- vina Joanna, d. van Livinus de Caluwe en van Christina Rosalia Casteele. Overlijden. 24 Dec. Irma Augusta Coppieters, oud 15 j., d. van Modestus en van Stephanie van Hecke. O Met '"een sierlijken ruk houdt de equipage voor de villa van mijnheer Heller stil. Dienstvaardig opent de livreibediende het portier, en een be vallige meisjesfiguur stapt er uit. Terstond is zij hare vriendin bij het uitstappen behulpzaam, en juist willen beiden het hek van 't park doorgaan, toen luid kindergeschreeuw hen doet opzien. Een jongentje van ongeveer vijf jaar, dat bij het spelen niet lette op het rijtuig, dat kwam aanrollen, doch gelukkig in het allerlaatste oo- genblik door zijn makkers werd weg gerukt, is daarbij gevallen. Nu is hij weer overeind gekrabbeld, bekijkt z'n vuil geworden handen en kleeren, en geeft aan zijn nu eerst gevoelden schrik in luide tonen lucht. „Altijd in eeuwig dat hinderlijke straatvolk," merk het juffertje aan, dat het laatst is uitgestapt. „Laten wij God danken, dat Hij een groot ongeluk heeft voorkomen," gaf Nora Heller ten antwoord, die, na dit gezegd te hebben, zich naar den kleinen schreeuwleelijk begeeft en hem, tot ontzetting van hare vriendin, aan de hand neemt. „Ik zal mij het ge noegen verschaffen, den armen kleine thuis tenminste te ontdoen van de sporen van zijn val, Leonie." „Nu, je liefhebberijen gaan waarlijk het origineele te buiten en grenzen aan het belachelijke," zegt Leonie ge raakt, „om voor een straatjongen zoo veel boeha te maken Nora slaat geen acht op die vleie rij. Terwijl zij het park doorgaat, is zij reeds volkomen op de hoogte van naam, ouderdom en woonplaats van den kleine, en heeft deze in de voor hem nieuwe omgeving zijn jammer- melodie reeds geheel en al vergeten, In het huis getreden, begeeft Nora zich terstond eigenhandig aan het liefde werk en moest bekennen, dat de kleine Frits, nu hij gereinigd is, een zeer knap ventje mag genoemd worden. Leonie durft schier hare oogen niet te vertrouwenhare hulp aan te bie den zou zij zelve als een onmogelijk heid verwerpen. Bij haar is het „volk" nu eenmaal het inbegrip van al wat laag en gevoelloos is, en daarom hare aandacht niet waarddoor met het Modin. Nu is het uur voor mijn va der gekomen. Nu of nooitEens spreekt God, en Hij herhaalt niet tweemaal hetzelfde." Zijn makker antwoordde nietshij volgde hem met gebogen hoofd. Mathathias, de priester, zat in stomme smart in den schoot zijns huisgezins. Met verbazing, maar toch niet zonder een lichten zweem van trots had hij vernomen, hoe Judas te gen Menelaus was opgetreden. „Nu zal hij bij dag noch bij nacht meer veilig zijn voor zijne vijanden zuchtte de moeder bezorgd. Mathathias haalde zijne schouders op. Hij wist op 't oogenblik niet, of hij de handelwijze van zijn heetbloe- digen zoon moest prijzen of laken. „Wie van bliksem houdt, mag voor den donderslag niet bang zijn," sprak hij. „Kinderen, die met vuur spelen, branden gemakkelijk hunne vingers. Zwijg daar nu verder overhij zal immers wel komen." Maar de vluchteling kwam niet. Zijn broeders deden heimelijk onder zoek naar hem, doch vonden geen spoor. Ook Mathathias zocht naar den vermiste, ofschoon hij zulks niet deed blijken, ten einde de angst zijner vrouw niet nog te vergrooten. Ten leste maakte zich een groote verbitte ring van den priester meester, daar hij meende, dat zijn zoon geen ver- „plebs" in aanraking te komen, zou zij hare eigenwaarde kwetsen. Zij kijkt rond, om zich te verstrooien in hare verveling, en onverwachts komt haar iets in den weg geloopen. 't Is Lorri, het lievelingshondje van Nora. „Zeg," dus keert zij zich tot Nora, „je schijnt vandaag de zijden lokken van je lieveling nog niet te hebben geborsteld." Weldra is de edele dame in dezen „arbeid" verdiept met een toewijding een betere zaak waardig. Fritsje staat verstomd; dit is trou wens zijn normale toestand, sedert hij zich in dit prachtige huis bevindt. Maar een mops te borstelen, zooals zijn vader z'n haar schuiert, dat gaat zijn begrip te boven Zijn jongensna tuur wordt levendighij overlegt, hoe hij Lorrie het gauwst uit deteere handen kan weglokken en in zijn be reik brengen, om hem daar zijn lief- debewijzen te toonen. Zijn van z'n kameraden overgeërfd straattalent komt hem te hulp. Met groote natuurge trouwheid begint Fritsje te blaffen, en fluks staat de gewenschte voor hem, om den vermeenden collega te snap pen. Door deze overwinning is de held ettelijke duimen in de genegen heid zijner beschermster gestegen. „Zoo, nu zie je er netjes uitHeb -je ook honger?" vraagt zij. „Altijd," luidt prompt het antwoord. Weldra zit de kleine voor een ontbijt, gelijk hij er nog nooit in zijn leven een gezien heeft. Lorri troont daarbij op zijn schoot en ondervindt de uit werkselen van „gedeelde vreugde" al verfomfaaien de mooie lokken daarbij, wat malen die twee er om Behoedzaam laat de kleine Frits het overschot verdwijnen want zoo even begon het bewustzijn in hem te ont waken, dat hij zoo maar zonder com plimenten niet van die goede dame weg mocht gaan. Hij scharrelt zijn beperkten woordenschat bij elkaar en heeft nu ook de juiste uitdrukking gevonden. „Ik zal u ook ereis helpen," dit zeggende reikte hij Nora de hand, „maar die niet," een ietwat onvrien- delijken blik treft Leonie. Deze moet ondanks de oorlogsverklaring om die kinderlijke logica lachen. „Ik geef tien gulden aan de armen, als hij woord houdt en je menschlie- vende daad door een tegendienst ver effent Ach, hoe, spoedig zal het straatgewoel dat aardige tooneel heb ben uitgewischt, hetwelk je gearran geerd hebt," roept Leonie met over drevenheid uit. Nora neemt haar echter bij haar woord en vooral de weddenschapwie weet? De winter heeft weder plaats ge= maakt voor de lente. Aan de natuur is nieuw leven verleend daarom naar buiten, dagen van thuiszitten zijn geëindigd. Dat ondervindt het aller eerst de jeugd, en zij geeft dan ook gaarne aan die roepstem gehoor. „Naar buiten, op de straat 1" luidt haar wachtwoord. Zoo vinden wij een vroolijke, natuurlijk ook lawaai makende schaar voor de villa des heeren Heller, waar men zoo lekker op 't ijzeren hek kan klauteren, de hooge boomen begooien en nogaller- hands kinderlijke guitenstreeken uit halen kan. trouwen meer in hem stelde. „Al rukte hij zich los van zijn volk, van mij zal hij z:ch niet losrukken riep hij in somberen wrevel. Doch Jadas bleef weg en vermeed het ouderlijke huis. Toen kwam de jobstijging uit Jeru salem. Stamgenooten, die, vluchtende voor Antiochus, het kleine stadje in de bergen aandeden, verhaalden, wat de heiltge stad en hare bewoners wedervaren was. Op het hooren van al die akeligheden scheurde Matha thias zijne kleederen en droeg dubbe len rouw. Zoo verliepen de dagen onder druk kend zwijgen de avond brak aan en de zonen hadden aan hunne beangstigde moeder alweder geen bericht van den voortvluchtige kunnen brengen. „Dien het avondmaal op," zeide Mathathias tot zijne vrouw, daar het troostelooze zwijgen der zijnen hem ondragelijk werd en zijn eigen gemoed vol was, om veel te spreken. De moeder bracht wijn in lederen zakken, gedroogd jong schapenvleesch, kaas en broodkoeken. Maar het maal bleef onaangeroerd. Eensklaps sprongen alle aanwezigen op, Judas stond in de deur, in het oog loopend bleek en opgewonden. „Judas, ge leeft en zijt gezond, en ontkwaamt uwe vijanden Jehova zij dankriep de moeder en wierp zich snikkend in de armen van den jonge ling. De teruggekeerde kuste zijne moeder. Vandaag echter wordt hun geboden, bedaard te zijn. De koetsier van he dokterskoetsje gebied hun stilte e: merkt er bij op, dat al dat leven dt zieke juffrouw hindert. Zijn taal vind 'n volgzaam gehoor. De oude heel er geen erg in, dat een paar ver- schrikte kinderoogen de villa aansta ren. De juffrouw, dat moet immers die lieve, vriendelijke dame zijn var verleden zomerJa, kleine Frits, dij gegroeid is, wat men aan zijn kleerer. bespeurt, heeft haar niet vergeten: Ondanks den armoedigen toestand zijner kleeding is deze toch zindelijj en vertoont geen enkele scheur. He schijnt, dat de reinigingskuur van der vorigen zomer opvoedende gevolget bij hem heeft aan te wijzen. Terwij: hij naar huis slendert, zegt hij nie: veel, maar hij prakkezeert, Kon hij hier maar „helpen." Hij komt ni herhaaldelijk kijken voor het hek var, het park, en na verloop van eenigt weken, op 'n mooien, zonnigen lente dag, heeft hij het geluk, zijn goede fee op een ruststoel in den tuin te bespeuren. Wat is daar nu alles ver anderd Destijds welriekende struik gewassen, kleurige bloemen, en nu niets van dat alles, alles nog in wor ding En vooral de ziekeWat ziet- ze er bleek uit; maar toch haast even schoon, dunkt hem, als de Madonm in de kerk. Kon hij maar iets vooi haar doen, haar iets moois aanbieden! In den geest doorloopt hij al zijnt schatten, daarvoor is het juffertje toch wel te groot, en bovendien, wat heeft een meisje daaraan. Maar stilnu heeft hij iets gevondenMet vlugge sprongen is hij thuis en staat na een poos weder met bonzend harte op| zijn observatiepost. Zijne kinderhan den omklemmen een grooten ruiker; viooltjes. Heeft niet onlangs zijnl moeder een ruiker meegenomen voor de zieke grootmoeder? Zijn bespie dend oog heeft in het park geen enkel! dezer lentekinderen ontdekt, en nu; komt hij zich, misschien voor het eerst in zijn leven, inderdaad rijk voor. Maar nu, hoe het geschenk te bezor gen daar staat hij voor. Doch een goedgunstig lot komt hem te hulp. De zieke schijnt ingesluimerd, daaromc de stoute schoenen aangetrokken, Voorzichtig doet hij het hek open en schrijdt schier onhoorbaar over het' kiezelpad naar zijn doel. Nu heeft hij, dat bereikt en legt het geschenk var liefde in Nora's schoot. Eerst toen hij weer op straat stond, haalde hij weer verruimd adem, blijde, dat alles zoo goed is afgeloopen, Toch heeft hij eene getuige gehad, welke hij geenszins vermoedde, Leonie, die de herstellende een bezoek wilde brengen, heeft alles gezien, met ver-! bazing, maar ook met beschaming tevens. Zij is het, die Nora omtrent den gever der eerste viooltjes inlicht, en met blijdschap voor hem het be drag der weddenschap bestemt. In: een voor hem gekocht confectiepakje stelt Frits zich weldra aan Nora voor, op haar dringend verzoek. Maar ook Leonie is bekeerd tot de meening, dat, al is het ook maar een kind van de straat, dit toch vatbaar is voor edele neigingen en ook de gevoelens zijns harten weet uit te drukken. „De Heer zij met ulieden zeide hij en reikte aarzelend zijn vader de hand, Mathathias stond in hevigen twee strijd met zich zeiven. „Ik wil de hand niet drukken van een man, die zich van zijn volk heeft losgescheurd," sprak hij met een afwijzend gebaar. „Mijn tong rukte zich gemakkelijker los van de onzen, dan mijn hart, vader 1" antwoordde zijn zoon. „Zoo? Kauw dan de spijzen,; voordat gij die inslikt. Wik uwe woorden, vooraleer gij spreekt 1 Uwe woorden gelijken de cypressenzij zijn groot en hoog, doch dragen geen vruchten." „Wanneer gij mij hebt aangehoord, vader, zult gij mij minder laken. Ik weet, dat ge boos op mij zijt, omdat ik u zoolang liet wachten doch mijne vervolgers waren mij op de hielen. Gij weet toch zeker, wat mij injeru-j salem door Menelaus werd aange daan „Wij weten zulks." „Hij heeft mij gemaakt tot een spreekwoord van het volk, een schouwspel ben ik voor hem gewor den. Ze hebben mij uitgeworpen 1 Gelijk een wild beest verberg ik mij in holen en kloven, en gelijk een dief kom ik in het donker tot u geslo pen." „Wie distelen zaait, kan geen drui ven lezen." Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 6