Mengelwerk.
Maar 'n straatjongen
2. van Aloisius Josephus de Nijs en
van .Bertha Augusta Pharailda van de
Vijver. 15 Dec. Maria, d. van Petrus
Franciscus Fassaert en van Rosalia
Cornelia van Remortel. 18 Dec. Aloui-
sius Petrus, z. van Petrus Andrissen
en van Emelie Kouijzer. 22 Dec. Ma
ria Anna, d. van Pharaildus Constan-
finus Vercouteren en van Maria Louisa
Lauwereijs. 28 Dec. Maria Mathilda,
d. van Pieter Augustinus Maas en van
Louisa de Vree.
Overlijden. 7 Dec. Johannes Steijaert,
oud, 67 echtg. van Apolonia Baart.
8 Dec. Pieter Johannnes Asselman,
oud 28 j., echtgen. van Louisa Maria
de Winter. 10 Dec. Josephus Johan
nes Sloot, oud 13 j., z. van Aloysius
en van Ludovica de Gijsel. Pieter van
Meele, oud 81 j., echtgen. van Petro-
nella Vermorken. Cyrillus Philippus
Christiaens, oud 15 m., z. van Char
les en van Mathilda de Lange. 16 Dec.
Adriaantje Wijn, oud 10 j., d. van
Johannes en van Maria Johanna Nee-
teson. 19 Dec. Een als levenloos aan
gegeven kind van het mannelijke
geslacht van Jan Baptist van Puyvelde
en van Amelia de Bruijn.
Granuw. Geboorten. 11 Dec. Josephus
Theodorus, z. van J. T. d'Haens en van
Catharina Anna de Rooij.
Overlijden. 1 pee. Augustus van
Duijse, oud 77 j., echtg van Barbara
Engels. 14 Dec. Petrus Alphonsius
Hendrikse, oud 43 j., echtg. van Maria
Phelomena Bernaert. 29 Dec. Petrus
Fianciscus de Wilde, oud 10 m„ z.
van Josephus en van Sophia Philio-
meua Penguet.
Axel. Huwelijks-aangiften. 30 Dec.
Petrus Johannes Hubertus Groothaert,
oud 21 j., jin. en Johanna Maria van
Rumste, oud 19 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 22 Dec.
Pieter Herrebout, oud 56 j., weduwn.
.en Helena Bolleman, oud 49 j., jd.
Geboorten. 18 Dec. Adriaan, z. van
Pieter Schuitvlot, en van Sara van
Drongelen. 20 Dec. Wilhelmina, d.
van Abraham de Feijter en van Christi
na Krijger. 21 Dec. Magdalena Maria, d.
van Gerard Adriaan van Driel en van
Pieternella Adriana van Es. 25 Dec.
Pieternella Cornelia, d. van Abraham
Maas en van Janneke Dieleman.
Overlijden. 11 Dec. Maria de Feijter,
oud 75 j., wed. van Jacobus van
Drongelen.
Boschkappelie. Huwelijks-aangiften.
23 Dec. Petrus Everaert, oud 27 j.,
m. en Emilie Destombes, oud 24 j.,
jd. 30 Dec. Florent Josephus de
Loos, oud 24 j., jm. en Emma van
Wolffelaar, oud 24 j., jd. Carolus Lu-
dovicus Stallaart, oud 24 j., jm. en
Amelia van der Kelen, oud 23 j., jd.
Geboorten. 5 Dec. Emile Petrus, z.
van Jozelf Lafarre en van Maria Elisa
beth van den Eeckhout. 9 Dec. Josep
hus, z. van Antonius de Bakker en
van Apolonia Dorothea Klaassen.
Overlijden. 6 Dec. Emma Louisa
Philomena Vonck, oud 1 j„ d. van
Alphousus en van Philomina Lavoir.
Hengstdijk. Geboorten 19 Dec. Cy
rillus Ludovicus, z. van Mattheüs van
Stevendaal en van Paulina de Roos.
Koewacht. Huwelijks-aang. 13 Dec.
Prudent Adolf van Goethem, oud
kreet uit duizenden en nog eens dui-
zende kelen: „Judas, wreek ons!"
En hij, wien deze oproeping gold,
stond daar beneden, omklemde den
stam Van een jongen palmboom,
staarde naar boven, naar adem snak
kend, en verschrikte eensklaps, omdat
de jonge stam zoo sidderde. En weder
bruiste de vreeselijke kreet over hem
heen „Judas, wreek ons 1"
Toen strekte hij zwijgend zijn arm
naar den hemel, als tot een eed, wierp
zich op den grond en sloeg de nagels
zijner handen in het gras, alsof hij
een steun zocht en dien niet vond.
Noman trok hem overeind en rukte
hem met geweld van deze afgrijselijke
plaats weg. Judas waggelde als een
beschonkene. De Arabier naast hem
sprak voortdurend hij hoorde het
nietNoman schudde hem bij den arm
Judas voelde het niet. Er scheen op
de geheele wereld niets anders voor
hem te bestaan, dan de telkens zich
verheffende wanhoopskreet„Judas,
wreek ons
De nacht brak aan, en de zonder
linge vrienden brachten dien door op
een veilige plaats onder den blooten
hemel. Judas zat versuft voor zich
uit te staren, alsof hij bedwelmd was,
terwijl Noman onophoudelijk tegen
hem sprak, doch geen gehoor vond.
Eerst tegen den morgen scheen het
Judas toe, als ontwaakte hij uit een
zwaren droom, en vernam hij een
vreemde stem, die hij niet verstond.
„Kom, uwe moeder zal zich onge-
25 j., jm. en Anna Philouiena Louisa
d'Hooghe, oud 20 j., jd.
Geboorten 5 Dec. Maria Bertina
Aloijsia, d. van Alphonsus van Mos-
selvelde en van Carolina Vlijminck.
10 Dec. Delina Marcella Clemence d.
van Theophile Vervaet en van Maria
Prud. van Gremberghe. 13 Dec Mag
dalena Maria, d. van Alphonsus van
Megroot en van Josephina Maria Lip
pens. 17 Dec. Eduardus Petrus Al
phonsus, z. van Petrus Augustinus van
Vooren en van Bertina Goossens. 22
Dec. Maria Johanna Coleta, d. van
Constantinus Cerilius van Remoortere
en van Emma Maria Behiels. 27 Dec.
Augusta Maria Eduarda, d. van Jan
Francies Vermeire en van Solvia Buijs.
Overlijden. 3 Dec. Albertus Floren-
tinus de Dauw, oud 8 j., z. van Pe
trus en van Seraphina de Winne. 11
Dec. Henricus Adolphus Aper, oud 4
w., z. van Petrus en van Maria Louisa
de Block. 24 Dec. Magdalena Maria
van Megroot, oud 11 d., d. van Al
phonsius en van Josephina Maria
Lippens.
Overslag. Geboorten. 27 Dec. Mar
tha Maria, d. van Theodorus Bracke
en van Pharaïlda Roelandt.
St. Junsteen. Huwelijks-voltrekkin
gen. 28 Dec. Pharaildus Franciescus
van Acker, oud 31 j., jm. en Florentina
Augusta Maria Vael, oud 22 j., jd.
Geboorten. 18 Dec. Anna Amelia
Maria, d. van Leo de Smet en van
Rosalia Rosseel. 21 Dec. Godeliva
Gilberta, d. van Augustus de Witte en
van Juliana Margaretha Marie de Vos.
22 Dec. René Augustus, z. van Fran
ciscus van Bastelaar en van Maria
Francisca Pyck. Maria Cornelia, d.
van Theophiel D'haene en van Amelia
Maria Aerts. 23 Dec. Maria Suzanna,
d. van Livinus van Hoije en van Amelia
Kant. 26 Dec. Leonardus Jacobus, z.
van Desiré van Gimste en van Louisa
Maria Colman. 29 Dec. Josephus. z.
van Camillus d'Olieslager en van Ce
lesta Nachtegael.
Overlijden. 16 Dec. Celesta Vonck,
oud 2 m., d. van Augustinus en van
Josephina de Tijn. 17 Dec. Emma
Maria Bauwens, oud 4 m., d. van An-
toon en van Seraphina Paelinck. 20
Dec. Albertus Swinne, oud 7 m., z. v.
Petrus en van Sophia van Hooij. 21
Dec. Seraphina Weemaes, oud 65 j.,
d. van Charles en van Dominica Isa
bella Speelman. 26 Dec. Maria de
Bruijne, oud 10 m., d. van Victor Jo
seph en van Seraphina de Vos. 29 Dec.
Een als levenloos aangegeven kind van
het vr. geslacht van Camile Savoije en
van Emelia Maria Strooband. 30 Dec.
Amandus Stevens, oud 69 j., echtg. van
Maria Cecilia d'Hooge.
Sas van Gent. Geboorten. 27 Dec.
Bertha Maria Augusta, d. van Petrus
Bernardus Goethals en van Coralie
Meireson.
Overlijden. 29 Dec. Pieter Francies
Wauters, oud 59 j., echtg. van Ida van
Parijs.
Stoppeldijk. Geboorten. 14 Dec. Ag
nes Anna Isabella, d. van Desiré
Krieckaart en van R. van Campen. 20
Dec. Bertha Louisa, d. van Alph. Ver
meulen en R. M. Schillemans. 28 Dec.
Rosalia Petronella Elisabeth, d. van Jos.
de Blok en E. Borm.
rust maken en denken, dat gij omge
komen zijt, wanneer ge nog langer
wegblijft
Dit was de eerste aanmaning, waar
voor hij eenig begrip scheen te heb
ben. Hij stond op, rekte zich uit,
zuchtte diep en zeide dan„Eerst
moet ik nog eens de stad zien
Noman volgde hem, daarhij gevoelde,
dat elke t®genspraak nutteloos zou
zijn. Zij stieten op een vluchteling,
die in den nacht slechts de gesloten
stad had kunnen verlaten, door bij den
toren Mea over de lijken zijner ver
moorde stamgenooten te klimmen, die
daar ter hoogte van den stadsmuur
lagen opgestapeld. Van hem vernam
Judas alle gruwelen, welke in de stad
waren gepleegd.
Toen zij van den Olijfberg uit we
der Jerusalem naderden, zagen zij, dat
de Syriërs op verschillende punten
begonnen waren de stadsmuren af te
breken. Het duurde ook niet lang, of
de eerste stoet van de als slaven ver
kochte Israëlieten trok hen voorbij.
Met zessen aan elkaar gebonden ruk
ten de ongelukkigen, van tijd tot tijd
in onmachtige woede het uitschreeu
wend, aan hunne ketens. Dan zwaai
den de Pheunicische handelaars de
lange slavenzweep, en het gejammer
van vrouwen en kinderen getuigde,
welke schrijnende wonden zij sloeg.
Langen tijd stond Judas in zijn
schuilhoek met op elkaar geklemde
tanden. „Laat ons gaanzeide hij
eindelijk. „Heden avond sluip ik naar
Overlijden. 17 Dec. Josephus van
Puijvelde, oud 1 m., z. van Alph. en
L. A. Robijn. 19 Dec. Franciscus Kie
kens, oud 49 j., echtg. van Maria S.
Pleunis.
Westdorpe. Overlijden. 17 Dec. Wil
lem van Kerkfort, oud 23 j., z. van Jan
en van Pleunlje van Drongelen. 18
Dec. Bruno de Mette, oud 85 j., wedn.
van Ursula Pateer. 28 Dec. Lima Phi
lomena Laurijs, oud 9 m., d. van Ca
millus en van Sydonie Schelfhout. 29
Dec. Charles Louis de Maertelaere, oud
71 j., echtg. van Rosalia Bomelijn.
Zoiddorpe. Geboorten. 27 Dec. Li-
vina Joanna, d. van Livinus de Caluwe
en van Christina Rosalia Casteele.
Overlijden. 24 Dec. Irma Augusta
Coppieters, oud 15 j., d. van Modestus
en van Stephanie van Hecke.
O
Met '"een sierlijken ruk houdt de
equipage voor de villa van mijnheer
Heller stil. Dienstvaardig opent de
livreibediende het portier, en een be
vallige meisjesfiguur stapt er uit.
Terstond is zij hare vriendin bij het
uitstappen behulpzaam, en juist willen
beiden het hek van 't park doorgaan,
toen luid kindergeschreeuw hen doet
opzien. Een jongentje van ongeveer
vijf jaar, dat bij het spelen niet lette
op het rijtuig, dat kwam aanrollen,
doch gelukkig in het allerlaatste oo-
genblik door zijn makkers werd weg
gerukt, is daarbij gevallen. Nu is hij
weer overeind gekrabbeld, bekijkt z'n
vuil geworden handen en kleeren, en
geeft aan zijn nu eerst gevoelden
schrik in luide tonen lucht.
„Altijd in eeuwig dat hinderlijke
straatvolk," merk het juffertje aan, dat
het laatst is uitgestapt.
„Laten wij God danken, dat Hij
een groot ongeluk heeft voorkomen,"
gaf Nora Heller ten antwoord, die, na
dit gezegd te hebben, zich naar den
kleinen schreeuwleelijk begeeft en hem,
tot ontzetting van hare vriendin, aan
de hand neemt. „Ik zal mij het ge
noegen verschaffen, den armen kleine
thuis tenminste te ontdoen van de
sporen van zijn val, Leonie."
„Nu, je liefhebberijen gaan waarlijk
het origineele te buiten en grenzen
aan het belachelijke," zegt Leonie ge
raakt, „om voor een straatjongen zoo
veel boeha te maken
Nora slaat geen acht op die vleie
rij. Terwijl zij het park doorgaat, is
zij reeds volkomen op de hoogte van
naam, ouderdom en woonplaats van
den kleine, en heeft deze in de voor
hem nieuwe omgeving zijn jammer-
melodie reeds geheel en al vergeten,
In het huis getreden, begeeft Nora zich
terstond eigenhandig aan het liefde
werk en moest bekennen, dat de
kleine Frits, nu hij gereinigd is, een
zeer knap ventje mag genoemd worden.
Leonie durft schier hare oogen niet
te vertrouwenhare hulp aan te bie
den zou zij zelve als een onmogelijk
heid verwerpen. Bij haar is het „volk"
nu eenmaal het inbegrip van al wat
laag en gevoelloos is, en daarom hare
aandacht niet waarddoor met het
Modin. Nu is het uur voor mijn va
der gekomen. Nu of nooitEens
spreekt God, en Hij herhaalt niet
tweemaal hetzelfde."
Zijn makker antwoordde nietshij
volgde hem met gebogen hoofd.
Mathathias, de priester, zat in
stomme smart in den schoot zijns
huisgezins. Met verbazing, maar toch
niet zonder een lichten zweem van
trots had hij vernomen, hoe Judas te
gen Menelaus was opgetreden.
„Nu zal hij bij dag noch bij nacht
meer veilig zijn voor zijne vijanden
zuchtte de moeder bezorgd.
Mathathias haalde zijne schouders
op. Hij wist op 't oogenblik niet, of
hij de handelwijze van zijn heetbloe-
digen zoon moest prijzen of laken.
„Wie van bliksem houdt, mag voor
den donderslag niet bang zijn," sprak
hij. „Kinderen, die met vuur spelen,
branden gemakkelijk hunne vingers.
Zwijg daar nu verder overhij zal
immers wel komen."
Maar de vluchteling kwam niet.
Zijn broeders deden heimelijk onder
zoek naar hem, doch vonden geen
spoor. Ook Mathathias zocht naar
den vermiste, ofschoon hij zulks niet
deed blijken, ten einde de angst zijner
vrouw niet nog te vergrooten. Ten
leste maakte zich een groote verbitte
ring van den priester meester, daar
hij meende, dat zijn zoon geen ver-
„plebs" in aanraking te komen, zou
zij hare eigenwaarde kwetsen. Zij
kijkt rond, om zich te verstrooien in
hare verveling, en onverwachts komt
haar iets in den weg geloopen. 't Is
Lorri, het lievelingshondje van Nora.
„Zeg," dus keert zij zich tot Nora,
„je schijnt vandaag de zijden lokken
van je lieveling nog niet te hebben
geborsteld." Weldra is de edele dame
in dezen „arbeid" verdiept met een
toewijding een betere zaak waardig.
Fritsje staat verstomd; dit is trou
wens zijn normale toestand, sedert hij
zich in dit prachtige huis bevindt.
Maar een mops te borstelen, zooals
zijn vader z'n haar schuiert, dat gaat
zijn begrip te boven Zijn jongensna
tuur wordt levendighij overlegt,
hoe hij Lorrie het gauwst uit deteere
handen kan weglokken en in zijn be
reik brengen, om hem daar zijn lief-
debewijzen te toonen. Zijn van z'n
kameraden overgeërfd straattalent komt
hem te hulp. Met groote natuurge
trouwheid begint Fritsje te blaffen,
en fluks staat de gewenschte voor hem,
om den vermeenden collega te snap
pen. Door deze overwinning is de
held ettelijke duimen in de genegen
heid zijner beschermster gestegen.
„Zoo, nu zie je er netjes uitHeb
-je ook honger?" vraagt zij.
„Altijd," luidt prompt het antwoord.
Weldra zit de kleine voor een ontbijt,
gelijk hij er nog nooit in zijn leven
een gezien heeft. Lorri troont daarbij
op zijn schoot en ondervindt de uit
werkselen van „gedeelde vreugde"
al verfomfaaien de mooie lokken
daarbij, wat malen die twee er om
Behoedzaam laat de kleine Frits het
overschot verdwijnen want zoo even
begon het bewustzijn in hem te ont
waken, dat hij zoo maar zonder com
plimenten niet van die goede dame
weg mocht gaan. Hij scharrelt zijn
beperkten woordenschat bij elkaar en
heeft nu ook de juiste uitdrukking
gevonden.
„Ik zal u ook ereis helpen," dit
zeggende reikte hij Nora de hand,
„maar die niet," een ietwat onvrien-
delijken blik treft Leonie. Deze moet
ondanks de oorlogsverklaring om die
kinderlijke logica lachen.
„Ik geef tien gulden aan de armen,
als hij woord houdt en je menschlie-
vende daad door een tegendienst ver
effent Ach, hoe, spoedig zal het
straatgewoel dat aardige tooneel heb
ben uitgewischt, hetwelk je gearran
geerd hebt," roept Leonie met over
drevenheid uit. Nora neemt haar
echter bij haar woord en vooral de
weddenschapwie weet?
De winter heeft weder plaats ge=
maakt voor de lente. Aan de natuur
is nieuw leven verleend daarom
naar buiten, dagen van thuiszitten zijn
geëindigd. Dat ondervindt het aller
eerst de jeugd, en zij geeft dan ook
gaarne aan die roepstem gehoor.
„Naar buiten, op de straat 1" luidt
haar wachtwoord. Zoo vinden wij
een vroolijke, natuurlijk ook lawaai
makende schaar voor de villa des
heeren Heller, waar men zoo lekker
op 't ijzeren hek kan klauteren, de
hooge boomen begooien en nogaller-
hands kinderlijke guitenstreeken uit
halen kan.
trouwen meer in hem stelde. „Al
rukte hij zich los van zijn volk, van
mij zal hij z:ch niet losrukken riep
hij in somberen wrevel. Doch Jadas
bleef weg en vermeed het ouderlijke
huis.
Toen kwam de jobstijging uit Jeru
salem. Stamgenooten, die, vluchtende
voor Antiochus, het kleine stadje in
de bergen aandeden, verhaalden, wat
de heiltge stad en hare bewoners
wedervaren was. Op het hooren van
al die akeligheden scheurde Matha
thias zijne kleederen en droeg dubbe
len rouw.
Zoo verliepen de dagen onder druk
kend zwijgen de avond brak aan en de
zonen hadden aan hunne beangstigde
moeder alweder geen bericht van den
voortvluchtige kunnen brengen.
„Dien het avondmaal op," zeide
Mathathias tot zijne vrouw, daar het
troostelooze zwijgen der zijnen hem
ondragelijk werd en zijn eigen gemoed
vol was, om veel te spreken.
De moeder bracht wijn in lederen
zakken, gedroogd jong schapenvleesch,
kaas en broodkoeken. Maar het maal
bleef onaangeroerd.
Eensklaps sprongen alle aanwezigen
op, Judas stond in de deur, in het
oog loopend bleek en opgewonden.
„Judas, ge leeft en zijt gezond, en
ontkwaamt uwe vijanden Jehova zij
dankriep de moeder en wierp zich
snikkend in de armen van den jonge
ling.
De teruggekeerde kuste zijne moeder.
Vandaag echter wordt hun geboden,
bedaard te zijn. De koetsier van he
dokterskoetsje gebied hun stilte e:
merkt er bij op, dat al dat leven dt
zieke juffrouw hindert. Zijn taal vind
'n volgzaam gehoor. De oude heel
er geen erg in, dat een paar ver-
schrikte kinderoogen de villa aansta
ren. De juffrouw, dat moet immers
die lieve, vriendelijke dame zijn var
verleden zomerJa, kleine Frits, dij
gegroeid is, wat men aan zijn kleerer.
bespeurt, heeft haar niet vergeten:
Ondanks den armoedigen toestand
zijner kleeding is deze toch zindelijj
en vertoont geen enkele scheur. He
schijnt, dat de reinigingskuur van der
vorigen zomer opvoedende gevolget
bij hem heeft aan te wijzen. Terwij:
hij naar huis slendert, zegt hij nie:
veel, maar hij prakkezeert, Kon hij
hier maar „helpen." Hij komt ni
herhaaldelijk kijken voor het hek var,
het park, en na verloop van eenigt
weken, op 'n mooien, zonnigen lente
dag, heeft hij het geluk, zijn goede
fee op een ruststoel in den tuin te
bespeuren. Wat is daar nu alles ver
anderd Destijds welriekende struik
gewassen, kleurige bloemen, en nu
niets van dat alles, alles nog in wor
ding En vooral de ziekeWat ziet-
ze er bleek uit; maar toch haast even
schoon, dunkt hem, als de Madonm
in de kerk. Kon hij maar iets vooi
haar doen, haar iets moois aanbieden!
In den geest doorloopt hij al zijnt
schatten, daarvoor is het juffertje toch
wel te groot, en bovendien, wat heeft
een meisje daaraan. Maar stilnu
heeft hij iets gevondenMet vlugge
sprongen is hij thuis en staat na een
poos weder met bonzend harte op|
zijn observatiepost. Zijne kinderhan
den omklemmen een grooten ruiker;
viooltjes. Heeft niet onlangs zijnl
moeder een ruiker meegenomen voor
de zieke grootmoeder? Zijn bespie
dend oog heeft in het park geen enkel!
dezer lentekinderen ontdekt, en nu;
komt hij zich, misschien voor het eerst
in zijn leven, inderdaad rijk voor.
Maar nu, hoe het geschenk te bezor
gen daar staat hij voor. Doch
een goedgunstig lot komt hem te hulp.
De zieke schijnt ingesluimerd, daaromc
de stoute schoenen aangetrokken,
Voorzichtig doet hij het hek open en
schrijdt schier onhoorbaar over het'
kiezelpad naar zijn doel. Nu heeft hij,
dat bereikt en legt het geschenk var
liefde in Nora's schoot.
Eerst toen hij weer op straat stond,
haalde hij weer verruimd adem, blijde,
dat alles zoo goed is afgeloopen,
Toch heeft hij eene getuige gehad,
welke hij geenszins vermoedde, Leonie,
die de herstellende een bezoek wilde
brengen, heeft alles gezien, met ver-!
bazing, maar ook met beschaming
tevens. Zij is het, die Nora omtrent
den gever der eerste viooltjes inlicht,
en met blijdschap voor hem het be
drag der weddenschap bestemt. In:
een voor hem gekocht confectiepakje
stelt Frits zich weldra aan Nora voor,
op haar dringend verzoek. Maar ook
Leonie is bekeerd tot de meening, dat,
al is het ook maar een kind van de
straat, dit toch vatbaar is voor edele
neigingen en ook de gevoelens zijns
harten weet uit te drukken.
„De Heer zij met ulieden zeide hij
en reikte aarzelend zijn vader de hand,
Mathathias stond in hevigen twee
strijd met zich zeiven. „Ik wil de hand
niet drukken van een man, die zich
van zijn volk heeft losgescheurd,"
sprak hij met een afwijzend gebaar.
„Mijn tong rukte zich gemakkelijker
los van de onzen, dan mijn hart,
vader 1" antwoordde zijn zoon.
„Zoo? Kauw dan de spijzen,;
voordat gij die inslikt. Wik uwe
woorden, vooraleer gij spreekt 1 Uwe
woorden gelijken de cypressenzij
zijn groot en hoog, doch dragen geen
vruchten."
„Wanneer gij mij hebt aangehoord,
vader, zult gij mij minder laken. Ik
weet, dat ge boos op mij zijt, omdat
ik u zoolang liet wachten doch mijne
vervolgers waren mij op de hielen.
Gij weet toch zeker, wat mij injeru-j
salem door Menelaus werd aange
daan
„Wij weten zulks."
„Hij heeft mij gemaakt tot een
spreekwoord van het volk, een
schouwspel ben ik voor hem gewor
den. Ze hebben mij uitgeworpen 1
Gelijk een wild beest verberg ik mij
in holen en kloven, en gelijk een dief
kom ik in het donker tot u geslo
pen."
„Wie distelen zaait, kan geen drui
ven lezen."
Wordt vervolgd.