No. 68.
Zaterdag 14 Januari 1911.
2e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Stichting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKRN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Gentschestraat C 6 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLAND f 0.50.
BELOIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
In Maart worden de kiezerslijsten
voorloopig vastgesteld, om 15 Mei
voor goed in werking te treden en
daarna voor een geheel jaar geldig te
zijn. Ieder die voor het verkrijgen
van kiesbevoegdheid in aanmerking
komt, moet dus weten welken weg hij
behoort te volgen.
BELASTINGKIEZERS.
Wie den vereischten leeftijd voor
het kiezerschap bezitten en vóór of
op 15 Mei a. s. 25 jaar oud zijn, over
het laatstverloopen belastingjaar in de
vermogens-, bedrijfs- of personeele
belasting zijn aangeslagen of voor
minstens één gulden in de grondbe
lasting, komen van zelf op de lijst.
Echter dienen zij er voor te zorgen,
dat zij vóór 1 Februari hun aanslag
hebben voldaan.
Wie pas in Februari betaalt, moet
met zijn voldaan biljet vóór 1 Maart
naai het gemeentehuis gaan. Wie in
1910 is verhuisd naar een andere ge
meente, moet met zijn voor voldaan
geteekend aanslagbiljet vóór 15 Fe
bruari naar het gemeentehuis van zijn
nieuwe woonplaats gaan om zich aan
te geven. Aanslagen in de belasting
van de vrouw gelden voor den man.
Behalve wie in 1910 naar een an
dere gemeente verhuisd zijn en zij,
die mede-eigenaren zijn in een onver
deelden boedel, waarvoor in 1910
grondbelasting is betaald, terwijl hun
aandeel in die belasting f 1 bedraagt,
behoeven de belastingkiezers zich niet
aan te geven. Ambtshalve worden zij
op de kiezerslijsten gebracht. Alle
andere kiezers, d. w. z. de woning-,
loon-, spaarbank- en examenkiezers,
behooren zich aan te geven tusschen
1 en 15 Februari ter secretarie. Zij
ontvangen een formulier, dat onder
teekend en ingevuld moet worden in
geleverd aan het gemeentehuis.
WONINGKIEZERS.
Deze mogen tusschen 1 Augustus
1910 en 31 Januari 1911 niet meer
dan eenmaal, en alleen binnen de
grenzen van dezelfde gemeente, zijn
verhuisd. Zij moeten sedert 1 Augus
tus een zekeren, voor iedere gemeente
afzonderlijk vastgestelden huurprijs
hebben verwoond. Hebben zij een
stuk grond gehuurd, dan telt dat bij
den huurprijs mee, ook al ligt het
niet vast aan het huis.
Bij de woningkiezers behooren zij,
die schepen bewonen van tenminste
24 kubieke meters inhoud of 24000
K.G. laadvermogen, hetzij zij huurders
of eigenaars zijn. De woningkiezer,
die het vorige jaar al kiezer was
krachtens woninghuur en in hetzelfde
huis is blijven wonen, behoeft zich
ditmaal niet weer aan te geven. Hij
wordt vanzelf weer op de kiezerslijst
gebracht. Indien men het vorige jaar
verhuisd is dan moet men zich aan
geven.
Voor de gemeenten, behoorende tot
het Statendistrict Hulst en het Kamer
district Hontenisse bedraagt de ver-
eischte woninghuur voorHulst, Neu
zen, kom, Axel, kom, en de gemeenten
in Zuid-Beveland f 1 per week, en
voor de andere gemeenten en voor
Neuzen, overig deel, en Axel, overig
deel, f 0.80 per week. Jaarhuur wordt
gedeeld door 50 en maandhuur wordt
gedeeld door 4.
LOONK1EZERS.
Deze moeten zich ieder jaar op
nieuw tusschen 1 en 15 Februari aan
geven en mogen tusschen 1 Januari
1909 en 31 Januari 1910 niet meer
dan eenmaal zijn veranderd van pa
troon en moeten verdiend hebben een
zeker loon dat in de gemeente waar
zij wonen voor het kiesrecht is aan
gegeven. Men behoeft niet op te geven
hoeveel loon men verdient. Men kan
volstaan met op te geven, dat men het
minimum, dat de wet eischt, verdient.
Week-inkomen wordt door vermenig
vuldiging met 50 tot jaar-inkomen her
leid.
Wie een pensioen of een lijfrente
geniet van een onderneming, een bij
zondere of openbare instelling, mag
dat als een loon beschouwen Pensioen
en loon mogen dus worden samenge
steld.
Wie een vast loon geniet, en tijdens
ziekte of verwonding gedurende ten
hoogste 2 maanden dit niet of niet
ten volle kreeg, mag zijn loon bere
kenen, alsof het was doorgegaan. On
gevallenrente geldt ook als loon. Wie
in een onderneming vast werkt, waar
de arbeid uit den aard van het bedrijf
gedurende een deel van het jaar stil
staat, mag dien tijd van stilstand mee
tellen, ook al was hij toen tijdelijk
ontslagen. Inkomen, pensioen of lijf
rente van de vrouw gelden voor den
man van de kinderen mag daarente
gen slechts de helft van het inkomen,
pensioen of lijfrente worden meegeteld,
Wie op Zon- en Feestdagen den kost
niet geniet, behoeft voor deze dagen
niets af te trekken. Hij wordt toch
gerekend volle kost en inwoning te
genieten.
Voor de gemeenten, behoorende tot
het Statendistrict Hulst en het Kamer
district Hontenisse, bedraagt het ver
eischten minimumloon, voor: Yerseke
en Neuzen (kom) per jaar f 325, voor
Hulst en Axel (kom) en voor de an
dere gemeenten in Zuid-Beveland f 300
per jaar, voor Neuzen, overig deel,
Axel, overig deel, en voor de andere
gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen
f 275 per jaar.
Voor de berekening van loon wordt
vrije woning of inwoning berekend op
f50 voor Yerseke en Neuzen (kom),
op f 37.50 voor Axel (kom), Hulst en
de andere gemeenten in Zuid-Beveland,
en op f 25 voor Axel (overig deel),
Neuzen (overig deel) en de andere
gemeenten in Z.-VI.
Voor de berekening van loon wor
den vrije kost en inwoning berekend
op f 225 per jaar in Yerseke en Neu
zen (kom), op f 200 per jaar in Axel
(kom), Hulst en de andere gemeenten
in Zuid-Beveland, en op f 175 per jaar
in Neuzen (overig deel) Axel (overig
deel) en de andere gemeenten in Z.-VI.
Een inwonende zoon zal dus f 100
boven kost en inwoning moeten ver
dienen om kiezer te kunnen zijn.
SPAARBANKKIEZERS.
Dit zijn zij, die op 1 Februari 1911
sedert een jaar minstens f 100 op het
Grootboek hebben, of minstens f 50
op de Rijkspostspaarbank, in een ge
meentelijke- of andere erkende spaar
bank. Zij behoeven zich niet elk jaar
opnieuw aan te melden.
EXAMENKIEZERS.
Dit zijn zij, die met goed gevolg
eenig examen hebben afgelegd, dat tot
bepaalde ambten en betrekkingen be-
voegheid geeft. Om examenkiezer te
worden, behoeft men niet zijn exa
mendiploma. over te leggen, maar al
leen op het kiesrechtformulier in te
vullen, welk examen en waar en op
welken datum men het heeft afgelegd.
De examenkiezer behoeft zich niet
ieder jaar opnieuw op te geven.
LEEFTIJD.
Om het kiesrecht uit te oefenen
moet men 25 jaar zijn.
De lijst van deze kiezers, te groot
om over te nemen en ook niet noodig,
is opgemaakt bij K. B. van 4 Febru
ari 1901 St. 58.
Het bovenstaande heeft betrekking
op de Tweede Kamer.
Voor de Provinciale Staten gelden
dezelfde bepalingen, benevens die, dat
men inwoner der provincie is.
De belastingkiezers voor de Kamer
hebben ook het kiesrecht voor den
Gemeenteraad, maar de woning, loon-
enz. kiezers hebben eerst het gemeen
tekiesrecht, als zij in de plaatselijke
belasting van hun gemeente zijn aan
geslagen voor een bedrag minstens
gelijk aan de huursom, die iemand
Kamerkiezer maakt. Ook deze belas
ting moet op 1 Maart ten volle zijn
betaald.
Allen doen goed, na de publicatie
der voorloopig vastgestelde kiezerslijst,
einde Maart of begin April na te gaan
of hun naam daarop voorkomt en is
dit ten onrechte niet het geval, te
reclameeren, hetgeen geschieden kan
tot en met 15 April. Den 15en Mei
wordt de kiezerslijst daaraan definitief
vastgesteld.
Uit De Vrije Klok van Ninove, België,
nemen we het volgende stuk over,
omdat wij er eenige woorden willen
bijvoegen.
Het stuk luidt
In het algemeen genomen zeggen
wijneen, en voor het nut dat zij
afwerpen voegen wij erbij dat de boe
ren dergelijke bonden of banden niet
niet noodig hebben, om hetzelfde doel
te bereiken.
De groote, de doorslaande rol, die
iedereen te vervullen heeft in onze
zoo ongelukkige samenleving, is wel
het zijne bij te dragen om de klove,
die de samenleving in tweeën scheurt,
te vullen en te dempen, ledereen
moet trachten den klassenstrijd, die
zoo hevig wordt aangevuurd door de
socialisten, te vermijden en te verwij
deren. Dat is wel, wal in den pau
selijken wereldbrief besloten ligt en
aan die dringende plicht mag niemand,
die christen heeten wil, te kort blijven.
Wat doen nu de samenwerkende
maatschappijen, die voor doel hebben
gezamenlijke aankoopen te doen tot
het verbruik, zooals van bloem, ze
mels, maïs, lijnmeel, suiker, enz. enz.
Gelieft ons een oogenblik te volgen,
aandachtige lezers.
Het overgroot deel van het werkende
volk kan niet betamelijk in het onder
houd van het huishouden voorzien.
Aan sparen valt er voor hen niet te
denken. Zij zijn tot eeuwigdurenden
arbeid veroordeeld,
Een ander klein getal kunnen eeni
ge penningen wegleggen, De voldoe
ning, het genot van iets over te heb
ben, spoort den mensch aan met meer
iever door te werken en zich eene
sport in de samenleving te verheffen.
Zoo is het met deze laatste werk
lieden en kleine landbouwers gesteld
en wat doen zij Ahzij zullen wat
winkel houden van koffie en suiker,
wat meel en zemels, wat maïs en
bloem verkoopen, om zoo stillekkens
aan het spaargeld te vermeerderen en
iets over te hebben voor den aan
grijpenden ouden dag. Hiertegen tre
den de boerenbonden hemeltergend
op, want zij ontnemen de klanten aan
de ondernemende werklieden en deze
die zij aan de kleine winkeliers over
laten zijn juist deze, die tegen klin
kende penningen geenen voorraad
kunnen aankoopen. Zoo moet de
winkelier borgen op groot gevaar van
bij het minste ongeluk alles te ver
liezen, hij zelve moet uitstel vragen
aan zijne leveraar en zoo moet hij ook
zijne waren duurder inkoopen. 't En
is dus alleen de winkelier niet die er
bij verliest maar ook den werkman.
Het is dus uitgemaakt dat de boeren-
bonden de verbetering van dén werk
man tegenwerken en hem de sporten
afzagen van de ladder langswaar hij
klimmen wil.
Trekken nu de boeren er zelve
voordeel uit?
Nogmaals zeggen wij neen en
wij bewijzen.
Het is vast dat er op de wereld
markt geenen voordeeligen prijs van
de waren bestaat voor de boerenbon
den, zoomin als voor welkdanigen
anderen handelaar.
De boerenbond koopt in 't groot
gelijk alle andere voorname kooplie
den, en hij verkoopt in 't klein of zoo
men wil in 't half groot aan de pa
rochiale gilden, die het op hunne
beurt uitventen aan de boeren. Maar
in dezen overgang van groothandelaar
tot boer blijft er hier en daar een deel
van den strijker kleven. De boeren
bond, die om zoo te zeggen bankier
speelt, betaalt jaarlijks van 10 tot 15
aan zijne aandeelhouders. Dat is een.
Vanwaar komen die intresten
Uit de zakken van de boerkens.
De bestuursleden van de parochiale
gilden en wel namelijk de secretaris
sen en schatbewaarders, alhoewel zij
zeggen alles voor niets te doen, likken
ook mede en deelen ook jaarlijks de
percenten uit de zakken der boeren
geklopt.
Als dit alles bijeengerekend wordt,
is het buiten kijf dat alle hande
laars dezelfde waren voor denzelfden
prijs aan de boeren kunnen uitleveren,
als zij comptant of ook nog op voor
hand betaald worden gelijk het in de
parochiale gilden gaat en als zij dan
ook nog de bestellingen veertien da
gen of eene maand op voorhand ont
vangen. Wij zeggen meer, zij kunnen
zoo aan minderen prijs leveren,
omdat zij zouden handeldrijven met
andermans geld en geene verliezen te
gemoed loopen. Twee of drij ten
honderd zou voldoende zijn voor
hunne moeite.
Wij keeren de samenwerkende maat
schappijen van verkoop en voort-
brengst goed, maar wij stellen ons
tegen alle maatschappijen die geza-
mentlijk aankoopen wat tot het ver
bruik dienen moet.
Onze H. Vader Pius X ziet ook heel
klaar in die zaken vandaar zijn ver
bod aan al die priesters zich nog
bezig te houden met maatschappijen
waar geld verhandeld wordt.
We teekenen er dit bij aan
1. Het bovenstaande ziet op den
Belgischen Boerenbond, die practisch
alleen doet aan gezamentlijken inkoo
pen van landbouwbenoodigheden.
In de statuten van de provinciale
boerenbonden in Nederland staat, dat
zij, waar het noodig of wenschelijk
wordt geacht, bevorderen den inkoop
van veevoeder, hulpmeststoffen en an
dere landbouwbenoodigdheden.
Gezamentlijken aankoop van krui
denierswaren, manufacturen en andere
huishoudelijke zaken is bij de boe
renbonden in Nederland niet gebrui
kelijk, zelfs is er steeds daartegen
opgekomen, als de een of andere af-
deeling zich er mede zou willen
bemoeien. Als dergelijke aankoop
gebruikelijk is in België, dan is het
de aangewezen weg daarover bij het
Hoofdbestuur te Leuven te klagen, en
wij vertrouwen, dat dit Hoofdbestuur
aan een dergelijke opvatting van boe
renbond een eind zal maken.
2. De opmerking, dat de hande
laars tegen denzelfden en soms min
deren prijs zouden kunnen leveren,
als zij betaald worden en als zij de
bestellingen krijgen op de wijze als
gebruikelijk is bij den boerenbond»
achten wij zeer juist.
Maar naar wij meenen, ligt de oor
zaak van den gezamentlijken aan-
niet zoo zeer in den prijs als wel in
de vroegere praktijk van onzeker
heid of men wel kreeg waren, vooral
kunstmest en voederartikelen, van het
vereischte gehalte.
3. Het doen van gezamentlijke aan
koopen achten wij echter niet het
eigentlijke doel van den boerenbond.
Daarvoor heeft men geen boerenbond
noodig, dit kan even goed gedaan
worden door de afzonderlijke vereeni-
gingen van aankoop tot een bepaald
doel en door of van wege de Maat
schappij van Landbouw.
Dit eigentlijke doel bestaat hierin
invloed uit te oefenen, dat
r e ch tvaardige contracten
worden gesloten met en door
de leden.
Daardoor moet worden gekomen tot
een rechtvaardig rechtscontract tus
schen eigenaar en pachter, en tusschen
boer en arbeider.
In Nederland heeft echter geen en
kele boerenbond deze bepaling in
zijne statuten, en waarschijnlijk ook
in België niet. Alleen de R. K. Boe
renbond van Zeeuwsch-Vlaanderen
O. D. heeft deze bepaling, maar
hij voert ze niet uit. En waarom
niet? Uit de vrees, die in vele men-
schen is ingeboren, voor zijn recht
uit te komen, en ook, omdat de pach
ter instinctmatig gevoelt, dat vragen
zijn recht als pachter moet medebren
gen zijn plicht als pachter jegens den
eigenaar en zijn plicht als werkgever
jegens den arbeider.
En toch ligt hierin het karakteristieke
van den boerenbond, omdat zonder dit
men gerust kan volstaan met eene
vereeniging tot verbetering van de
techniek van het landbouwbedrijf,
iets, wat kan uitgaan van de Overheid,
en wat uitgaat in Nederland van de
Maatschappij van Landbouw.
Er wordt in de sociale beweging te
weinig gedacht hieraandat de oor
zaak van de sociale kwestie ligt in het
verlies of in de vermindering van de
rechtszekerheid (natuurlijke en
menschelijke rechten) van een te groot
aantal personen in de maatschappij, met
name van den kleinen man en kleinen
burger, en als geneesmiddelen worden
dikwijls aangewend klassenstrijd (waar
door de rechtszekerheid nog meer
vermindert), en andere lapmiddelen.