No. 66. Zaterdag 31 December 1910. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting': Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Op den eersten nieuwjaarsdag van de Volkswil schreven wij, dat zij na een bestaan van drie maanden kon zeggen zij kwam, zag en overwon. 1910 kan worden genoemd als het jaar, waarin de overwinning werd be twist en waarin wij ons tegen deze betwisting hebben verdedigd. Ware dit betwisten nu geschied op eene rechtschapen wijze, het had kun nen zijn geweest eene aangename en leerzame gedachtenwisseling. Maar het is niet zoo gegaan, men bestreed ons goed recht door stelselmatig dood zwijgen, door vrees aanjagen van abon- nés en adverteeders zelfs door gods dienstige middelen, door verbod en door huisbezoek, en, als dit alles niet hielp, zelfs door een beroep op de Nederlandsche Justitie, omdat onze vij anden, beter dan wij met de Strafwet bekend, voorgelicht door een „rechts geleerde", wisten, dat deze den kwaad doener beschermt tegen den eerzamen burger zoodra deze zich op de wijze van het natuurrecht en het gezond verstand tegen het kwaad verdedigt. Fel op ons en de Volkswil was gebeten pastoor W, F. Schets van Sint-Jansteen, doch als iemand hem zou hebben gevraagd waarom, dan zou hij geen antwoord hebben gekregen, want de goede man had daarvoor geen enkele wettige reden en hij zou zelfs geen enkele niet wettige reden hebben durven opgeven. Hij begon met eene Missie in zijne parochie te doen houden met geen ander doel, dan om de Volkswil uit zijne gemeente te weren. Als wij hem in een Open Brief het een en ander schreven, werd dit schrijven aanleiding tot een straf proces tegen ons. Daarop kwam onze oude bisschop tegen ons uit door een Vastenbrief, waarin niet over den Vasten maar slechts over een courant werd gespro ken, gevolgd door een tweeden Vas tenbrief, waarin de Volkswil als „erger dan socialistisch" van af den kansel werd verboden verklaard. Op deze daad van den bisschop antwoordden wij met een „God is Rechtvaardig", de geestelijken gingen huisbezoek doen tegen ons blad, en omdat de pastoor van Ossenisse daar voor te oud was deed dit in Ossenisse zijn onderpastoor, de pastoorsmeid. Door dit werken verloren we 400 abonné's, die echter later grootendeels weder terugkwamen, en kregen er 600 bij. Dit werken bracht dus winst in plaats van verlies, maar het bracht onze administratie een tijdlang in moeielijk- heid, welke echter te boven is gekomen. Door die daad van den bisschop en het huisbezoek der geestelijkheid ver loren beide een groot deel van de achting, die zij onder de bevolking genoten, omdat de bevolking van ons goed en van hun kwaad recht over tuigd was. In de meeste parochies echter werd dit huisbezoek door de geeste lijken tegen hun hart in gedaan en zouden de meesten er gaarne wat voor over hebben gehad, als zij er nooit aan hadden behoeven te be ginnen. In deze campagne kregen wij voor onzen persoon een schrijven, dat ons de Sacramenten publiek moeten worden geweigerd, doch op de vraag waarom kregen wij tot heden geen antwoord, en kwam voor eene paasch- weigering op groote schaal te Sint- Jansteen, waarop, zelfs op het schrif telijk verzoek, nog geen herstel is gegeven. Met het strafproces door pastoor Schets ging samen een door de pas toorsmeid van Ossenisse, het laatste wegens een stuk onder het Vrije Woord, en in beide gevallen werden we tot geldboete veroordeeld. Deze veroordeeling ging echter zoodanig in tegen de rechtsovertuiging der bevol king, dat deze de boeten betaalde een ongehoord iets en ons, bij wijze van protest, verkoos tot lid van de Provinciale Staten in de plaats van een zittend lid. Dit strafproces heeft nog een staart je, en dit staartje is nu aanhangig bij den Hoogen Raad. Door de campagne tegen ons en door dat strafproces zijn ontstaan volksliederen, die voor ons een eer, voor onze vijanden oneer zijn, en deze volksliederen zijn zelfs internationaal geworden. Tengevolge van het overlijden van den heer Moes als lid van de Pro vinciale Staten is gekomen een tus- schentijdsche vacature, waarin de heer H. Kramer onze candidaat en de heer mr. P. Dieleman de candidaat was van de coalitie. De laatste won het met een kleine meerderheid, maar deze overwinning der coalitie heeft voor gevolg, dat de Katholieke Kies- vereeniging haar invloed onder de bevolking heeft verspeeld. Bij de periodieke aftreding van de Provinciale Staten verkregen de libe rale heeren Van Dixhoorn en Wortman een zeer groot aantal stemmen van onze vrienden en wij van de hunne, met gevolg, dat wij gekozen werden en die beide heeren het slechts ver loren met een gering verschil van stemmen. Deze verkiezing zal in de toekomst ver strekkende gevolgen heb ben. Van het recht op het Vrije Woord der abonnés is een zeer druk gebruik gemaakt, waardoor de Volkswil een volledig beeld gaf van de gevoelens der abonnés. Deze instelling van het Vrije Woord heeft geopenbaard, dat de Volkswil een echte Volkswil is. De tegen ons gevoerde campagne is er eene geweest op leven en dood, het ging er om, om te zijn of niet te zijn. Daarom hebben wij niet geheel kunnen doen wat wij wilden doen. In deze campagne is het nu stil gewor den, maar het is niet de stilte van de erkenning van ons goed recht doch de stilte wegens het gevoel van mach teloosheid. Daarom moeten wij eiken dag ons kruit droog houden, want onze vijand slaapt niethij ligt alleen in hinderlaag om af te wachten, of wij iets verkeerd zouden doen. Maar deze stilte heeft toch voor gevolg gehad, dat wij hebben gege ven De Nederlandsche politiek jegens Vlaanderen, waardoor wij hebben willen inluiden een nieuwe werkzaamheid van het grootste belang, zoowel voor Zeeuwsch-Vlaanderen als voor het overige Zeeland en voor Belgisch Vlaanderen. De afgevaardigde van Oostburg, de heer Vorsterman van Oyen, heeft in den geest van ons en toch zelfstandig, in de Tweede Kamer gesproken, waarover wij ons zeer hebben verheugd. De meest verscheiden onderwerpen heeft de Volkswil in 1910 behandeld, en zelfs van zoovelerlei aard, dat werd gemeend, dat ons blad te veelzijdig is. Maar in deze meening ligt dan toch opgesloten, dat wij over meer kuunen oordeelen dan over het weer en daardoor is ook gesproken onder onze vrienden, dat de Volkswil een blad is vol leering, dat de oogen en de hersens opent. We hebben in 1910 ook ondervon den, dat de boerenstand voor een groot deel tegen ons is, en als reden wordt opgegeven, dat wij den arbeider te veel ontwikkelen. We zijn echter nimmer partijdig geweest, vermits dit is onze kracht en volgens ons karakter. Wij vragen van niemand iets dat is tegen de rechtvaardigheid: is een eigenaar in zijn recht tegen den boer, dan steunen wij den eigenaar is een boer in zijn recht tegen den eigenaar dan steunen wij den boer is een arbeider in zijn recht tegen den boer dan steunen wij den arbeider, en omgekeerd. De Volkswil kent dan ook geen klassestrijd, maar is een rechtvaardig blad. In de beoordeeling van zaken vra gen wij niet naar het geloof of niet geloof van de personen, en dit is niet eene gewone taktiek maar de uiting van ons diepste zieleleven. God laat de zon schijnen over goeden en kwa den, het geloof is eene gave, het is Gods bestel, dat de een meer talenten heeft dan de ander, maar meerdere talenten vragen ook meerdere verant woording in het hiernamaals waar „alles zal recht komen", en omdat dit zoo is, staan wij vierkant tegenover de politieke christelijkheid, die naar het lidmaatschap van de eene of an dere politieke partij wil beoordeelen, of iemand al of geen christen is, wat is eene groote dwaling met ver strek kende gevolgen in het maatschappe lijke en openbare leven. Wat 1911 zal brengen? Wij weten het niet, maar wij weten wel, dat de toekomst gelijk het heden in Gods hand is. In 1911 zullen we hebben gemeen teraadsverkiezingen en wij verwachten daarin in enkele gemeenten een ern stige strijd tusschen onze vrienden en niet-vrienden. De Volkswil heeft in 1910 een vuur proef doorstaan zooals wellicht nimmer een blad in Nederland heeft moeten doorstaan. Deze vuurproef heeft ons gestaald, waardoor wij desnoods nog zwaardere vuurproeven zullen kunnen doorstaan, maar wij verlangen er niet naar. De beleedigingen die ons zijn aan gedaan zijn talloos geweest, maar wij hebben ze vergeten en vergeven en ze hebben ons geen lidteekenen aange bracht. Voor menigeen zou één dezer beleedigingen reeds voldoende zijn geweest om een geheel leven wrokte koesteren, en toch ontvingen we ze bijna dagelijks en dikwijls meer dan een eiken dag. Maar naast deze be leedigingen stonden zoovele bewijzen van liefde en trouw, dat ons hart er dikwijls vol van was, en wij baden tot Hem, Die harten en nieren door grondt, dat Hij die bewijzen van liefde en trouw zou beloonen want wij zeiven zijn daartoe niet in staat. Met vollen moed, krachtig door ons goed recht, het oog en het hart naar boven gericht, gaan wij het nieuwe jaar in. Wij zeggen dank aan allen, die ons liefde en trouw en achting hebben betoond in het afgeloopen jaar, wij hopen deze in het nieuwe jaar niet te verliezen en wij vergeven aan allen, die ons kwaad hebben gewild of ons kwaad hebben gedaan. Aan onze vrienden, aan hunne huis gezinnen, aan onze medewerkers, aan allen die van goeden wil zijn, wen- schen wij een Zalig Nieuwjaar. H. A. VAN DALSUM. XIII. M. de Red. Eén gewoon verschijnsel is het, dat men in den duren wintertijd het grootst aantal werkeloozen op de hoeken der straten ziet „kringetje spuwen." De „werkverschaffing" hier ter stede kan slechts een gering deel van hen gaande houden. Door lief dadigheidsinstellingen en van gemeen tewege wordt voor armenzorg veel gedaan tot leniging van den nood. Buitengewone bedeeling uit de op brengst van de „Nieuwjaarscollecte", die in den regel heel wat oplevert, helpt huishouden. 't Is goed, dat ieder, die maar eenigszins kan, naar vermogen bij draagt voor 't goede doel. Een ander gewoon verschijnsel: 't Is 12 uur middag. Met haastige passen zie ik op 't geluid der stoom fluit of op 't signaal der bel tal van blauwkielen fabriek, pakhuis of werk plaats verlaten, Huiverig spoedden zij zich door den grauwen mist langs de vochtige, slibberige straten. Thuis wacht moeder de vrouw hen met den warmen, dampenden middagpot Op hun weg daarheen echter komen ze langs verschillende kroegen. Een groot deel van hen, de goeden niet te na gekomen, snapt hier of daar even binnen. Op de toonbank staat een lange rij glaasjes voor de vaste klanten gereed. Na een groet, een slok en ze gaan naar huis en staan „in 't krijt," want ze halen „op den pof Verschillende werklui ziet men er ook even vóór den ar beid, Zoo herhaalt zich dat van dag tot dag. Er zijn er, die geen derde deel van hun weekloon voor de huisvrouw overhouden, als ze hun drankrekening 's Zaterdags vereffend hebben. Daardoor kan de vrouw niet het noodige ter tafel brengen en ontstaan vaak hevige tooneelen van zelf. Dikwijls wordt zoo'n vrouw moedeloos, als ze ziet, dat niets helpt. Yaak ook slaat ze over tot een ander uiterste en gaat zij de straat op of „versnoept", zooveel de man „verdrinkt." Diepe ellende, treurige omstandigheden, verwaar loosd kroost dragen dergelijke han delingen in hun gevolg. En ik over drijf niet. Yoor f70 000.000, sterken drank wordt in ons landje gemiddeld per jaar verbruikt. Men zou ongeloovig de schouders opha len, als ik eens het bedrag noemde, dat met Sint Nicolaas aan chocola alleen in Middelburg pl. m is be steed. En zie eens, hoe door een over groot deel het Nieuwe jaar wordt inge zet met ontkurkte flesch. Ik wil hier geen propaganda maken voor geheel onthouding. 't Was mijn doel, aan te toonen, dat armoede zoo geheel verschillende oorzaken kan hebben, w;.arom men met zijn goede gaven vooral ook bekend dient te zijn met de omstandigheden van de armen. Men dient goed toe te zien, wien, wat, en hoe men geeft. Yooral de stille armen, wier gevoel van eigen waarde of misplaatst eergevoel hen weerhoudt te vragen en te krijgen, geve men zoo ruim mogelijk in kie- schen vorm. Dat soort menschen komthe laas want armen blijven er en dezulken verdienen zeer aller deel neming en daadwerkelijken sleun. meer sporadisch voor. Bepaald hin derlijk en ergerlijk zijn zij, die ge nieten van elke bedeeling zonder dank te weten, die brutaal vragen in eischvorm, terwijl men altijd ge neigd is den hoed te lichten als men hun vrouw of dochter passeert, zóo modieus in bont en kant, in veer en lint en strik verschijnen ze. En men kijkt nog 's om en vraagt zich vol verwondering at Is dat nu familie van een nihil-is-'t Flier in Klein 's Gravenhage viert weeldezucht hoog tij. Eén der laatste grappen van minister Heemskerk in de 2e Kamer: „Tegenwoordig rijdt ook iedereen fiets is van toepassing. Eenig- zins zou de toestand geboren worden als in Rome en Napels, waar de Lazerones met trotsche houding en hooge borst zeggen „ik ben bede laar van beroepDat zijn heeren, dandy's, die niet minder dan een lire (franc) aannemen en u behandelen met hoog- of minachting evenredig aan de waarde van uw gift. En zij leiden een vroolijk, zorgeloos le ventje. Geef, roep ik ieder toe, maar kijk uit, wien en wat. Yooral philantro- pische instellingen bederven goed doende veel menschen door schen kingen in den blinde, aan ieder die zich aanmeldt. Geef veel, in dezen tijd vooral, niet aan instellingen voor armenzorg, maar aan armen uit uw omgeving, die ge kent. Dit is de persoonlijke meening van uw getrouwe torenwachter LANGE JAN. KIND. o Genoeg hebben alle vaders en moe ders te doen, als zij een kind in huis hebben. Een troon, een kroon, een scepter is aan hunne hoede toever trouwd. Zie wel toe, hoe hij hem een klap geeft, en daardoor de hersens doet trillên. Wat gij tot hem zegt,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 1