No. 65. Zaterdag- 24 December 1910. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Kerstmis. SE VOLKSWIL KEDACTIE: Abonnement per drie maandon NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DKUKKEHIi: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. In die dagen verscheen een bevel van Cesar Augustus, dat de algemeene telling der volken beval. Deze eerste volkstelling werd uitgevoerd door Cy- rinus, landvoogd van Syrië. En elk ging zich laten inschrijven, ieder in zijne plaats van oorsprong. Jozef, die uit het huis en uit het geslacht van David was, vertrok dan van Nazareth, stad in Galilea, en ging naar het land van Judea, in de stad van David, Bethleëm genaamd, ten einde zich er te doen inschrijven met Maria, zijne echtgenoote, die weldra moeder moest worden. En terwijl ze nu daar waren, was de tijd van baren voor Maria gekomen. En zij bracht haar eerstgeboren Zoon ter wereld. Zij wikkelde Hem in de doeken, en legde Hem in eene krib, omdat er voor hen geene plaats was in de her berg. !n de nabijheid brachten herders, die beurtelings de wacht hielden bij hunne kudde, den nacht op het veld door. Eensklaps stond een Engel des Heeren bij hende heerlijkheid Gods omgaf hen met haar licht, en zij wer den door eenen grooten schrik aan gegrepen. Vreest niet, zeide hun de Engel, want ziet, ik breng u de goede tijding van eene groote vreugde, voor u en voor geheel uw volk. Heden is u, in de stad van David, een Verlosser ge boren het is de Christusde Heer En ziehier het teeken, dat ik u geef om Hem te herkennen „Gij zult een kind vinden, in doeken gewikkeld en lig gende in eene krib," Op hetzelfde oogenblik voegde zich bij dien Engel eene menigte van het hemelsch heirleger. Zij prezen God en zeiden Eere zij God in het hoogste der Hemelen, en op aarde vrede aan de menschen van goeden wil 1" En toen de Engelen, weder ten He mel gevaren, hen hadden verlaten, zeiden de herders tot elkander Laat ons naar Bethleëm gaan, en zien wat er gebeurd is, en wat de Heer ons heeft laten kennen." Zij gingen haastig op en vonden Maria en Jozef, en het Kind, dat in de krib lag. Op dit gezicht herken den zij, wat hun over dat Kind gezegd was. En allen, die hen hoorden, ver wonderden zich over wat zij verhaalden. En Maria bewaarde al die dingen en overwoog ze in haar hart. De herders keerden terug, God ver heerlijkende en prijzende over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, volgens datgene wat hun was aange kondigd. Acht dagen daarna, toen het kind moest besneden worden, noemde men Hem JESUS, den naam, dien de En gel Hem gegeven had, reeds vóór Hij in den schoot zijner Moeder ontvangen was. „Vrede op aarde aan de menschen van goeden wil." Er wordt verlangd, en dit verlangen ligt in de mensche- lijke natuur, in vrede te zijn met zich zeiven, met zijn huisgezin, met zijne vrienden en buren, met zijn werkge ver of werknemer, met zijne mede burgers en met de burgers van andere Staten, maar er wordt niet steeds aan gedacht, dat dit verlangen onuitvoer baar is zonder den goeden wil van zich zeiven en van de anderen. En toch is dit verlangen zoo echt menschelijk Waarom wordt de vrede dan toch zoo weinig gevonden Omdat de voorwaarde om in vrede te zijn met de menschen deze is vrede te hebben met zich zeiven, maar geen vrede met zich zeiven is moge lijk zonder in vrede te zijn met God en Zijne geboden. Heeft men vrede met zich zeiven door in vrede te zijn met God en Zijne geboden, dan heeft de geest de overhand boven de zinnelijke neigin gen der menschelijke natuur, men wikt dan naar recht alhetgeen er ge beurt, en niets is in staat om langer dan een kort oogenblik de rust des harten te verstoren. Dit is de belooning van den vrede met zich zeiven door in vrede te zijn met God en Zijne geboden, deze vrede wenschen wij als Kerstgave toe aan vriend en vijand. Om tot deze vrede te komen wen schen wij aan beiden toe den goeden wil dat de man jegens de vrouw en de vrouw jegens den man, beiden jegens de kinderen en de kinderen jegens de ouders elkander waardeeren en el kander steunen en ter wille zijn ieder naar zijne goede eigenschappen, dan is de vrede verzekerd in de huisge zinnen dat vrienden en buren elkander gaarne behulpzaam zijn waar hulpvaar digheid noodig is en elkander gaarne gunnen wat voor ieder goed is dat werkgever en werknemer elkan der ieder het zijne geven door loon en arbeid dat de medeburgers elkanders rech ten en plichten als burger erkennen en niet bemoeielijkendat de Staten jegens elkander het recht doen gelden boven het bekrompen belang. Den goeden wil wenschen wij ook toe aan de geestelijke en wereldlijke overheden, dat zij steeds zich laten leiden door hun plichten als overheid, deze niet verzaken ter wille van men schelijke zwakheden en dat zij voort durend voor oogen hebben het woord, dat de overheid, die haar plicht als overheid niet nakomt, de oorzaak is van moeielijkheden in het geestelijke en maatschappelijke en openbare leven en eenmaal zal worden geoordeeld als te hebben gehandeld erger dan een ongeloovige. In het bizonder aan onze lezers wenschen wij de zedelijke kracht om te zijn een voorbeeld in het streven naar het bekomen van den goeden wil, die leidt tot vrede met God, zijn naaste en zich zeiven, dan zal met den bekomen vrede zij een geslacht worden en een geslacht vormen, dat bemind is bij God en bij de menschen. H. A. VAN DALSUM. Als God iemand voor iets groots uitkiest, drukt Hij heni Zijn stempel op dit stempel is liet Kruis. De luchtvaart in dienst van den oorlog. —o Indien er eene uitvinding is gedaan, welke belooft levensvatbaarheid te hebben, dan is het wel eigenaardig op te merken al is het nu juist geen reden ons daarover te verheu gen dat in elk beschaafd land „het militaire departement" er zich als 't ware opwerpt, om het voor „oorlogs doeleinden" te benutten Zoo gaat het ook thans met de luchtvaart. De eerste vliegers, denken natuurlijk daaraan niet, zij beschouwen het als eene verrichting, welke uitlokt door de zoo moeilijke technische eischen, zij denken aan de groote ge varen welke vooral bij de eerste proe ven onder de oogen moeten gezien worden, om hier de uiterst moeilijke theorie met de praktijk ook de vliegkunst zelve te doen samen werken tot een goed bruikbaar geheel. In de daaruit voortspruitende sport, waarbij alweder eerzucht en winstbe jag een woordje medespreken, woidt zeer zeker ook gedacht aan transport dienst. Maar ziet, er wordt ook dade lijk gedacht aan „toepassing in den krijg." De groote mogendheden gaan voor Frankrijk, Rusland, Duitschland, Oos tenrijk, Italië staan enorme sommen af voor den aanmaak van luchtschepen en voor oefening van militairen overal worden cursussen gehouden in het vliegen en in de kennis der vlieg- middelen (ook herstelling). Is in het particuliere niet altijd zoo vlot geld te krijgende departementen van Oorlog weten millioenen los te krijgen voor den luchtoorlog. Want men stelt zich voor, om „van uit de lucht" den vijand te „verken nen", dat is zijn sterkte, plaatsen van opstelling en bewegingsrichting waar te nemen, eveneens het terrein, ves tingen, kampementen enz. op deze wijze te leeren kennen. En eindelijk doch hiermede is men nog niet ver gevorderd wil men ook trachten om van uit het vaartuig projectielen met brisant-stof- fen (dat zijn springmiddelen, veel ver- nielender als buskruit) op den vijand te werpen. Doch geduld Ook dat zal komen, en wellicht zal het gelukken, om aan het luchtvaartuig de noodige stabili teit te geven, om b.v. met een kanon, waarbij de terugslag na het schot tot een minimum is teruggebracht, den vijand geregeld te beschieten van uit de lucht. En men zal dan de meest vernie lende projectielen bezigen, om de lichtst mogelijke kanonnen te bezigen. Met geld, vernuft en volharding staan dus nog heerlijke uitkomsten in den dienst der menschheid te wachten Wij werden bij bet lezen van enkele mededeelingen getroffen door het vol gende Voor het personeel wenscht men hier en daar te bezigen een offi cier van den generalen staf, en voor de behandeling der motoren en stuur- middelen een korporaal-chauffeur. Men kan vrede hebben met den officier van den generalen staf (hoewel een goed officier van de wapens ook wel die verkenning zal kunnen hou den) maar wel wat te eenvoudig is het, om den bestuurder den korporaals rang te geven. Wij zien wel in, dat, nu de „baanbrekers" de vliegmachine heb ben „volmaakt" en hunne aanwijzingen kunnen geven omtrent de behandeling, het voor volgelingen veel eenvoudiger wordt, maar om het besturen van zulke werktuigen waarvan altijd veel be kwaamheid (storm, onweer) zal worden geëischt, aan bescheiden betaalde ge ëmployeerden op te dragen, komt niet overeen met het gewicht der werk kring. Wij hopen dan ook, dat deze plan nen eventueel hier geen navolging zullen vindenen hierop wordt met nadruk gewezen omdat het meermalen gezien wordt dat men er spoedig mede gereed is voor het materieel schatten gelds beschikbaar te stellen, om dan op het personeel eenige honderde guldens te bezuinigen. Maar dit moet gezegd, de kunst gaat verOorlog ter zee (geschut, torpedo's, mijnen, onderzee-booten), oorlog te land (geschut, mijnen, enz.) en nu: oorlog in de lucht (luchtvaar tuigen onderling) en oorlog tusschen luchtvaartuigen en opstellingen op onze aarde. In stede van vrede overal oorlog om ons heen. Zal het daarbij blijven iiuilii/ mtuiimui o De „Zeeuwsche Koerier", dikwijls geestig doch zonder geest of verstand oi beschaving, wilde in zijn no. van 17 December met de Maasbode in lompheid wedijveren, en plaatste daarom het volgende stukje Lotje list op sterven Zondag verspreidde zich het gerucht dat de „Volkswil" op sterven ligt. Het blaadje zou met Nieuwjaar opge vouwen worden. Bij het vernemen van dit treurig nieuws spoedden zich de „laatste ge trouwen" naar den „Grooten Weldoe ner". En zij zongen daar met aangrijpende smart, met tranen in de stem, op de oude wijze sleepend en feeder Bloemen verwelken Schepen vergaan En onze Vollekswil Is ook naar de maan Na deze lyrische ontboezeming hield Wannes de volgende aangrijpende toe spraak Zeergeleerden Heer 't En es dan zeu Onzen Volleks wil gaat ons verlaten El, wel, da's spijtig, 't Ging toch zoo lekkerDa slecht rijk volk hedde toch zoo lekker uitgemaaktAls 'nen weerwolf zaat gij op de pasters En „ons" hedde toch zooveel voordeel gedaan deur, ge keut zoo lekker zeggen deur daad van waarheid zoodat ge drie keeren veroordeelt zijt Ge hebt het geld zoo maar in onze zakken geschopt deur daad van naas tenliefde Maar nou keudde nie meer, want ouw kantoor is te druk, zegt ge. Ja, 't is zoo druk dat de tram er soms nie voorbij kan van de menschen Van den zomer was uw kantoor nie te druk om in de Staten gekozen te wordenmaar 't is waar, met ouw krantjen en bonden op te richten krijgde geen centen in ouwen zak 't Is spijtig, 't is vreed spijtig. Ge waart toch zoo'nen vreeën goeien mensch 1 We hebben U in de Staten gereeën en we zouden U gerne nog een douw gegeven hebben da ge nog hooger vloog. Maar Ge zijt geen hoogvlieger en altijd even nederig geweest. Ai, onzen ermen Vollekswil. Mijn gemoed raakt vol zeergeleerden heer! 't Is toch zoo spijtig van ons „spug- gelbaksken". Wij zulle ouw nooit vergeten en altijd op ons hert dragen. Ik goop, dagge nog lang meugt leven in ouw druk, overdruk kantoor? Zoo sprak Wannes. Wat de „groote Weldoener" geant woord heeft is nog niet bekend aan IDEM. "We hebben dit lompe stukje eens willen overnemen om twee redenen 1. Voor onze lezers buiten ons gewest, opdat zij nevens het domme stukje in de Rotterdamsche Maas bode eens kunnen zien, wat voor soort menschen wij hier als tegen standers hebben. 2. Yoor onze lezers in ons ge west, opdat zij eens te meer zien tot welk laagpeil de Z. K. is gedaald nadat zij tot de politieke Chris telijkheid is overgegaan want in ons gewest wordt de Z. K. die vroeger door de bevolking werd geacht en in ons gewest algemeen was ver spreid, niet meer gevonden dan alleen nog hier en daar een enkel blad. Dat de „Volkswil" niet op ster ven ligt maar integendeel elke week in kracht toeneemt is voor niemand een geheim, die hoort en ziet, en al moge het zeer aardig worden gezegd, dat de tram soms niet voorbij kan wegens de drukte op ons notaris kantoor, zóó druk is ons notaris kantoor toch wel, dat de wensch ons als notaris te ruïneeren (de Christelijke wensch onzer dierbare vijanden) niet de geringste kans heeft vroeg of laat in ver vulling te gaan. Dit aan deze dierbaren voor troost, al is het dan voor hen een schrale troost. De reden van den dommen uitval van de Z K. is dezedat zij on geloovige moeiten doet om de enkele abonné's nog te houden en er an dere bij te k.ijgen maar tevergeefs, en hetzelfde kan worden gezegd van de brave „Zelandia". Beide bladen worden alleen nog wat in het leven gehouden door de notarissen en deur waarders, hoewel zij weten, dat hun adverteeren in deze bladen niets uithaalt, maar rekenen op de gratis publicatie hunner verkoopingen door het lijstje van verkoopingen in de „Volkswil". Ditzelfde geldt voor de winkeliers. Deze zeggen dat zij in de „Volkswil" niet adverteeren, om dat zij ,.van iedereen" moeten leven, maar zij ondervinden, dat hun ad verteeren in die beide bladen juist voor oorzaak heeft, dat de menschen niet in hun winkel koopen. In Hulst is dit duidelijk op te merken, doordat vroeger drukke winkels bij na niets meer te doen hebben, waarom zelfs, niet willende adver teeren in de „Yolkswil" uit vrees „van iedereen moetende leven", ook in de andere bladen bijna niet meer wordt geadverteerd. Dit moet ons even van de lever, omdat we in zake adverteeren eens de puntjes 'op de i willen zetten, —o—

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 1