Hbëricht.
Koopt en laat werken by hen die adverteeren in DES VOLKSWIL,
egenwoordige strijdig met andere meer
dringende belangen.
De bestaande regeling is vrij billijk,
eenige verbetering voor de luitenants
en kapiteins, en zeker voor de majoors
kan daarbij in acht genomen worden.
b. Opheffing van toelagen zoo
mogelijk is zeker rechtvaardig.
c. Verbetering der officierspensioe
nen, in de eerste plaats die der kapi
teins, majoors en luitenant-kolonels en
kolonels, met geringe verschillen is
een vraag van urgenten aard.
kapitein b.v. f 1800
majoor f2000
luitenant-kolonel f2100
kolonel f 2300
Deze treedt bij hooger tractement
nog meer op den voorgrond.
d. Verhooging der soldijen van het
onderofficierskader staat o. i. boven
aan de lijst der herzieningen waarvoor
eene aanmerkelijke verhooging van het
budget gewettigd is.
Men blijft daarbij aanzienlijk
onder het thans gevraagde van de
officieren.
Hierbij gelijkheid in acht te nemen
met intrekking van elke toelage.
Decretum de vetita clencis
temporali administratione.
o
Overeenkomstig het onderwijs van
den Apostel Paulus „nemo mili-
tans Deo implicat se negotus soecu-
laribus" (dat al wie strijdt voor God
zich onthoude van zich te mengen
in de wereldsche zaken) is de voort
durende discipline, de heilige wet
van de Kerk geweest, dat de gees
telijken niet op zich nemen het be
heer van de wereldsche zaken, of
het moet zijn in zekere bepaalde en
buitengewone omstandigheden, en
mits met wettige machtiging. In
derdaad, als men hen beschouwt als
opgevoed tot een positie hooger dan
de tijdelijke dingen, is noodig, zooals
het wil het heilig Concilie van
Trenie, dat zij eerbiedigen, met de
grootste zorg, onder andere maatre
gelen, die welke hun verbieden, op
eene formeele en heilzame wijze, van
zich bezig te houden met de tijdelijke
handelszaken.
In onze dagen zijn, Gode zij dank,
in de christelijke maatschappij, me
nigvuldige werken opgekomen tot
tijdelijk voordeel van de geloovigen,
voornamenlijk banken, credietinstel-
lingen, landbouwbanken en spaar
banken zeker, die werken moeten
grootelyks door de geestelijkheid
worden goedgekeurd en door haar
begunstigd, echter niet op zoodanige
wijze om haar los te maken van de
plichten eigen aan haar stand en
waardigheid, om haar te verbinden
in aa.dsche handelszaken, om haar
bloot te stellen aan de bekommerin
gen, aan de zorgen en aan de geva
ren eigen aan dergelijke zaken.
Het is waarom Onze Heilige
Vader Paus Pius X, hoewel de
geestelijkheid vermanende en haar
voorschrijvende om te geven zorg
en raad voor de stichting, de be
scherming en de ontwikkeling van
dergelijke instellingen, verbiedt door
het tegenwoordig decreet, op een
volstrekte wijze, aan de geestelijken,
zoowel wereldsche als ordesgeeste
lijken, om aan te nemen, of ingeval
van vroegere aanneming, te behou
den, ambten, waaraan verbonden
zorg, verplichting en gevaar, voort
komende van de uitoefening dier
ambten, in kwaliteit van presidenten,
directeurs, secretarissen, kassiers of
andere dergel ij kersten.
Onze Heilige Vader de Paus be
schikt en bepaalt, dat alle geestelij
ken, die nu vervullen dergelijke
ambten zich er van ontdoen binnen
vier maanden te rekenen van af de
afkondiging van bet tegenwoordig
decreet, en dat in de toekomst geen
lid van de geestelijkheid aanneemt
eenig ambt van dat soort, tenzij
daarvoor te voren een bijzondere
vergunning te hebben verkregen van
den Aposiolischen btoel Bij gebreke
hiervan (kerkelijke straffen).
Gegeven te Rome van uit de Hei
lige Consistoriale Congregatie, den
18 November 1910.
Cardinaal DE LAI,
secretaris.
(Alzoo moeten binnen vier maan
den alle pastoors en kapelaans, die
nu eenige functie bekleeden in de
boerenleenbanken, hun ontslag ne
men. Het blijkt alzoo meer en meer,
hoe wij op het juiste standpunt
staan dat de geestelijke zich niet
mag bemoeien met wereldsche zaken.
We zijn wel wegens dit standpunt
verketterd en velen met ons, maar
de waarheid breekt baan. Men heeft
de waarheid niet willen aannemen
uit onze hand, zal men haar willen
aannemen uit de hand van Paus
Pius
Red. Volkswil
We vernemen, dat velen gaarne
zouden zien, dat wij het initiatief
zouden nemen tot oprichting van
een werkliedenbond, natuurlijk zon
der politieken of knkelijke kleur,
want de Volkswil, Hoimsch in zake
godsdienst, kent (artikel 7 Grondre
gelen) in zake algemeene tijdelijke
belangen burgers, geene partij- of
geloofsgenooten.
Dit initiatief kunnen wij niet
nemen, omdat ieder begrijpt, dat wij
met ons druk notariskantoor en den
velen arbeid verbonden aan ons blad
met wat er zoo aan vastzit, ons
niet kunnen inlaten met het beheer
van sociale vereenigingen
Maar wat wij wel willen is dit
hen, die uit den kring der belang
hebbenden zeiven, het initiatief ne
men, met raad en daad ter zijde te
staan.
o
Van verschillende zijden wordt
ons verzocht omals een inzender
met zijn volle naam onderteekent
een tegenspreken ook zijn volle naam
dient te schrijven.
We vinden die opmerking juist
en zullen te beginnen met het no. na
hedendit als regel aannemen.
Het Centrum, in zijn no. van 6
December, betreurt het, dat de Katho
lieken in Engeland niet, zooals in
Nederland, Duitschland en elders op
politieken grondslag zijn georgani
seerd.
Wij vragen aan het Centrum Gij
betreurt het dus, dat de Engelsche
Katholieken alleen maar zijn georga
niseerd op kerkelijken grondslag.
Wij zouden meenen dat men daar
mede de Engelsche Katholieken kan
geluk wenschen. Want georganiseerd
naar de al of niet-geloofsovertuiging
om door deze organisatie tijdelijke
belangen hetzij van algemeenen aard
(lands-, provinciale- stedelijke belan
gen) of belangen van bizonderen aard
(benoemingen tot openbare ambten)
te dienen is, om te spreken het woord
van Paus Pius X gericht aan Zijne
geestelijkheid „een verachten van den
levensregel door Christus vastgesteld."
In de Engelsch sprekende landen
durven de niet-katholieken de ka
tholieke godsdienstleer te onderzoe
ken omdat zij weten, dat dit werkelijk
een godsdienstleer is. Maar in de an
dere landen, en bizonder in Nederland,
durven zij en willen zij dit niet, om
dat zij meenen te zien, dat de katho
lieke godsdienstleer een politieke zaak
schijnt en geen godsdienstige.
I>e kwestie
van <le benoemingen.
O
De Nederlandsche Pers die van
de Koningin der Aarde houdt zich
algemeen bezig met het feit, dat er
zoo weinig katholieken worden be
noemd in lands-, provinciale- en ste
delijke betrekkingen. En er wordt dan
gesproken van partijdigheid.
We vragen Zou de oorzaak ook
kunnen liggen in de historische ont
wikkeling in Nederland, dat de gods
dienst een middel is om tijdelijke be
langen te dienen Deze historische
ontwikkeling was vroeger alleen onder
de protestanten, maar sedert de katho
lieken zeggenschap krijgen is ze ook
gekomen onder de Katholieken in
Nederland.
In die ontwikkeling van God dienen
o m den mammon te verkrijgen uit de
handen van het wereldlijk gezag ligt
de oorzaak, waarom onder het kalme
Nederlandsche uiterlijk zooveel fana
tisme is onder de menschen, en fana
tisme is een bewijs van slechts opper
vlakkige en dan tegelijk verkeerde
kennis van den godsdienst, die strekt
zooals de naam aangeeft om God te
dienen en niet om ambten of baantjes
te verkrijgen. Maar dit laatste gaat
natuurlijk ook niet op om reden men
aan geen godsdienst doet.
o
Door dezen Bond is het volgende
verzoekschrift verzonden
Aan
Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden.
Mevrouw!
Als Koningin der Nederlanden staat
U aan 't hoofd van een land met meer
dan 5.000.000 inwoners.
Het wel en wee dier menschen gaat
U ter harteU verheugt zich wanneer
't hun goed gaat, en U treurt met hen
in nood en verdriet.
Wij weten ook, dat U niet door
eigen aanschouwing op de hoogte kan
zijn van al wat onder Uw volk om
gaat, en vooral niet in die lagen der
maatschappij, die, niet door gebrek
aan trouw aan hunne maatschappelijke
verplichtingen, maar door hun econo
mische positie het verst van den troon
af staan.
Want ware dit niet zoo, wij twijfe
len er niet aan, of U zou het Uwen
raadslieden tot taak stellen om zoo
spoedig mogelijk middelen te beramen,
die den nood of het verdriet van de
ongelukkigen onder die inwoners zou
den kunnen voorkomen, verminderen,
of lenigen,
Onder Uw volk zijn er velen, man
nen en vrouwen, die, na een leven
van trouw en gehoorzaamheid aan de
geschreven en ongeschreven wetten
van het land, en nadat zij met hun
arbeid de maatschappijen stand heb
ben helpen houden en de nationale
welvaart hebben doen vermeerderen,
op een leeftijd zijn gekomen, dat hun
werkkracht is opgebruikt of dat zij
aanspraak kunnen doen gelden op
rust.
Volgens de meening van onderge-
teekenden, opkomende voor zich zelf
of als vertegenwoordigers van veree
nigingen van den meest uiteenloopen
den aard, maar uitmakende duizenden
en duizenden uit alle standen en rangen,
ontleenen deze lieden aan het feit, dat
zij |door hun arbeid aan den opbouw
en instandhouding der maatschappij
hun deel hebben geleverd, een rechts
grond die er hun aanspraak op geeft,
dat de Staat hen zonder meer
als contra-praestatie in het bezit stelt
van een pensioen, tot een bedrag en
op een leeftijd bij de wet te bepalen.
Mevrouw, wij hopen, dat de stem
van deze duizenden tot U moge door
dringen de nood van mannen en
vrouwen, die, in hun ouderdom, rust
en minder zo-g zoeken in Uw land,
neemt met den dag toe ook hün aan
tal stijgt. En dezen allen zien naar
U op, wachtend op het woord, dat
aan Uw raadslieden de taak zal op
dragen om aan Uw oordeel maatre
gelen te onderwerpen, welke aan dezen
maatschappelijken misstand een bevre
digend einde zullen kunnen maken, en
die door U aan de Volksvertegenwoor
diging zullen worden voorgelegd.
En wij richten dit verzoek tot U,
Mevrouw, omdat wij in de overtuiging
leven, dat U 't als het hoogste geluk
van Uw leven zal beschouwen,eenmaal
te kunnen getuigen, dat U over een
volk regeert, bij hetwelk de diepdroeve
samenkoppeling van oud en tegelijk
arm niet meer bestaat.
Vreemdelingenverkeer.
O
Bij Koninklijk besluit van 28 No
vember 1910 no. 75 is aan het Be
stuur der Vereeniging tot bevordering
van het Vreemdelingenverkeer in Wal
cheren te Middelburg toestemming
verleend tot het aanleggen en houden
eener loterij, ter bevordering van het
doel dezer vereeniging met bepaling,
dat de prijzen en premiën der loterij
moeten betrekking hebben op de
Zeeuwsche kunst en nijverheid.
Het bestuur stelt zich voor, zooveel
mogelijk ook buiten Walcheren prijzen
en premiën te koopen, ten einde daar
door de aandacht in ruimen kring te
vestigen op hetgeen Zeeland oplevert
op het gebied van kunst en nijverheid.
Daaronder wenscht het Bestuur in den
uitgebreidsten zin alles te begrijpen,
eenerzijds wat de kunst van schilders,
beeldhouwers, houtsnijders, en derge-
lijken in het leven roept, anderzijds
wat de nijverheid voortbrengtmeu
belen, rietwerk, goud-, en zilver- en
koperwerken, kant enz. enz.
Het Bestuur vertrouwt, dat het bij
de uitvoering van dit plan mag rekenen
op den steun van alle weldenkende
Zeeuwen. Onze kunstenaars en nij-
veren zullen goed doen, zich met het
Bestuur der Vereeniging (Secretaris is
de heer H. J. G. Hartman te Middel
burg) in verbinding te stellen.
De Bond van Staatspensioneering
heeft besloten de volgende Motie aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden. Onze lezers weten, dat de
Volkswil is gekant tegen de groote
en als onnuttig bewezen uitgaaf
van doode weermiddelen.
MOTIE.
Het Hoofdbestuur van den Bond
voor Staatspensioneering, goedge
keurd bij Kon. Besluit van 27 Sep
tember 1902, No. 15 tellende 361
afdeelingen met ruim 33000 leden
en 80 aangesloten Bonden en Ver
eenigingen
gezien het voornemen der Regee
ring om aan de Wetgevende macht
voor te stellen een bedrag van 40
millioen gulden te besteden aan
doode weermiddelen (versterking der
kustverdediging)
overwegende, dat ons Vaderland
zelfs bij het kleinere Denemarken
reeds 20 jaren ten achter is met de
sociale wetgeving, speciaal wat be
treft de wettelijke verzorging van
ouden van dagen
overwegende verder, dat door een
militaire uitgaaf van 40 millioen, die
met de rente wordt 4672 millioen,
de mogelijkheid van dringend noodza
kelijk ouderdomspensioneering wordt
geschaad
dringt er bij uwe Hooge Verga
dering met klem op aan, bedoeld
voorstel der Regeering te verwerpen.
Namens het Hoofdbestuur voornoemd
N. PRINS, Voorzitter.
A. VOORBROOD, Secretaris.
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage
heeft het vonnis der Rechtbank van
Middelburg wegens vormgebrek ver
nietigd, en, opnieuw rechtdoende, Van
Dalsum veroordeeld tot f 100 boete.
Wij hebben reeds beroep in cassa
tie aangeteekend bij den Hoogen Raad.
Bij den Hoogen Raad wordt de zaak
zelve niet onderzocht, maar wordt al
leen beslist of de wet goed is nage
komen.
En als het eens ook verkeerd uit
loopt bij den Hoogen Raad dan is
een ernstig bewijs geleverd tegen de
Nederlandsche wet, en zullen wij trach
ten dat over de zaak eene interpellatie
wordt gehouden in de Tweede Kamer.
Gemeenteraad van Hulst.
Vergadering op 6 December 1910.
Voorzitterburgemeester van Waes-
berghe.
Afwezig de heer Fruijtier.
1. Notulen worden na voorlezing
zonder bemerking goedgekeurd.
2. Ingekomen enkele brieven van
administratieven aard, die voor kennis
geving worden aangenomen.
3. Verzoek van P. Schopman om
den grond buiten de Gentschepoort in
koop of erfpacht te verkrijgen om er
op te bouwen een magazijn, geschikt
later voor woning. B. en W. stellen
afwijzing voor, wat zonder stemming
wordt aangenomen.
4 en 5. Administratieve begrotings
wijzigingen.
6. Eenige ontheffingen hondenbe
lastingen worden verleend.
7. Suppletoir kohier hondenbelas
ting wordt vastgesteld.
8. Vooral wegens verlenging bui
zennet Station en Bagijnepoort wordt
besloten tot eene leening van f 2200
voor de Gasfabriek.
Rondvraag.
De heer Fassaert heeft vernomen,
dat de familie Seijdlitz het schietter- i
rein buiten de Bagijnenpoort niet meer
daarvoor zal beschikbaar stellen, ter
wijl hij ook vreest dat dit zoo zal zijn
voor de landbouwtentoonstelling, die
er steeds gehouden is, tengevolge van
moeilijkheden met B. en W., en vraagt
inlichting.
Burgemeester meent, dat deze zaak
niet bij den Raad maar alieen bij B.
en W. behoort, doch deelt mede, dat
de familie Seijdlitz had verzocht eene
regeling van afscheiding tusschen haar
terrein en den weg naar de liniedijk,
en dat Ged. Staten de regeling had
den voorgeschreven aangegeven door
het Wegenreglement, welke regeling
B. en W. hebben voorgeschreven aan
den heer Seijdlitz. Deze had een an
dere regeling gewenscht!
De heer Hombach meent, dat B. en
W. niet anders hebben kunnen han
delen, en als de heer Seijdlitz daarvoor
de Schietvereenigingen en andere be
langen wil hinderen, dan moet deze
niet denken, dat de gemeentenaren
hem er voor zullen prijzen.
De heer Burm vraagt te willen letten
op den Stationsweg vanaf J. Fricot
tot Station, daar deze daar wel mag
worden hersteld. Voorzitter belooft
onderzoek.
De vergadering gaat over in geslo
ten zitting ter behandeling van het
suppletoir Kohier van deu Hoofdelij-
ken Omslag.
Het Vrije "Woord voor
Abonnés.
o
Geachte Redactiel
Beleefd verzoek ik u een plaats in
„de Volkswil," voor onderstaande re
gelen.
Ik wensch hier een en ander te
zeggen in verband met het ingezonden
stuk van F. D. de Wilde in het num
mer van Zaterdag, 's Mans rim ram,
zin voor zin ontleden lust mij niet.
Alleen zou ik hem willen zeggen
„Schoenmaker blijf bij je leest." Zijn
stuk vloeit over van haat en nijd tegen
den geestelijken adviseur der geiten-
fokvereeniging van Graauw. Doch ter
zake. Er bestaat te Graauw geen
bokken en geitenbond maar wel een
geitenfokvereeniging ais afdeeiing van
de Provinciale geitenfokvereeniging in
Zeeland, gevestigd te Middelburg. Deze
nu heeft voor doel het geitenras te
veredelen en den werkman op eene
goedkoope en voor hem gemakkelijke
wijze te voorzien van een geit de koe
der armen. Door geheel Zeeland heeft
deze vereeniging hare vertakking, zoo
ook te Graauw. De Wilde zou de
geestelijk adviseur toejuichen wilde
hij de werkman in al hare kleuren
schilderen de ellende van koude en
honger enz. Klinkklare onzin. Waar
zou de werkman best mede zijn, met
het schilderen dier kleuren of met
een puike veel melkgevende geit?
Dat de lezer zelf antwoordt. Het stich
ten der geitenfokvereeniging is inder
daad een werk van naastenliefde in
den vollen zin des woords, maar hier
tegen meende de Wilde te moeten
waarschuwen en wel omdat een gees
telijk adviseur in het bestuur zitting
heeft. Hoe klein zieligZijt gerust,
de Wilde, politiek blijft geheel buiten
gesloten dat blijkt ook hieruit dat een
ieder lid kan worden van de geiten
fokvereeniging om 't even welke rich
ting hij is toegedaan. Waarom mag
nu zoo'n vereeniging geen geestelijk
adv. hebben zoogoed als een rechts
kundig raadsman Mogen de priesters
absoluut nooit buiten de kerk komen
Ik geef u de vaste verzekering dat
menig geestelijk adv. aan onze geiten-
fokvereenigingen zeer veel goed heeft
gedaan. En nu nog iets over het ge
ven van land aan den werkman.
Dat ieder werkman een stukje land
had was zeer goed maar zonder dit
kan hij toch een geit houden. Dit
dier is met zeer weinig tevreden, ge
tuigen mijne jarenlange ondervinding,
leder werkman heeft toch allicht een
tuintje, welnu de afval van groenten,
onkruid, afval uit de keuken als aar
dappelschillen gekookt met een hand
vol zemelen, resten van eten enz. is
de geit welkom. Een weinig haver
en een beetje hooi, in den zomer ge
makkelijk te bekomen. Als men eens
rond kijkt, ziet men aan dijken en
kanten zooveel verloren hoeken waar
de geit aan een touw bevestigd, O zoo