De Irnmh Koerier.
Koopt en laat werken by
hen die adverteeren in DE
VOLKSWIL,
HET PT [1 CELSTRAF.
Gewestelijk Nieuws.
II HEDKRL STAATSCOURANT.
welk een struisvogelpolitiek er in de
R. K. Kiesvereeniging op na wordt
gehouden. Van de enkele Volkswil gaat
meer kracht uit dan van de Kiesver
eeniging inet ai haar aanhang, en de
plicht om de Volkswil dood te zwijgen
en niet te willen zien ondanks het
nuchtere feit, dat zij op elk ge
bied wordt gevoeld te bestaan en
krachtig te bestaan, is de plicht van
den stuurman die een klip voor het
schip ziet doch wordt gelast de oogen
te sluiten alsof daardoor het schip niet
op de klip zou kunnen stooten. Het
gaat tegenwoordig, en dit is het teeken
des tijds in ons district, ook in de
Kiesvereeniging, voor of tegen Van
Dalsum, dit is de gedachte, al of niet
uitgesproken en, moge met de plicht
om de Volkswil als orgaan van Van
Dalsum dood te zwijgen, slechts eene
hatelijkheid worden bedoeld, deze ha
telijkheid is een bewijs van groote
domheid.
Waar in eene Kiesvereeniging het
bewijs wordt geleverd van eene der
gelijke domheid, daar mist deze elke
ernstige reden van bestaan.
3. Dat we er uit vernemen, dat er
aanvankelijk in de R. K. Kiesvereeni
ging eene manoeuvre is geweest om
den heer Van Rompn te laten vallen.
Deze manoeuvre was ons bekend,
maar door het bekend maken in de
Volkswii vóórdat de manoeuvre wer
kelijkheid kon worden, is het feitelijk
de Volkswil geweest, die deze manoeu
vre heeft doen mislukken.
Waarom deze manoeuvre Grooten-
deels hierom, dat er vrees bestond,
dat Van Dalsum (die men niet wil
zien als bestaande) kans van slagen
had, en dan zou, als de heer Van
Rompu viel, een zetel open komen
voor lid van Gedeputeerde Staten,
welk lidmaatschap een ander wel zou
willen bekleeden wegens de daaraan
verbonden finantieele voordeelen.
Dat i n de Kiesvereeniging eene
manoeuvre is geweest om den heer
Van Waesberghe te doen vallen wisten
we niet. We wisten wel, dat deze
door zijn gedrag tegen Van Dal
sum in 1907 en in 1909, welk gedrag
niet werd ingegeven uit ijver voor
de Kiesvereeniging' als de heer Van
Campen nog schijnt te meenen, de
sympathie van velen heeft verbeurd.
Maar er blijkt in elk geval uit die
manoeuvres, welk een gekuip om me
kaar het voetje te lichten er is in de
R. K. Kiesvereeniging. Vroeger was
dit niet zoo algemeen bekend, nu wel,
en nu dit gekuip algemeen bekend
wordt is dit bekend worden de dood
en ondergang van die Kiesvereeniging.
4. Dat we nog verder vernemen,
welke vooruitzichten de heer Jos. Van
Waesberghe, volgens de gedachten in
den boezem der R. K- Kiesvereeniging,
had voor het openbare leven. Dat
deze vooruitzichten luchtkasteelen zijn
gebleken is maar goed ook, maar dat
dergelijke gedachten in eene Kiesver
eeniging bestonden bewijst eens te
meer, dat die gedachten wel zeer on
doordacht zijn geweest.
5. Dat in die R. K. Kiesvereeniging
krachtwoorden worden geluikt als
schoft, vlegel, jij liegt, enzoovoort,
bewijst, dat het zedelijk en verstande
lijk peil in die Kiesvereeniging al zeer
laag staat. En het is dan alles be
halve een eer er lid van te zijn. En
eene vereeniging staande op een der
gelijk laag peil durft zich het recht
aan te matigen van uit de hoogte op
Van Dalsum en de Volkswil neer te
zién Men moet maar durven, maar
hier is het durven een daad van kwa
jongensachtigheid en een bewijs van
geen opvoeding te hebben genoten.
6. Dat het Dagelijksch Bestuur was
beschuldigd van te weinig actie.
Algemeen bekend was het feit, dat
dit Bestuur dit jaar het reglement der
Kiesvereeniging zoodanig had doen
uitleggen of veranderen, dat de ge-
heele macht aan dit Bestuur was ge
komen. Indien er dus geen voldoende
actie in de Kiesvereeniging is geweest,
dan is daarvan het Dagelijksch Be
stuur en niemand anders de schuldige,
want, door alles tot zich te trekken
had de Kiesvereeniging zelve en had
het Centraal Bestuur geen verantwoor
delijkheid.
Maar is er werkelijk te weinig actie
geweest? Het te veel, te weinig of
genoeg moet worden beoordeeld naar
de omstandigheden. En deze omstan
digheden waren van dien aard, dat er
niet meer en niet minder kon worden
gedaan van de zijde van Kiesvereeni
ging of Bestuur.
En waarom Omdat de Kiesveree
niging gewoon was met groote woor
den zonder zin en met verdachtma
kingen te werken, ende menschen
tegenwoordig hebben geleerd te lezen,
te hooren, te zien, tc zwijgen en
te begrijpen. Om dus doeltreffende
actie te voeren, zouden Bestuur of
Kiesvereeniging hebben moeten wijzen
op de daden van recht, wet, eer
en fatsoen door hen of door hunne
partij verricht, en deze daden waren
onder de Kiezers wel bekend bij hun
nen tegenstander maar niet bij hen
zeiven. Deze feiten moesten natuur
lijkerwijze elke actie van de zijde der
Kiesvereeniging reeds van te voren
verlammen, en dit te meer, nu zij een
tegenstander hadden, die zijne oogen
steeds open had, en deze feiten heb
ben nog voor gevolg, dat ook in de
toekomst elke actie van de
zijde der Kiesvereeniging reeds te
voren tot lamheid is geslagen,
De conclusie van onze opmerkingen
is deze
Noch in het heden noch in de toe
komst zal nog eenige kracht van de
R. K. Kiesvereeniging van het district
Hulst uitgaan, want ze is reeds inner
lijk dood. De beste raad die zij kan
ontvangen is deze dat zij zoo spoedig
mogelijk zich zelve ontbindt. Zij zal
nog wel rare sprongen kunnen doen
zooals de kat, die in het nauw zit,
maar zulke sprongen zijn geen daden
van beleid maar daden van doods
angst.
Het gevallen Statenlid is genoemd
de katholieke leider. Wat te denken
van eene „leiding", die eene krachtige
vereeniging tot den ondergang heeft
gevoerd Leiding is slechts mogelijk
bij kalm beleid, en kalm beleid is al
leen mogelijk bij een, die eenige ken
nis heeft van zaken en personen.
Mijnheer de Redacteur en geachte
lezers van de Volkswil, ik heb in mijn
stuk van 24 September 1910 in No. 52
geschreven dat ik zou terugkomen,
hoe het komt dat er zoo velen zijn
die tegen de stelling van den WelEd.
heer Van Dalsum zijn, en ofschoon dit
ieder kan begrijpen, wil ik hier toch
een kleine melding van maken. En
werkelijk geachte lezers, als men de
zaak eens goed bekijkt is het niets
dan broodnijd. Daar er eenige heeren
in zagen, dat Van Dalsum de man
was van het volk, en de man zou
geworden zijn van een iedereen, wa
ren er eenige heeren die trachtten hier
een speld tusschen te steken, en be
gonnen met Van Dalsum te verachten,
omdat ze dachten er schade door te
hebben, en men begaf zich naar de
heeren geestelijken om die ook over
te halen, wat ook gebeurde. En toen
was het niet moeilijk den naam Van
Dalsum verdacht te maken, en de men
schen te misleiden, om zoodoende een
afkeer van Van Dalsum te krijgen, en
dat alleen, omdat een paar heeren
dachten er schade door te hebben,
in hun ambt of doel dat ze bereiken
wilden. En dat er zoovelen zijn die
met die paar heeren meeloopen is dit,
dat zijn menschen die niet slimmer
zijn of niet weten waar de aap zit,
en dan de broodstrijders, die denken
er wat mee te verdienen met op Van
Dalsum te schelden, en zulke men
schen zijn gevaarlijk, want die ontzien
niets om een anderen werkman te
verdrukken of zakendoende menschen
te kort te doen, om zelf een cent die
een ander verdient, ook nog op te
strijken. O die afgunst en broodnijd,
ik hoop dat de goede God mij voor
zoo een ziekte zal bevrijden.
EnJ nu nog een klein staaltje. Wij
hebben hier in Hulst veel verschillende
goede Roomsch Katholieke café's, en
ook hebben wij hier een R. K. Kies
vereeniging, een R. K. Volksbond, een
R. K. Boerenbond, en dat alles is in
één café.thuis. Ook is nog in dat zelfde
café een fanfaie gezelschap en zan
gerskoor terwijl met kermis gelegen
heid voor café-chantant wordt gegeven.
Of dit alles daar thuis is voor de
menschen die er in wonen, of voor
den heer waar het lokaal van is, dat
laat ik aan het oordeel van de geachte
lezers van de Volkswil (maar niet te
vergeten dat mijnheer ook brouwer is).
Nu zal u misschien vragen, kan daar
een ander ook niets van hebben
Zeer goed, of zijn in Hulst geen R. K.
inrichtingen waar zoo iets kan plaats
hebben Zeer zeker, maar zooals ik
u schreef mijnheer is brouwer en er
durft niemand over spreken uit vrees
de boter te hebben gegeten bij mijn
heer waar het lokaal van is. Wel
wordt er veel over gesproken onder
de leden der R. K. Kiesvereeniging
maar niemand durft het ter vergade
ring brengen, want de druk is nog te
groot. En mijnheer is een politiek
man (als hij er voordeel in ziet) en
staat bij de partij hoog aangeschreven
omdat hij veel pressie uitoefent op
den minderen man. Maar niette ver
geten mijnheer is R. K.
En geachte lezers, nu moet u niet
denken, dat ook ik aan café doe, neen
volstrekt niet, maar wanneer een blad
wordt uitgegeven voor waarheid en
recht, dan is het dunkt mij plicht dat
daarin in het belang van iedereen
wordt geschreven en onpartijdig, en
juist om de lezers een klein overzicht
te geven hoe het hier den eene wordt
toegeworpen, en indien ze er kans op
zien, zich niet schroomen de van Dal-
sumvrienden broodeloos te maken.
Maar de goede God gedoogt zulks niet,
hoewel soms onderhands gewerkt
wordt, want we hebben hier een heer
met een hoofd die met geen houten
sabel klein te krijgen is, hoewel het
zijn plicht was een beetje meer mensch-
lievendheid te bezitten voor iedereen.
Maar het spreekwoord zegtHet
kruikje gaat zoo lang te water tot het
breekt. En dat er iets broeit onder
de volkswilpartij geloof ik zeker, want
de bevolking is zoo opgewonden over
de onrechtvaardige handelwijs, dat het
onrecht wel eens op de hoogste trap
kan staan en het recht zal moeten
zegevieren. En daarom broeders, laat
ik u zoo noemen, gaat voort op den
ingeslagen weg, werkt ook in stilte
onder elkander om het recht te doen
zegevieren, want de tegenpartij doet
het al lang. Ja, en als wij zoo voort
gaan, dan zal men spoedig zijn mee
ning openlijk kunnen zeggen en niet
meer moeten vreezen voor het brood,
door ons hart eens lucht te geven.
Neen dan zal men mogen spreken
en uitkomen voor ons goed recht waar
zoovelen naar trachten, die nu nog
moeten zwijgen voor hun brood. Toch
kunt u begrijpen wat bij zulke men
schen in het hart omgaat, hoe zij met
ongeduld zitten wachten naar den
broederband die tusschen ons allen
moet gelegd worden, want men zegt
de meerderheid wint. Welnu, wij zijn
de meerderheid, indien wij slechts
elkaar de hand reiken en ons als broe
ders vereenigen en als broeders strij
den onder de bescherming van den
goeden God, voor het recht te doen
zegevieren en het onrecht te doen
verbannen dat al zoolang een hoofdrol
heeft gespeeld.
Nu broeders ga ik eindigen, met de
hoop dat spoedig de broederband mag
gelegd worden en zullen mogen roe
pen Het recht in de wereld en het
onrecht er uit.
En u mijnheer de Redacteur dan
kend voor de plaatsruimte.
SJEF KROM.
o—
Mijnheer de Redacteur
Mag hieronder nog een klein plaatsje?
Juist toen dit stuk geschreven was
wordt mij medegedeeld, dat een zekere
schildersknecht niet aan het klooster
der eerw. paters mag werken, door
een man met een vroom gezicht en
valsche lach, in handelwijze valsch.
Ja dat hij zich niet zou schromen een
ander honderd gulden te kort te doen
als hij er maar een gulden mede kan
verdienen. Maar hij is op 't oogenblik
de man van de partij en mag veel
doen, en of dit nu krom of onrecht
is, het loopt toch door. Maar het kan
ook wel timmermanspolitiek zijn en
dan mag dat. Maar de man die tracht
een andermans brood te ontnemen
heeft het rijk des hemels ook nog niet
bereikt.
Maar door niet aan het klooster te
mogen werken is die schildersknecht
daarom nog niet het brood kwijt, want
de volkswilpartij heeft ook nog goede
menschen die hier wel voor zullen
zorgen. Maar toch is het erge mensch-
lïevendheid.
Nogmaals dankend voor de plaats
ruimte.
SJEF KROM.
—o
Mijnheer de Redacteur.
In het no. van 29 Oct. geeft u aan
uwe vijanden het middel, waardoor zij
in staat zouden zijn, u geheel te ver
nietigen. En dat isDat uwe vijan
den uwe vrienden worden.
Nog nooit M. d. R. hebt ge uwe
vijanden zoo tusschen twee vuren ge
bracht als nu, met hun dit middel aan
de hand te doen u vernietigen O, daar
snakken zij naar, door dat vuur kun
nen zij wel heen, niets is hen daarvoor
te veel, geld en ziel zouden zij er
voor over hebben. Maar uw vriend
worden dat vuur is hun te groot, daar
voor deinsen zij terug en nog maar
altijd willen zij het doen voorkomen,
en de minderontwikkelde menschen
wijsmaken, zooals zij nu voorne
mens zijn te doen, met hun propa-
gandaclubben alsof zij de beste en
onmisbare menschen zouden zijn in
de maatschappij. Maar zij vergissen
zich zij weten zeker niet, dat de men
schen zullen lachen om hun propa-
gandaclubben, en dat het niet meer
gaat om de menschen te blinddoeken
en hen alzoo te leiden zooals die
heertjes dat verlangen.
Die tijd is voorbij, en dat hebben
wij aan den heer Van Dalsum te danken,
dat weten die heeren maar al te goed,
en daarom is hij hun vijand. Maar
dat laat hem koud, en zij behoeven
uit eigen beweging geen vriend van
hem te worden.
Wij Volkswilmannen zijne vrienden,
zullen ze daartoe wel dwingen. Nog
hoogsten twee jaar en geheel hun
macht is gebroken.
Men kan dat al vernemen wanneer
men hier en daar eens komt, op ver
schillende plaatsen hoort men al zeg
gen, Fruytier moet uit de Tweede
Kamer en Van Dalsum moet er in.
Wij nemen wraak voor al het onrecht
dat zij Van Dalsum hebben aangedaan.
En daar zal het niet bij blijven, de
April-verkiezing voor een lid van de
Prov. Staten zijn wij nog niet verge
ten, en zeker is hetdat twee Staten
leden zullen vallen, om plaats te
maken voor de heeren Kramer te
Terneuzen en Ph. van Dixhoorn te
Axel, en onzen vriend mr. Dieleman
kan er van verzekerd zijn, dat hij bij
de gevallenen zal behooren.
Dit laatste staat zoo vast als een
paal boven water en onze tegenstan
ders zullen dan wel een toontje lager
zingen, en gaan begrijpen wat dat
„uitvaagsel" vermag of denken zij
soms, dat wij evenals zij verheugd
zijn over het onrecht Van Dalsum aan
gedaan Indien zij dat meenen dan
bedriegen zij zich. Neen zulks grieft
ons en wij zijn verontwaardigd, en
met hem deelen wij die hoon en spot,
en de heer Van Dalsum kan er van
verzekerd zijn dat wij Volkswilmannen
strijden met hem voor waarheid en
voor recht en niets in staat is, om ons
van hem los te rukken en eenmaal
komt de dag en die is zeer nabij
waarbij wij zullen zegevieren, en het
onze beurt zal zijn te spotten en te
honen met hen, die zulks nu met den
heer Van Dalsum doen.
U M. d. R. mijn oprechten dank
voor de plaatsing.
U getrouwe abonné
S.
Hulsterland, 1 Nov. 1910.
o
Het is bekend, dat wijlen dr.'Schaep-
man'zelf behagen schepte in de'spot-
prenten die het weekblad Uilenspiegel
in vroegeren tijd geregeld op hem had.
Waarom Hij heeft het ons nooit ver
teld, maar wel kunnen we het begrij
pen. Hij was van een ernstige en
tegelijk blijmoedige natuur, en omdat
hij van een blijmoedige natuur was
zag hij in die spotprenten de vroolijke
zijde, waardoor de wil van den teeke
naar en ontwerper van de spotprent
om hem te bespotten en belachelijk
te maken geen doel trof.
Onze vroegere vriend de Zeeuwsche
Koerier houdt er geen spotprenten op
na, maar geeft wel geregeld spotwoor
den. Deze spotwoorden maken op
ons denzelfden indruk als de spot
prenten op wijlen dr. Schaepman we
scheppen er zeif behagen in. Waarom
Omdat er uit blijkt hoezeer juist wij
de Zeeuwsche Koerier hebben aange
wezen, als we wezen op het innerlijk
wezen van den verrader van vrienden
Koud, gevoelloos en het brandmerk-
teeken op het voorhoofd.
Niet alsof wij behagen scheppen in
dit kwaad, want dit kwaad verfoeien
we als den mensch onwaardig, maar
omdat er uit blijkt hoezeer juist is het
volksoordeel die tegen Van Dalsum
zijn, zijn menschen die zelf niet deugen.
We verheugen ons dus in de juist
heid van het volksoordeel, en omdat
de Volkswil voor doel heeft het volks
oordeel naar voren te doen komen,
is de Zeeuwsche Koerier een dankbaar
voorwerp, dat de juistheid van het
volksoordeel duidelijk maakt aan ieder.
En ookwaar het hart vol van is
loopt de mond van over. Het hart
nu blijkt, door dat voortdurend over-
loopen, te zijn vol spijt en nijd. Zeer
juist was dan ook het opschrift in een
van de laatste Zeeuwsche Koeriers
kwaad ei, kwaad kieken, doch toege
past op vroegeren (vader) en tegen-
woordigen (zoon) uitgever van dat
blad.
Is er een spreekwoordHet zijn de
slechtste vruchten niet waaraan de
wespen knagen, er is ook een spreek
woord de appel valt niet ver van den
boom.
o
De overpeinzingen, die het eenige
einddoel zijn, de uren der boetedoe
ning tusschen vier nauwe wanden
door te brengen, blijken op de moder
ne menschheid van onbetwistbaar nut
er komen voorstellen tot beweerde
wets verbetering uit voort. Ka den
heer Sythoff is het notaris van
Di.lsum, te Hulst, die, veroordeeld
wegens beleediging, Koningin en
Tweede Kamer met adressen ach
tervolgt. Hij wil o. a., dat beleedi
ging niet gestraft worde, als ze ge
schiedt in het openbaar belang ot
uil noodzakelijke zelfverdediging.
We zijn er tegen want hou zou
den we aan het initiatief tot wets-
verbetering komen, als zoo nu en dan
niet eens een Sythoff of een van Dal
sum met den strafrechter kennis
maakten
Controleur.
O
ST. JANSTEEN. Men is voorne
mens alhier een geitenbond op te
richten Het bestuur zal gekozen
worden uit leden van den Boeren
bond Getracht zal worden om goede
baatgevende geiten te krygen
BOSCHKAPELLE. Zeer voorspoedig
is dit najaar voor den boer de bee-
tenoogst afgeloopen. Ook de werkman
heeft een mooien stuiver verdiend,
hoewel de prijs van het steken per
roede belangrijk minder was dan in
natte jaren. Dit neemt evenwel niet
niet weg, dat vele gezinnen een moei
lijken winter tegemoet gaan, want het
werk zal spoedig afgeloopen zijn, want
ook in de schuren is belangrijk min
der oogst, bovendien zijn de aardap
pels mislukt en de varkens halfvet
geslacht, wegens te kort aan voer.
BOSCHKAPELLE. Maandag jl. kwam
onze dorpsgenoot J. de Vos te Den
derleeuw bij Brussel op eene verschrik
kelijke wijze om het leven. Hij sprong
van een trein, toen deze nog in be
weging was hierbij kwam hij te vallen,
waardoor de ongelukkige onder de
wielen vermorzeld werd. De overle
dene laat eene vrouw met vijf jeugdige
kinderen achter.
AXEL, 1 Nov. Met een korte toe
spraak tot de aanwezige ouders werd
heden door den heer Jr A. van Hoeve
alhier in een daarvoor door hem ex-
presselijk gesticht gebouw een Frö
belschool geopend. Deze is gesteld
onder leiding van Mej. v. d. Bent uit
Ter Neuzen. De inrichting van het
gebouw laat niets te wenschen over
en het lijdt geen twijfel, of de school,
voorloopig begonnen met een 35-tal
kinderen zal bij meerdere bekendheid
zeker in bloei toenemen, aangezien
het eene zeer nuttige instelling is, die
in eene hier sedert lang bestaande
behoefte voorziet.
Provinciale Besturen
De Commissaris der Koningin in
Zeeland maakt bekend, dat op 13 Oc
tober 1910 in de rivier de Zandkreek,
onder de gemeente Kattendijke, is ge
zonken het houten tjalkschip „Op hoop
van zegen", groot 70 ton, geladen met
suikerbieten en gevoerd door J. de
Haas, te Bergen-op-Zoom dat krach
tens de artikelen 1 en 2 der wet van
23 Juli 1885 (Staatsblad) no. 151) het
vaartuig en de lading na verloop van
twee dagen na dagteekening dezer
aankondiging van Rijkswege zullen
worden opgeruimd.
o
Bij Koninklijk besluit van 25 Octo
ber 1910 no. 28 zijn benoemd:
in de provincie Zeeland
tot voorzitter van het bestuur van
den polder Walcheren, H. P. den
Bouwmeester, te Middelburg;
tot lid van het bestuur der water-
keering van den calamiteuzen Willem-
Annapolder, W. van Liere, te Biezelinge
tot lid van het bestuur der water-
keering van de calamiteuze polders
Margaretha, Kleine Huissens en Een-
dragt, A. de Kraker Kz. te Zaamslag;
tot heemraad van het waterschap