No. 58. Zaterdag 5 November 1910. 2e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. W? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Het Vrije Woord voor Abonnés. o Aan de leden derafd. BOSCHKAPELLE van de R. K. Kiesvereeniging. Mijne Heeren! Daar het mij niet meer vergund is eene verg. bij te wonen Uwer afd. en Zelandia schreef dat ik ben ge schrapt omdat ik wettig gestelde Candi- daten heb bestreden wil ik U langs dezen weg uit een zetten hoe de vork in den steel zit. Zooals U gelezen hebt weigert Ze landia de zaak in het openbaar te bespreken. Ik zou het graag in beide gedaan hebben omdat ik weet dat de Volkswil en Zelandia het meest door U gelezen worden de een of de ander of beide. Op 18 Juli werd door dhr van Eerdenburg als afgevaardigde in de Centrale Verg. medegedeeld dat mijn vrouw het Jas jen van Destombes gewasschen had en ook dat Destombes mijn knecht was en tijdens het reclame maken bij mij zijn intrek had genomen. De voorz. was aanstonds bereid de klacht alhoewel die niet op de agenda stond na rondvraag in behandeling te nemen en werd als gevolg daarvan direct gesteld en aangenomen met al- gemeene stemmen een motie van wantrouwen met verzoek om ont slag te willen nemen. Na afloop dier stemming is door mij gezegd dat ik aan dat verzoek geen gevolg zou ge ven, maar zijn door mij nog eenige andere punten aan toegevoegd zooals het in gebruik geven van mijn fiets ter verspreiding van het Vaderland en het aannemen daarvan. Op de door mij den 10 October j.l. bijgewoonde vergadering is door mij ter inzage ge nomen de notulen der laatste Centr. verg. met verlof van den fung. voorz. dhr Fruijtier van het D. B. en was niemand aanwezig dan de eerste secre taris. Op de Algem. Verg. gehouden 17 October j.l. stond op de agenda U bekend als punt 2 Deballotage van leden. Nadat door den fung. Voorz. dhr Moerdijk met een enkel woord op het treurige van het feit was gewezen wat nog niet had plaats gehad zoolang de Kiesv. bestaat, werd overgegaan tot het voorstel Hulst om 4 leden te schrappen. Dhr Burgers vroeg of er nog meer leden ter deballotage waren voorgedragen waarop de 1ste secreta ris antwoordde ja G. van Campen lid van het Centr. B. van de afd. Boschkapelle. Alsnu ontspon er zich eenige discussie of over allen te gelijk of wel een voor een zou gestemd wor den. Ten slotte werd goedgevonden over allen tegelijk men kon dan schrijven allen behalve die of die. Ten einde overrompeling te voorkomen vroeg ik het woord. Dit verkregen hebbende, vroeg ik: Mhr de Voorz zou het niet wenschelijk zijn dat alvorens tot stem ming wordt overgegaan het proces verbaal of de acte van beschuldiging eerst in zijn geheel werd voorgelezen en dan punt voor punt werd behan deld, dan krijgt de verg. die straks als jurij zal moeten optreden eenigen kijk op de zaak. Ook.wensch ik te weten mhr de voorz.Is het voorstel tot deballotage van mijn persoon uitgegaan van mijn afdeeling; van 10 leden van D. B. uit eigen hoofde of van het D. B. naar aanleiding der klacht. De voorz.naar aanleiding der klacht. Hierna las de le secretaris de akte voor. Deze behelsde ongeveer: 1. Dat volgens verklaring van dhr van Eerdenburg Destombes wel degelijk mijn knecht was en tijdens genoemd reclame maken bij mij zijn intrek had genomen. (Het wasschen van het Jasjen zal al te bespottelijk geweest zijn of gebleken onwaar dit was niet aange- teekend). 2. Dat ik abonné ben op de Volkswil en dat verboden blad steunde door er in te schrijven met mijn naam er onder. 3. Dat ik de ex. van het Vaderland had -aangeno men. 4. Dat ik mijn knecht (vol gens van E.) had aangespoord deze zoo spoedig te verspreiden en tot dat doel ook mijn fiets heb laten ge bruiken. Na voorlezing daarvan gaf de 2e ondervoorz. nog eenige toelichting omtrent het verhandelde op 18 Juli. Ik vroeg weder het woord en verkreeg dit en dan keerde de voorz. zich ge heel naar mij om met de toevoeging: ja, maar voor den laatsten keer. Het was alsof hij door dat omdraaien wilde zeggen ziet hierik ben in hart en nieren middeleeuwsch katholiek. Toen is door mij aan de verg. gevraagd of iemand aan al deze beschuldigingen nog iets toe te voegen had ik zou hun dan allen tegelijk antwoorden wijl het de laatste keer was dat ik het woord verkreeg (alsof de rechtvaardigheid niet eischt dat na elke beschuldiging aan den beklaagde gevraagd wordt wat hij daartegen heeft aan te voeren.) Ik wil bij dit punt nog even opmerken dat wij van dien blik op dhr Moerdijk nota zullen nemen. Niemand meer iets aan toe te voegen hebbende nam ik het woord aldus Mijne Heeren wat het eerste punt betreft kan ik kort zijn. Wil U mhr de voorz. eens even doen voorlezen het arbeidscontract dat ik heb met Destombes. Daarvan werd geen nota genomen, men sprak er niet op, raakte het zelfs niet aan, dan zou men gezien hebben of dhr van Eerdenburg waar of onwaar gesproken heeft. Ik verzoek U mhr de Red. het arbeidscontract hierbijgaande in zijn geheel te willen plaatsen. Omtrent punt 2 mhr kan ik U melden dat ik het als plicht van ieder lid van het C. B. en ook van iedere gemandateerde of die openbare betrekkingen beklee- den beschouw dat zij de Volkswil lezen ten einde op de hoogte te blij ven wat er van hen gezegd en ver langd wordt, men zou er de oppositie mede ontwapenen en over het schrij ven daarin. Als ik als openbaar per soon word becritiseerd dan heeft geen enkele vereeniging het recht om mij het recht te benemen mijn goede be doelingen te verdedigen. Ja ik ga er groot op dat ik de eenige ben die den handschoen voor de Kiesv. in de Volkswil heeft durven oprapen en dat ik hierin niet alleen sta bewees dhr Fruijtier tijdens de critiek over de havenkwestie in Terneuzen. Schreef die wel in de Tem. Courant en welke Bisschop heeft die voor kath. aanbe volen (Ja dezer dagen las ik nog van de hand van dhr Jos. v, Waesberghe als gij in een courant wordt aangeval len schrijf dan in datzelfde blad terug) en toch is mij niet bekend dat om die reden een voorstel tot deballotage van dhr Fruijtier gedaan is. Daar punt 3 en 4 betrekking hebben op mijn be schuldiging tegen het D. B. van weinig actie zal ik die nader behandelen tege lijk met mijn antwoord aan dhr Bur gers, een enkel woord slechts nu daarover. Door een handige manoevre tijdig uitgevoerd geheel buiten het D. B. om werd de oppositie van den zetel Rompu afgeleid maar vestigde zich nu met verdubbelde woede tegen den zetel van W. en alhoewel door zeker c 1 u b j e n verschillende trucs zijn uit gevoerd om de oppositie tegen den zetel Rompu weder op te zetten, niets baatte, zelfs werden invitaties gezon den aan leden der niet aangesloten R. K. Kiesv. te Terneuzen, van wie men anders geen nota nam, ten einde met hen cafés of gezelschappen te be zoeken en hun vete tegen dhr Rompu weder aan te zetten, maar deze hebben hiervoor met walging bedankt en ge toond niet alleen mannen van geloof maar ook van karakter te zijn. Dat dit geen napleiterij is, bewijst dat ik in een particulier gesprek op het bureau van Zelandia den naam noemde van iemand wiens gedrag ik in dezen zeer afkeurde maar voor wiens ambt ik te veel gevoel om hem hier in de dis cussie te brengen, maar deze schaakzet was zoo goed berekend dat niets daar aan te veranderen viel. Nu vroeg ik mij dikwijls af, wat zal het D. B nu doen voor het behoud van den zetel v. W. Want men moest toch ziende blind en hoorende doof zijn om niet te zien of te hooren dat het om dhr v. Waesberghe te doen was. Ja het was als wachtwoord in het liberale en oppositiekamp Waesberghe eruit. Tel kens als Zelandia verscheen was ik benieuwd wat zouden wij krijgen aan gezien het D. B. de r e m zoo gewel dig laten werken had op het C. B. en de lijnen zoo scherp getrokken daar van zou men toch met recht buiten gewone actie van mogen verwachten want het had aan dhr van Waesberghe een groote schuld van dankbaarheid van drie jaar geleden. Wat heeft die niet gedaan voor de toen aftredende leden, niet alleen met ingevaarstelling van zijn eigen mandaat maar met ge vaar van vernietiging van zijn gansche politieke ioopbaan (en die is er hoogst waarschijnlijk door vernietigd) en die vooruitzichten waren 4 jaar geleden nog zoo schitterend toen als den met den vinger aangewezen opvolger van dhr Fruijtier. Ja een portefeuille werd hem door velen toegedacht en dat alles ten offer gebracht aan zijn partij. Dat is actie! En wat heeft het D. B. nu meer dan zijn gewone actie betoond Ik meen hiermede U met een enkel woord in kennis gesteld te hebben wat den inhoud van mijn be doelingen met punt 3 en 4 was. Na dat ik had uitgesproken zei dhr Bur gers. Mhr de voorz. Iemand die het D. B. van te weinig actie beschuldigt en zijn knecht met pamfletten laat rondrijden hoort niet in het C. B. thuis en ik hen maar blij dat ik niet tot die verlichte kiezers behoor zooals van Campen. Daar mij het woord niet meer verleend werd zie ik mij ver plicht dhr Burgers langs dezen weg te antwoorden. Is het niet de gewone weg Moeten de ministers geen ver antwoording doen aan de Kamers de G. S. aan de Prov. Staten; B. en W. aan den Gemeenteraad. Welnu ik heb een viertal feiten genoemd en met den vinger aangewezen waar en wanneer met hoop op succes kon gewerkt zijn, waarom die niet weerlegd of noem mij de daden van actie. Ik moet tot mijn spijt bekennen op de schuld van dankbaarheid die de Kiesv. aan dhr Jos. v. Waesberghe is nog geen centiem afbetaald voor zoo veel ik weet, tenzij U mij het noemde. Of noemt U het actie zooals de tweede ondervoorz. uitleg gaf over de verg. van 18 Juli? Mij komt het voor dat in een verg. waar leden van G. S. en Tweede Kamer als uw gelijken zetelen toch ieder fatsoenlijk niet in de bos- schen opgevoed mensch verwacht, wanneer er zich een ernstig feit voor doet zooals dit van verraad, dit de volgende vergadering op de agenda te plaatsen of moest ik mij verdedigen tegenover mijn aanklager met argu menten als: jij liegt! of: wat valsche karakterlooze vent ben jij ofhoe hebt gij U gedragen den avond na de lezing van mr. Dieleman of op de verg. bij Joh. Wolfelaar tegenover den Voorz. die U daarvoor geen de minste reden gaf? Of is het actie het uit- deelen van liefelijke benamingen aan de kiezers zooals na de lezing van mr. Dieleman op Rapenburg Nadat dhr Burgers gesproken had deed er zich een geval voor waarvan men moeilijk de wederga zal vinden. De aanwezigheid van Destombes werd ontdekt. Nog maar eenmaal heb ik een persoon zoo een ontroering zien te weeg brengen, maar toen in averechtschen zin. Als ik in Hulst was als de Koningin kwam riep men toen Leve de Koningin, nu was het schoft en dergelijke. Daarbij werd vooral de afd. Boschkapelle duchtig de ooren gewasschen. De eerste secretaris vroegZijn er nog meerdere leden der afd. Boschkapelle present Waarop verschillende ja's volgden. Dhr P. B. Mei als fung. voorz. zegde ja, Des tombes is nog lid. De voorz. was af wezig, een bestuurslid zegde ja, terwijl twee gewone leden neen zeiden. Het is teekenend. Dhr Mei, medeoprichter der afdeeling van begin af, ondervoorz. na den dood van wijlen dhr van Sons- beeck, door den Raad aan H. M. de Koningin voorgedragen ter benoeming tot burgemeester, en nu zoo iemand in het openbaar voor niet geloofwaar dig verklaren, 't is bar. Nog meer. Als Destombes ontslag had gehad, hoe kreeg hij dan nog een oproepingsbriefje voor de verg. bij Wolfelaar en daar is hij geweest, Destombes, en die verg. werd voorgezeten door den voorz., mede aanwezig, het andere bestuurslid en den secretaris. Naar ik verneem moeten enkele leden van de varkensverzekering reeds be sloten zijn als protest over deze be- leediging hun voorz. aangedaan, het volgende jaar hun ontslag te nemen, terwijl de anderen er de voorkeur aan geven Destombes, wijl die niet gede- balloteerd is, candidaat voor de beide opengevallen plaatsen te stellen. Typisch is dat door die algem. verg. niet alleen het afdeelingsbestuur niet geloofwaardig verklaard is, maar ook het Dagelijksch Gemeentebestuur. En hiermede zal ik nu de reeks van daden van actie van D. B. van dhr Burgers afwachten. Ik zal dan ook nog eenigen uitleg geven over mijn laatste stukje in Zelandia. In de hoop mhr de Red., dat U ook uwe kolommen voor antwoord zult beschikbaar stellen dank ik U voor de verleende plaatsruimte. Uw dw. abonné G. VAN CAMPEN. Boschkapelle, 26 October 1910. Het hierin genoemde en ter plaat sing bijgevoegde arbeiderscontract tusschen G. van Campen en P. J. Destombes hebben we gemeend niet te plaatsen, omdat het niet ter zake doet dan alleen voor dit gedeelte, en daar komt het op neer voor wat betreft de kwestie met de Kiesver eeniging dut volgens dat contract Pestombes recht had op vrije dagen van vijf per maand, te zijner keuze in welke dagen Destombes geen werknemer zouzijn van Yan Campen Als dus Destombes in zijne vrije dagen, en het is in zijne vrije dagen geschied, ijverde voor andere candidates dan de heer Yan Campen deed, dan had deze geen recht om Destombes daarover aan te spreken, en had dus noch Yan Eerdenburg noch een ander het recht Yan Campen te beschuldigen van wat Destombes deed in zijne vrije dagen. Red. Yolkswil. We geven hen, die aangevallen wor den, recht op het Vrije Woord al zijn ze geen abonné. Naar aanleiding van het Vrije Woord van den heer G. VAN CAMPEN. o Daardoor krijgen wij en onze lezers een aardigen kijk, hoe het in de R. K. Kiesvereeniging van het District Hulst toegaat. Het viel ons op 1. Dat eene motie van wantrouwen tegen den heer G. van Campen m e t algemeene stemmen werd aan genomen. Herhaaldelijk lezen we, als Zelandia een verslag, beknopt of uit gebreid, geeft van vergaderingen der R. K. Kiesvereeniging, dat steeds de besluiten worden genomen met alge meene stemmen. Dit bewijstof dat het altijd dezelfde menschen zijn die de Algemeene Vergaderingen bijwonen en dat deze zelfde menschen altijd jabroers dus slechts naloopers zijn, of dat deze zelfde menschen niet in staat zijn een eigen oordeel te vellen. Eene vereeniging bestaande uit der gelijke menschen is geen vereeniging van mannen, maar van groote kinde ren, eene dergelijke vereeinging houdt daardoor op eene ernstige vereeniging te zijn. We gelooven niet, dat dit altijd zoo geweest is, maar het is een natuurlijk gevolg van het feitdat eene Kiesvereeniging, die ziende blind en hoorende doof wil zijn van wat in de eigen omgeving voorvalt, daarmede het recht verbeurt in openbare zaken eenige leiding te hebben. En als ze toch meent recht op leiding te hebben, dan wordt deze leiding of eene kin derachtigheid of een geknoei, zooals dit jaar door ieder is opgemerkt. 2. Dat als een van de redenen van schrappen als lid van de R. K. Kies vereeniging wordt genoemd het abonné zijn op de Volkswil en daarin schrij ven met onderteekening. Dit samengaan is ook reden geweest voor enkelen buiten Hulst en Sint- Jansteen (in deze gemeenten golden overwegingen van gekwetste majesteit) dat hun de Paschen werd geweigerd. Er is alzoo verband omdat de redenen van schrappen als lid en van Paasch- weigering gelijk zijn. Maar schrappen als lid om deze reden bewijst meer dan boekdeelen,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 1