No. 57. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Huist. Richting'Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN SATERDAG. Geiitschestraat C 7 te Hulst. W? Stichter: H. A. van Dalsum. Geiitschestraat C 6 te Hulst. Geiitschestraat B 4 te Hulst. Oude klachten. Het natte gevaar. DE VOL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIE fr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE. DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Er is in ons gewest veel verbitte ring in het inwendige van de harten der menschen, wegens de strafproces sen die tegen ons zijn begonnen we gens het zeggen van wat waar en recht is en wegens het niet-vervolgen van klachten wegens het zeggen van wat is kwade trouw en laster. En ook wegens de houding der geestelijkheid, ook van de hooge geestelijkheid, jegens de laatste wegens haar doof blijven voor wettige klachten. Ook wij persoonlijk hebben meer dere redenen van ontstemdheid, want het is, alsof de kwade trouw er op uit is ons bloed druppelgewijs af te tap pen. Maar wij verheugen ons daar over, omdat het een bewijs is, dat onze arbeid niet tevergeefs is, want ware onze arbeid te vergeefs, dan zouden wij eenerzijds niet zoo bemind en an derzijds niet zoo gehaat worden. Als wij ons bedrukt gevoelen, dan zijn we gewoon den 72sten psalm te overlezen, dien we onder den naam van Een Harpzang van Asaph reeds vele jaren terug in een blad aantroffen en dien we daaruit overschreven. Ook voor onze lezers geven we dien harpzang, en we vragen aan hen, dat zij hem met aandacht lezen en over wegen, en daarbij eens denken aan menschen die nog leven en aan men schen die overleden zijn. Zij zullen dan veel vinden verklaard, als ook zij zich soms eens mochten hebben afgevraagd hoe komt het dat God, die toch goed is, het toelaat, dat het den slechten mensch zoo dikwijls goed gaat en den mensch die trouw is jegens God en zijn gebod zoo dikwijls slecht gaat. En als zij dan overwegen dan zal het rustig worden in hun hart. Die harpzang is de volgende Waarlijk goed is God voor Isrel, Voor de oprechten van gemoed Doch schier wankelden mijn schreden Bijna glibberde uit mijn voet. Ik benijdde toch de boozen, Toen 'k der zondaars welvaart zag; Hoe nooit tot hun dood hun lichaam Lang in ziekteboeien lag. Van de menschelijkc smarten Blijven zij gestaag bevrijd Nimmer worden zij als andren Door een kwelling gekastijd. Trotschheid is daarom hun halssnoer, En de boosheid hun gewaad Boosheid welt als uit hun vet op, Daar hun hart in wellust baadt. Kwaad verzinnen zij en spreken 't, Snoeven op boosaardigheid En hun stem klinkt als oraaklen, Door hun tong langs de aard ver- [spreid. Daarom wendt Gods volk zich tot hen, Aangelokt door valschen schijn, Wijl er bij hen volle dagen Van geluk en voorspoed zijn. En zij zeggen zoude God wel Weten wat bij hen geschiedt Is er wel een Allerhoogste, Die hun tallooze euvlen ziet Zie, zij zijn toch goddeloozen, En genieten overvloed Van geluk op aarde, en schatten Stroomen mild hun tegemoet. 't Was vergeefs dan, dat ik immer Rein mijn harte heb bewaard Dat ik mijne handen waschte Bij de onschuldigen geschaard Want ik word daarom niet minder Heel den dag zoo wreed gekweld Bij elk ochtendgloren komen Nieuwe plagen aangesneld Hadde ook ik aldus gesproken, Dan miskende ik heel 't geslacht, Dat zijn heil van Uwe trouwe En voorzienigheid verwacht. 'kDacht dit alles te begrijpen; Doch 't viel zwaar, tot op den dag, Dat ik Uwer wijsheid tempel Inging, en hun einde zag. Glibbrig maaktet Gij hun wegen, Storttet hen in d'afgrond neer, Om hun boosheid ras verdwenen, Ras vergaan, verwoest hoezeer 1 Even als het ijdel droombeeld Den ontwakenden ontvliedt, Zoo doet Ge in de stad hun beeldnis En herinnering te niet. Tpen mijn hart zich dus verstoorde, Wijl hun heil mij tegenglom, 't Schijngeluk dier goddeloozen, Was ik waarlijk dwaas en dom. Jegens U het dier gelijkend, 't Dier, met rede niet begaafd Doch getrouw ben ik gebleven, Wijl me Uw goedheid heeft gestaafd. En opdat ik niet zou struiklen, Hebt Gij me aan Uw hand geleid Gij zult door Uw raad mij voeren, Tot ik deele Uw heerlijkheid. Gij, mijn hoogste Goed op aarde en In den hemel'k verkwijn Door Uw liefde! Rots mijns harten, Wil mijn eeuwig aandeel zijn Want zie, al wie, U verlatend, Zijne hoop op anderen stelt, Zal vergaan, dewijl Gij alle De U ontrouwen nedervelt. Mij is 't goed God aan te hangen, Slechts te hopen op de kracht Van mijn Heer, om te verkonden Al de werken Zijner macht. Yau verdrukking en onrecht zal hij hunne zielen bevrijden, en hun naam zal dierbaar zijn in zijne oogen. Ps. 72: 14. Propagandaclubben in de R. K. Kiesvereeniging. o Volgens een verslag in Zelandia van eene de vorige week in de algemeene vergadering der R. K. Kiesvereeniging van het district Hulst, te Hulst gehou den vergadering, werd daarin met al gemeene stemmen „besloten tot op lichting van een propaganda club, „welke ten doel heeft het ontwikkelen „der kiezers, het in orde houden der „kiezerslijsten, het brengen van aan- „giftekiezers op de kiezerslijst en het „aanwerven van leden." Als men, ook door te letten op wat in deZeeuwsche Koerier is geschreven, tusschen de regels doorleest, dan is het de bedoeling om te werken, „dat „we niet lijdeloos toezien hoe een deel „van het argelooze volk den speelbal „wordt van een politieken tinnegieter „der ergste soort." Deze tusschen aanhalingsteekens ge plaatste woorden zijn genomen uit de Zeeuwsche Koerier, terwijl de het eerst tusschen aanhalingsteekens geplaatste woorden zijn genomen uit Zelandia. Het is alzoo duidelijk, dat degeheele bedoeling van de propagandaclubben geen andere is dan een middel, om reeds van nu af te gaan werken voor de verkiezingen van 1913- In 1913 valt het juist samen, dat in dezelfde maand Juni moeten plaats hebben verkiezingen voor de provin ciale Staten in het Statendistrict Hulst en voor de Tweede Kamer in het Kamer- district Hontenisse. En nu bestaat er onder de R. K. Kiesvereeniging groote vrees dat, door dat samenvallen van verkiezingen voor Staten en Kamer, twee Statenleden en een Kamerlid in 1913 zullen vallen. Of die vrees ge grond is laten we in het midden. Gegrond of niet gegrond, die vrees bestaat bij onze tegenstanders. Nu is vrees wel het begin der wijsheid als de vrees is de vreeze Gods, maar de vrees kan ook zijn bewijs dat men zijn zelfvertrouwen heeft verloren. En wie uit vrees zijn zelfvertrouwen heeft ver loren is de kat, waarvan het spreek woord zegteen kat in het nauw doet rare sprongen. Dit laatste is nu geheel het geval met de R. K. Kiesvereeniging van het district Hulst. Deze heeft in den loop der jaren, en vooral in 1910, zoovele fouten be gaan, dat zij niet alleen het vertrouwen heeft verloren van de katholieke be volking, maar dat zij op haar weg niet anders ontmoet dan hoon en spot. Het pogen om propagandaclubben op te richten is dan ook niet anders dan een comedievertooning, om te trachten de oogen der menschen nog voor een oogenblik te verblinden door het te doen voorkomen, dat er in de R. K. Kiesvereeniging van Hulst nog eenige kracht schuilt. Want deze kracht ontbreekt geheel en al. We zeggen comedievertooning. Het doel van de propagandaclub is niets nieuws, dit is reeds het doel van het bestuur van elke plaatselijke afdeeling. Met de comedievertooning van propa gandaclub wordt dus alleen een andere naam gegeven aan wat reeds bestaat. Nu is het niet uitgesproken doel, maar het blijkt toch duidelijk uit wat wordt geschreven en gezegd, om van Dalsum onschadelijk te maken. Maar wat zou men nog meer kunnen doen dan wat tegen hem reeds gedaan is Niemand zal het weten te zeggen. En toch is er nog één middel. Tot nog toe zijn tegen van Dalsum de middelen gebruikt van geheime laster, van huisbezoek tegen zijn blad en tegen zijn notariaat, van doodzwij gen, van valsche ambtsrapporten en meer dergelijke liefdelooze en onrid derlijke middelen. Nu wil men door middel van pro pagandaclubben gaan werken. De liefdelooze en onridderlijke mid delen zijn krachteloos gebleken, en met deze middelen voortgaan is zich zeiven dieper werpen in den eigen gegraven kuil. Het eenige middel dat er nog is om van Dalsum te vernietigen isdat onze vijanden onze vrien den worden. Van onze vrienden vragen we niets, tegen onze vijanden stellen we ons goed recht. Onze vrienden worden is zeer ge makkelijk Daarvoor is niets anders noodig dan dat onze vijanden in hun hart en door hunne daden gaan eeren: de goede zeden, ieder het zijne geven in pacht- en arbeidscontracten, ophou den liefdeloos te zijn jegens den armen medebroeder, de gehoorzaamheid aan den paus voor wat betreft de geeste lijkheid in het zich niet langer be moeien met politieke verkiezingen met wat er aan vastzit zooals haat tegen de Volkswil en Paaschweigering, en in het notarisambt een ambt van kennis en vertrouwen en niet een ambt van gunst tegen percenten. Is deze voorwaarde zoo moeielijk? Voor een eerlijk hart zeer zeker niet, wel voor een hoogmoedig hart. Maar wordt aan deze voorwaarde voldaan, dan heeft van Dalsum geene vijanden meer en van zijne vrienden vraagt hij niets en geeft aan hen alles wat het zijne is. men treilend feit nat de II. li. Mies vereen! ging'. 0 In de Algemeene Vergadering der R. IC. Kiesvereeniging, de vorige week in Hulst gehouden, was ook aanwezig een lid-werkman. Nu hebben ze in de Kiesvereeni ging gaarne, dat ook de werkman er lid van is, en dit wordt gemak kelijk gemaakt door een contributie van een dubbeltje per jaar. De Algemeene Vergaderingen wor den altijd gehouden op een Maandag namiddag te Hulst, doch alsdan kun nen er alleen heeren en boeren komen, die tegelijk hun markt af doen, want de werkman is dan aan zijn arbeid. Nu is het treffende feit, dat op die vergadering ook eens kwam een lid-werkman. Deze werd zuur aan gekeken door de heeren en de boeren, en er werd besloten dat h ij als lid der kiesvereeniging werd geschrapt. Nu is het waar, dat dit lid-werk man de vrijheid heeft genomen om te meenen, dat hij door zijn dubbeltje contributie niet het recht had verloren dat hem de kieswet als kiezer en de grondwet als burger toekent, maar het treffende feit is dat, de eerste maal dat een werkman de Alge meene Vergadering eens bijwoont, hij staande de vergadering er hardhandig uit wordt verwijderd. En dit zelfs met beleedigende woorden, waardoor h j eene klacht wegens beleediging tegen een van de „heeren'' bij de politie heeft ingebracht. We zijn nieuwsgierig naar den afloop van deze klacht. In de huwelijksoorkonde van den Keizer van China staat o.m. het vol gende te lezen: „lk de Keizer van China, heb in het 5e jaar van mijn regeering gesproken als volgtik re geer de gansche wereld, het land, de zee, het gezin en den vreemdeling, zoomede ieder individu." Wat een bluf, niet waar? Als we niet beter wisten, zouden we meenen, dat de heele wereld met gekromden nek neerligt aan de voeten van Zijne Gele Majesteit Neen, dan Koning Alcohol, die is heel wat meer mans hoor 1 Die mag gerust zeggen„Ik regeer de heele wereld", want dat doet hij inderdaad. Door zijn ijzeren wetten van drink en schenkgewoonten, heerscht hij over land en zee, over huisgezin en indi vidu. Vreemdelingen zijn er voor hem haast niet meer. En deze heerscher is een echte tyran, die onderdanen regeert met de knoet en een waar schrikbewind uitoefent in de maat schappij, zoo erg zelfs, dat geleerde mannen en staatslieden niet aarzelen de regeering van Koning Alcohol, het alcoholisme, een grootere ramp te noemen voor de maatschappij, dan pest en hongersnood en oorlog te zamen. Men behoeft hem maar even aan het werk te zien, om te zeggen ze hebben gelijk, niet in het minst over dreven. Luister maar eens een oogenblik: we zullen zijn doopceel nog eens lichten. Gij weet, dat het alcoholmisbruik bij de individu's ziekte veroorzaakt en hun levensduur verkort? Welnu, dan is het ook geen hek sentoer om daaruit op te maken, wat dit zeggen wil voor de maatschappij Dan moet de alcohol, in den vorm, en in de hoeveelheid waarin hij tegen woordig wordt verbruikt door het volk in het algemeen, ook ziekte en dood brengen aan de maatschappij. Men is al lang bezig geweest om uit te rekenen hoeveel ziekte- en doods- gevallen Koning Alcohol in de maat schappij wel op zijn lever heeft. Natuurlijk kan men zoo iets niet heel precies uitmaken. Maar alleen van de 10.000 menschen die jaarlijks in Nederland aan tuberculose bezwijken, schrijft men de helft al op rekening van het alcoholisme. Dr. Leicester iemand die er zijn mag beweert, dat de drank scha delijker is voor de volksgezondheid dan alle andere schadelijke invloeden te zamen. En Herr ook geen kwajongen op dat gebied komt ons vertellen van Engeland dat daar maar eventjes 24 pCt. (dus bijna V4van alle sterfge vallen direct of indirect een gevolg zijn van het drankmisbruik. Nog erger is wat in 1907 Ternet, na een veelomvattend onderzoek in gasthuizen, tehuizen en krankzinnigen gestichten van Frankrijk ons zegt. Hij houdt staande, dat het alcoholisme in Frankrijk een van de voornaamste doodsoorzaken is. Volgens hem is bij :/:J, zegge asjeblief één derde van de sterfte drankmisbruik de voor name oorzaak. Zegt het voort Maarwacht we zullen eerst nog meer vertellen. We weten onderhand al wel, hopen we ten minste, dat vermindering der verstandelijke vermogens, verzwakking van den wil, en als uiterste grenzen van deze twee, krankzinnigheid en misdaad, gevolgen zijn van drankmis bruik bij den drinker. Maar als we dat eenmaal weten, behoeven we maar amper tot de jaren van verstand te zijn gekomen om dadelijk in te zien, wat voor beteekenis dit heeft voorde

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 1