No. 55.
Zaterdag 15 October 1910.
2e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
W?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Gentschestraat C 6 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
Zoo schrijft men ge
schiedenis
DE VOLKSWIL
EEDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Adyertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
0
Door middel van de persinlichtin
gen ontvingen we het onderstaande
stuk, dat veertien dagen geleden
stond in het Weekblad De Amster
dammer (De Groene) te Amsterdam.
Wie de schrijver is? We weten
het niet en vragen het niet. We
weten alleen, dat het is een persoon,
die veel verbeelding heelt van zich
zeiven maar geen begrip heeft van
de beteekenis van wat hij om zich
heen ziet gebeuren dat het is een
persoon die niet bekend is met de
feiten die hij aanhaaltdat het is
een persoon die het niet kan ver
geven, dat wij iets weten tot stand
te brengen en tegelijkertijd zijn een
man van geloof, van eenvoudigen
levenswandel, van heel gewoon in
den omgang en in ons uiterlijk
dat het is een persoon die denkt
over een ander zooals wordt genoemd
in het spreekwoord zoo de waard
is vertrouwt hij zijne gasten.
Waarom we het stuk van de Am
sterdammer plaatsen Opdat onze
lezers steeds op de hoogte blijven
hoe over ons wordt geschreven en
gesproken, want door het schrijven
en spreken over ons wordt geoor
deeld over onze vrienden, en dus
over hen zei ven.
Er is al meermalen over ons ge
schreven door verklaarde vijanden,
maar nu is aan het woord een zoo
genaamde vriend, maar een vriend
van het soort dat men niet gaarne
in zijn huis ontvangt, vaa het soort
dus, dat steeds afgunstig is, als de
vriend iets heeft of kan dat hij niet
heeft of kan.
Tiet stuk spreekt overigens voor
zich zelf. liet is wel wat lang, maar
het is leerzaam, omdat het leert hoe
men zonder kennis van fei
ten, van het menschelijk hart, van
de waarde der maatschappelijke ver
schijnselen, geschiedenis schrijtt, om
dat men eens te meer de waarheid
leert van het spreekwoord „schoen
maker, blijf bij uw leest.8
En ook is het goed, omdat in het
stuk zijn bevat alle praatjes, die
onder onze vijanden en benijders
over ons loopende zijn, in het bizon
der deze, d; J we niets anders op het
oog hebben dan eigen eer en glorie.
Maar tot nog toe heeft niemand ge
poogd eene omschrijving te geven
van de voordeelen, die we voor on
zen persoon hebben verworven, om
dat ieder weet, dat deze voordeelen
niet bestaan. Toch als ze niet be
staan en niemand ze kan noemen,
waarom dan dat standpunt van be
schuldiging van zelfvergoding? De
zaak is eenvoudig dezedat door
onzen belangloozen arbeid, verricht
uit liefde en uit plichtsgevoel, be
schaamd worden zij, die in het willen
dienen van het algemeen belang niet
dit belang maar zich zeiven zoeken.
Deze beschaming doet hen ons ver
achten, maar in deze verachting ligt
juist onze eer, omdat zij bewijst,
dat we het goede doen niet om te
verwerven wereldsche voordeelen
maar uit hoogere beweegredenen.
Uit liet Zuiden,
O
De zaak van Dalsum.
In een hoekje van ons vaderland
ligt Zeeuwsch-Vlaanderen Oostelijk-
deel, door de breede Schelde afgesloten
van de Zeeuwsche eilanden en overig
Nederland en door den Braakman,
dien gij u zeker nog van uw aange
name aardrijkskundelessen herinnert
van 't Westelijk deel. Alleen in 't
Zuiden ligt het open voor België. Dit
„Vergeten oord, door slag noch strijd
Der Faam gewijd,"
en tot voor een paar tientallen van
jaren rustig en vreedzaam of wel
onderworpen en gedwee zich schik
kende, dit eenzaam plekje doet
tegenwoordig haast denken aan Lebak
in 1856, toen daar de assistent-resident
Douwes Dekker zijn kruisweg naar
Golgotha begon, bewogen als hij was
of, als hij volgens sommigen zeide
te zijn met het lot van den armen,
geknevelden Javaan. En als een Mul-
tatuli, die veel droeg voor die hulpe-
loozen, wien hij hulpe had toegezegd
zoo staat daar in het Staten-kies-
district Hulst de notaris Van Dalsum,
zich martelaar makende voor een
bevolking, die volgens hem ook zucht
onder den druk van een aantal groote
heeren, die het Land van Hulst tot
nog toe beheerschten.
Daar een vergelijking slechts voor
een derde behoeft op te gaan, kan
het mij vergeven worden, dat ik den
persoon van den nagenoeg onbekenden
heer Van Dalsum naast dien van
Multatuli stel „fort étonnées de se
trouver ensemble."
Van Dalsum is niet de onstuimige
hemelbestormer, die de goden van
hunne Olympische zetels rukt, en in
verwoed atheïsme den geloovigen van
alle richting een rilling door de leden
doet gaan, niet de sarcastische
kunstenaar, wiens artistiek woord de
ziel van hoorder of lezer in beroering
brengt o neen, hij is een eenvoudig
vroom notaris, staande op het niveau
des alledaagschen levens, op lamenta
bele wijze het woord voerende, en
schrijvende een zeer middelmatig taal
tje omslachtig, langdradig droog-en-
saai-zeurig redeneerende, al moet
gezegd worden, dat er, sinds hij een
eigen krant uitgeeft, eenige vooruitgang
te bespeuren is. Maar wat hij met
Multatuli gemeen heeft, is zijn boven
matig zelfgevoel, een zelfvergoding,
die den schrijver der Ideeëndeed
zeggen, dat hij grooter was dan Regu-
lus en Mucius Scaevola, die den
uitgever van „De Volkswil" den volke
doet kennis geven, dat hij door God
gezonden is om „meer recht, meer
liefde" in Zeeuwsch-Vlaanderen te
brengen, terwijl zijn tegenstanders door
's Heeren hand zichtbaar worden ge
straft met plotselinge sterfgevallen en
sleepende ziektenWant deze zich
groot wanende mensch is een over
tuigd Katholiek, die zich en zijn blad
heeft gesteld onder de bijzondere be
scherming van de Moeder Gods, maar
die, ondanks dat, een vinnigen strijd
voert tegen het kerkelijk gezag, die
de geestelijkheid uit het Land van
Huist op verschiikkelijke wijze te lijf
gaat en de gehoorzaamheid opzegt aan
zijn bisschop. Hoever zijn zelfverblin
ding gaat, bleek eenige jaren geleden,
toen hij den euvelen moed had zich
naar Amsterdam te begeven om met
den geduchten prof. Treub een debat
aan te gaan over Staatspensioneering,
een overmoed, waarvan men de enor
miteit alleen kan beseffen, wanneer
men den heer van Dalsum eens het
woord heeft hooren voeren.
Deze man nu zonder verdienste
als spreker en schrijver, met een
gewone ontwikkeling, en een buiten
gewonen hoogmoed, is het, die het
Oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaande
ren in rep en roer heeft gebracht.
Toen hij, jaren geleden, uit Arnhem
naar deze streken kwam, werd hij door
de geestelijkheid met gejuich begroet;
hij was de eerste katholieke notaris,
die te Hulst zijn ambt kwam uitoefe
nen. AI spoedig begon hij zich te
werpen in het sociale leven met een
kapelaan reisde hij de verschillende
dorpen af om boerenbonden en leen
banken op te richten. Dit werk lukte.
Hij bond den strijd aan tegen mis
bruiken in het pachtcontract en stelde
de rentmeesters, die hier een kolossa
len invloed uitoefenen, aan de kaak als
schuldig aan veel ongerechtigheden.
Daardoor kreeg hij het kapitaal tegen
zich en niet lang duurde het nu,
of ook de geestelijkheid begon in te
zien, dat ze met den heer van Dalsum
het paard van Troje hadden ingehaald
hun gejuich was langzamerhand
verstomd en hun zwijgen zou worden
de stilte, die den storm deed verwach
ten
Vooral toen Van Daisums oorlogs
terrein zich uitbreidde tot de Roomsch-
Katholieke Kiesvereeniging, begon men
de loopgraven tegen .hem te leggen.
Van Dalsum zag in, dat deze kiesver
eeniging beheerscht werd door enkele
notabelen en hij meende, dat het hun
streven was de bevolking naar de
stembus te drijven om voor hen een
plaatsje achter de groene tafel in 't
een of ander college te behouden of
te veroveren, 't Had ook allen schijn,
dat het zoo was, want enkele dezer
heeren waren juist niet geheel onberis
pelijk van levenswandel hun lijfor
gaan, het katholieke blad Zelandia be
sefte dit ook en trachtte te beredenee
ren, dat iemands gedrag in het maat
schappelijk of kerkelijk leven niet in
aanmerking kwam bij de vraag, of hij
een zetel mocht bezetten in het een of
ander regeeringscollege. 't Liep zoo
ver, dat eindelijk de heer van Dalsum,
die ondertusschen gelegenheid had zijn
meeningen te verkondigen in de Zeeuw
sche Koerier, verschijnende te Sas van
Gent, een katholiek oppositieblad,
zich candidaat stelde tegen den
officieel door de Roomsch katholieke
kiesv. gestelde candidaten. 1) Men
wierp hem terecht voor dc voeten, dat
het hem niet geoorloofd was, zich te
genover den candidaat dier organisatie
te plaatsen. Toch voerde hij zijn opzet
uit, terwijl hij lid der kiesvereeniging
bleef. Hij bracht het zoover, dat hij in
herstemming kwam. Na de verkiezing
nam hij ontslag der R. K. organisatie.
Nu begon eerst recht het lieve leven:
1) Den antirevolutionairen coalitie
man liet hij met rust.
Zeeuwsche Koerier contra Zelandia.
Van beide kanten was de strijd bitter
en hatelijk. De volksmassa was op de
hand van de Zeeuwsche Koerier, die nu
door Zelandia en door vele geestelij
ken een in 't land van Hulst zeer
geliefde strijdmanier socialistisch
en anarchistisch werd genoemd Deze
beide woorden gingen zoo zoetjes aan
beteekenen niet willende dansen naar
de pijpen van Zelandia en hare be
stuurders.
Van deze zijde begon men nu te
vreezen voor den wassenden invloed
van de Zeeuwsche Koerier, die lang
zamerhand het orgaan was geworden
van Van Dalsum en eenige andere
opponenten, en gedachtig aan een.
zeker spreekwoord van vliegen vangen,
trachtte men den redacteur-uitgever
van den Koerier over te halen tot het
maken van een reuzenzwaai een
gymnastische toer, waarin men het in
Zeeuwsch-Vlaanderen ver gebracht
heeft. Hoe het toegegaan is, vermeldt
de geschiedenis niet, maar waar is het,
dat op zekeren dag in de Zeeuwsche Koe
rier een kennisgeving was geplaatst,
waarin den volke werd kond gedaan,
dat er een verzoeningtot stand was
gekomen tusschen Koerier en Zelan
dia Zoo was aan de oppositie de
mond gesnoerd, nog vóór de verkie
zingen voor de Tweede Kamer in
1909, dus op het gunstigste tijdstip.
De verkiezingsdagen kwamen de
oppositie kon niet spreken. De R. K.
kiesvereeniging stelde weer candidaat
het aftredend lid den heer P. Fruijtier,
voorzitter van de maatschappij Ze
landiade oppositie kwam met
den heer Van Dalsum uit. Woelige
dagen waren het, die verkiezingsda
gen De heer Van Dalsum verspreidde
een brochure onder de kiezers, waarin
hij zich zelf weer als naar gewoon
te de noodige eer beweeshij
reisde de dorpen af om voor zoover
hij een lokaal kon krijgen spreekbeur
ten te vervullen, overal achtervolgd
door een zwerm Z elandiamannen,
waaronder de heer Van Waesberghe
uit Hulst, die een goed spreker is.
De heer Van Dalsum dolf het on
derspit, maar eerst na een vrij groot
stemmental op zich vereenigd te hebben.
Nu kwam Het verlangen op, om een
blad uit te geven in den trant var
de vroegere Zeeuwsche Koerier. Een
maatschappij zou zich daartoe vormen.
De heer Van Dalsum voor wie dit
geschieden zou, had echter andere
bedoelingen was hij misschien bang,
dat de teugels hem zouden ontschie
ten Dacht hij als Caesarbeter de
eerste in een dorp, dan de tweede in
Rome
Wij weten het niet, maar de uit
komst was, dat de heer Van Dalsum
zelf een blad ging uitgeven, onder
den naam van De Volkswil, 't Is een
altaar, waarop hij troont als een hei
lige, maar een heilige, die zelf het
wierookvat zwaait ter eigen verheer
lijking. Zonder dat het papier van
zijn blad een kleur krijgt noemt hij
zich ccn apostel, onder de bijzondere
bescherming van God staande Onder
de rubriek Het Vrije Woord neemt
hij ingezonden stukken op, die soms
uiterst beleedigend zijn, gansch niet
noodzakelijk, dikwijls ook een ver
heerlijking voor hem zelf. Hij gaat
hier het zij er bij gezegd in de
lijn van het vijandige Zelandia. Geen
van beide organen werken alzoo ver
heffend op den geest van de massa.
Liedjes laat hij verder verspreiden ter
zijner verheerlijking, liedjes op de
melodie van straatdeunen en gerijmd
door den een of anderen onontwik
kelde Voor een tegenzang hebben
zijn bestrijders gezorgdMen hoort
die liedjes onwelluidend rumoeren bij
alle gelegenheden, waarbij bier .en
jenever het volk opwinden. Tweema
len is hij voor persoonlijke beleediging
met den strafrechter in aanraking ge
komen.
Toch moet men nimmer vergeten,
dat hij ook op vele misstanden heeft
gewezen, en dat hadden deze stre
ken zeer noodig. Vooral waar de gees
telijkheid van haar macht misbruik
maakt om den uitslag der verkiezingen
naar haar wenschen te keeren, staat
hij geharnast vóór haar, soms de rid
derlijkheid er aan gevende maar nooit
zijn godsdiensthij is en blijft over
tuigd katholiekhij randt niet den
godsdienst aan maar wel de geestelij
ken en onderwerpt zich niet aan het
kerkelijk gezag. Het einde hiervan was
echter de slag, dien toch niemand ver
wacht had de Bisschop van Breda
zond een herderlijk schrijven, dat van'
de kansels moest worden voorgelezen,
en waarin het lezen van De Volkswil
aan de katholieken werd verboden.
Wie voortgingen met het lezen van het
blad, werd de Paaschcommunie ge
weigerd. En nu is het een eigenaardig
teeken des tijds in 't Land van Hulst,
vooral in 't Zuidelijk deel, dat honder
den katholieken eenvoudig het bevel
van hunne geestelijke overheid met
voelen traden. Zóó heeft deze met haar
prestige gespeeld de Bisschop, een
zijdig voorgelicht, heeft zijne bruggen
achter zich afgebroken de teerling is
geworpen Het antwoord op het
herderlijk schrijven is geweest de ver
kiezing van den heer Van Dalsum, die
de liberalen te hulp geroepen had (wat
met zijn overtuiging niet kan strooken),
tot lid der Provinciale Staten.
Het door zijn partijgenooten het
meest gewaardeerde katholieke Staten
lid, de leider der R. K. Kiesvereeni-
gingsmannen, den heer J. van Waes
berghe moest zijn zetel ruimen. Vol
gens Van Dalsum was hier natuurlijk
weer de vinger GodsEn zoo is er
een stilzwijgende overeenkomst geslo
ten tusschen de fractie-Van Dalsum
en de liberalen, en zou het in de toe
komst mogelijk worden, dat ook het
Kamerlid Fruijtier ten val wordt ge
bracht en dat Van Dalsum hem ging
vervangen.
Dit is de huidige toestand, een toe
stand, onbegrijpelijk voor wie de be
volking van Zeeuwsch-Vlaanderen en
de omstandigheden, waaronder zij ge
leefd heeft, niet kent.
En laten we de vraag onder de oogen
zien, hoe een dergelijke toestand is
kunnen ontstaan, hoe het mogelijk is
dat een man als Van Dalsum de ko
ning van het Zeeuwsch-Vlaamsche
volk geworden is.
Daar deze kwestie in innig verband
staat met .het godsdienstig leven der
bevolking, moeten wij dit eens nader
beschouwen. Over 't algemeen nu kun
nen we zeggen, gaat het religieus gevoel
hier, evenmin als in België diep: 't Zit er
meest als een dun vernis op. De kath.
vervult zijn godsdienstplichten, o zeker,
doet zelfs wel een beetje meer, is ge
hecht aan alle uiterlijke vormen, die de
voornaamste gebeurtenissen in een
menschenleven, zooals geboorten, hu-
welijken, sterfgevallen, vergezellen,
loopt mede in processies en gaat zelfs
„beêwegen" (is ter bedevaart gaan).