uit Fransche tijden, in het warme jaar getijde, dan wordt z'oon dag door de oudste schoolkinderen, d. w. z. de meis jes der hoogste klasse, bijzonder luis ter bijgezet. Huis aan huis gaan de meisjes aan den vooravond van den bepaalden dag bloemen verzamelen, waarmede zij, met behulp van eene hoeveelheid mos, uit een nabijzijnd bosch verkregen, kransen vervaardigen. De grootste krans, die een berijmden gelukwensch draagt, wordt bovendien met linten versierd. Alle kransen, soms verscheidene stuks, worden den avond voor den feestdag in het schoollokaal tegen den wand gehangen, terwijl de ingang van het lokaal met klimop ver sierd wordt. Op een tafel komt dan het geschenk der gezamelijke meisjes te staan, omgeven door eveneens zelf vervaardigde bouquetten. Komt nu de onderwijzeres den vol genden dag in hare klasse, dan vindt zij deze op de aangegeven wijze ver sierd. School wordt dien dag niet ge houden; er worden broodjes met vruch tenmoes rondgedeeld en de kinderen vermaken zich, trouw geholpen door de jarige, met verschillende spelen. (Flor alia) o Een echt Hollandsch waterwerk. Voor een heel nieuwe rioleering der buitenstad van Amsterdam voteerde de Gemeenteraad, gelijk men weet, een krediet van f3,000,000. Aannemer van het syphonwerk werd de heer W. van V u u r e n uit Utrecht, terwijl het leggen der ge- wapend-beton buizen werd opgedra gen aan de Amsterdainsche Fabriek van Cement-ijzerwerken. Met het ontwerpen en uitvoeren van het werk werd belast de ingenieur W. A. de Graaf, die bijgestaan wordt door de opzichters H. D. dejong en M. van Waart. In de laatste maanden werden door de Stadhouderskade tot de Dapper straat grootp buizen gelegd en nu is men gevorderd tot bij den Zeeburger- dijk. Weldra zal aan het begin van den Zeeburgerdijk, even voorbij het viaduct, aangevangen worden met het maken van het pompstation. Al het vuil, dat door de rioleering afvloeit, zal door dat pompstation worden ver zameld en weggepomt door een groote persbuis van gewapend beton. Deze buis, die een inwendigen diameter heeft van 1.50 M., loopt eerst door den Zeeburgerdijk, gaat vervolgens met een ijzeren syphon onder het Merwede- kanaal door en daarna langs den strekdam van den zeedijk in het open IJ, tot aan het eind daarvan, en zal in het geheel ongeveer 5700 M. lang worden. Dit werk nu is een uiterts moeilijk werk, een echt Hollandsch waterwerk. Er moet met eb en vloed gewerkt wor den, en een buis van de opgegeven lengte werd tot dusver nooit in Neder land gemaakt, zelfs waarschijnlijk ook in Europa niet. Dit jaar wordt het eerste gedeelte der buis gelegd tot een totaal lengte van 2400 M. Begin van het volgend jaar zal dat „karweitje" gereed moeten zijn. Men gaat dit jaar 600 meter ver in zee van die 600 meter moest men 350 meter langs het schietterrein. Met volle kracht is men bij het schiet- pooten overeind. Belisar trad tot dicht bij de kooi, stak zijn arm tusschen de staven door en streelde het ongewon- den dier over de ruige manen. In het paleis aangekomen, durfden de Hebreërs ter nauwernood den voet flink neerzetten. Reeds was het aan breken van den avond in de lange gangen waar te nemen, en bij de uit gangen der verschillende zalen ver spreidden Etruskische luchters een flikkerend licht. Overal in de nissen prijkten kostbare vazen uit edel sar donyx. Beelden van Parisch marmer versierden de kroonlijsten langs de muren. „Werp nu even een blik in deze zaal, waarin de koning u wellicht zal ontvangen, zoo ge zijn gunst weet te verwerven," zeide Belisar terwijl hij het zware voorhangsel van een hooge deuropening wegschoof. De Hebreërs bleven bij den ingang van de prachtige zaal staan, doch durfden die niet binnen gaan. De zoldering, in roode en blauwe met arabesken versierde vakken ver deeld, werd gedragen door fraai ge beeldhouwde balken, waarop vergulde, fantastische dierenfiguren waren voor gesteld. Al deze sfinxen, draken en griffoenen schenen bereid, zich op de vreemde indringers daar beneden te werpen en maakten schier een be angstigenden indruk, in tegenstelling met de kroonlijst, die met lachwekkende voorstellingen, arabeskvorming door- eengeslingerd, was voorsierd. „Ziet deze gebeitelde tafels eens aan terrein aan den gang, want deze maand nog moet men met dat deel der werk zaamheden gereed komen, in verband waarmede de schietoefeningen geduren de deze maand gestaakt werden, wijl het bij de schietoefeningen nogal eens gebeurde dat een kogel onder de werk lieden verdwaalde. Vandaag werd de ijzeren syphon of zinker bij Zeeburg in het Merwede- kanaal te water gelaten. De zinker bestaat uit twee plaatijzeren buizen, elk van een inwendigen diameter van 75 c. M., en werd, hangende tusschen twee schuiten, drijvende aangevoerd tot boven de plaats waar hij zinken moest. Langzamerhand werden de buizen met water volgepompt en daar na liet men ze zinken. Een werk waar mede men vanochtend zes uur begon en waarmee men omstreeks 12 uur 's middags gereed kwam. Daarna wer den de gezonken buizen, die op een grooten gemetselden kelder met groote afsluiters rusten, door een duiker onder zocht, om te constateeren of alles in orde was. In verband met dit werk moest de scheepvaart door het Merwedekanaal te Zeeburg van 's ochtends 6 uur ge stremd worden. De stremming der vaart was reeds een week of drie te voren bekend gemaakt, zoodat de scheepvaart, volkomen ingelicht, bij tijds maatregelen had kunnen treffen. Slechts weinig schepen lagen er dien tengevolge te wachten. De 'kleinere schepen konden trouwens bij Nichte- vecht de Ringvaart omvaren en zoo den Amstel bereiken. Het volgende jaai wordt het tweede gedeelte van het werk krachtig ter hand genomen. Een eigenaardige bijzonderheid is nog, dat de gewapend-beton buizen op het werk zelf worden gefabriceerd. Handelsblad. o Het loon der eerlijkheid. „Hé, ligt daar niet een portemenee?"... Het ding, een oud versleten ding, wordt fluks opgeraapt, geopend, en, nadat er een blik in geworpen is, door den werkman, die het vond, achteloos weggesmeten. Twee minuten later„Gossie, 'n portemenee'', mompelde een meisje met een modistendoos bengelend aan haar arm, schuchter om zich heen kij kend, raapt ze het ding op en „Ajakkes, er zit geen rooie duit in Op hare beurt slingert zij het voorwerp nijdig tegen den grond. Een dronken sjouwerman laveert in de richting. Even vóór de plek, waar de portemonnaie op nieuwe vinders wacht, heeft hij den inhoud van z'n eigen leeren geldzakje geteld en dien onvoldoende bevonden, om nóg een graantje te pikken. „Bliksem, wè leit daor!" roept hij half-luide uit, „is da nietda niet 'n portemenee Jao nou, voor den donder, die ken me te paskomme, nou m'n spië versopen bin- ne Met een zwaaibeweging tast hij naar het ding en daarbij zijn evenwicht ver liezend, valt hij op z'n facie. Weer op gekrabbeld, is hij evenwel in het be zit van den buit. Een ruk eraan doet hem het vod neersmakken en zijn zigzagsche bewegingen hervatten. uit bazans-, eiken of bokshout ver vaardigd, afkomstig van de eilanden der Chitteërs, en deze wandbekleeding van de Elisa-eilanden," zeide Belisar, niet weinig trotsch, dat hij kon toonen hier thuis te zijn. „Wanneer het ge luk u dient, zult gij weldra aan deze tafels gasten zien zitten, die hier het schoonste feest huns levens vieren. Doch komt nu mede, opdat ge eerst uwe kleederen eenigszins in orde kunt brengen." De drie Hebreërs haalden diep adem de vreemde pracht van het paleis werkte beklemmend op hen en scheen hun de spraak te benemen. Belisar voerde hen naar een klein vertrek. „Treedt maar binnen," zeide hij. „Hier kunt gij ongestoord wachten, totdat ik u roep. Een slaaf zal u komen helpen, opdat gij waardig voor den koning kunt verschijnen. Zoodra Antiochus van zijn triumftocht te huis komt, zal hij even in zijn vertrekken gaan uit rusten, terwijl de gasten zich in de zalen gereed maken, om hem bij het feestmaal te begroeten." „En dunkt u, dat dit uur goed ge kozen is voor mijne aangelegenheden vroeg Jason min of meer benepen. „Wij zouden geen beter kunnen kiezen. Antiochus, door het gejubel des volks opgewekt, verkeert thans in de beste stemming. Blijft dus hier, totdat ik u roep spreekt echter niet met elkaar, als de slaaf er bij is om u te bedienen. I Ik zal hem aanstonds hierheen zenden." Zelfbewust, als een man, die hoog STMet trippelpasjes nadert een oud burgermannetje, blijkbaar uit een ge sticht. Ook zijn blik valt op de por temonnaie. Met moeite bukkend, raapt hij ze op, bekijkt het uitwendige vluch tig, en steekt ze zonder ze te openen in zijn zak. Een kwartier later stapt hij een po litiepost binnenMeneer, ik heb deuze portemenee bij den weg ge vonden", voegt hij den brigadier ten bureeie beleefd toe. Vrij stuursch neemt de politieman het onoogelijke voorwerp aan,Als je me nou vaart hij uit, „dan mot je 't maar zeggen Er zit niks in dat versleten vod. Ik kan m'n tijd be ter gebruiken dan om me voor den gek te laten houden, versta je En maak maar gauw dat je weg komt, hoorAls je niet zoo'n oude grap penmaker waart, zou ik in staat zijn proces-verbaal teugen je op te ma ken Beteuterd zonder een woord te kun nen spreken, trippelt het oude man netje weg, en buiten gekomen, zucht hij„Dat heb je nou voor je eerlijk heid en je moeite daar word 'n mensch voor afgejakkerd door zoo'n...." (Tijd.) o Dankbaarheid. Een 'treffend voor beeld van dankbaarheid vinden wij in het rijke leven van keizer Frans Jozef, die in de maand Augustus zijn 80en geboortedag herdacht. De beminde Oostenrijksche keizer werd eens uit moordenaarshanden gered. De gebeur tenis droeg zich volgenderwijze voor: Op een namiddag het was den 18en Febr. 1853 in het vijfde jaar zij ner regeering maakte de keizer een wandeling en kwam in de nabijheid van de „Kartnerpoort", vanwaar hij een vrij uitzicht had over de stad. Plotse ling wierp een jongmensch, met een dolkmes gewapend, op den keizer en stiet hem het moordtuig in den hals. Gelukkig voor den keizer stuitte het mes op den geborduurden halskraag af en verwondde hem aan den schou der. Als nu de moordenaar een twee den stoot wilde toebrengen, wist de begelijder des keizers, overste O'Donell de hand van den moordenaar te grij pen, waarbij hem een burger van Wee- nen, met name Ettenreich, te hulp kwam. De belanger werd gegrepen en later ter dood gebracht. De keizer had voor de genezing der veroorzaakte wond een maand noodig. Toen de dokter hem veroorloofde weer voor het eerst uit te gaan, gold het eerste bezoek des keizers den Stepha- nus'dom, om den goeden God voor de redding te danken. Toen het keizerlijk rijtuig naar de Stephanus'kerk reed, hadden Weener burgers, in het zwart gekleed en met keizerlijke kleuren ge sierd, zich vanaf den Hofburg tot de Stephanus'kerk in haag opgesteld. De burgemeester met den gemeenteraad omringde het keizerlijke rijtuig. Bij den hoofdingang van den dom werd de keizer door den vorst-bisschop en de gansche geestelijkheid ontvangen. Ter dankbare herinnering aan zijn redding liet de keizer de prachtvolle „Votief kerk" bouwen, die na verloop van 25 jaar werd afgebouwd en op den dag van zijn zilveren huwelijks feest, den 24 April 1879, door den in de gunst eens konings staat, stapte Belisar uit het vertrek en liet de Hebreërs in groote spanning achter. Onmiddelijk daarop verscheen een slaaf, die den mannen hunne voeten wiesch, met een pluim van struis vederen hunne rijke, bonte kleederen afstofte, daarna ze in schilderachtige plooien legde en hun het haar zalfde. Midderwijl had de feestelijke tocht zijn eindpunt bereikt en alle gelijk vloers gelegen vertrekken van den trotschen koningsburcht vulden zich met gasten. Doch slechts aan de voor- naamsten was het vergund, het tri clinium, de groote eetzaal, te betreden, waar, op een verhevenheid, een rijk- vergulde armstoel tot koninklijke zetel was bestemd. De huiden van twee leeuwen, die Antiochus nog kort ge leden zelf had geschoten, lagen, in plaats van tapijten, op de treden, die naar den troonzettel toegang gaven. Ofschoon de avond nog niet geheel was gevallen, had men reeds de zalen door veelarmige luchters prachtig ver licht. Kostbare behangsels van In dische stoffen scheidden de groote lokalen van elkaar. Slingers van fris- sche bloemen en vruchten hingen van zuil tot zuil. Wierook van Saba kringel de in fijne blauwe wolkjes door de hooge hallen, en myrrhehars geurde op gloeiende kolen. Vuurroode lelies, gelijk ze in Judea bloeiden, prijkten I hier en daar in vazen van grillige vormen. I Men sprak slechts op gedempten vorst-bisschop van Weenen, met assis tentie van 49 bisschoppen werd ge consacreerd. Toen men voor den bouw dezer kerk geld inzamelde, bedroegen de giften van de burgerij van Weenen reeds op den eersten dag meer dan 400.000 gulden. Jegens zijn weldoener, den overste O'Donell, betoonde de keizer zich dank baar door hem in den gravenstand op te nemen. Bij deze gelegenheid is niet mis plaatst nog enkele schoone karak tertrekken van den thans grijzen kei zer en van zijn moeder, de aartsher togin Sophia, te verhalen. Toen de keizer gewond werd verzocht hij niets daarvan aan zijn moeder te vertellen, hij vergat zijn leed en dacht slechts aan de droefheid, welke dit bericht zijn moeder zou veroorzaken. Als later bekend werd, dat de moeder des moor denaars door de misdaad van haren zoon haar brood verloren had, zorgde de keizer voor haar verder levenson derhoud. En de moeder des keizers stichte voor den moordenaar een fun datie, waaruit jaarlijks een H. Mis voor den boosdoener werd gelezen, en grond de haar handeling hierop, dat er zeker wel niemand aan zou denken de ziel van de moordenaar te gedenken. Zoo vergaderde keizerlijke familie door haar goedheid zeker wel gloeiende kolen op het hoofd van haar vijand. Dat God de dankbaarheid des kei zers met nieuwe genaden beloonde, bewijst wel Frans Jozefs levensloop hij, die in 1908 zijn 60-jarig re- geeringjubilé in volle geesteskracht mocht vieren. St. Maarten. o Gij Volkswil eer deugd Nu Florence Nightingale de beroem de vrouw die het eerst velddienst voor ziekenverpleegsters organiseerde, over leden is, komen van al haar oude en nieuwe kennissen staaltjes los, aantoo- nend welk organiseerend talent en krachtig karakter in deze vrouw huis de. „Ik wou dat we haar aan het mi nisterie van Oorlog hadden," kon ko ningin Victoria met reden verzuchten. Haar brieven aan de Engelsche regee ring gericht van uit de soldatenkam- pen en hospitalen in de Krim zijn in hun soort meesterstukken. Vlijmend scherp zijn de waarheden, die ze aan de bewindslui zegt, om maatregelen te verkrijgen tegen lichamelijke ellenden en ziekten, waaraan de soldaten bloot gesteld zijn en die meer jonge levens naar het graf sleepen dan de vijande lijke kogels. Ze bezweert, stuift op, oefent kritiek op officieren en genees- heeren, doet hoogeren en minderen buigen voor haar wil, die zijn sterkte zoekt in grondige kennis. Ze is een vrouw van karakter en staat op haar stuk. Als men haar ver pleegsters zendt, die zij niet uitgeko zen heeft, neemt ze haar ontslag. De officier, die toezicht houdt op de pro viand, wil wegens een gebrek in de formaliteiten, geen verlof geven om de deur van een bergplaats te openen miss Nightingale laat de deur stuk slaan en neemt van de proviand, wat ze oordeelt noodig te hebben voor haar zieken. Ze is een vrouw van krachtige en niet van zoetsappige mid delen. Maar met zoetsappigheid en toon met elkaar en herhaaldelijk vlogen de blikken der eeregasten, waaronder zich ook Ptolemeüs, Meleagros en Aristodikides van Assos bevonden, naar de deur, door welke spoedig de koning zou binnentreden. Antiochus liet echter op zich wach ten. De koning had nauw zijne bijzondere vertrekken betreden of Belisar trad binnen en bracht hem vier talenten in zilver. „Wat moet datbeteekenen, Belisar vroeg de vorst verbaasd. „Heden, nu iedereen u huldigt, wil de ik u deze gift ter hand stellenzij is mijn eigendom." „Hoe komt gij aan zulk een groote som vroeg Antiochus en fronste de wenkbrauwen, daar er twijfel aan de eerlijkheid van zijnen vertrouweling bij hem oprees. „Dat geld werd mij geschonken door twee joden, opdat ik hen tot u zoude brengen en bij u een goed woord voor hen zou doen. Maar ik laat mij niet door geld omkoopen." „Belisar 1" „Ja, heer. Gij hebt mij vrijgekocht, toen ik onder de slavenzweep bloedde ik dien u niet, om achter uwen rug geld te verzamelen, maar om u dank baar te zijn. Neem daarom op dezen uwen feestdag dit geld van mij aan, als een blijk van hulde van uwen ge trouwen dienaar." „Belisarriep Antiochus verheugd uit, „gij zijt een eerlijk man Ik wist dorre sentimentaliteit kwam ze ook niet ver. Bij het vernemen van den ellendigen toestand der troepen in de Krim vloeide het geld toe, en toch merkten nu de arme ziekemili- tairen niets van de milddadigheid hunner landgenooten, die hun gift in het officiëele Danaïdenvat stortten. Hun eerste nooden werden gelenigd uit het geld, toevertrouwd aan Florence Nigh tingale. Deze begon met voor ver schooning te zorgen. Ze kocht zes duizend handdoeken en ongeveer ze ventien duizend hemden en daarbij een waschtoestelBij haar komst vond ze 194 handdoeken voor 2000 zieken, en deze kregen om de veertien dagen een hemd, dat schoon heette, maar alles behalve goed gewasschen was. Een practische vriendin van de groote zie kenverpleegster zond haar een droog- machine met een machinist om het toestel te bedienen. Na de zindelijk heid kwam de keuken aan de beurt. Er werden fornuizen aangeschaft en de helpsters van miss Nightingale maak ten met de helft meel tweemaal zoo dikke pap als vroegeren zoo ging het met alle spijzen voor de zieken. Ze kocht planken en schragen en leg de er haar zieken op, die zich tot zij kwam met den kouden grond hadden moeten tevreden stellen. Ze organiseer de alles, daar ging haar dag aan 'snachts alleen vond ze tijd om de zie kenzalen te bezoeken. De dag ging voorbij in het uitdenken en vinden van middelen tot verbetering der vreeselijke toestand en in het bevechten van sleur, bureaucratie en onwildan was ze de strenge onbuigzame vrouw die recht uit den weg ging, dien ze zich afge bakend had, die niemand ontzag, voor geen hinderpaal stond; 'snachts was ze de liefderijke verpleegster, wier vriendelijk gelaat verhelderd werd door een zachten glimlach, die met teedere hand het kussen van de gewonde op schudde en voor dezen echte woorden van troost en opbeuring wist te vin den. Onder haar bestuur verminderde het dagelijksche percentage dooden en zieken als bij tooverslag. Na afloop van den Krimoorlog bleef Florence Nightingale de raadsvrouw en onbezoldigde officieuze ambtenaresse in zake verpleging van het ministerie van Oorlog. Maar evenmin als een gel delijke belooning die ze daarenbo ven van de hand zou hebben gewezen kreeg ze na afloop van den oorlog van regeeringswege een erkenning van haar vele diensten in den vorm van een lintje. De dankbare moeders, doch ters en verloofden van de oorlogvoe renden openden een inschrijving voor een huldebetoon, welke som geld door miss Nightingale besteed werd voor een school voor verpleegsters, de eer ste in Engeland. Koningin Victoria schonk haar een diamanten borstsie raad. Maar op een orde moest ze wachten tot ze haar tachtigsten ver jaardag vierdetoen schonk haar ko ning Edward de orde van Verdienste. Velen hebben getreurd, menig oog is vochtig geworden om Florence Nigh tingale's heengaan dat is wel de beste belooning, die deze merkwaardige vrouw hebben kon voor de groote diensten, die zij vooral aan haar lijdende landgenooten en aan velen buiten En geland bewezen heeft. het, sedert gij u op den leeuw wierpt, die mijne lans had gebroken. Verzoek een gunst „Sta mij toe, u overal te vergezellen, vorst, en tot u te spreken, zelfs dan, wanneer gij mij niets vraagt." De koning reikte den voormaligen slaaf de hand en Belisar drukte er een kus op. „En laat nu de Hebreërs in een ledige beestenkooi opsluiten, totdat het feest is afgeloopen. Laat ze daarna geeselen en den baard afscheeren, om dat zij u hebben willen omkoopen." „Heer, het is beter, dat u hen ont vangt en hoort, wat zij u te zeggen hebben; zij brengen u rijke geschenken en het staat immers aan u, hun ver zoek in te willigen of niet. Simon, de Nathineër, is bij hen. Vertrouw dezen man echter niet, o vorst, hij is gelijk een slang, die in het verborgen loert. Mag ik die mannen tot u voeren?" „Haal ze hier. Omdat gij het mij vraagt, wil ik hen aanhooren." Nadat Simon met zijn gezellen was binnengetreden, vielen zij aanstonds voor den koning op hunne knieën.. „Staat opbeval Antiochus barch. „Wat willen deze mannen Simon „Het zijn Hebreërs „Dat zie ik reeds aan hunne krom me ruggen," viel de koning hem in de rede. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 6