De Volkswil
Judas (Ie Volksverachter,
BIJVOEGSEL
van
van 1 October 1910.
37 FEUILLETON^
Van alles wat.
Het Vrije Woord voor
Abonnés.
Zuidelijke winden.
o
Ons landje wordt o.m. ingedeeld in
Benoorden en in Bezuiden Moerdijk.
Vooral wordt deze scheiding aangege
ven bij Kerkelijke, bij Kieskwesties,
bij questies in een en denzelfden gods
dienst, en wel in den Katholieken
godsdienst.
De geloofsgenooten benoorden den
Moerdijk hebben het zelfgenoegzaam
idee, van hoogerstaand fijner besnaard,
godsdienstiger te zijn. Het is zoo, de
geestelijken daar komen uit een ander
milieu dan die van hier. Het is waar,
dat daar meer aan kerk en geestelijken
wordt gegeven. Maarvoelen zij
zich evenwel lekker en verheven in
dat idee welnu dan geluk er mee.
De bladen achter den Moerdijk vin
den Zeeuwen, Brabanders, en vooral
Limburgers vroolijke gastvrije men-
schen. Doch met een tijgergenoegen
vermelden ze vecht-, smokkelpartijen
enz. Dje berichten worden gretig
gesmuld uit bladen als Handelsblad,
Telegraaf, N. Rotterdammer enz.
De Maasbode hakt op den N. Rot
terdammer, de Residentiebode bijt naar
het Vaderland wanneer ze bij deze op
eene vermoedelijke onjuistheid stuiten,
doch zelf schrijven die Roomsche
bladen lukraak over uit liberale bladen
van Limburgsche, Brabantsche toestan
den. En de liberale bladen houden
er bezuiden den Moerdijk een dosis
kwartjescorrespondenten op na
Het Centrum plaatst pakkende stuk
ken uit Helmond, doch omdat in
die stukken flink de waarheid wordt
gezegdmaakt de redactie fluks in
een noot aanmerking op inhoud en
toon. De inhoud is wat machtig, en
den gewenschten toon kunnen wij in
de oogen der achter-Moerdijkers nu
eenmaal niet te pakken krijgen. Ge
lukkig
Zoolang het Zuiden slechts danste
naar Noorden's pijpen, waren Zeeuwen,
Brabanders, Limburgers, een best zoet
zootje. Doch de winden steken op,
de tijden gaan heen. Wij willen geen
voogdijschap en natuurlijk niet onder
katholieke bladen, die elkaar uit brood
nijd denk aan de ochtend- en avond
editie der Maasbode Seitenhiebe geven,
bladen die slechts oor en oog hebben
voor wat rijk en deftig is of doet.
Ook bezuiden den Moerdijk zijn de
menschen mondig; zij wenschen niet
Geschiedkundige roman uit den tijd
der MachabeCn.
EERSTE BOEK.
(o)—o—(o)—
DE KRONING VAN ANTIOCHUS.
XI.
Vervolgens brak hij hem den muil
open en liet den bang achteruittreden
den joden den vervaarlijken bek en
het scherpe gebit van het verschrik
kelijke beest aanschouwen.
„Vader wat een ijselijke man flui
sterde Judith huiverend. Belisar ech
ter liet lachend zijne tanden zien,
wenkte een groet en trok met den
leeuw verder.
„Deze 'eeuw wordt „Alexander ge
noemd," verklaarde de opperschenker.
„Het is het grootste roofdier, dat ooit
gevangen werd."
Het afgrijselijke schouwspel werd
spoedig verdrongen door verleidelijk
uitziende danseressen op schilderach
tig gedooide wagens, welke een storm
van bijval aan het kijklustig volk ont
lokten. Elke praalwagen der danseres
sen stelde een tafereel uit den goden
wereld voor: Venus en Adonis, Amor
en Psyche, of zinnebeeldige belicha
alleen, niet aan den leiband te loopen
van machtavonturiers, zij willen zelfs
iets waartoe benoorden Moerdijk
nog niet rijp is, uit zoogenaamd fat
soen tegenover pastoor en zijn jongste
kapelaantje ook zelfstandig oordee-
len over kerksche personen, zaken en
toestanden. Wij maken eene verge
lijking tusschen Christus' leer volgens
de Evangelisten ten eene, en de prak
tijk die er van is gemaakt; Christus
leerde liefde tot armoede, leerde ver
draagzaamheid, nederigheid.
Koopt het goedkoope boekjede
Heilige Evangeliën en de Handelingen
der Apostelen, lees dit met aandacht
vergelijk wat in dat boekje door Jezus
wordt geleerd tegen de handelingen
onzer geestelijken, oordeel dan zelf
wat er overgebleven is van Christus
leer, dat boekje is aanbevolen ter le
zing door onze vijf Bisschoppen.
In dat boekje zult Gij lezen voor
wie wij ons als discipelen hebben te
wachten, en wie zoo dikwijls door
Jezus zijn gewaarschuwd en vernederd.
Ik wil niet overschrijven uit de
schrijvers Erasmus, Skelton, Rabelais
en meer anderen, want de Evangelisten
hebben precies beschreven, hoe het
moet, vooral de Bergrede, het schib-
boleth zegt ons, waar het op staat.
De geleerde betoogen van Plinius den
ouderen, óf van de Phariseën, Saddu-
ceën, Esseërs, of van welken parakleet
en asceet ook, tot op de hedendaagsche
Bollanden de Grooten enz. getuige
o.a. de rumoerige katholiekendagen
zonder uitwerking ten goede al die
betoogen over godsdienstzaken, hetzij
voor of tegen den godsdienst zijn puz
zles, producten van menschelijke ijdel-
heid en eerzucht, tentoonstellingen van
oratorische talenten.
Gelukkig zijn er onder de eenvou-
digen onder de katholieke geestelijken,
gunstige uitzonderingen.
Voor de 4 Evangeliën jagen onze
wereldsche heeren 3 dingen naeene
goede tafel, amusant gezelschap, kapi
taal. Hebben zij die, dan wordt de
beker geheven met „Leve het Evan
gelie 1"
Armenbezoek is hun wel wat vies
dan liever vrijheid, blijheid in huisge
zinnen, waar niet veel kinderen zijn,
die kleinen kunnen zoo vervelend zijn,
onder een teugje en eent rekje Katho
lieken waartoe verder te schrijven
Ziet toch rondom u. Welk verschil in
ceremoniën bij geboorten, bij commu
nie, bij begrafenissen, bij huwelijken,
alles verdeeld in klassen en rangen
naar gelang van uwe portemonnaie,
evenals in een theatre comique.
De geestelijken halen pachters en
kooplui in den tempel voor het bieden
op een zitplaats. Jezus daarentegen
mingen van dag en nacht, van hemel
en aarde, van slaap en droom.
„Daarvoor heeft Antiochus inder
daad een hoop geld noodig, een on-
gehoorden hoop geld zeide Jason tot
Menelaus.
„Des te meer kans hebt gij, dat uw
verzoek wordt ingewilligd, als ge heden
voor den koning staat," fluisterde Si
mon en keek om of de opperschenker
iets gehoord had.
Tweehonderd in het wit gekleede
vrouwen met bloemen gesmukt, die op
de wagens volgden, sprenkelden uit
fraai gesneden schelpen met gouden
handvatsels geurig reukwater rond, en
de verwachting der Hebreërs steeg
nóg hoogerwant nu, dat verkon
digde het oorverdoovend gejubel, het
welk hem vooruitging, nu was de
koning in aantocht.
Alle satrapen van zijn volk, ten ge
tale van twee en zeventig, gingen zij
nen van goud en edelgesteenten von
kelenden troonwagen vooraf; het wa
ren gebaarde, deels reeds vergrijsde
mannen met stoutmoedig, door de zon
verbrand gelaatzij schreden statig
en fier voort in het bewustzijn, de
steunpilaren van den troon te zijn.
„De bloemen 1 De koning komt!
Werp uwe bloemen naar beneden, op
dat hij ons zieriep Simon zijne
dochter toe en wees naar den nader-
komenden, hoogen praalwagen.
Een koor van meisjes, met krullend
haar, zong liefelijke liederen bij het
geluid van hare met goud ingelegde
zweepte ze den tempel uit.
En toch bidden wij allen onze
vader. Wat zijn er vele stiefmoeder
lijk behandelden, helaas
De pastoors hebben woningen als
paleizen, van binnen ziet het er bij
lange niet uit als in een stalleke van
Bethlehem. En hoe is het soms gesteld
met hunne Kerk Schandelijk
Een schrijver in de Tijd zegt, dat in
Zeeuwch-Vlaanderen de oud-katholie
ken (de Tijd schrijft als paapsche
stoutigheid liever Jansenisten) propa
ganda maken.
Naar beweerd wordt zijn de oud
katholieken in Limburg ook heel aardig
op weg.
Ik ken die secte zoo nietvele
intelleclueele katholieken alhier zijn de
oogen opengegaan en hebben onder
vonden datWilt gij godsdienstig,
katholiek, christelijk blijven, vermijd,
schuw zooveel mogelijk de geestelijken
van vandaag.
Liefde tot armoede, eenvoud, nede
righeid zijn prachtonderwerpen, zeer
geschikt voor preeken tot de geloovige
breede scharedoch in de practijk
voor de geestelijken totaal ongeschikt.
Wij hopen nog onze geestelijken
terug te kunnen brengen op de plaats
die zij hebben gekozen, doch niet
bezet. Trachten wij door hen te waar
schuwen metterdaad alles te herstellen
in Christus.
Voor die waarschuwing is noodig
medewerking van bladen als Volkswil,
Limburgs Belang enz. Daarom getracht
naar samenwerking en eensgezindheid
beneden den Moerdijk. Onder onze
geestelijken zal er toch wel één den
moed hebben, en zijne roeping, zijn
eed durven volgen door te trachten de
Evangeliën op te volgen en voor te
gaan.
Steun en aanhang zullen ongetwij
feld hem of hun ten deel vallen.
De plaats die de geestelijken al
spoedig nè Petrus en Paulus, tijdens
de Romeinsche opperheerschappij in
namen, is steeds geweest de gemak
kelijkste, de best betaalde waartoe de
voorschriften pasklaar werden gemaakt.
Dat is het kerkelijk aanpassingsver
mogen. Bij den bloei van den adel,
zoo lui en zoo hebzuchtig en nog wat,
hield de geestelijkheid het met den
adel. Bij zijn verval verviel die vriend
schap. En wat was adel Pater Savo
narola vroeg in dien tijd reeds
Als Adam spitte en Eva span
Waar was toen wel de edelman
Bij de gedachte aan die vriendschap
treedt ons niet voor den geest het
liefelijk beeld van een Franciscus van
Assisi, die in de eenzaamheid eene
verbintenis aanging met „de schoonste
bruid" met de armoede.
Alleen missionarissen en vele kloos
terlingen doen ons denken aan den
verachter der wereld, aan den tijdge
noot van den beheerscher Innocentius,
van vorstin Elisabeth, van Clara Scifi.
De Evangeliën reppen van geen adel.
In den riddertijd hing de geestelijk
heid aan de dappere of wufte wulp-
sche ridders, zelf vormden ze ridder
orden (Johannieters, Tempeliers enz.
lees Walter Scott)bij het ontstaan
van een vrijen burgerstand, van een
vrijen boerenstaat hielden ze het al meer
met den grooten hoop, en thans nu
de arbeiders de meeste stembriefjes
bezitten, houden zij zich als aan een
cithora, Grieksche luiten en harpen.
De edelste Macedonische hengsten,
wier hoeven men had verguld, trokken
langzaam met snuivende neusgaten het
koninklijke rijtuig.
„Nu is hij dicht genoeg bijWerp
nu je bloemen naar benedenfluisterde
Simon zijne dochter toe.
„Leve de koning! Heil, heil, heil!"
riep de gewezen Nathineër en alle aan
wezigen stemden in „Lang leve An
tiochus! Heil, heil, heil!"
„Maar werp die bloemen dan toch
naar beneden fluisterde nu ook Me
nelaus. „Daar! Toe, werp nu!"
Schuchter wierp Judith hare bloemen,
maar zij bereikten den wagen des ko-
nings niet en werden onder de hoeven
der paarden vertreden. Van elke borst
wering, van elk dak dwarrelden bloem
bladeren en bloesems naar omlaag op
den nieuwen koning van het machtige
Syrische rijk. Het gezang der meisjes,
het heldere geluid van harpen en luiten
ging verloren in het stormachtige ge
jubel van het volk, dat steeds dichter
opdrong en vol eerbied de bonte tapijten
van zijn wagen aan de lippen drukte.
Kaarsrecht, in fiere houding, stond
de nieuwe koning op zijn wagen en
keek op het jubelende volk neer aan
zijne voeten.
„Leve de koning! Leve Antiochus!
Heil imperatorschreeuwde Simon
nogmaals.
En Antiochus hief zijn oogen omhoog
en glimlachte.
Daarna reed de wagen verder.
stroohalm aan dezen vast. En als
dezen genoeg van hen hebben, als de
adviseurs aan den dijk worden gezet.
Wat dan
Om niet al te spoedig ten onder te
gaan, trekken zij nog de eenvoudige,
I nederige Franciscanen, Dominicanen en
anderen uit hunne eenvoudige kloos
tercel ook de woelige wereld in. De
volkssympathie is steeds en terecht
bij de kloosterlingen, en dat willen de
wereldsche geestelijken verijdelen door
dezen in de wereld te trekken.
Deze afgunst vermengd met verraad
is de grootste steun geweest tot door
voering van een Combes' en Briand's
politiek.
Aanvragen van verjaagde klooster
lingen om zich hier te vestigen werden
afgewezen door de kerkelijke overheid,
omdat die kloosterlingen wilden leven
van het lezen van H. Missen. Is dat
geen verjagen van kloosterlingen door
wereldsche geestelijken, niet uit prin
cipe, doch uit geldzucht, broodnijd?
En als men al die heilige veront
waardiging leest in de Roomsche
bladen, dan doet zich meer dan ooit
het Paulinisch vraagstuk gelden.
Lezers, misschien vindt gij dit een
rauw stuk proza van een katholiek.
Maar spreekt ook gij niet, zooals ik
schrijf wanneer gij buiten schot van
pastoor of kapelaan zijt Ja ook gij
geëerde en geliefde kloosterlingen in
uw klooster keuren af het te wereld
sche onder de wereldgeestelijken.
Een tijd van duchtige schoonmaak,
God en Kerk ter eere is opnieuw aan
gebroken.
Luctor et Emergo.
De Volkswil teekent bij bovenstaan
de aan.
De inzender is een wetenschappelijk
katholiek uit Limburg, die door het
stuk toont eerbied te hebben voor zijn
katholiek geloof, maar niet kan goed
vinden het te wereldsche van de
wereldgeestelijken.
Wij hebben meermalen hetzelfde
gezegd doch op anderen toon.
En wel door aan te halen de woorden
van den Paus van Rome zelf, die nog
wel krasser uitdrukkingen heeft ge
bruikt in zijne Vermaning aan de kat
holieke geestelijkheid van Augustus
1908.
De Paus heeft daarin den priester,
die niet naar de heiligheid streeft,
genoemd een krachteloos zout, alleen
waard om weggeworpen en door de
menschen vertreden te worden. Maar
het is Paus Pius X ook heilige ernst
om te komen tot eene hervorming van
de karakters der geestelijken, getuige
de voorschriften die hij in den laatsten
tijd heeft gegeven, en waarvan hij de
dadel ij ke toepassing verlangt
door de Bisschoppen.
Als deze voorschriften in werking
zijn, zal hel niet meer geoorloofd zijn,
zooals in het dekenaat Hulst is ge
schied en waarvoor nog geen herstel
is gegeven dat om verkiezings
redenen een blad in de ban is
gedaan, om verkiezingsredenen aan
zeer velen de Sacramenten worden
geweigerd, om verkiezingsredenen sa
men met de reden van gekrenkte ijdel-
heid de eenigszins gefortuneerden
worden overgehaald tot samenspanning
om een notaris in zijn notariaat te
„Heb jelui het gezien Hij lachtte
ons toe Antiochus heeft geglimlacht
riep de afvallige Hebreër, doch hij
verschrikte plotseling, zoo ijselijk klonk
van den anderen kant van het dak,
beneden uit de straat, het toornige ge
brul van een leeuw omhoog.
De opperschenker snelde naar de
zijde van het dak en keek naar omlaag.
„Het heeft niets te beteekenen, riep
hij den bleek geworden Hebreërs toe.
„De stoet trekt nu door de andere
straat hier achter, en „Alexander" heeft,
gebruld. De optocht begint hem te
verdrieten."
Simon herademde gerustgesteld. „Die
wilde beesten zijn verschrikkelijk
zeide hij en wendde zijne blikken weder
naar de straat, waar zeshonderd uit
gedoste vrouwen, op vergulde draag
stoelen gezeten, den stoet besloten.
Vooraleer zij nog allen voorbijge
trokken waren, gaf Simon zijn broeder
en Jason een wenk en verliet het dak
van het huis, door zijn schuldenaar
beleefdelijk uitgeleide gedaan.
„Laat mijne dochter met haren bruide
gom zoolang hier blijven, tot de menig
te zich heeft verspreid," verzocht hij
bezorgd den heer des huizes. Ver
volgens doorliep hij met zijn makkers
den achter het huis liggenden tuin en
trad door een poortje in een zijstraat,
die thans geheel verlaten was.
„Komt," zeide hij tot Jason en Mene
laus, „wij moeten ons haasten om in
het paleis te zijn, vóór Antiochus is
teruggekeerd."
ruïneeren, dat een kapelaantje, pas van
het seminarie, huisbezoek doet om een
gezin van negen kinderen, waarin de
vrouw grootendeels het brood moet
verdienen, te trachten tot geheele ar
moede te brengen omdat een zoon op
het kantoor van dien notaris is, dat
in 1907 en 1909 als indirect gevolg
van het huisbezoek ten voordeele van
de candidaten der katholieke kiesver-
eeniging meerdere zieken zonder be
diening zijn gestorven, dat om den
wrok uit te werken wegens de wijn
kelderkwestie en wegens de misreke
ning van de daad van overhalen tot
verraad van een vriend de eene paro
chiaan wordt opgezet tegen den anderen
parochiaan en wordt samengespannen
om de Justitie over te halen hunne
machtelooze pogingen te steunen alsof
wij nog zijn in den tijd van Pontias
Pilatus, die zich er toe had geleend.
We leven in een tijd waarin de
godsdienst, ook de katholieke gods
dienst, een zeer ernstige crisis door
maakt en dit vooral in de geheel
katholieke landen en pro
vinciën. Dat Paus Pius X met zijn
streven tot hervorming juist begint
met maatregelen, die strekken om de
geestelijkheid zelve te hervormen
is het meest overtuigende bewijs, hoe
zeer deze hervorming er eene is van
dringende noodzakelijkheid.
De taak van ons, leeken, is niet
om daarin raad en daad te geven, en
dat doen wij ook niet. Wij doen niet
anders dan aan de geestelijkheid den
weg af te snijden, waarop Paus Pius
X haar verbiedt zich te bewegen, den
weg van de wereldsche dingen, waar
door zij van zelve verplicht wordt
zich te gaan bewegen op den weg
van de behartiging van de eeuwige
belangen en van de werken van barm
hartigheid en van weldoende volksactie.
Red. Volkswil.
O
Cristendom kan men niet erven
wil men christelijke kinderen, dan
moet men ze daaitoe opvoeden.
o
Het Leven.
Het leven is een krijgsbanier,
door goede en kwade dagen,
gescheurd, gevlekt, ontvallen schier,
kloekmoedig voorwaarts dragen.
Men tuimelt wel, en wonden krijgt
men dikwijls, dichte en diepe
't en vlucht geen weerbaar man, die
[wij'gt,
of hem de dood beliepe
Het leven is geen vrede alhier,
geen wapenstilstand vragen
het leven is de Kruisbanier
tot in Gods handen dragen
Guido Gezelle.
o
Als de juffrouw jarig is. In den
Elzas heerscht op sommige plaatsen,
bij vele andere, eigenaardige gebrui
ken, nog overgebleven bij de platte
landsbevolking, nog deze aardige ge
woonte Is de onderwijzeres der ge
meenteschool in den zomer geboren,
of viert zij haar naamdag, overblijfsel
Zwijgend stapten de mannen stevig
door en Simon moest zich inspannen,
om met zijn manken voet hen bij te
houden. „Hebt ge ook de volmacht
bij u vroeg hij aan Jason.
„Zeker. Die krijgt ge, zoodra de
koning mijn verzoek heeft ingewilligd.
Maar ik begrijp werkelijk niet, Simon,
waarom Menelaus met ons gaat."
„Hij is mijn broeder en kan van
deze gelegenheid partij trekken, om
zich bij den koning aan te bevelen.
Ook zal hij voor Antiochus getuigen,
dat vele aanzienlijke familiën te Jerusa
lem verlangen, u hoogepriester te zien,
in plaats van uwen broeder."
Belisar stond de Hebreërs reeds bij
den ingang van den tuin op te wach
ten. „Gij ziet, dat ik stipt op tijd
ben," zeide hij. „De groote leeuw,
dien ik u heb laten zien, werd al te
onrustigderhalve liet ik hem maar
naaü huis terugbrengen, en daar hij
mij het beste kent, ging ik zelf mee."
Zij doorschreden een ontzaglijk grooten
tuin, waarin reusachtige fonteinen haar
water omhoogspoten.
„Hier worden de muraenen (moeralen)
gekweekt," zeide Belisar en trad op
een groot waterbekken toe. „Het zijn
kostbare visschen en zij mogen alleen
gevoed worden met fijngehakt versch
vleesch. Zoo, houdt nu rechts aan.
Hier zijn de kooien der wilde beesten."
Met een vervaarlijk gebrul, dat den
drie mannen door merg en been drong,
richtte de leeuw „Alexander" zich tegen
de dikke ijzeren tralies op zijn achter-