DE VOLKSWIL
W?
De krarliike dood.
No. 48.
Zaterdag 27 Augustus 1910.
Ie Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
ftichtiug: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en d«or daad van anderen, zonder aanzien van
(M'rsoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
RBDACTIB:
Gent-schestraat C 7 te Hulst.
NEOeRLANO
Stichter: II. T. Van Dalsvm.
et geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
:t blad neemt gecne
hel Trlj» Woord en t
IDlUIHTKiTII:
Gentscbestraat C 6 te Hulst.
DltKIRRU:
Gentse.liestraat B 4 te Hulst.
Advertentlén, In Ie renden vödr Vrijdags o
Prijs per regel 10 cent.
belangrijke vermindering
Artikel 4 van hel Nederlandsche
Burgerlijk Wetboek bepaalt.Geenerlei
Straf heed den burgerlijken dood of het
verlies van alle de burgerlijke rechten
ten gevolge*.
Dit artikel heeft in ons Nederlandsch
recht meer eene geschiedkundige dan
eene werkelijke waarde, want bij ons
bad de burgerlijke dood reeds sedert
lang niet meer bestaan.
Hij bestond nog tot 1854 in Frankrijk,
en werd daar bij de wet van 31 Mei
1854 algescball In Belg» werd hij
afgeschaft door art 13 van de Grond-
wei. Waarin nu bestond de burge-
lijke dood
Het antwoord zullen wij geven uit
de afgeschafte artikelen 22 tot 33 van
den Code Napoleon en In bet bitonder
door artikel 25.
Onder burgerlijke dood werd ver
staan, dat veroordeelingen lot straffen
waarvan hot gevolg is den veroordeel
de te bcrooven van elke deelneming
aan de burgerlijke rechten, den burger
lijken dood zullen medebrengen.
Door den burgerlijken dood verloor
de veroordeelde den eigendom van al
zijne goederen: deze gaan tot zijne
erfgenamen over, die ze verkrijgen op
dezelfde wijze alsof hij natuurlijk en
zonder testament overleden ware. Hij
kan geen erfenis verkrijgen, en hij kan
de goederen, die hij later mocht ver
krijgen, onder geen enkelen vorm
overdragen. Hij kan over zijne goede
ren niet beschikken, noch geheel noch
gedeeltelijk, noch bij leven noch bij
testament, noch verkrijgen dan alleen
wegens voeding. Hij kan niet als voogd
worden benoemd, noch lot de voogdij
medewerken. Hij kan geen getuige zijn
bij eene anthentieke akte, noch in
rechten getuigenis afleggen. Hij kan
in rechten niet procedeeren, noch als
verdediger noch alseischcr, dan alleen
onder den naam en door het ambt van
een bizonderen curator, die voor hem
door de rechtbank wordt benoemd.
Hij kan geen huwelijk aangaan met
burgerlijke gevolgen. Zijn te voren aan
gedaan huwelijk is. wat betreft de bur
gerlijke gevolgen, ontbonden. Zijn
echtgenoot en zijne erfgenamen kunnen
respectievelijk de rechten uitoefenen
waartoe zijn natuurlijke dood aanlei
ding zou geven.
Men moet toestemmen dat er moei
lijk een meer hatelijke toestand denk
baar is dsn die van den vroegeren
burgerlijken dood, want hierop komt
hij nederdat de mensch, hoewei nog
levende, voor de wet als dood wordt
beschouwd voor wat betreft zijn bur
gerlijke rechten.
vogelvrij verklaard.
Bij burgerlijke dood werd men ge
acht dood te zijn voor de burgerlijke
rechten, zoodal men geen eigendoms
recht had, niet als getrouwd werd be
schouwd, en zoo meer. Bij vogelvrij
verklaring gold ditzellde, en daaren
boven kon leder den vogelvrijverklaar
de mishandelen en dooden.
Maar wat is nu dc grondgedachte
van beide instellingen uil den goeden,
ouden tijd?
Dezedat Iemand werd gesteld bul
ten het gemeene recht.
Wie nu denkt aan beide uitatellin-
gea, zegt: Ze bestaan niet meer, en
onder geen vorm, In geen enkel be
schaafd land, ook niet dus in Neder
land.
Niet zoo vlug.
Die Instellingen niet, maar dc grond
gedachte, waaruil ze zijn voortgekomen.
gemeene recht Is nog slechts enkele ja
ren geleden In Frankrijk weder wel ge
worden. door het eigendomsrecht te
onttrekken aan kerken en kloosters, die
het eerst wet tkzaten. En uitzonderings
wetten bestaan nog in enkele landen
voor bepaalde personen. En ook bullen
de wet en tegen de uitspraak der wet
in kan hel stellen builen het gemeene
recht het gevolg zijn hiervan, dat de
rechter of dc wetgever In de loepas-
sing der wellen vooringenomenheid
loont, welke dan wordt eene daad van
willekeur.
Is willekeur in de toepassing
n door dragen van etnig
gezag, heizij kerkelijk ol wereldlijk
gezag, ieta anders dan het stellen van
dengene, die het t/rft, builen hel g«-
-eene recht?
Hatelijk Is de Instelling van iemand
bullen het gemeene recht te plaatsen,
maar. geschiedt dit krachtens eene
wet, dan weet hij ten minste waaraan
bij zich te houden heelt.
Maar ook hatelijk is de toepassing
van eene wel, waardoor, niet krachtens
de wet maar door willekeur, Iemand
niet geniet de bescherming van de
gelijke rechten, welke hem uitdrukke
lijk door de wet is toegezegd. En nog
hatelijker In zeker opzicht dan de uit
zondering als Instelling, omdat hij bij
deze weet waaraan zich tehouden.cn
bij de willekeurige toepassing dit niet
weet, want, met vertrouwen op de ge
lijkheid van rechten door de wel ge
waarborgd zich beroepende, ziet hij
zich in zijn vertrouwen beschaamd.
In de beschaafde staten worden de
wetten zoodanig gemaakt, dat ze in
theorie alle willekeurige toepassing
willen vermijden, en dit wel krachlens
het beginsel, in alle grondwetten der
beschaafde Staten neergelegd, dal voor
de wet de burgers allen gelijk zijn.
Omdat Nederland een beschaafd tand
is, bepaald art. 2 van het Burgerlijk
Rijk bevinden, gelijke aanspraak heb
ben op bescherming van persoon en
goederen.
Men hoort in Nederland wel eens
klagen, dal van gelijke aanspraak op
bescherming van persoon en goederen
niet altijd blijkt, dat de een mag doen
wat de ander niet eens mag zeggen,
dat de een wordt ontzien en de ander
wordt vervolgd, en zoo meer.
Indien echter dergelijke klacht een
waar feit mocht zijn, dan is toch dit
feit in strijd met de wet. en Is hel
slechts een gevolg van de onjuiste
De toepassing is alzoo in handen
van menschen, en deze menschen heb
ben ol eene juiste ol eene onjuiste
kennis van de wellen, met welker uit
voering zij zijn belast. Zij zijn ook
van vleesch en bloed en hebben daar
om een vooroordeel of geen vooroor
deel Jegens de personen, voor wie of
tegen wie de toepassing in eenig geval
noodig is.
Hatelijk Is de grondgeachlt van
den burgertaken dood: iemand builen
het gemeene recht plaatsen.
Daarom rust eene grootc verantwoor
delijkheid op de menschen, die met
dc toepassing der weiten zijn belast,
en nimmer kunnen zij zich voldoende
doordringen van hun plichtsgevoel in
de toepassing de meest stride onpar
tijdigheid te betrachten.
Daarom is zoo juist wat de Roomsche
catechismus leerl als plichten ran de
overheid jegens de onderdanecDe
overheden, zoowel burgerlijke als gees
telijke aljn door God aangesteld tot
welzi|n hunner onderdanendaarom
mpeten zij Ie. hun welzijn naar ver
mogen bevorderen 2e. hun ambl met
wijsheid en onomkoopbare rechtvaar
digheid waarnemen3e. het kwaad
straffen 4e. allen door een christelijken
levenswandel voorgaan.
H. A VAN DAISUM.
Ons wordt toegezonden uit Zaandam
eene brochure getiteld Omhullingen
van handelingen door Notaris G. van
Holk, te Zaandam. In zake de nala
tenschap van den Heer Dirk Keljzer
Jacobszoon Ie Oostzaan, gedagleekend
Oostzaan, 18 Augustus 1910 en gc-
leckend „|acob Picls.
En dll geschiedde mei een brief,
waaruit we vernamen, dat die brochure
aan de gehccle Zaanstreek is versprei*.
Over de waarheid of niet waarheid
van de feiten kunnen we nletoordee-
len. De strekking der brochure echter
schijnt te zijn, dat notaris van Holk
wordt getart eene aanklacht als straf
zaak legen den ondcrteckcnaar te be
ginnen, als wanneer de onderteekenaar
mei getuigen zou willen komen, en dit
wel, omdat eene burgerlijke rechts
vordering geen kans van slagen kan
hebben, vermits alsdan de getuigen,
belanghebbenden zijnde, niet als ge
tuigen kunnen opkomen.
Uit die brochure viel ons op dat
bij eene door velen onderteckcndc
aanklachl wegens verduistering bij den
heer Officier van Justitie (van de
Rcchlbank Ie Haarlem), waartoe ver
scheidene procureurs werden verzocht
hen in de strafzaak behulpzaam te
Nederlandsche Staatsburgers, evenwel
eenvoudige mensehen niet. en dal de
Officier van Justitie nlel tol vervolging
wenschte over tc gaan
Zrjoals gezegd, in de zaak zelve
komen wc niet lusschen, maar toch
willen we Iets reggen.
Onze broeder L. A. van Dalsum was
zeventien Jaar werkzaam op het kan
toor van onzen vader, die deurwaar
der was te Zaandam en deze heeft
aan zijne kinderen een naam nagela
ten van zoodanige onkreukbare eer
lijkheid. dat ieder zijner kinderen, zich
op zijn naam beroepende, het recht
heeft lier bel hoold op Ie heffen zelfs
tegen den hoogstgeplaalsle In den lande.
kinderen nam onze vader, die kort
daarop stierf, ontslag als deurwaarder,
en de man. die v ij 11 i g jaar met
eere op de Rechtbank en als deur
waarder de Justitie had gediend, werd
hiermede beloond, dat de |uatll!e hem
in zijne laatste levensdagen een Irap
gal op het vaderhart, door te moeten
zien, dat zijn jongste zoon hem niet
opvolgde, en werd voorbijgegaan door
de benoeming van een klerk van Jhr.
Mr. F. W. van Styrum, advocaat en
plaatsvervangend rechter Ie Haarlem
en lid van de Tweede Kamer voor
Haarlem, en waardoor zijn jongste
zoon en zijn gezin in groote moeilijk
heden kwam en natuurlijkerwijs moest
komen.
Dll is geschied, zooals later is ge
bleken, doordat geheime laster was
verspreid omtrent onzen jongsten broe
der, ingegjven door de atgunst van
enkele notarissen en anderen, die het
niet konden verkroppen, dat die een
voudige deurwaarder van Dalsum zulk
een eerenaam droeg van onkreukbaar
eerlijk ec trouw onder de bevolking.
(ongerecht tc Zaandam ntel belofte van
den toemallgen kantonrechter eenmaal
zijn vader te zullen opvolgen.
Toen hij reeds vader was van drie
deurwaar
der ol nolaris zou worden Ie
de naam van Dalsum alleen reeds vol
doende zou zijn om een flink kantoor
Ie krijgen gelijk vader van Dalsum het
had.
Een dergenen, die oorzaak werd,
dat onze jongste broeder zijn vader
niet opvolgde, was de bewuste notaris
O. van Holk. Dat hij nu zelf in groote
moeilijkheden verkeert is daarom zeer
merkwaardig.
Een ander, die ook oorzaak was,
genoemde heer Jhr. Mr. F. W. van
Styrum, viel in 1909 als Kamerlid voor
Haarlem cn kwam, als allrcdcnd Ka
merlid, niet eens in herstemming, zoo
dat de val wel groot was. Ook dit is een
merkwaardig geval, en te meer, omdat
moeder van Dalsum en de kinderen
het hadden gewenscht.
Deze twee gevallen van boontje
komt om zijn loontje kunnen met een
derde geval worden vermeerderd, door
dal op 28 juni in het district Hulsl de
gene uit het openbare leven werd verwij
derd (om ernooit weder in
terug te k e e r e n), die den kuil
voor den oudsten zoon van Dalsum
had gegraven.
Zeer vele noodlottige gevallen,
zelfs plotselinge sterfgevallen, kunnen
door ons worden genoemd, cn die
zeer merkwaardig zijn, welke zijn over
komen aan menschen, die valschhcid
hebben gepleegd tegen den vóór vijl
jaar stervenden deurwaarder van Dal
sum en zijne kinderen, omdal in hel
gezin van onze ouders zonder valsch
hcid cn bedrog door de wereld werd
gegaan, en in den tegenwoordigen tijd
men valsch cn kruiperig en politick-
chrislclijk moet zijn om in de wereld
vooruit Ie komen. Maar daartoe is
geen van de kinderen van Dalsum in
slaat, omdal zij van hunne ouders
hebben geleerd, dat eerlijk en oprcchl
de eenlgc goede weg is. Daarin cn
daarin alleen is de verklaring 1e vin
den, waarom wij en onze jongste broe
der zooveel vervolging hebben onder
gaan en nog ondergaan, maar onze
goede vader, zalig verklaard door zijne
echtgenoote. rijn toon en den pries
ter in den biechtstoel, waak! van uit
den hemel over zijne kinderen. En
is de tijd rijp. dan komt het strafrecht
hetzij direct in Oods hand hetzij door
middel van de menschen, eene be
slissing brengen, die voldoening geelt
De heer van Holk Is voorzttier van
de Centrale Vrijzinnige Kicsvereeniging
in het district Zaandam. Het komt
ons daarom voor, dat eene dergelijke
brochure voor de Vrijzinnige Partij
niet gunstig kan werken, zoolang hij
voorzitter is en indien (zooals gezegd
wij beoordeelen niet) de leiten der
brochure juist zijn. En het komt ons
ook wel voor van eenig belang om
door ben, die het aangaat, te doen
onderzoeken, of de tegenslagen, welke
deze Partij in den laatsten lijd heeft
ondervonden, ook soms voor een deel
schuld kunnen zijn van de feilen der
brochure. Want als de pers of de
partijen niet uitkomen voor den on
dergrond van de feiten in een geesf
van waarheid en oprechtheid, dan
spreekt en veel doelmatiger de pers
der gesprekken in huis, op straat, in
herberg en deze pers beslist alsdan
omdal .de* pers zweeg.
M iff iwinjwns v
Zondag bemerkten wij, dal in otts
kerkboek dat we in de kerk op onze
plaats laten liggen, met potlood aan-
tcckcningcn waren gemaakt, om ons
opmerkzaam te maken op de volgende
woorden
.Verleen ons, o Heer, ook de genade,
.dat wij aan onze zielzorgers, en gees
telijke overheden geloof, vertrouwen
.liefde en gehoorzaamheid schenjten;
.dal wij hen in hunne zware bedie-
„ning niet bemoeilijken, maar met hen,
.die eens voor de hun toevertrouwde
.zielen rekenschap moeten geven, ijverig
.medewerken, opdat wij niet door
.eigen schuld verloren gaan. Leid ons
.veilig onder hunne hoede naar de
.eeuwige vreugde des hemels. Door
.Christus onzen Heer Amen."
Maar wat niet onderstreept was
waren dc woorden van het begin van
het gebed om aan de kerk waardige
priesters, trouwe herders, Ijverige die
naren tc schenken. En dit opdat zij
altijd met reine harten de altaren be
treden en het H. Misoffer met heilige
godsvrucht opdragen.
De kwestie in het dekenaat Hulst
ligt niet in dc woorden, in ons kerk
boek door een onbekende aangestreept,
maar in die, welke niet onderstreept
zijn.
Een waardig priester streeft naar
zelfheiliging, om door zijn voorbeeld
cn levenswijze de parochianen 1e
stichten cn eveneens hen te doen
streven naar eene levenswijze die het
oog gericht houdt op het eeuwige
leven.
Een trouwe herder geelf zijn leven
voor zijné schapen, zoekt de verdoolde
schapen op, en is er niet op uil, om
de schapen uil den schaapstal 1e jagen
alwaar zij zonder herder hun leven
moeten leiden.
Een ijverig dienaar zoekt de eer
van Ood, en niet dc welwillendheid
van menschen, die zich slechts van
den priester willen bedienen om teer
onheilige doeleinden te bereiken.
Een rein priesterhart heeft zijn hart
niet gesteld op lichamelijk genot en
op gevulden geldbuidel.
En om hel H. Misoffer met gods
vrucht op te dragen voor zich zeiven
en voor de parochie moet de priester
zich bedenken de Vermaning.Indien
Sop het altaar zljt en gij bedenkt,
I ge Iets tegen uwen broeder hebt,