DE VOLKSWIL
Ik keten van gebeden.
No. 24.
Zaterdag 12 Maart 1910.
Gewestelijk en Algemejen Weekblad te Hulst.
Ie Jaargang.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door ei
persoon of partij.
VUB SCHIJNT
daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
SATERDAG.
REDACTIE:
Gentschestraat C 7 te Hulst.
W?
Stichter: H. A. van D'alsum.
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt vccne vcrantwoordeIHkheid voor den Ir
n het Yr|je Woord en voor-dien van Adv
ADMINISTRATIE:
Gentschestraat C 6 te Hulst.
BRURKRRU:
Gentschestraat B 4 te Hulst.
Advertentlïn, in te zenden vddr Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel JO cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant 10.2».
BERICHT.
Wie zich voor het nieuwe
kwartaal, beginnende 1
April, als abonné opgeeft
ontvangt de vóór April
verschonende nummers
GRATIS.
BERICHT.
Goede vrienden mankten ons er
op opmerkzaam, om met April geene
opgaaf te doen, hoeveel abonnés wjj
in elke gemeente hebben, een plan
dat wjj hadden gemaakt om aan
een voigen laster den mond te moe
ren. En wel, omdat de laagheid
- seo ia en in gemeen is, dat alsdan
MA man en geweld zou worden
gestokt in enkele bepaalde gemeen
ten. Wij hebben ons laten over
halen om van het plen al te zien.
Ieder weet toch wel, dat .De Volks
wil* leeft en groeit, en dat haar
invloed eiken dag toeneemt Anders
sou men er niet tegen in gaan
AU een klein bewijs, dat ,De
n moet ze toch ge
trokken worden geren we hier den
inbond van een briefkaart, die we
ontvingen jnist onder het schrijven
van dit bericht Dergelijke brieven
ontvangen we anders bijna dagelnka.
„Ï.E Uw blad. De Volkswil'
„trekt hier zeer de aaadacht. Diverse
„bladen némen er stukken uit over
„en verder boort men er overspre-
„ken. Zelfs in de treinen hoorde
„ik een en ander er over. Om nn
„zelfs ook op de hoogte te komen,
„en indien noodig mee te kannen
„spreken, verzoek ik u beleefd aan
„uw uitgever last te willen geven
„om mij oh abonné in te schrijven
ül>y voorbaat
„voor de moeite dankend, groetend
,De Volkswil" leeft en zal blijven
leven, zij heeft eene groote toe
komst, want zjj ia geheel volgena
den tijd, die vrede wil in onderlinge
waardeering en door recht.
Wet waarbij algemeene kwijtschelding
verleend wordt aaa de wedrnpan-
■tgee, de achterblijven ra de
ALBERT, Koning der Belgen,
Aan allen, tcgenwoordigen cn toe
komenden. Heil.
De Kamers hebben aangenomen en
Wij bekrachtigen het geen
eerste artikel, 41
b) wegens desertie met verkoop,
verpanding, niet overlegging van
dienstvoorwerpen of van uitrusting-,
kleeding- of waprnlngsvoorwcrpcn
3o Aan de militairen, thans in staat
van beschuldiging wegens de misdrijven
voorzien bij de littcras a en b van
nr 2o hierboven
4o Aan de militairen die thans in
staat van desertie zijn, ook v
uitrustingstukken ol
ben medegenomen
Ing- of
nsheb-
Art. 2. Algemeene kwijtschelding,
overeenkomstig artikel I, wordt van
rechtswege verleend, zonder dat zij
cenige voorafgaande formaliteit Ie ver
vullen hebben of hun andere verplich
ting van verderen dienst opgelegd zij
dan deze voorzien bij artikel 3 der
wet op de militie voor zekere catego-
lo. Aan de vrijwilligers van beroep
(oud stelsel,) die hunne oorspronkelijke
dienstverbintenis niet hebben vervangen
le de vrij-
Id bij hoofd-
1901, deserteurs verklaard
geweest zijn. Echter zullen diegenen
hunner die verklaard werden weder-
apannigen of achterblijvers te zijn, of
die als dienstplichtigen op stukken
werden ingelijfd, wanneer het voeg
geeft, onder de toepassing vallen van
de bepalingen dezer wet welke zooda
nige militairen betreffen
2o. Aan de Wederspannigen en
achterblijvers die den ouderdom van
volle 33 jaren hebben bereikt
3o. Aan de militairen der onder
scheidene categorieën deel uitmakende
van de militiecontingentcn van 1897
en vroegere jaren.
Art. 3. Al de andere militairen die
desertie zijn en de andere
aj Deserteurs en wederspannigen,
die op stukken werden ingelijfd, bij
hunnen korpsoverste of bij den bevel
hebber van eene of andere provincie
b) Niet 1
moest gevraagd worden
of werd gevraagd.
Art. 4.De in artikel 3 bedoelde
deserteurs, wederspannigen of achter
blijvers die in het buitenland verblijven,
kunnen hunne verklaring van onder
werping afleggen bij de diplomatische
of consulaire ambtenaren van Belgie.
Art. 5. De door artikelen 3 en 4
opgelegde formallleiten moeten nage
komen worden binnen
drie maanden, door de belangheb
benden die in Belgiü verblijven
zes maanden, voor degenen die ver
blijven in een aan BclgiC grenzend
twee jaar, voor degenen die bulten
het grondgebied van Europa zijn.
Nochtans zullen de belanghebben-
plaats als gegrond erkend, zouden
kunncs doen gelden, nog toegelaten
worden, binnen dertig dagen na de
van het Hof, deformalltcl-
ten te vervullen opgelegd bij de arti
kelen 3 en 4 dezer wel.
Het bezwaar zal bij eenvoudig
zoekschrltt bil hel Hot van beroep in-
8lArtn 6. Andere dan de bij artikel 2
bedoelde wederspannigen
blijven moeten hun tijd vt
ken dienst uitdoen en worden, in het
opzicht der verloven, met de dienst
plichtigen gelijk gesteld.
Andere dan de bij artikel 2 bedoel
de deserteurs moeten hun tijd van
wcrkelijkcn dienst voortzetten of dezen
hernemen waar hij onderbroken werd
zij zullen verder worden behandeld
als de manschappen van het contin
gent waarvan zij deel uitmaken of
waarbij zij gevoegd zijn.
Echter zullen r.iet In wcrkelijkcn dienst
lo. De vrijvfHHgeri van beroep
(oud stelsel), dit gehuwd zijn of we-
hunnc afwezigheid bij het korps
2o. De militairen behoorende tot
of gevoegd bij een mllletlccontlngent
dat in het werkelijk leger de acht |arcn
dienst heeft vervuld vooriien bij arti
kel 2 der mililiewet.
In afwijking van de samengevoegde
bepalingen van artikel 100. lilt C, der
mililiewet en van artikel II van het
Wetboek van militaire strafrechtsple
ging, bekomen de wederspannigen en
de achterblijvers die, geroepen zijnde
het voordeel van voorgaande alinea
te verkrijgen, op de stukken ingelijfd
werden o! ingelijfd worden, de hoe
danigheid van militairen door deze
inlijving en hunne verklaring van on
derwerping.
De wederspannigen. de achterblij
vers en de deserteurs, die in dienst
zijn van een vreemd land en die zich
onderwerpen binnen den bepaalden
termijn, genieten liet voordeel der
amnestiewet. Zij moeten echter hun
korps vervoegen uiterlijk drie maan-
van militairen dienst In den vreemde,
van welken aard ook deft moge zijn.
Art. 7. Wanneer zij zich bij den
Souvemeur aanmelden, moeten de wc-
erspannlgcn de redenen van vrijstel
ling doen gelden die z(j zouden kun
nen kunnen inroepen, en hun bezwaar
zal door dien ambtenaar aan den her-
zieningsraad worden onderworpen, als
het zaak is vraagstukken betreffende
m- -■ jj (e
m beroep
in al dc andere gevallen.
Niet Ingelijfde achterblijvers die,
wanneer zij ter beschikking van de
militaire overheid worden Rcsteld,
ongeschikt tot den dienst werden be
vonden, worden, binnen dertig dagen
na de inlijving, vóór den herzicnlngs-
raad gebracht.
Art 8. De militairen, die het voor
deel dezer wet van kwijtschelding
genieten, hernemen hunne rechten op
dc vergelding In zake van militie,
gelijk deze Is vastgesteld door de
wet van 21 Maart 1902, alsook op de
sommen in hunnen naam In de
Algemeen» Spaarkas gestort uit hoofde
hunner vroegere militaire diensten.
Art. 9. De begenadigde weder
spannigen en achterblijvers die, volgens
de eerste alinea van artikel 6. hunnen
wcrkelijkcn diensttijd moeien volbrengen
hebben recht op de vergelding in
zake van militie, volgens den maat
staf vastgesteld bij de wet van 21
Maart 1902.
Art. 10. In afwijking van artikel
99 der mililiewet, zullen de militairen
die, vóór de bekendmaking dezer wet,
of in staat van
overgaan e
ontslagen) worden, zonder dat
rekening gehouden worde van de
gcvangenzitling ondergaan door de
belanghebbenden.
Art. II. Om. bij voorkomend geval,
aan eenen broeder het voordeel le
verschaffen, hetzij der vrijstelling hetzij
der ontslaging voorzien bij I der
overgangsbepalingen der wet van 14
December 1909, moeten de door deze
diensttermijn, voorzien bij de artikelen
85 of 100 der mililiewet, volbracht
hebben of toestemmen te volbrengen.
Art. 12. Worden niet toegelaten tol
het voordeel van deze wet
lo Dc wederspannigen, de achter
blijvers als ook dc deserteurs, voor
dc loopende desertie, die gehouden
zijn hunne verklaring van onderwer
ping te doen ,cn deze niet hebben
gedaan binnen 'de in artikel 5 bepaalde
termijnen
2o. Degenen, die de verklaring heb
ben gedaan, maar hun korps niet
hebben vervoegd drie maanden na
afloop dier termijnen, indien zij
nog dienstverplichtingen tc vervullen
hebben.
Art 13. De militairen, thans in
desertie, of in staat van beschuldiging'
wegens desertie, die een graad beklec-
den, verliezen dezen graad daar hun
voordeel dezer wet tot
is verplichtend
daags na hare bekendmaking.
Kondigen de tegenwoordige wet af,
bevelen dat zij met 's Lands zegel
bekleed en door den „Moniteur" be
kend gemaakt worde.
Gegeven te Brussel, den len Maart
1910.
ALBERT.
(Belgische Consul te Neuzen is de
lieer H. van Cantlort.)
Do ecfato liefde toont zich In den
Misschien zijn anderen ook zoo ge
lukkig geweest om een geschreven
vroom gebadje te ontvangen het
werd aan ons van uit Tilburg gezonden
cn blijkbaar met een vrouwenhand
ehrevcn en aan het slot stond
dat de ontvanger het negenmaal
moest afschrijven en elk afschrift door
zenden aan een ander, op wien dan
dezelfde verplichting zou rusten. Deed
nu iemand het niet, dan zou hij veel
ongelukken ondervinden.
Wij zijn zoo vrij geweest om het
T
maar te zenden aan bet Missiehuis*. -
Tilburg, omdat wij ons meende*.tt
herinneren, dat in de Annalen va* dit
Missiehuis er eens tegen gewaarschuwd
is als eene daad van bTjgeloovigheid.
Nu lezen we in de Patriote, dat de
heer Colaert, afgevaardigd* en burge
meester van Yperen, in de Belgische
Kamer heeft voorgelezen een ander
vroom gebed genaamd het gebed van
Karei dc Vijfde, en volgens hetwelk
ieder die hef eiken dag leest of bij
zich draagt gevrijwaard is voor ver
schillende ongevallen.
Maar dezelfde heer Colaert voegde
er bij, dat het gebedje afkomstig is
van den uitgever der radicale bladen
van Yperen. Wegens deze zaak her
innert de Patriote er aan, dat een*
uitgaaf te Parijs v
,'lkens van uit Bn
schijnbaar heel vroom, n
'et, en datbijondi
lat de schrijver i
brieven was een jood
in schijn vrc
bekend om
Wij v
ook van die bijgeloovige praktijken
bestaan, maar bet zou ons toch niet
verwonderen. Zoo zijn bv. historische
feiten deze woorden van vrome lieden
het is de bedoeling van Van Dalsum
om paus te worden van een nieuw
geloof, hel zal zoolang blijven regeeren
(volgens de vrouw nog wel van een
burgemeester) als „De volkswil" be
staat. Ziet. als dergelijke bespotte
lijkheden door vrome menschen worden
gezegd, dan bewijst dit toch zeer zektr,
dat er aan de vroomheid iets hapert,
want vroomheid zonder kennis van
het geloof is geen vroomheid maar
dweeperij.
Die praktijken van de keten van
r:den, van het gebedje van Karaf
Vijlde, zijn in den grond precies
hetzelfde, als waf de heidenen In Afrika
noemen amuletten. Dit zijn dan stukjes
van dit of dat, die om den hals worden
gehangen, cn waaraan het geloof is
verbonden, dat ze den drager voor een
zeker onheil zullen beschermen.
In den katholieken
ook in g
"ja*; le8al
heid bedrijven? A.
of Zijne Heiligei
welke mei di
der Kerk strijdig Is; 2e als m...
die gebeden enz. niet doet met ver
trouwen op Ood, maar als men ver
metel vertrouwt op-, en meent aan
tc geven door het onderhouden van
onbeduidende,- doellooze omstandig
heden van tijd, plaats, getal enz.
Omdat het juist de „vrome" lledea
zijn, die zoo tegen ons Ijveren hebben
wij dit eens willen zeggen, nu de ge
legenheid zich er voor leende.
Aan deze „vrome" Heden zouden
wil wel een raad willen geven op ge
vaar al, van dezen raad niet te willen
aannemen omdat hij van ons af
komstig Is. De raad is dezsdat ztf
cUHechismusboekje koopen van
dubbeltje en dit kleine boekje met
lacht lezen. Misschien ul hunne
vroomheid dan wal solleder fc
worden als zij in werkelijkheid is en
bizonder als zij dan lezen over het
gebod van geen valsche getuigenis te
geven en om de gevolgen van Kwaad
spreken te b—-ll