DE VOLKSWIL No. 23. Zaterdag 5 Spart 1910. Ie Jaargang. Gewestelijk en Algernon Weekblad te llulst. RichtingVoor waarheid en voor recht, door eijj persoon of partij. VERSCHIJNT daad en door daad van anderen, zonder aanzien van ZATERDAG. REDACTIE: tientocWtraat C 7 te Hulst. NEDERLAND I O50. BELQIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Stichter: H. A. van Dalnum. Niet geplaattfe stukken wordai niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den int tn het Trtjo Woord en voor ditn van AdrertenUin. A II» t SI STRATI K: Gentschestraut C 6 te Hulst. IIKUKKKUU: Gentschesfraat B 4 te Hulst. Advertentitn, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement oi geregelde plaalsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant 10.28. Ongehoorzaamheid. Er begint een andere wind Ie waaien. Het is nu niet meer, dat het trekken ot lezen van .De Volkswil- zonde is, maar dat dit is eene daad van onge hoorzaamheid jegens het kerkelijk ge- Bit nu is eene onwaarheid. Men Is alleen ongehoorzaam aan cenig gezag als dit gezag Is een wet tig gezag in wettige verlangens. Nemen wc eenige voorbeelden. Als een bierbrouwer-kerkmeester in die hoedanigheid aan een huurder ge biedt om eene bepaalde courant aio! niet te lezen op straffe van huurop- zegging. dan is dit geen daad van gezag, omdat dit recht van gebieden niet is een onderdeel van het huurcontract. Als een werkgever aan zijn werkne mer gebiedt om bij verkiezingen van Kamer, Staten ot Gemeenteraad zijn stem op een bepaalden candidaat al of niet uit Ie brengen, dan is dit gc- bg|gpn daad van «zac. c - ^tZm^ilet' kent frn de kieswet kiem juist integendeel alle waart., gen wil geven, dal hij zijn kiesrecht in alle vrijheid kan uitoefenen. Als een geestelijke herder een parochi aan beveelt om eene zekere som vo ecnig door hem gewild doel bij dragen en hij anders aan den lan eigenaar zal gaan verzoeken om a hem, den parochiaan, de pacht hofstede of landen op te zeggen, is dit bevel geen uitvloeisel van bet wet oen naar willekeurige beoordeellng. n Nemen we eens aan. dal hel is eer wettig gebod om hel lezen van eer slecht blad te verbieden. Dan moei worden aangegeven waarin hel slechte van het blad bestaat. Welnu volgens de plichten van eene overheid jegens de onderdanen moet de held haar Te?T leder voelt, dat de huurder die geen gevolg geeft aan het bevel van den bierbrouwer-kerkmeester, de werkne mer die geen gevolg geeft aan het bevel van den werkgever, de parochi aan-pachter die geen gevolg geeft aan hel bevel van zijn geestelijken herder, daardoor niet verricht eene daad van ongehoorzaamheid, en dat, als hij het bevel opvolgt, hij opvolgt niet een daad van gezag maar eene daad van wille keur. Hel beginsel van het gezag is ver vat in het vierde gebodeer uwen vader en uwe moeder. De cathcchis- mus zegt: V. Wie bezondigen zich tegen de geestelijke ol wereldlijke overheden A. 4. die zich tegen hunne wettige verordeningen verzetten. Er Is hierin dus sprake van wet tige verordeningen, geheel overeen komstig onze grondregelen in wettige verlangens. V. Waarin zijn de kinderen en alle ondergeschikten verplicht hunne ouders of overheden te gehoorzamen A. In de wettige geboden, d. I. hetgeen ouders of oversten rechtmatig gebieden omtrent Ie het huishouden, de werk zaamheden, de opvoeding. Evenzeer echter wat betreft 2e. het zedelijke en de godsdienstplichten. V, Wat zijn de overheden aan hunne onderdanen schuldig? A. De over heden. zoowel burgerlijke als geesle- lijke zijn door God aangesteld tot welzijn hunner onderdanen daarom moeten zij le hun welzijn naai ver mogen bevorderen2e hun ambt met wijsheid en onomkoopbare rechtvaar digheid waarnemen; 3e hel kwaad •haffen4c allen door een ChristclfJ- ken levenswandel voorgaan. .Al» le- .raand voor de lijnen, en bijzonder .voor de huisgenooten geene zorg .draagt, dan heeft h|j hel geloof ver- .toochend en ia erger dan een onge- .loovlge.V (I Tim. V, 8.) Nemen we nu eens aan, dat het Is een wettig gebod voor een katholiek om een katholieke courant te lezen. Dan moet, opdat dit gebod uitvoer baar zal zijn, worden aangegeven wat eene katholieke courant is. De .Zelandia* bv. is niel anders dan een nieuws- en advertentieblad, en ieder kan dit aan het hoofd van het blad lezen. Is dit nu het kenmerk van katho lieke courant Volgens vele geeste lijken ja, omdat geen enkel blad elgcnl- lijk deugt dan juist dit nieuws- en advertentieblad. Maar ieder voelt, dat dit kenmerk niet juist is, want dan zou als kenmerk van katholiciteit worden aangenomen het dom houden van de lezers, cn dit wil geen enkele katholiek van naam onderschrijven. Noch in den eersten noch In den tweeden Vastenbrief wordt een kenmerk katholieke courant genoemd. Het wettige verordening. Een partijblad kan door dit feil zijn nn orgaan van eene politieke partij, maar zooiets maakt het partijblad, als de politieke partij zich christelijk noemt, nog niel lot een christelijk blad. Een christelijk blad heelt alleen recht op christelijkheid als het 'Ö5S Welnu: .Dc Volkswil» is vrij van partijgeest, omdat juist het kenmerk van hare richting is, dal zij dc waar heid en het recht wil dienen zoncer aanzien van persoon ol partij. En dat is vrij vi Rf' i ieder gebleken i :n die zich hebben voorgedaan nr één blad is, dal he eft lelijk blad Ie noemen, s het julat .De Volks- Wij-hechten echler niet aan woorden of benamingen, omdal deze licht aanleiding geven totmisver- d. en daarom geven wij onze rich ting aan niel door eene benaming maar door eene levende daad. Nu ia het wel waar, dat het juiat deze levende daad is, die bet misnoe gen van sommigen heeft opgewekt, - geschreven: .Niet in in daden is hel Godsrijk (I Cor. 4), en daarom is dit misnoe gen misplaatst in een geloovig gemoed. niel lalcn gaan van .De Voiks- ia alzoo geene daad van onge- w-id maar juist integendeel ,van christelijke wijsheid, omdat haifexrichting. hare grondrege len en h^ar >rogram van actie zijn Christendom. Een belachelijk gerucht Het gerucht luidtdat .de" boeren zullen gaan samcn^iannen om geen werk te geven aan <ge arbeiders, welke .De Volkswil» trekken. Dit gerucht is belachelijk vom vele redenen 1. Er zijn bi ons gewest nagenoeg geen boeren, die openlijk Iets durven doen tegen Van Dalsum en het ook niet villen. "Zij welen te goed. wat zij aan bem te danken heb ben. En al it een boer slechts zelden dankbaar, waf In den aard schijnt te liggen, de Zctuwschc boer strekt zijne ondankbaarheid niet zoover uit, dat hij goed met kwaad ui vergelden. 2. Waarschijnlijk zijn er enkele boe ren die, uil blinde partijzucht omdat zl) bestuurslid zijn van eene kiesver eniging, davtoe komen tot onwettige en onrechtvaardige daden. Maar deze enkelen zullen die daden wel nalaten omdat zij weten, dat die daden met naam en toenaam cn volledig adres touden wordci fc*k*od stad en land In geheel Nederland cn 3, Zelfs landeigenaren, die ons niet genegen zijn, hebben schande gespro ken over wal In de laalsle weken tegen ons is begonnen. Als deze zouden vernemen, dat hunne pachters nog verder zouden gaan. dan zou het zeer goed mogelijk zijn. dat de boer-pachter een leelljkc pijp ui moeien rooken. Aangt'-scliotcii. Er zijn sommigen onzer vrienden, die volkomen goed vinden wat wij in den bekenden Open Brlct hebben ge schreven, maar die afkeuren het daarin voorkomende woord aangeschoten. Deze afkeuring nu berust op misverstand. Zij mcencn, dat het woord aangeschoten betcekenl het woord dronken. Dit Is geheel onjuist. Tusschcn aangeschoten cn dronken is een zeer groot verschil. Dronken zijn is eene strafbare zaak volgens de strafwet, maar aangeschoten zijn is het niet. Dronken zijn is gevolg bruik van dranken, aangeschoten zijn Is een gevolg van g e bruik van dran ken in dergelijke mate, dat men het gebruik der lichamelijke cn geestelijke vermogens niet heelt verloren. Men heeft misbruik van diank ge maakt. als men daardoor lastig Is ge worden voor zich zelvcn of voor zijn omgeving, maar aangeschoten zijn door drank heeft voor gevolg, dat men is opgewekt, vroolljk of zooiets zonder 4. In n actie st; Oij Volkswil tegen haal cn logen. Eene daad als waarop het gerucht doelt zou zijn eene daad van ha.it. Tegen haal nu zijn wij trotsch. Welnu, weten wij dege lijke le zijn van den arme, van den werkman, zelfs van het kind dat ons op straat aanspreekt, wij welen als hel moei ook dc gelijke le zijn van den hooggeplaatste in den lande. En deze houding touden wij in dergelijk geval aannemen legen ieder, die een werkman om ons zou willen scha den in zijn dagclijksch brood. 5. In de Haarlemmermeer is ook een» eene samenspanning geweest le gen de boerenarbeiders. Maar deze Wanl de boer hij dil niel kan missen, Is de overvloed niet. G. Wc hebben bier nog geen ar- bcidcrsvcrccnlglngen, omdat er hier eene goede verstandhouding is lus- sclien den boer cn zijn arbeider, Iels waarover wij ons altijd hebben ver heugd. Deze goede verstandhouding moeten wij allen trachten Ic behouden, want ze is In hel belang van alle par tijen. Als er nu menschen zijn, eer waarde of niel eerwaarde, die legen die goede vcrslandhouding willen sto ken, ter wille van het den kop uit werken om toch maar een bepaald doel Ie bereiken, dan laden deze ccnc groole verantwoordelijkheid op zich die tot schade zal lijden niet alleen in de portemonnaie njaar ook jegens de aiel. De kracht van al deze zes redenen Is bij leder belanghebbende hekend. Daarom Is het gerucht niet alleen een belachelijk gerucht, het ts nog meer het is een onmogelijk gerucht. daardoor voor zichzelven ol anderen lastig te zijn. Wij kennen redacteuren ten, die, alvorens Ic gaan werken, eerst een paar borrels moeien drinken .om den geest vaardig le maken". In ver schillende legers was vroeger algemeen dc gewoonte om aan de soldaten, al vorens hen in -nel gevecht Ic sturen, eerst een ot meer borrels le schenken om den moed er in Ic brengen. Dit middel nu om den geest vaardig te doen worden of dat om den moed er in le brengen, is niet anders dan eene daad brengen van aangeschoten zijn. Maar mei een dronken redacteur ol een dronken soldaat is niets aan te vangen. .Men begrijpt nu het ver schil tusschcn aangeschoten i ndronken. In de zaak in kwestie nu heeft het woord aangeschoten nog ccnc geheel blrondcre betcekenl^ en die blijkt reeds uil den Open Brief zelvcn, als men dal woord beschouwt in het verband met hel geheel. De bewuste Missie nu was geen ernstige daad van godsdienst, omdat zij had een ander niel godsdienstig doel, gelijk leder weet. Is hel dan te verwonderen, dat dc predikant zich niet al te ernstig voorbereidde om zijn voordracht te houden Welnu, hel Is juist met dit doel en n de niet-ernst van dc missie als godsdienstig doel aan te duiden, dat wc het woord aangeschoten hebben gebruikt. Gedurende den Paaschtljd van het jaar 1868 had in de stadeen missie •laats, die meerdere dagen duurde. )c menschen maakten zich dezen lijd van genade ten nutte en woonden met grootcn ijver dc predikingen der missionarissen bij. Het meeste echter vielen de preeken van een zekere pater OIn den smaak. Hij ver stond de kunst van hart tol hart te spreken. Zijn preeken over de zonde, over den dood, over het oordeel en de hel deden menig lauw en onverschillig hart opschrikken, dat tot dan toe wciug of niet aan den dood had gedacht, dat ni«l meer aan een hel geloofde de goeden werden met nieuwe moed bezield om op hun weg naar den hemel standvastig voort Ic gaan. Gelijk de lieden zeiden, wat dc pater preekt, dat komt uit het hart, maar het dringt ook door tot het hart. Heden sprak de pater over de barmhartigheid Gods, een barmhartig- hcid zoo groot, dat zij alle zonden overtreft, zoodal geen zondaar, al zijn zonden nog zoo groot en talrijk, mag wanhopen. De on- dige barmhartigheid Gods vergaf is een Magdalena en beloofde den moordenaar het paradijs. Zoo wordt dan aan iederen rouwmoedigen zondaar dc weg tot bekeeringgeopendniemand wijze God af, ieder wil Hl), gelijk de vader des verloren zoons, weder in liefde en vriendschap aannemen. Als slot zijner predikatie haalde pater Oeen kleine geschiedenis aan. die meer indruk maakte op zijn hoorders, dan zijn geheele preek. .Jaren terug, zoo verhaalde~1iij, werd een moeder ziek en lag op tuur uiterste. Haar dood echter werd verbitterd door een zoon, die na een misdaad in de gevangenis zat op gesloten. Deze was voor zijn moeder steeds een kruis geweest, haar leven had hij vergald, ja. hij was ook de oorzaak, dat zij voor haar tijd heen ging. Wcenend lagen de andere kinderen rondom hel sterfbed hunner moeder. Daar opent zij den mond tol sprekenAch, kon Joannes hier tegenwoordig zijn. Ik zou hem nog toe kunen spreken, en hem vermurwen nog eenmaal zou ik hem smeeken toch zijn leven te veranderen en beter op le passen. Tot nu toe heeft bij niet naar mijne woorden geluisterd, maar wellicht dat een moeder in haar sterven meer vermag, dan Gjdens haar leven." Om aan den wensch der moeder te voldoen, wendde men zich tot den directeur der gevangenis en smeekte i den gevangene, al was het voor paar oogenblikken, bij zijn stervende moeder toe te laten. Het verzoek werd i gewilligd. Door twee gerechtsdienaars begeleid werd de ongelukkige zoon, aan beide handen geboeid, naar heteouderhuis gebracht en stond voor zijn stervende moeder. Zij echler kon niet meer spreken de Ijppen, die zich nog zooevcn bewogen hadden lot een gebed voor den verloren zoon, waren sprake loos. Alleen haar blik trol haar igclukkig kindmaar een blik, zoo innig, zoo veelzeggend dat hij door drong tol zijn hart. De zoon begreep dien blik en wal woorden niet hadden uitgewerkt, dat werkte deze ééne blik uit. Dc moeder stierf cn de jonge misdadiger werd naar de gevangenis teruggebracht. Zijn onverschilligheid was overwonnen, zijn versteend hart gebroken. Terug In de eenzaamheid van zijn :l, wierp hij zich op den grond en weende lang, weende hartstochtelijk. Dan reinigde hij zijn hart door een welgemeende biecht en nam het ern stig besluit een nieuw leven le begin nen. Dat besluit is hij trouw nagekomen. Toen zijn straftijd, die wegens zijn goed gedrag verkort werd eindigde, volgde hij den goeden Herder na, dl» verloren schaap net zoolang zocht, hij hel gevonden had. De Herder i bem tot de stilte van het klooster. Daar wijdde zich de jongeling au

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 1