DE VOIiKSWIL No. lö. Zaterdag 8" Januari 1910. Ie Jaargang. Gewestelijk en Algeinee 1 Weekblad te Hulst. en door daad van anderen, zonder aanzien 1 Richting: Voor waarheid en voor recht, door persoon of partü. VER80HUNT ZATERDAG. Geiitsch^traat C NEDERLANDI 050. BEL01Efr I.2U. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks kangenomen. - Stichter: H. A. TAN Dalslm. et gepjutste stukken worden nidltefujt jjegjeven.^ het TryewW^v^iJT* Gentechcotraat^6 te Hul*. Gentschestraat B 4 te Hukt. Advertentltn, in te renden vóór Vrijdags om 12 uur. Prija per regel 10 cent Bij abonnement ol i Vanwaar de Staat züne inkomsten haalt. In de eerste drie maanden van ons bestaan hebben we enkele groole lijnen getrokken en deze zullen nog meer te trekken zijn. En ook hebben we het stralrecht moeten uitoefenen, omdat dit nood zaketijk was om het goed recht van ons bestaan te doen uitkomen tegen degenen, die hunne pers tegen ons ge bruikten niet om de waarheid en net recht te dienen, maar om hunne on- willendheid te doen schijnen tegen on zen persoon, omdat wij hebben getoond Iets meer te zijn en iels meer Ie kun nen dan zij. We zijn verheugd, dat dit deel van onzen taak, het uitoefenen van bet wijze, waarop staat en maatschappij In elkaar zitten en hoe alles reilt en zeilt. Dit alles it zeer leerzaam en' zeer Interessant, en we zullen het afwisse len op zoodanige wijze, dat ook in 1910 zal gelden wat heeft gegolden In den korten tijd van 1909door de Volkswil komen we van alles op de A?s eene geschikte Inleiding vonden we de gedachte, hieronder at te druk ken de wet vaa 31 December 1909, waarin men kan vinden de zaken, waaruit de Staat zijne geldmiddelen put Deze wst, uitgezonderd de kop en r het dienstjaar 1910, ui jaar worsen gebezigd ac mioaeicn en inkomsten hierna omschreven, te weten A. dt directe belastingen 1. de grondbelasting, 2. de personeele belasting, 3. de belasting op de bedrljfs- en aodm inkomsten, 3a. V* gedeelte van de krachtens de wet van ft Februari 1909 (Staatsblad 49) geheven wordende tien opcenten op de belasting op de bedrijf»- en andere inkomsten, over het belasting jaar 1909- 1910; de vermogensbelasting. ■"re# 5. de accijns op de suiker. 6. de accijns op den wijn, 7. de accijns op binncnlandsch c buitenlandse!) gedistilleerd- 8. de accijns op hel zout, 9. dc ai 10. de accljn C. de li 11. de n op het geslacht r Juli 1882 (Staatsblad n®. 93) en bij de wel van 24 Mei 1897 (Staatsblad n®. 155). 12. de rechten en boeten van re gistratie, 13. de rechten en boeten van hy potheek. 14. de rechten en boeten van suc cessie en van ovtrgang bij overlijden, 14a. acht en dertig opcenten op dc rechten op den Invoer: 15. de rechten op den invoer, 16. de rechten op het formaatzegel, in gebruik bij de heffing van rectrten op den invoer, 16a. vijftig opcenten op het tormaatzegcl voornoemd, E. de waarborg en dt belasting der goadtn en zilveren werken 17 dc belasting op dc gouden en zilveren werken, 18. het essaailoon in geval van ver breking der werken en voor gehalte- proeven, welke geene betaling van belasting ten gevolge hebben en vaarten-: 19. de Inkomsten van dc gewone 20. de inkomsten van het domein van Oorlog. 21. de inkomsten' graten en telephoncn I. 25. de opbrengst der Staatsloterij; j. 26. de opbrengst der uitgifte van akten voor de jacht cn visscberij K. 27. dc opbrengst der loods gelden; L. het recht op dt mijnen -. 28. het vaste en proportioneeie recht op de mijnen. 28a. vijftien opcenten van het recht op de mijnen voor kwade posten en AL 29. het aandeel van het Rijk in de opbrengst van de exploitatie der Staatsspoorwegen N. 30. het aandeel van den Slaat in dc winsten van dc Nederlandsche Bank, ingevolge de wet van 31 Decem ber 1903 (Staatsblad 335); O. 31. de in art 2 bedoelde bijdrage uit het Fonds, voortspruitende uil koopprijzen van domeinen P. 32. de leges geheven. Ingovolgc de wet van 9 Mei 1890 (Staatsblad n°. 80). gewijzigd bij die van 29 De cember 1893 (Staatsblad n". 246); X geldmiddelen van In de uitgaven wegens de Nationale Schuld-. 33. het aandeel van dc geldmid delen van Nederlandsch-indiC in de Ncdcrlandsch-tmtlf de National, het aandeel van de van Nederlandscb-lnd.. uitgaven wegens uitgifte of beleening van bewijzen van vlottende schuld; 34. het aandeel van de geldmid delen van Nedertandsch-lndi< in de uitgaven voor renten, kosten en aflos sing van drie ten honderd renlegcvendc Nationale Schuld; R. 35. dc opbrengst van voor het irras en boeten van zegel, met uitzondering van die genoemd bij de letters s, 6 en e van artikel 13 der wet van I 36. dc consulaatrechten, 37. dc door dc Chineeschc Rcg ring verschuldigde j Ier zake van de onlr 38. de bijdragen burgerlijke ambtenaren onder het De partement van Buitenland sche Zaken ressort eerenUc, Chineeschc Regee rt schadevergoeding m^^ndomm£k0ChtC *40." de andere ontvangsten niet tot de verschillende ontvangten en toevallige balen het Departement van Justitie betreffende Adel en dc renten vai dc une op bet Orootboek der Nationale Schuld, rentende 2'/, 'ten honderd, ingeschreven kapitalen, 42. de inkomsten voortvloeien»; uit den arbeid In de gevangenissen en dc Rijkswerkinrichtingen. 43. de balen hel beheer van den Ser^IjkswlSïnrhAfi^en^etrcflcnde] 44. de inkomsten voortvloeiende uit den dienst van hel Rijkstucht- enop- 43. de inkomsten ingevolge de wet 30- September 1893 (Staatsblad op de ie gerechtelijke boe e bijdragen voor pi 48. de opbrengst der verkochte Rijksgoederen en eigendommen, dc andere ontvangsten niet tot dt verschillende ontvangsten en - hel Departement van Zaken betreffende -. 50. de bijdrage van de gemeente Rotterdam in de kosten der aldaar be staande Rijksinrichting tot opleiding 52. de baten voortvloeiende uit het beheer van het Universiteitsziekenhuis te Leiden, 53. dc baten voortvloeiende uit het beheer van dc cllnieken der Rijksuni versiteit te Utrecht, 54. de bijdragen voor het volgen der lessen aan de Rijksuniversiteiten, 55. de betalingen voor het afleggen der examens bedoeld bij art. 138 der wet tot regeling van het booger onder is. de bijdragen voor het volgen der lessen aan de Technische Hooge- school, 57. de betalingen voor het afleggen der examens aan de Technische Hooge- 58. 'dc bijdragen wn leerlingen op dc Rijks-hoogerc burgerscholen, 59. dc bijdragen van genteenten in de kosten van Rijka-hoogcre bur- 60. d« bijdragen de stichting van Rtjks-hoogere bur geracholen, dc schoolgelden scholen van onderwijzers. 62. de hel der examens - wet tot regeling van het lager onderwijs. -V bijdragen vr zers bij Ij c tcrugg van hetgi der wel lager onderwijs; genoten, 65. de bijdragen van kweekelingen der Rijksacademie van beeldende kun- 66. dc schoolgelden -an leerlingen aan de Rijksnormaalschool voor tee- kcnondcrw Ijzers, 67. de schoolgelden van leerlingen 68. het batig slot van het Fondi r Algemeene Landsdrukkerij. Slot in t volgend nr. ■■UfjlDlL De Kamer van koophandel te Sneck protesteert in een adres aan de Twtede Kamer tegen de behandeling en de uitvoering der wet van 4 December 1909 (Staatsblad no. 375) om de vol gende redenen Den 29en November door de Tweede Kamer aangenomen, den 2en Decem ber reeds door de Eerste Kamer, zon der hoofdelijke stemming, stond deze wet reeds den lOden in de Staatscou rant en was zij tegelijkertijd in werking getreden. De gevolgen van deze overhaasting bleven niet uit Nadat onder de be langhebbenden de opvatting was ge vestigd, dat onder .gedistilleerd* te verstaan wasgedistilleerd van 50 sterkte, en dst, Indien men meer dan 25 liters voorraad had, slechts van dat meerdere aangifte behoefde gedaan te worden, wordt, bij ministrieete aan schrijving, den ambtenaren medege deeld, dat voor de aangifte het gehalte niet in aanmerking komt en aat, bij hoeveelheden, boven 25 liters, de na vordering over den ganschen voorraad moet plaats hebben. Eerst Woensdag 8 December lekt deze resolutie uitte laat voor ver schillende handelaren om de adviezen omtrent hoeveelheid en gehalte, aan hunne alnemcra gegeven, nog te kun- nvfr K. verzoekt te bepalen, dat de handelaren welke aangifte doen, restitutie ontvangen over dc eerste 25 liter cn spreekt de hoop uit. dat cven- tueele volgende wetten, den handel betreffende, tijdlgcr zullen worden be kend gemaakt ter voorkoming van misverstanden cn onaangenaamheden. .De Volkswil" tcekent hierbij aan. Artikel vier van de Wet houdende algemeene bepalingen der wetgeving van het Koninkrijk luidt: .De wet verbindt alleen voor het toekomende en heeft geene terugwerkende krachf." Bij de wet van 4 December 1909 no. 375 is bepaald .Artikel 1De accijns per hectoliter bij artikel 1 der wet van 27 September 1892 St. 226 bepaald op 163, wordt verhoogd tot 190. De verhooging betreft allen accijns le na het In werking treden dezer voor het gedistilleerd, dat werking treden dezer wet den van meer dan 25 liter aanwezig Is buiten dc panden bedoeld in artikel 84 3, der wet van 20 Juni 1862 St 62, en voor het gedistilleerd dat vóór het in werking treden dezer wet hier te lande is verzonden, doch eerst dat tijdstip wordt ingeslagen." Bij artikel 2 Is bepaald, dat leder die meer dan 25 liter gedistilleerd, voor zich zeiven of voor een ander In voor raad beeft, daarvan aangifte moet doen ten kantore van den ontvanger. De aangifte moet vermelden de hoeveel heid. soort en sterkte van al bet ge distilleerd en plaats waar hel In -• '-imj Is. t gedistilleerd, rmd in het pro- Kooplundel te adviezen, die bedoeld in het vorig artikel, moet dc aden Kfij,,, binnen het in werking treden n betaald door ben, volgens dat artikel tot aangifte den Is.' is de zaak, genoemd in bet ■n de Kamer van K Sneek, en ook in de l hieromtrent zijn gevraagd, dat vergun ninghouders, ook in Hulst, van den Rijksontvanger eene uitnoodlging krij gen om de verhoogde acdjns te betalen niet alleen van den voorraad boven 25 liter maar ook van de eerste 25 liter. Het wil ons voorkomen, dal dezs heffing van 25 liter van den voorraad niet wettig is. De minister kan bij resolutie zooveel schrijven als bij wil, maar dit schrijven voering, als de aanschrijving op de wet rust. Artikel 4 van de wet houdende zige- meene bepalingen der wetgeving van het Koningrijk bepaalt zonder «alge lurlijk is de wetgever bevo bepalen, dat eenlge wet ter tde kracht heeft, maar dan a gevellt van 4 December 1909, of het terug werken moet blijken uit dc voorschrif ten der latere wet. In elk geval Is de terugwerkende kracht van eenige wet eene uitsondering op den algemecnen regel van artikel 4, en het is een vaste regel in de rechtspraak en in de uitvoering der wetten, dat uitzonderingen niet willekeurig mogen worden uitgebreid, ja, zelfs geldt voor het burgerlijk recht nadeele van degenen die ietsbc heelt, en ten voordeele van hem «e zich verbonden heeft (art. 1385 8. W.) In belastingwetten wordt deze regel wel eens omgekeerd ten laste van den beschuldigde, maar dan staat dit uit drukkelijk in de belastingwet. Dit au is niet het geval voor die wet van 4 December 1909. Leest men nu deze wet vaa 4 De cember. dan krijgt men voor Indruk, dat z|j eene terugwerkende kracht wil hebben voor de voorraden boven de 25 liter. Wilde zq die kraAt heb ben voor den^geheeten worrspd, dan en was het niet noodlg geweest de voorraden te splitsen In beneden en boven de 23 liter. Dan toch had artikel 1, derde lid, .28 won nagevorderd voor hel gedistilleerd, dat bij het in werking treden dezer wet aanwezig is buiten de pinden enz., maar dan zou dtzc bepaling tegelijker tijd onuitvoerbaar zijn geweest, want niemand zal toch durven bewe ren, dat uitvoerbaar Is het voorschrift, accijns na te vorderen van kleine hoe veelheden gedistilleerd die bgne ieder In hulsheeft Neen, zoo dom is de Nederlandsche wetgever nog niet, dat hij iets vooischrijft. dat hij ztH weet als onuitvoerbaar zijnde Onze conclusie is: dat de wet via sars 2e van de uitvoerbaarheid.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 1