DE VOLKSWIL 'vr- No. 11. Zaterdag 11 nber 1909. Ie Jaargang. Gewestelijk en Algeméén Weekblad te Hulst. Richting:: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daud~~vau anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. REUACTIE: Geutschestraat O 7 te Hulst. NEDEM-AND"***"1 r' m"ém 050 BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN I 0.80. - - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Stichter: H. A.van DaUum. Niet geplaatste stukken worden nlcWcrug gegevwt. Het blad neemt gccnc verantwoordriljkhcid voor den inhoud van het Vr|J» Woord en voor dien ADMINISTRATIE: Geutschestraat C 6 te Hulst. DRUKKERIJ: Geutschestraat B 4 te Hulst. Advertentiên, In te «enden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.2R BERICHT. ZU. die zich letten .\ieiiwjaitr op „Br V olk— wil" nbonneeren. ontvan gen de verder verschij nende nummers gralit. VRIJDENKER. Ocen dommer mensch dan een vrij- En niets gemakkelijker dan het be wijzen van deze stelling. Immers Wat is een vrijdenker? Het woord zou doen denken aan «en vrij zijn in het denken. Maar wie vrij te. is vriL van iet» of van iemand als tegerstelllng van ge bonden zijn aan iets oi aan Iemand, zoo bv. noemt men een vrije herberg, ecne herberg die niet verplicht is aan fgne bepaalde brouwerij. - Md 'Is tegenover de menschen denken altijd vrij. Welk mensch zou mij kun nen hinderen, als ik alleen maar dacht, dat Jan een dief. Piet een ezel. klaas een geleerde is Noch Jan noch Plet noch Klaas weten dat ik zoo denken C ander mensch weet het. Iets an- zou het zijn. als ik ging openbaren wat ik dacht, maar dit openbaren houdt dan op denken te zijn, als inwendige daad en wordt cene uitwendige daad gevolg van het denken. Omdat geen mensch weet noch kan weten wat ik denk. als ik het niet openbaar, valt dit denken onder geen enkele menschelijke macht noch kan het vallen onder eenige menschelijke macht. Wil ik dus zeggen dat ik vrij denk. dan wil ik daarmede zeggendal ik vrij denk tegenover een inwendig Iets ol tegenover iemand, die mijn denken kent zonder dat ik het uitwendig open- I. Vrijdenken tegenover ec it inwendig iets moet zijn iets, dat «aioaar is om zich van het denken ol niet denken iets aan te trekken, want anders is het nonsens. Als ik denk omtrent mijn maag. dat ze pijn jloet, dat ik haar zou willen vullen, dan noem ik dat geen denken tegen over inijn maagmijn maag zou door mijn denken alleen haar pijn niet ver liezen ol gevuld worden, zij zou zich van dat denk» niets aantrekken. Het eenige inwendige iels, dat zich van het denken iets kan aantrekken is een onstoffelijk iets: het geweten. Wil ik mij vrij noemen in het denken van iets, dan verklaar ik daarmede, dat ik vrij ben in het denken tegenover mijn geweten. Zich vrij noemen tegenover het ge weten is, zich gewetenloos noemen. Zich zeiven gewetenloos noemen is echter niet de bedoeling ais men zich vrijdenker noem!men wil daarmede Juist integendeel een naam dragen die men meent een eervolle naam te zijn. 2. Vrijdenken tegenover een iemand, lie iemand is een ander dan een n denken, dus kan ik Die ander moet zijn een onstoffelijk wezen, omdat denken is ecne onstof felijke daad. en wel een zoodanig on stoffelijk wezen.dat de daad van denken kan waarnemen en dc waaide van het denken kan bcoordcelen. Wetenschappelijk is vastgestelddat een lijk gevoelloos is. Maar vóór het lijk worden, was het lichaam wel in staat om iets te voe len. Er moet dus uit het lichaam door het sterven iets zijn gegaan, dat deze verandering heelt veroorzaakt- Dit iets is: 's menschen ziel die het lichaam verliet. Het denken nu is cene uiting van de vermogens van 's menschen ziel. Wil ik mij in mijn denken vrij ver klaren van mijn eigen ziel, beide on stoffelijk, dan ontken Ik liet vermogen mijner ziel om te denken. Maar dan verklaar ik tevens, dat ik geen ver stand heb, want het verstand is een eigenschap der ziel en dc daad van denken is cene uiting van het verstand. Als ik verklaar: ik ben vrijdenker, dan bedoel ik niet te zeggenik heb ri verstand. -Dus als vrijdenker wil niet zeggenvrij van mijn eigen Dc iemand van wlen Ik vrij ben in het denken moet dus iemand zijn die buiten mi] staat, onstoffelijk is en hel vermogen heeft om. te verlangen, dal ik in mijn denken met hem rekening houd. Deze iemand dan te God. Maar door te verklaren, dal ik in mijn denken vrij ben tegenover God, verklaar ik, dat deze bestaat want vrij staat tegenover gebonden. Wil ik. als mij vrijdenker noemende, verklaren, dat ik God niet ken als niet- bcstaandc, dan kan ik ook niet ver klaren, dat ik van God vrij ben, want niemand kan gebonden zijn aan iemand die niet bestaal. Nu is echter juist dc bedoeling van hern, die zich vrijdenker noemt, dal hij het bestaan van God ontkent, en neent daardoor een heel heer te zijn tegenover anderen, die Oods bestaan wel erkennen. Gods bestaan echter blijkt uit dc gcheclc schepping, die wij ieder elk oogenblik voor een deel voor oogen hebben. Gelijk het bestaan van een geschreven stuk papier doet blijken het bestaan van den schrijver daarvan, ook dan al kennen wc den persoon niet of niet meer, zoo blijkt het beslaan van ten Schepper dergchcclcschepping door het zien van wat wij van de schepping voor oogen hebben. Die schepping met haar harmonie en waar door in het scheppingsplan aan ieder zijn eigen en zijn juiste plaats Is aan gewezen, doet blijken, dat de Schepper niet alleen bestaat, maar een werktuig kundige is bezie de planten, haar groeien en haar voeden tegen wien al heel gering zijn zelfs dc wonderen der techniek gewrocht door De vrijdenker, die in zijn denken zich vrij verklaart tegenover Ood, ver klaart hierdoor, dat hij gcene rehep- plng erkent, maar ziel niet, dat hl) zeil een deel dezer zelfde schepping Hij wil daarop zeggen er is geenc schepping, want alles is vanzcll ge- Van zelf zijn gekomen de grond stoffen, waaruit het heelal is opge bouwd. vanzcll hebben deze grond stoffen zich gevormd tot sterren, men schen. dieren, planten. en licht, tot alle verdere Lvcnloozc, bewerktuigde en onbewcrkkilgdc we zens, van zclt bouwen dei» zich zel- vcri op in hunne ondcrdcfcn en dit alles doer, zc onbcwusl en zonder te volgen dc wellen door icifcnd vast gesteld. De mensch eet et drinkt, wat hij eet en drinkt wora in zijn lichaam verwerkt tot vleesch co bloed, been en spier en zenuw en n»g meer. en zclt wed hij niet hoe dit gebeurt. Nog minder weten dit dier en planl en tochbij allen geschiedt hel volgens vasle regelen. En deze rcfjlen zijn dan ook weder van zeil gckoiMi. Zoo spreekt dc vrijdenker, en zoo moet hij spreken, als hij in zijn derfcen vrij wil zijn van i^n iemand. Het gezond volksversland zegtVan zeil gaat mijn land zich niet ploegen, mesten, bezaaien, wieden, van zelf gaat de oogst niet naar mijn schuur of kelder, van zelf wordt dc tarwe geen broodvoor dit alles is noodig mijn arbeid. Maar ook door mijn arbeid alken zou ik het met het verkrijgen van oogst niet «ar bringwi. tm| zUmim u ge raken moeten medcarbeldcn de krach ten in de natuur. En deze krachten in de natuur zou den het met mijn arbeid vrrccnigd nog niet ver brengen, indien deze krachten der natuur zich niet lieten leiden door wetten, d|c (leze krachten leiden op zoodanigen weg, dat dc krachten doelmatig werkzaam zijn. Maar ais deze krachlcn doelmattg werkzaam zijn, dan is er ook een. die deze doelmatigheid aan dc krach ten heeft gegeven, op dezelfde wijze als dc limmerman doelmatig werkt, door dc kruk van een deur aan Ie brengen juist op die plaats, waardoor dj worden geopend en gcslo- dc deur kt ten. Doch ais voor zoo eenvoudig iets ais om de kruk vnn dc deur doelma tig te maken een timmerman noodig is, welk een bekwame timmerman moei er dan niet noodig zijn, om aan dc natuurkrachten hare doelmatigheid te verschaffen De vrijdenker zegt: in dc naluur gaat alles van zelf zonder doelmatig heid, dus zonder regel, Maar waarbm arbeidt Hij dan om zijn brood te verdienen? De naluur van 's menschen lichaam vcreischt voedsel om tc bestsanwaarom zorgt dc natuur niet, die het toch weet, dat dc gebraden duiven den mensch in den mond vliegen? Ocb, de raak Is eenvoudig deze dat de mensch, die zich vrijdenker noemt en meent daardoor een hccic mijnheer te zijn, onder vrijdenken ver staat: zich zalven vrijspreken'om te denken, door geheel gedachte loos door het leven tc gaan. Toch wil hij nicl gedachteloos ge noemd worden, en als bewijs daar voor hij heeft gedachteloos in zich opgenomen enkele mccningcn welker' waarde hij niet begrijpt. Gedachteloos door het leven gaande wil hij bcoordcelen het leven van ande ren, die oogen en harten open heb ben voor het leven, die liet leven in zijn strijden en hopen cn bidden wegen naar waarheid cn naar recht. Dwaas en dom Is de mensch, die er een eer in wil stellen gedachteloos door het leven te gaan. dwaas cn dom door tc spreken. d*W>ij op deze wijze is vrij in zijn denken: hij denkt niet en hij is gebonden aan enkele mee ningen, die hij van buiten af in zich heelt opgenomen. Met dcrgelijkcn mensch hebben wij diep medelijden, cn al wil hij ons medelijden nietons medelijden is hij toch waard, maar ook niet meer dan dit. En als dc nood komt aan den man. dan trilt uit dc ziel van denzclldcn mensch op de gedachte, die hij zoo lang gedachteloos heelt gemeend ver borgen te hebben, dc gedachte aan den bannhartigen God, dien hij in zijn vrijdenken had ontkend. Schoon is het kleine gedicht, dat Rodcnbach hieraan wijdt: Hij was een atheist - zijn sneeuw- Jwit hoofd Had sinds zijn jeugd niet aan een God Igcloofd Doch zie zijn cenig kind trekt (heen naar 't verre land Op 1 dierbaar hoold rost sidderend (zijn hand. En uit 'l diepst van 'thart klinkt op .God zij n i, mijn i H. A VAN DALSUM. Een advies in zake Woningwet- Ons oordcel werd gevraagd in zake ecne kwestie Woningwet te Sas van Gent, die daar veel gemoederen in beroering heeft gebracht, en die ook tweemaal daar in den Raad is behan deld. We oordcclcn ailcen, voor zoover ons dc gegevens zijn verstrekt. Zijn deze onvolledig ol onjuist verstrekt, dun is ons advies ook onvolledig of De gegevens, die ons zijn verstrekt, zijn dc volgende: 1. Onderhands werd aanbesteed het bouwen van cene woning aan de Kloos terlaan tc Sas van Gent, en aangeno men voor ongeveer duizend gulden. 2. Ter voldoening aan art. 5, Ia der Woningwet werd den 12 Januari 1900 aan 11. cn W. van Sas van Gent schriftelijk vergunning gevraagd om dc woning te bouwen, cn werden bij het Verzoekschrift overgelegd het plan van den bouw met tcckcning, beide in dubbel. 3. «Dc vergunning om te bouwen werd nimmer algegeven. Alleen heelt de Gemccntc-Sccrctaris in hoedanigheid van opzichter dc rooilijn aangegeven. Dit aangeven werd door aanbesteden beschouwd als vergunning cn daarna werd gebouwd. 4. Na den houw heelt dc Burge meester verschillende aanmerkingen gemaakt, cn verlangde hij zeven veran deringen. Deze veranderingen zijn door den aannemer aangebracht. 5. Aanbesteden ontvangen van den Burgemeester een afschrilt van een schrijven van den Voorzitter van dc Gezondheidscommissie, volgens welk schrijven de bouw niet voldoet aan dc vcrcischtcn der Woningwet, en bij den raad geelt geen vergunning te geven alvorens de door hem aangegeven ver beteringen zijn verricht. 6. Afschrift van een verzoekschrift namens de aanbesteden, waarin wordt getracht de bezwaren van den voorzit ter der Gezondheidscommissie te weer leggen, aan den Gemeenteraad van Sas van Gent, met conclusie, dat de geeischte veranderingen niet kunnen worden aangebracht vermits ze gelijk staan met geheel afbreken en opnieuw opbouwen. 7. Zeeuwsche Koerier van 31 Juli 1909, waarin Verslag van den Gemeen- teraad van 29 Juli 1909. Volgens dit verslag verklaart de Burgemeester, dat dc gebreken zijndat in den kelder water staat en de rioteering niet in Maar omdat het verzoek is inge diend namens dc aanbesteders, en het niet blijkt, dat deze daarvoor mach tiging hebben verleend, wordt bet ver zoekschrift ter zijde gelegd. 9. Uittreksel Zeeuwsche Koerier van 27 October 1909, waarin verstag van den Gemeenteraad. Punt X der agenda wasVoorstel tot onbewoonbaar-ver- klarin der bewuste woning. Dit voor stel geschiedt door de Gezondheids commissie Ie Ter Neuzen. Dit voor stel verkrijgt slechts ééne stem, en wordt verworpen. 10. Na deze vergadering doet de Burgemeester door den veldwachter een bewijs van bewoonbaarheid aan de aanbesteders bezorgen, entwee dagen later komt dc veldwachter dit bewijs terughalen, dat daarna wordt geweigerd opnieuw al te geven. 11. Dat in Sas van Gent veie wo ningen zijn, die vrij wat minder aan dc elschcn der wet voldoen dan het huis in kwestie en daarop wordt geen aanmerking gemaakt. De vragen, die ons nu worden ge steld zijn deze a. Is in deze zaak volgens de wet gehandeld b. Zijn de aanbesteders bevoegd de woning te betrekken? I. Wat betreft de vraagIs in deze volgens dc wet gehandeld Art 5, la der woningwet vcreischt. Deze vergunning is schriftelijk den 12 Januari 1909 gevraagd, doch nim mer gegeven, maar ook nimmer ge weigerd. Volgens art. 5, 3e lid der Woning wet moet een besluit tot weigering der vergunning met redenen zijn om kleed. Dc aanbesteders bebben overtreden art. 5, Ie lid, door te gaan bouwen zonder daartoe schriftelijke vergunning tc hebben, B. en W. hebben overtre den art. 5, 3e lid, door noch de ver gunning te geven, noch de vergunning op wettelijke manier te weigeren. Wie heelt hier het meeste schuld Ons ir n W. schrift beschikt, de vergunning voorwaarden kunnen' verbinden, en door deze voorwaarden tc maken wisten beide partijen, waar aan zij zich te houden hadden. Had den zij de vergunning geweigerd, dan hadden dc aanbesteders volgens art. 5, 4c lid der Woningwei in beroep kunnen komen bij den Gemeenteraad, cn hadden door dit beroep partijen (B. cn W. en aanbesteders) geweien waaraan zij zich te houden hadden. Ongetwijfeld kon bij de aanbesteders worden verondersteld, dat zij kennen aanbesteders. als zij zonder de schriftelijke vergunning gaan bouwen na een aanwijzen van de rooilijn en dit

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1909 | | pagina 1