DE VOLKSWIL
No. 10.
Zaterdag 4
ober 1909.
Ie Jaargang.
Gewestelijk en Algemean Weekblad te Hulst.
RichtingV oor waarheid en voor recht, door eigetj daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG*.
BIBACTIE:
Gcntschestraat C 7 te Hulst.
NEDERLAND I C150.
BELQIEh |J0.
ANDERE LANDEN I 0.80.
- - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Stichter: H. A. v<n Daiüui.
9 geplaatste
I blad neemt
ADIIXI8TBATIB:
Gentachestraat C 6 te Holst.
BEOEBBBU:
Gcntschestraat B 4 te Hukt.
AdvertentKn. In te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prjjs per regel 10 cent Bij abonnement ol geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant fOJB
BERICHT.
1.
ZU, die xlch Irgen
.Mciitvjanr op „De Volkn-
wir* abonntM'reo.onlvan
gen de vervier verwrhU-
neade nummers (trail-.
DE VOLKSWIL tekent tegen Nieuw
jaar op cene toetreding van minstens
500 nieuwe abonnés. alleen in het
Land van Hulst. Doet leder vriend
zijn best. dan zal deze verwachting
verre worden overtroBen.
2.
Wjf vertorken, dat dé abcrmk
hm abonnementsgeld over 1 et 4e
hcmrtaal 1909 aan „dé VolkéteW
ooormakm. Ocrr op dén 10 Jomuri
niet ontvangen gelden tal pér peat-
kmiUuetié narden te eek Ui met bij
voeging van de koelen daarvan.
3.
DE VOLKSWIL heelt gekocht en
betaald het recht, om als feuilleton uit
te geven het werk
Geschiedkundige roman uit den tijd
der Macbabeécn. Dit is een hoogst
belangrijk werk, dal we zelf wegrns
den Koelenden inhoud ecnige malen
hebben gelezen cn overgelezen. Met
dit feuilleton zal worden begonnen,
zoodra Meintjc Meliefste, dat door
onze lezers met genoegen wordt ge
lezen, en ook in de ontwikkeling der
geschiedenis met genoegen zal worden
gevolgd, len einde Is. wat zal zijn
tegen Februari.
Van het werk
ibis de wnuan
geven we hier de Ifoofdstukkcn. Van
hel EersleBock: I. Antochlus' vlucht
Z Volksvcrachtcr. 3. Jehova zij mei
U. Judas I 4. Eene vergadering bij
Heliodorus. 5. Simon, de Tcmpcl-
dief. 6. Judas bij Heliodorus. 7.
De Tcmpelschenncr verdreven. 8.
Electra. 9. Ik ben een Jood. 10.
Jason en Menelaus. II. De kroning
van Aniochius. 12. Onias naar de
ballingschap.
Van het Tweede Bock: 1. Menelaus
hoogepiicstcr. 2. Ik sta alleen, maar
aan mijne zijde staat het recht. 3.
Hamclhesana4. Judas, wreek ons I 5.
De uitgestoolene. 6. Wraak cn strijd. 7.
Voor Jehova en dc Wel 18. MachabeCer.
9. Veldslagen cn overwinningen. 10.
de hulp Godsl II. Volksbevrijder.
12. Joriam. 13. Jcthro. 14. Electra
gered. 15. HIJ beboore onverdeeld
aan zj|n volk
Derde Bock: I. Noman's wraak.
2. Een droom. 3. Antochius' dood.
4. Ljrsias' aftocht van Jerusalem. 5.
Dertig legen een. 6. Verre tintelde
dc Ster van Bethlehem. 7. Judas cn
Electra, vcrecnigd door den dood.
We zijn met het koopen van het
recht van uitgaaf van dit werk niet
zuinig geweest, omdat wij ons altijd,
zoo ook hierin, voor oog hebben het
woord, dat we schreven in no. 1 van
DE VOLKSWIL
Nog vóór een nummer van DE
VOLKSWIL Is verschenen heeft zjj
alleen te Hulst en omliggende gemeen
ten ruim duizend abonnés. En dit voor
een blad van een, die heet alleen te
staan.
Het Is een bewijs, hoezeer VAN
DALSUM woont In de harten en !n
de huisgezinnen.
Voor dit bewijs mijn dank, de dank
van mijn bart.
p dit bewijs zeg Uc
>uw tot In den dood.'
H. A. VAN DALSUM.
Onze Drankwet.
dan de Drankwet
drankbestrijding doen, door te
bepalen, dat in elke gemeente niet
meer dan een zeker getal gelegenhe
den mogen zijn, alwaar sterke drank
in het klein wordt verkocht, en dat
op den I Mei 1901 geen vergunning
voor dezen verkoop meer zou kunnen
verleend worden dan alleen aan bem,
die op I Mei 1881 vergunning had
en het bedrijf in hetzelfde lokaal op
I Mei 1901 nog uitoefende.
De wet wilde daarmede na een over-
nvan twintig jaar komen tot het
den wetgever van 1881 bepaalde
In I881.*telde dc Regeering zich op
hel volgende standpunt, en dit blijkens
de Regicringsbescbeiden van dat jaar.
.Dat, al moge men zich hebben
gevleid, dal zonder lusschenkomst van
staatswege het misbruik van sterken
drank kan worden geweerd, de onder
vinding heeft geleerd, dat de overigens
lofwaardige pogingen door bizonderc
personen en vcrccnigingen aangewend,
op zichzelre machteloos zijn gebleken
Staat hetft te handelen
toenemend drankgebruik het gewicht
der wet in de schaal Ic leggen.
..Dat wel is waar de Slaat geen
zedenmeester is noch In 'I algemeen
geroepen Is om door wetsbepalingen
ondeugden tegen te gaan, maarwan
neer echter eene ondeugd meer cn
meer het karakter aanneemt van cene
volkszonde die niet alleen tallooze
individuen zedelijk cn lichamelijk ten
verdetve voert en verarmt, maar ook
het familieleven cn de openbare orde
cn veiligheid bedreigt, dan moet dlc
theorie zwichten voor de overwe
gende kracht der Icilcn, of liever, iftjn
heeft men zorg te dragen, dat dc theo
rie blijve binnen de grenzen haar dooi
dc tellen aangewezen. Het geldt hier'
niet de verdediging van het individu
tegen zich zeiven, het geldt de be
scherming van het geein. van de maat
schappij, van het vaderland der toe
komst. En het ware zonderling den
Staat wc! geroepen te achten om door
scholen voor de beschaving, door
middelen van verkeer voor de stoffe
lijke welvaart, door gevangenissen voor
de openbare veiligheid te waken en
hem niet bevoegd te rekenen maatre
gelen te nemen legen datgene wat én
van de beschaving én van de welvaart
én van de veiligheid een der gevaar
lijkste vijanden Is.*
Tot zoover de woorden vin de re-
gccrlng van 1881 zelve.
Als men zich herinnert, dat In 1881
nog algemeen dc leer gold van dc
staatsonthouding In wat dc burgers
doen ol niet doen wegens het begrip
van vrijheid van de personen, dan
moet men zeggendc regeering van
1881 wilde een groeten stap zetten
In dc lichting van staatsbemoeiing
de persoonlijke vrijheid van de
ets om goed of slecht te doen.
:n I Mei 1901 stond de regeering
voor de verplichting, om aan dc wet
van 1881 uitvoering te geven.
Met deze uitvoering was toen belast
Minister Goeman Borgesius, die altijd
is geweest in de beweging van den
Volksbond tegen drankmisbruik, cn
omdat deze Volksbond altijd veel ver
wachting heelt gehad van het ingrijpen
door den welgevcr, scheen hij de juiste
man op de rechte plaats om aan dc
wel van 1881 na twintig jaar over
gangsbepalingen de Juiste uilvoering
te geven.
Maar jawel. Minister Goeman Bor
gesius was niet alleen drankbestrijder,
hij was ook een politieker, en een
politieker van de gewone soort en dat
zijn ze allen (de Volkswilpolitlek Is
eene andere en daarom wordt -De
Volkswil" door de pollliekcrs dood
gezwegen) rekendeals Ik de wet uit
voer, krijg ik bij de verkiezing tegen
mij de herbergiers en de llkkcbroers
endal is mij ttne doeltreflendc
drankwei niet waard.
Dc advocatcrij met de politlekerij
samen had er wat op gevonden
Bij de wet van 1881 was ook be
paald dat, behalve aan degenen die
op I Mel 1681 kaetridn waren, de
vergunning gedurende decente twintig
jaren ook niet mocht worden gewelgcrt
"Sen* |C
i had na 1881
de advocatcrij uitgevonden, dat het
zoo niet bedoeld was, waarop tusschcn
1881 en 1901 met dc vergunningen
werd gcsjacheld alsol dc overgangs
bepaling voor de personen van I Mei
1881 ook geldt voor dc personen, die
tusschcn I Md 1881 cn 1 Md 1901
de vergunning hadden overgenomen.
Deze advocatcrij vond Minister Goe
man Borgesius, toen hij zag dat hij
zonder kans op stemmenverlies bij de
stembus de wd niet zou kunnen uit
voeren. wel aardig, hij slofde met de
zaak en toen wtrd holderdebolder een
noodwetje gemaakt, waarin de uit
voering der wet van 1881 op losse
schroeven werd gezet.
n bef k
worden ontnomen, met de uitvoering van
de wel van 1881 verder rekening wor
den gehouden met den datum van I
Mel 1901 lp plaats van I Mei 1881.
Dc rcgcerlng zelve had dus de idee
.van 1881 verknoeid.
Nu krijgen we de Overheid.
In dc wet van 1881 werd bepaald,
dat de politieambtenaren zouden belast
zijn met het opsporen van de over
tredingen.
Maar door rechterlijke beslissingen
wtrd uitgemaakt, dat een politiebe
ambte geen overtreding mocht uit
lokken. ook niet in burgerkleeding,
dat men alleen kon worden gepakt,
als een politiebeambte met eigen oogen
a dal aan den kastelein werd be-
1, door hem geleverd, het geleverde
werd opgedronken en het geleverde
werd betaald. Ontbrak een van deze
verdachten, dan was de overtreding
niet wettig bewezen.
Men begrijpt, dat dit bewijs bijna
nooit kon worden geleverd, met gevolg,
dat dc politiebeambten, al wisten zij
nog zoo goed dat r
zonder vergunning,
procesverbaal gingen wagen, wam zij
eliepen groote kans, dat ze voor den
irgens werd
zich niet a
den uitgelokt.
Nog meer.
De rijksontvangers mochten en moes
ten geleibillettcn afgeven voor sterken
drank aan personen, van wie zij wisten,
dat zij voor den verkoop daarvan geen
vergunning hadden, de kommiczen
kwamen zoo noodig dezen drank in
dc huizen zonder vergunning pellen
tol het opmaken van een procesver
baal wegens overtreding der Drankwet
hadden zl] geen bevoegdheid.
Dc zaak wasdat de rijksontvangers
en de kommiezen behooren tot het
Departement van Finantién cn dit hield
Jcen voeling mol het Departement van
ustilie. Justitie moest dc overtredin
gen constatccren maar had maling aan
Finantién. Zóó was de samenwerking
om dc drankwet uit te voeren.
Dc Overheid had dus maling aan
de wet van 1881.
Nu de kasteleins.
Waar tusschcn 1881 en 1901 de
Overheid maling toonde jegens de uit
voering der wet van 1881, daar be-
koopen zonder vergunning. Behalve,
dat de wet werd overtreden was dit
jjen groote onbillijkheid jegens de kas
teleins, die wel vergunning hadden,
want de laatstcn moesten daarvoor
rechten betalen en de eersten niet. En
omdat slechts zelden Iemand werd
gesnapt cnveroordeeld, de boeten
gewoonlijk niet hoog waren, konden
de eersten het er op wagen. Als zij
maar zorgden, dat zij niet tapten aan
mcnschcn, die zij niet kenden, dan
konden zij niet gesnapt worden.
De kasteleins zonder vergunning, en
hun getal was in sommige gemeenten
grooter dan de kasteleins met vergun-
als binnen het lokaal. Als het
publick met de wet had willen mede
werken, dan had het de lokalen zonder
vergunning niet betreden om er een
borrel te koopen. Maar dit deed bet
publiA niet. Waar het zag. dat de
Overheid maling aan dc wet had, dl
beeld van boven af gegeven moest naar
de natuur van den mensch (en In den
mcnsch is dikwijls een apennatuur
door navolging niet alleen In de kwestie
van kleerenmodes maar ook in andere
gevallen) den mensch ook maling doen
krtygen aan eene wet, die de Overheid
beschouwde als een stuk vloeipapier,
alleen goed om deze of gene te plagen
op wien men eens den pik had.
Nu de laatste wet van 1907.
De grondidee is geblevenbet getal
vergunningen te verminderen In de
eedachlegelegenheid baart den dief.
En des te minder gelegenheden, des
te minder zal men borrels gaan drin
ken.
Deze wet heeft, in zake dit grond
idee, ook weder een achterdeurtje en
wel ditdat de Overheid extra ver
gunningen mag verl tenen voor loge-
menlen om te Uppen aan logeergasten.
Met honderden, neen met duizenden,
ontstoaden nu plotseling overal loge
menten. En deze logementen krijgen
bed gemakkelijk vergunning, al weet
de burgemeester, die moet adviseeren.
dat er ook wel aan niet-logeergasten
zal worden getapt
Deze wet van 1907 beeft eene nieuwe
uitvinding gemaakt en wel deze, dat
ook voor verkoop van bier verlof moei
worden verkregen. En het verlof mag
niet worden verleend, als bet lokaal
niet voldoet aan zekere eiscben van
ruimte, licht en lucht
Gevolg daarvan isdat bierbrouwers,
herbergiers, en andere huiseigenaren
groote kosten moeten maken, als de
herberg een nieuwe bewoner krijgt
De drankwet van 1881 had bet goed
voor: de gelegenheden om borrels in
cenig publiek lokaal te drinken te ver
minderen om daardoor bet drinken
zeil tegen te gaan-
Maar zooals ze in 1901 door de
Regeering zelve is verknoeid en te
voren door de Overheid onuitgevoerd
is gelaten, is ze op 't oogenblik niet
anders dan
1. Voor de kasteleins dit vergun
ningsrecht betalen en dus voor dc eer
lijken eene plagerij en bij overlijden
eene groote schade
2. voor de kasteleins zonder vergun
ning: een paskwil.
Het eenige goed, dat de n
heeft gedaan is ditdat dronk
valt onder de strafwet, en vr
werd gestraft indien dept
enschap strafbaar
er is languoMr-
nen, dat dronken
verklaarden. Daardoor t
held de idee gekomen,
op straat loopen niet ia een bewijs
van vroolijkheid maar eene onfatsoen
lijkheid.
En er zijn nog wel enkele goede
gevolgen, maar voor het echte doel
der wel van 1881 de gelegenheden
verminderen, is de wel niet anders ge-
Ik ben drankbeslrijder: vroeger door
woord, door organisatie en door voor
beeld, nu alleen door voorbeeld. Maar
dit belet niet, dat Ik de drankbestrij
ding door onze Drankwet beschouw
in het ware licht.
H. A VAN DALSUM.
Lrgafrn au llefdadü;-
ln de Belgische Staatscourant stood
onlangs, dat iemand bare familie had