VLISSINGSCH WE1IBLAD. IS70. N°. 374. Zaturdag 26 Maart. 8s Jaargang. *%0ÊÊ^T' i+L- k ^■*>9 Nieawendijk TT no. 1 Cl. VLISSINGEN. Advertemiën gelieve men aan den I'itcever in tc rend ill uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs ?an 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, Jes Zaturdags uitgegeven. Abonnementsprijs per drie maanden 60 Cents, franco pel post 73 Cents. Afzonderlijke nummers 5 Cent» Men abonneert zich hij alle Boekhandelaren en L'ust- direetcureu. MIDDELBAAR ONDERWIJS. Wijziging der verordening op liet Middellaar onderwijs. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, doen te weten dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van den 9 Maart 1870 is vastgesteld de navolgende: Wijziging iu de verordening op het Middel baar Onderwijs in de gemeente Vlissingen. De Gemeenteraad van Vlissingen: Gezien eene missive van de commissie van toezigt over het Middelbaar onderwijs, behelzende een voorstel tot wijziging ,der lesuren op de burgeravondschool; Besluit: Artikel 4 der voornoemde verordening vastgesteld den 23 Augustus 1869, wordt ingetrokken en gelezen als volgt: In de maanden Mei, Junij, Julij en Augustus zal geen onderwijs gegeven worden. Gedurende de overige acht maanden zal het onderwijs dage lijks, uitgenomen zon- en feestdagen, plaats hebben: voor de eerste afdeeling, al de acht maanden, van 's avonds 6 tot 9 ure. voor de tweede afdeeling, in September, October, Maart en April van 's avonds 7 tot 10 ure; en in November, December, Januarij en Februarij van 6 tot 9 ure. Aldus vastgesteld door den Gemeenteraad van Vlissingen, den 9 Maart 1870. De Voorzitter, WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. En is biervan afkondiging geschied, waar bet behoort den IS Maart 1870. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. Wij houden woord, en komen terug op bet belangrijk voor stel door den Heer Wethouder van Uije Pieterse op Woensdag den 7n dezer in de gemeenteraadszitting ter tafel gebragt, met het roemwaardig oogmerk, om in de belangen der burgers onzer stad, een gepasten weg te openen voor de hervatting der stoombootilienst tussohen Vlissingen en Rotterdam. Het is ons kenbaar gemaakt voornemen in ons nummer van ver leden week, oin bij fragmenten, ondervragenderwijze, het voorstel, zooals het werkelijk is ingediend, onder de aandacht onzer lezers ie brengen, ten einde elk oordeele, of bet voor stel al of niet aannemelijk kan geacht worden. Wij zeggen met etuiige wijziging ja. De Gemeenteraad van Vlissingen," al-Jus begint woordelijk het voorstel, „in aanmerking nemende de behoefte, die er voor deze gemeente bestaat, aan eene geregelde stooiubootdienst tusschen die gemeente en Rotter dam, welke dienst door de Zeenwsche Stoomvaart-Maat schappij, door onvoorziene ramp, is geschorst."Wie zal deze beweegredenen, welke den voorsteller hebben gedreven, om met het voorstel op te treden, ten einde den Stedelijken Raad uit te lokken, om in eene dringende behoefte, binnen het bereik zijner competentie en met alle ten dienste staande mid delen, te voorzien, niet beamen als geheel overeenkomstig de waarheid? Wie zal niet instemmen met de veronderstelling des lleeren Wethouders, dat de aandacht der burgers, gedurig gevestigd op de groote behoefte aan eene geregelde stooniboo - dienst, ook gedeeld zal worden hoorde leden van den Stedelijken Raad, opdat geen middel onbeproefd gelaten worde ter voor ziening in de behoefte? En de stoombootilienst, waaraan Vlis singen zoo groote behoefte heeft, is in de magt en liet bezit, ten gevolge eener verleende concessie, der Zeeuwsche slooiri- vaart-Maatscliappij, welke de waarneming van de hoognoodige stooindienst. heeft geschorst, gedurende ruim drie maanden, en dezelfde dienst, onder het bezit der concessie, blijft schorsen, zonder aan het publiek van Vlissingen de waarborgen te heb ben geleverd, dat de Maatschappij het uiterste heeft ingespan nen, en tot alle opofferingen zich bereid heeft verklaard .oor de hervatting der stoomvaart met eene andere stoomboot 1 Zou dan in zulke omstandigheid niet zeer gepast de attentie van een geëerd raadslid vallen op eene voor de stadsbelangen zoo nadeelige schorsing der stoomvaar*, ten einde pressie te oefenen op de Maatschappij, ter beëindiging der schorsing, of op elke soliede onderneming, die genegen mogt wezen, eene nieuwe concessie aan te vragen? En wal zou zulk Raadslid beter kunnen verrigten, dan zijne stem te verheffen in den boezem der vertegenwoordigers onzer stadsbelangen, om daar de algetneene aandacht te trekken, op eene, in vergelijking van de dringende behoefte, al te langdurige schorsing', die te pijn lijker en te nadeeliger valt, naar gelang Vlissingen te meer, ill een tijdperk van overgang, van andere takken van nijver heid en handel beroofd moest worden? Is bijgevolg het motief tot een bepaald voorstel niet dringend aanwezig? als handelaren, winkeliers in Vlissingen, reizigers van en naar Vlissingen, klagen en dringend roepen: „waar blijft toch de Vlissingsche stoomboot; het goederenvervoer kost ons menig percent meer, waar zetelt de Maatschappij, die con cessie heeft en geen boot inde vaart steekt? Maanden verloo- pen bij het gemis eener stoomboot, waarop wij aanspraak heb ben zoolang de Regering de concessie geeft! Is het dan niet meer dan tijd, om in den Stedelijken Raad te klagen over het gevoelig gemis dat de stremming der stoomvaart onder de bur gers veroorzaakt? En moet zoodanige klagt in een hart, dat warm klopt voor de belangen der stad, nie' in een vurig ver langen overgaan, en tot vervoering brengen in tien pijnlijken ach teruitgang van zaken, om, al staat ineu ook alleen, een schijn baar stouten, maar volgens pligt en positie geboden stap te doen, om de wakers en verzorgers der belangen der burgerij tot een besluit te brengen, wat doortastend helpen zal, om aan den

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1870 | | pagina 1