Wij laten hier volgen clen woordelijken inhoud van het con
tract tusschen Zijne Excellentie den Minister van koloniën en
de Commissie, ter bevordering ran nationale stoomvaart op
NederlandschIndië, onder bescherming van Z. K. H. Prins
Hendrik der Nederlanden. En wij vestigen de aandacht van
allen, die belang stellen in den toekomstigen bloei van Vlissin-
gen, op een paar zinsneden, in dat contract voorkomende,
waarbij Vlissingen niet vergeten wordt.
„De commissie ter bevordering van nationale stoomvaart op
Nederlandseh-Indië zal tot 16 Mei 1870 werkzaam kunnen zijn
met het vestigen van eene naamlooze vennootschap, die de na
te noemen verpligtingeu op zich neemt en de daartegen bedon
gen voordeelen zal genieten. Mogt de naamlooze vennootschap
op 15 Mei 1870 nog niet gevestigd zijn, dan verblijft het aan
de Regering om dezen termijn al of niet te verlengen. In het
laatste geval is de overeenkomst vervallen.
1. De te vormen naamlooze vennootschap zal in de vaart
brengen vier stoomschepen onder Nederlandsche vlag, volgens
geannexeerde beschrijving, bestemd om eene geregelde stoom
vaart te onderhouden tusschen Nederland en Nederlandsch-
Indië, door het Suez-lanaal. De vennootschap zal in het in de
vaart te brengen materieel zoodanige wijziging kunnen brengen
als haar, vooral ook met betrekking tot de diepte van het Suez-
kanaal, noodzakelijk zal voorkomen, doch onder voorwaarde
dat het bedoelde materieel blij ve bestaan uit stoomschepen
eerste klasse van 1800 ton of grooter, en dat, bij wijziging van
het materieel, de nieuwe beschrijving vooraf aan de goedkeuring
van den Minister van koloniën worde onderworpen. Het eerste
stoomschip zal van eene Nederlandsche haven vertrekken hoog
stens twaalf maanden na de vestiging van de naamlooze ven
nootschap. De andere schepen zullen het eerstgenoemde en elk
ander geregeld opvolgen, zoodat gedurende den duur van deze
overeenkomst in iedere twaalf maanden het eerste tijdperk
aanvangende op den voor de afvaart van het eerste stoomschip
gestelden termijn minstens acht uit- en aciil thuisreizen
door de stoomschepen der vennootschap zullen worden vol-
bragt.
2. De Regering verzekert aan de vennootschap, voor elke
reis van een dezer stoomschepen van Java naar Nederland,
eene gedeeltelijke belading met producten van hoogstens 600
lasten, welke echter gedurende elk in 1 bedoeld tijdvak van
twaalf maanden niet nreer bedraagt dan 4S00 lasten in het ge
heel. De hoeveelheid op iedere reis te verschepen wordt gere
geld naar het aantal reizen als volgt: bij acht reizen in het be
doelde tijdvak van 12 maanden 601 lasten per reis; bij negen
uito 533 lasten per reis; bij tien dito 480 lasten per reis. Bij
den aanvang van ieder tijdvak van 12 maanden zal het bestuur
der vennootschap aan de Regering kennis geven hoeveel reizen
van Java naar Nederland het voornemens is in dat tijdvak door
de stoomschepen te doen ondernemen. De bedoelde producten
worden ingenomen in hoogstens twee veilige en voor de stoom
schepen, ook bij volbelading, genoegzamen diepgang opleve
rende laadplaatsen op Java, volgens opgave door de faktorij der
Nederlandsche Handelmaatschappij te verstrekken bij aankomst
van het schip ter reede van Batavia. Omtrent het aantal dagen
voor de inlading te verleenen en het overliggeld zal later eene
billijke regeling tusschen partijen worden vastgesteld. Behalve
de verpligte hoeveelheid producten kan door de faktorij der
Nederlandsche Handelmaatschappij ook tin worden geladen,
mits niet meer dan drieduizend blokken, van het tegenwoor
dig gemiddeld gewigt van ruim dertig kilogrammen, in ieder
stoomschip, en mits de faktorij zich daaromtrent verklare, niet
later dan drie dagen na de aankomst van het stoomschip ter
reede van Batavia.
Bij uitlevering in Nederland, ter plaatse van bestemming
door de faktorij der Nederlandsche Handelmaatschappij of hare
agenten in het cognossement in te vullen, zal worden betaald
voor vracht van de volgens deze overeenkomst geladen produc
ten twee-en-twintig gulden vijftig cent per last boven het ge
middelde vrachtcijfer in het afgeloopen kalenderjaar door de
zeilschepen bedongen bij de inschrijvingen door de Nederland
sche Handelmaatschappij hier te lande en op Java gehouden.
Mogt het aldus te verkrijgen gemiddelde vrachtcijfer zijn bene
den 75 per last, dan zal niettemin dit cijfer van ƒ75 als het bij
deze bepaalde minimum van berekening worden aangenomen,
en de aan de vennootschap te betalen vracht das niet minder
dan zeven-en-negentig gulden vijftig cent per last bedragen.
Ingeval volgens het tweede lid van 1 stoomschepen van
mindere grootte dan de bij deze overeenkomst gevoegde be
schrijving in de vaart worden gebragt, wordt de boven bepaalde
vrachtprijs verminderd tot op ƒ20 per last boven het in deze
paragraaf omschreven gemiddelde vrachtcijfer. Jen het boven
bepaalde minimum van vracht per last bepaald op vijf-en negen
tig gulden.
Voor het tin wordt slechts een vierde der vrachten voor de
bindrotting en het verfhout, die tot garnering geladen worden,
in het geheel geene vracht berekend.
Bij de afschaffing van de regten, thans verschuldigd voor het
passeren van het Snez-kanaal, zal de bedongen vrachtprijs eene
evenredige vermindering ondergaan.
De goederen mogen uit eene Nederlandsche haven voor
scheepsrekening met ligters naar de bestemmingsplaats worden
vervoerd.
Geschiedt dit'Jvervoer van Vlissingen, dan wordt de hieruit
ontstaande meerdere risico ten koste der vennootschap door ver
zekering gedekt.
3. De vennootschap verleent aan de Regering preferentie
op ruimte bij iedere uitreis van Nederland naar Java voor:
driehonderd last ^lading tot^dej bij tarief voor particuliere
inladers vastgestelde vracht en conditiën; en voor tweehonderd
man troepen tegen de volgende vergoeding voor passage, kost
geld en hoofdgeld door het kanaal van Suez: voor iederen sol
daat 120; voor iederen onder-officier f 225, voor iederen bij
het detachement behoorenden officier 660, met de hij het
koninklijk besluit van 13 Maart 1869, no. 25, bepaalde reduc-
tiën in de passage van officieren, wanneer leden van hun gezin
hen op de reis vergezellen; mits de regering zich minstens drie
weken vóór het aangekondigde vertrek van het stoomschip ver-
klare of van de ruimte waarvoor gij preferentie heeft, zal worden
gebruik gemaakt.
De vennootschap verpligt zich omjdes verlangd voor de rege
ring over te voeren
specie tot eene vracht van 1/i percent van de waarde;
brieven en paketten op nader te regelen voorwaarde'
4. De vennootschap verpligt zich voor iedere reis, hetzij
uitgaande of thuiskomende, tusschen Nederland en Java, niet
meer te besteden dan vijftig etmalen, met inbegrip van even
tueel oponthoud voor laden eu lossen op tusschengelegeii plaat
sen, waartoe zij zich de bevoegdheid voorbehoudt.
Bijjangere reis dan vijftig etmalen zal de vennootschap ver
beuren: eene boete van duizend gulden in ééns voor eene
vertraging van een tot vijf etmaleneene boete van vijfhonderd
gulden per etmaal voor eene vertraging na het vijfde tot en met
het vijftiende etmaal.
Daarna houdt de boeteberekening op.
Voor iedere niet volbragte reis beneden het minimum van
acht nit- en thuisreizen per 12 maanden, verbeurt de vennoot
schap zesduizend gulden.
De boeten zijn niet verschuldigd in geval van overmagt
force majeure).
Bij geschil zal dei vraag [of de vertraging het gevolg is van
overmagt worden beslist door scheidslieden, die uitspraak
zullen doen als goede mannen in het hoogste ressort.
Op gelijke wijze zal over alle eventuele geschillen, deze over
eenkomst betreffende, worden beslist.
5. Deze overeenkomst blijft van kracht tot nltimo Decem
ber 1874.
Vóór of op 1 Januarij 1874 zullen partijen zich verstaan
omtrent het al of niet voortzetten der overeenkomst.
6. De kosten vallende op dit contract zijn voor rekening
der commissie.
Hiervan twee eensluidenden geteekend, welk voor één zullen
valideren.
,s Gravenhage/Amsterdam, 8 Februarij 1870.
De Minister van koloniën,
{get.) de Waal.
De Commissie ter bevordering van nationale stoom
vaart op Nederlandsch-Indië, onder bescherming van
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der
Nederlanden,
{get.) G. J Boelen,
J. G. Botge,
J. Boissevain.
