F0L1T1ER OVEliZIGT.
blad.'ir, de Zuiderzee, de reede van Texel, die van Brielle, Hel-
levoelsluis en de Schelde boven Bath vol drijfijs zijn, terwijl er
noch voor de haven van Vlissingen, noch in de zeegaten eenigen
schijn van te bespeuren is."
Wij zullen niet vergeten wat de allerkundigste Oud-Kapi
tein ter zee M. H. Jansen nog verleden jaar over de haven van
Vlissingen schreef. „Onder de bevoorregte zeehavens van den
vasten wal van Europa is er niet een, die zoo gunstig gelegen is
als die van Vlissingen, en zeer zeker bezit zij voor Midden-
Europa veel grooter voordetien dan eenige andere haven beoos
ten en benoorden liet Engelsclt Kanaal"
„Vlissingen en andere hl ederlandsche havens zijn de eenige op
den vasten wal, beoosten het Kanaal, die het geheele jaar ten
allen tijde door schepen van gruoten diepgang kunnen worden
aangedaan. Alle meer oostelijk gelegen havens zijn minder
diep en, gedurende één, twee of meer maanden, in den winter
door ijs gesloten, terwijl de vaart naar Vlissingen door den
breeden mond van de Schelde, waaraan die stad, evenals Ant
werpen, gelegen is, steeds openblijft, en dus ook dan, wanneer
de vaart naar Antwerpen door ijs gestremd is."
Mr G. A. Fokker schreef verleden jaar naar aanleiding
van Jansen's Brochure, een boekje genaamd. „Stoomvaart op
Amerika" Wij ontleenen daaraan de getuigenis van een Duit-
scher. „Vlissingen is eene haven genoegzaam aan den oever
der zee en, boven die der naburen, in toegang gemakkelijk en
met de minste kansen van zeegevaar genaakbaar; steeds vrij van
ijsbezetting als geene andere haven; op slechts weinige uren
a islands van de monden van de Theems en daarom ook voor
Engtland van groot belang."
In diezelfde Brochure vinden wij de getuigenis van wijlen den
IngenieurF'ynjo, die in 1S49 in zijne „Beschouwingen" en
„Bijdragen" over de haven van Vlissingen bet volgende schreef:
„Wij zullen niet behoeven op te merken, dat onze voonaamste
uitwegen ter zee, de gaten van Texel, van Brielle en van Helle-
voetsluis zeer dikwerf ongenaakbaar zijn. Daarentegen is het
bekend dat de monden van de Schelde te Vlissingen uit zee
ten allen tijcle toegankr lijk zijn" En op eene andere plaats:
„Het Vlissingsche zeegat is van alle zeegaten liet grootste,
ruimste en diepste. In tegenstelling van de nadoelen, tie ge
heel of gedeeltelijk op de overige zeegaten drukken, heeft het
de volgende voordeelen 1° dat het ouder alle omstandigheden
en bij alle winden (door een zijner drie vaargeulen, de Wielin
gen, Deurloo en het Oostgat) kan worden bereikt, 2° de gun
stige reedein de onmiddelijke nabijheid van de buitenhaven en
van de dokken, die men bezig is aan te leggen of die reeds be
staan. (J. G. W. Fynje, Bijdragen enz.)"
Keen, niemand die eenigzms bekend is met de gunstige lig
ging van de Vlissingsche haven zal de waarheid van de wuorden
m 1865 door den Heer Blussé in de Tweede Kamer uitgespro
ken, in twijfel trekken: „Vlissingen is de uitnemeudste haven
in het land."
Na de vele arrestatie», die er in Frankrijks hoofdstad hebben
plaatsgehad, heerscht er thans eenige schijnbare rust. Wel
zijn nog aller gemoederen gesj annen en vraagt eeu elk zich af
wat toch 't einde van al die beroeringen zijn zal, doch onrust
barende feiten hebben er niet meer plaats gehad Rochefort zit
veilig ill St. I'elagie, wij zeggen veilig en te regt; want volgens
beri"ten uil Fransche bladen scheen bij in zekertn zin naar
zijne gevangenneming te verlangen, om toch van het volk, dat
hem geen oogenblik rust meer gunde, bevrijd te zijn. Thans
schrijf hij dagelijks trouw zijn brieven aan de Marseillaise. Van
brieven gesproken, de Fransche dagbladen bevatten dezer dagen
een zeer orakelachtige!! brief van den min of tneer onverzoen
lijke!) Victor Hugo, aan Bochefortsadres van dezen inhoud „Ik
heb U verscheidene malen geschreven; ik twijfel of mijne brie
ven u geworden zijn. Ik maak dezen klein, opdat hij tot u
kome. Zijnde ouder 't beeld des keizerrijks, zal hij passeren,
hoop ik.
Gij in de gevangenis! Ik wenscher de revolutie geluk meê.
Uwe populariteit is onmetelijk als uw talent en uw moed; al wat
ik n voorzegd heb wordt verwezenlijkt. Gij zijt voortaan* een
kracht der toi komst.
Ik ben, als altijd diepgevoeld uw vriend en ik druk u de hand,
geliefde vogehrijv. rklaarde, geliefde overwinnaar.
VtciOf Hugo.
Van de vermeende zamenzwering boort men tot heden nog
niets naders. De behandeling der zaak van Prins Pierre Bona
parte is tegen 15 Maart a. s. naar't hooge geregtshof verwe
zen dat te Tours zal bijeenkomen. Dit is sinds 1789 de 5e
maal dat het Hof vergaderd is geweest.
In Engeland zijn gewigtige kwestien onder behandeling; de
bill over de pachtkwestie in Ierland is ingediend. De gema
tigde Iersche bladen schijnen met de bill ingenomen te zijn in
elk geval is het zeker dat deze bill eene geregelde toe
stand in Ierland te voorschijn zal roepen; 't Engelsche gouver
nement wil de pachters met geldelijke ondersteuning te gemoet
komen. Ook ten opzigte van het onderwijs staat er in Eugeland
eene groote orakeering voor de deur. Het tegenwoordige onder
wijs schijnt niet meer voldoende te zijn. Verscheidene meetings
hebben er reeds plaats gehad, waarin menige resolutie genomen
is, onder anderen eene, die zich voor een nationaal systeem van
onderwijs verklaart, waardoor elk kind in Engeland voldoend
onderwijs zal ontvangen; eene andere verklaart zich voor het
godsdienstloos onderwijs.
Lord Granville verdedigde in 't parlement zijn stelsel van terug
roeping der troepen uit de koloniën, en verklaarde dat elke be
zitting van Engeland, die eeu zelf-goevernement heeft in vre
destijd geen troepen-bezetting uit het moederlaud moet heb-
heti. Het volk in Engeland schijnt met zijn stelsel echter niet
ingenomen te zijn, want er werd eenige dagen geleden eeu
monsterpetitie door duizenden onderteekend, tegen dit systeem
aangeboden.
De werkman candidaat voor 't Parlement, Odger, is niet ge
kozen.
Het gerucht dat prins Hohenlohe als minister van Beijeren
zal aftreden en dat wij in het vorige noinmer mededeelden is
nader bevestigd. Men noemt reeds zijn opvolger; eenige noe
men graaf Clay, anderen zeggen dat het von Pfretzer zal zijn,
die nu reeds als minister fungeert. Het ambt van minister van
Binnenlandsche Zaken en dat van president van den minister
raad zal voortaan niet meer door één persoon bekleed worden.
De Beijersche patriotten hebben dus dank voor hunne on vermoeide
pogingen en onwrikbare volharding. Verders meldt uieu uit
Beijeren, dat de koning 9 afgevaardigden der liberale Pruissi-
selie partij ontslagen heeft als kamerheeren; inen beschouwt
dat als eene verklaring des konings voor de patriottische
partij.
Uit Spanje schrijft men weer van Carlistische bewegingen;
op sommige plaatsen staan de Carlisten tot handelen gereed en
Spaansche handlangers, van rijke hulpbronnen voorzien, zijn
overal elders werkzaam. Het land zelf verkeert overigens in
een allerongelukkigste toestand: In Madriü hebben 4Ü0D iudus-
triëelen hunne winkels gesloten, wijl hunne belastingen verre
hunne inkomsten overtreffen, de veiligheid der bezittingen is
verdwenen. Een progressistisch blad den veegen toestand des
lands besprekende, zegt, dat er in de laatste maanden in de
hoofdstad meii gewapende aanvallen hebben plaats gehad, dan
vroe<*er in ver cheidene jaren; in de provinciën daarentegen is
't nog treuriger: de landverhuizing geschiedt daar op groote
schaal, de onveiligheid der bewoners is zoo groot, dat zij zich
slechts in troepen van huis wagen, daarenboven zijn de gevange
nissen volgepropt en zitten de reglers tot over hunne ooren ill
het werk. In Malaga hadden er in 21 dagen 95 arrestatiën
plaats. Een complot, om de bank van leening te ondermijnen,
werd tijdig ontdekt. In Estra-Madura en andere omliggende
provinciën, worden de stadhuizen bestormd door eene hongerige
menigte, onder 't geroep van: brood! arbeid! Ook in de Phi-
lippynsche eilanden is een oproer uitgebroken. Men houdt liet
in Spanje algemeen voor zeker, dat de losscheuring der koloniën
eene uitgemaakte zaak is.
In .Rusland wordt het onderzoek naar oproerige proclamatiën
voortgezet; onder de boeren schijnt nog al ontevredenheid te
heerschen, omdat de aangekondigde hervormingen, waaronder
eenigen die de volslagen losmaking der lijfeigenschap beoogden,
uitgesteld zijn.
De dagbladen staan nog dagelijks vol met allerhande berig-
ten over 't Concilie; de een weet er al meer van te vertellen dan
de andere, en op den keper beschouwd weten allen er niets van.
Men spreekt van meerderheid en van minderheid alsof er sprake
ware van een Parlement met linker- en regterzijde. De ver
slaggevers, die zich in Rome ophouden en dagelijks aan hunne
respectieve dagbladen over 't Concilie moeten inzenden, zitten
soips deerlijk in 't naauw, wam in weerwil van alle moeite
blijven de deuren van 't Vatikaan voor hun gesloten en toch
moeten zij berigten afzenden en dat wel dagelijks. Uit goede
en zekere bronnen meldt men dan. ook dat alle nslaggevers