iTimen.
zien uitvoeren, dat
bps te water laten
dat aldaar in de
veel sneeuw -is ge-
nig is opgedreven,
erscheiden voeten
tlisee en Friesche
belemmerd en een
voor de post- en
van den spoorweg,
land en Overijssel
arend gemis voor
litkomt. Moge de
in zich in het onge-
rmiddel zullen kun-
e N. R. Cl. gezegd
p jeugdig ook, haar
het volgende las:
ING!
in het belang van
waarschuwen om
is gebragt worden,
r post met een ge-
:r, de Nieuwe Rot-
ke ik echter gere-
nche Courant.
mij zonder bestel-
el zulke waar niet,
len hier een spreek-
heb het bij onder-
trt, men geen proef-
'rees ik dat er een
n reeds lang bedor»
is te nemen. Ik heb
lange preken niet I
ken ben. Ook zijn
ook menschen, en
den, hetzij gezouten
chheid of oprecht-
ongeloovige of hei-
tgierigen zijn, welke
waardoor zij gevaar
uimensch te worden,
ts in mijn huis heb- I
heil en vrede strekt,
uw kraam niets meer
ilkwiteeren raad ik u
b zenden, waarschijn»
achter zijn, bij helt
ringen, hetzelve met
ien de leepers onder
11 korten lijd zoovejr
ten en zoo mogelijk
tvie weet of het nog
erde apen kan voort-
van den beschaafden
rdien zij misschien er
r, handel voorzichtig,
al, en spuw ze Diet in
t willen proeven; zij
wel eens verloopen.
[Maasb.)
van het nieuwe kabi-
[euwjaar zal optreden,
buitengewone zitting
zitting onmiddellijk
geconstitueerd en zijn
bureaux benoemd, llij de stemming ter verkiezing vau den
president waaraan 230 leden hebben deelgenomen, werd de
lieer Schneider met 190 stemmen benoemd. De heer Alfred
Leroux bekwam 7, de heer Jerome David 2 stemmen. Er waren
x3 blanco-biljetten ingeleverd. Ter verkiezing van de vice-
presidenten zijn 248 stemmen uitgebragt. Verkozen zijn
markies de Talhouët met 176, de heer Chevandier de Valdróme
met 141, baron Jerome David met 140 en graaf Daru met 130
stemmen. Voorts zijn tot secretarissen verkozen: de heeren
Bouruatmet 162, Martel inet 158, Terme met 154, Peyrusse
met 142, Magnin met 133 en Josseau met 124 stemmen. De
lieer Schneider heeft het presidium aanvaard met een toe
spraak, waarvan de hoofdinhoud in een telegram is mede
gedeeld.
Uit Napoleons brief aan Olivier blijkt, dat de souverem der
Franschen vast besloten heeft als constitutionneel vorst te
regeren. Mag men een der Parijsche correspondenten van de
Köln. Zeit. gelooveu, dan heeft de keizer dit zijn voornemen in
nog krachtiger en duidelijker taal ook mondeling aan den nieu
wen minister te kennen gegeven. Napoleon zou nl. gezegd
hebben: „Mijnheer Olivier, ge zult verbaasd staan, als ge ziet
Joe ik voornemens ben constitutionneel monarch te wezen.
In de omstandigheid, dat de keizer niet de heeren Buffet en
Daru, leden van het linker-centrum, tegelijk met Olivier heeft
uitgenoodigd in het kabinet te treden, ligt overigens een grond
van vermoeden dat hij werkelijk liet. autoritair gezag ter zijde
wil stellen. „Men verlangt van mij dat ik constitutionneel
regeren zal;'3 zoo zon Napoleon III zich ook hebben uitgela
ten, en men wil tevens dat ik ie s doe wat naar het persoonlijk
bewind riekt, door nl. tot ministers te benoemen die heeren,
welke onbetwistbaar tot de parlementaire minderheid behooren!
Zoodra de fractie Buffet-Daru de meerderheid in de kamer zal
geworden zijn, zal het optreden barer aanvoerders als ministers
duor niets meer belet worden. I lians is het mij onmogelijk hen
te ontbieden." Vat Napoleon III zijne constitutionneele regten
en pligten werkelijk zóó op, dan zal Olivier zijne aiubt-
genooten in liet kabinet moeten zoeken onder de I4Ü ondertee-
kenaren van het programmaOllivier-Josseau.
De katholieke bladen maken een schrijven openbaar van
Mgr. Guillemin, missionaris te Kanton in China, gedagteekend
van den 12 September, waarin medegedeeld wordt, dat de ver
volging tegen de katholieken sedert eenige maanden weder
begonnen is, en dc Christenen in Kuang-teng onophoudelijk
door de mandarijnen gekweld worden, zonder dat de onder
koning in een enkel opzigt geneigd is de regten, den katholie
ken toegekend, te handhaven. In het district Lucitschen zijn
vier katholieke kapellen verbrand en verwoest,. 160 Christe
nen uitgeplunderd en een groot getal hunner vermoord of doo-
di lijk verwond geworden, twaalf vrouweu werden ontvoerd en
als slavinnen verkocht, twee Fransche missionarissen zijn
zwaar gekwetst, en op al de klagten der katholieken geeft de
onderkoning het spottende antwoord, dat hij de kapellen wel
weder eens, als het hem goeddunkt, zal laten opbouwen. On
langs verkregen de missionarissen vergunning om aan de kust
steenen te halen tot den bouw eener kerk, doch spoedig werd
dit verlof ingetrokken en moest de bouw gestaakt worden
hetgeen den mandarijnen gelegenheid schonk, om op het af
breken van het half voltooide gebouw aan te driugeu.
Aan het slot van zijn brief meldt Mgr. Guillemin, dat hij
zich naar Peking zou begeven, om de tusschenkomsl van den
Franschen vertegenwoordiger te verzoeken, opdat de vervol
ging ophoude en den katholieken de regten teruggegeven wor
den, welke hun bij de met China gesloten tractaten gewaar
borgd zijn.
Den 28 December 1869 is Troppmann voor het hof van
assises verschenen. De lange acte van beschuldiging bevat niets
nieuws; toen zij hem werd voorgelezen, geraakte hij in toorn,
en hij zeide tot den directeur der gevangenis: „Ei, ei, gaat de
justitie zóó te werk! Ik heb bekend alles wat zij maar wilden;
zonder mijne bekentenissen zouden zij nog erg in den brand
zitten; en mij alleen wordt alles ten laste gelegd!" „Noem
dan uwe medepligtigen," sprak de directeur. „Nooit, nooit!
Door mij zullen zij niet aangeklaagd worden., flut is de pligt
van de justitie hen te ontdekken. Ik w il haar in de gelegenheid
stellen, in het bezit te komen van mijn zakboekje waarin al de
bewijzen gevonden worden. Men brenge mij slechts naar de
plek waar ik liet begraven heb!" En in woede uitbarstende ver
volgde hij: „Maar dat gaat zoo niet! Ik zal aan den keizer
schrijven, en luistert hij niet naar mij, dan ga ik hooger."
„Wat zuji gjj dan doenf" Drommels! ik zul mij tot het volk
wendeti!" Inderdaad heeft hij den keizer een brief geschreven,
die met deze zonderlinge bedreiging eindigt:
Het volgende naamdicht is, naar men verneemt, door Tropp
mann zelve dezer dagen vervaardigd; de spelliug is onveranderd
gebleven, en hij verklaart in een toelichting, dat hij op ettelijke
pere malheur en niet père ma/heureux geschreven heeft, omdat
zijn vader de eenige oorzaak vau zijn ongeluk is:
Je ne suis nullement un barbare
Hit pourtau je suis accuser comme un assassin
Ah! puis-je croire. C'est quelque chose de si rare
Non! je ne puis y croire, inais tout aura un fin.
Bonheur est-tu réalité, n3est-se tu qu'un vain nom?
A rrivé a peine a l'age de vingt ans,
Passer par la fatalité dans une abime profonde,
Triste destinée, aujourd3hui tu me tiens en prison
Illusion de ce monde, puis-je y croire, hólas!
Snis-je done destine au malheur, e'est mon sort.
Toi uion Dieu qui voit tous tu ne crois pas,
litre suprème, je ne veus pas le bonheur, je veus la mort.
Triste dans ma célul je me promène
llêvau a ma familie dans le malheur
O tout est fiuit pour moi pour tou ce que j'aime.
Pourquoi comme tant d'autres ne suis-je pas ué pour le bonhertr,
fère malheur, Mère que j'ai tan chéri,
Mion pardon de vous seul je l'aimplore,
A vous seule, chère familie, j'ai arrachée la vie,
Ne pensé plus a moi, abandonné moi h mon sort;
Notre vie passager, c'est le néan et la mort.
[Souvenir.) J. B. T....
Heden is hier de tijding ontvangen dat kardinaal Reis-
ach gisteren te Aunecy in het klooster der Paters Redempto
risten overleden is.
Bnitselilarid.
Weder hebben wij het genoegen de vertaling van een der-
heerlijkste werken van Vondel aan te kondigen. Thans is zijn
lucifer door Ferd. Grimmelt in het Hoogduitsch overgebragt
en bij Adolp Russell te Munster, met het portret van Vondel eti
de afbeelding van het monument in het Vondelpark versietdj
in het licht verschenen. Het formaat is ongeveer dat waarin vele
Duitsche klassieken zijn uitgegeven, en de prijs dezelfde, mét
andere woordengering, zoodat deze uitgave het Duitsche volk
op gelijke wijs wordt aangeboden als zijn beste auteurs. De
vertaling is iu de voetmaat van het oorspronkelijk, ook die der
reijen, en komt ons, voor zoover de vlugtige inzage die ons ver
gund was, ons toeliet te oordelen, zeer getrouw voor.
Italië.
Zoo als men weet, beletten de drukke bezigheden voor
het Concilie, waarmede Z. H. overladen is, den H. Vader aan
bijzondere personen audiëntie te verleenen, eu worden zij thans
in groepen bij zijn Z. H. toegelaten. Een Fransch priester,
die niet in de gelegenheid geweest was om bij de audieritie,
welke voor een paar Zondagen aan een groot getal priesters
verleend werd, tegenwoordig te zijn, verhaalt in de volgende
bewoordingen, hoe hij door de voorkomende goedheid van den
H. Vader liet geluk heeft gehad om Z. H. zijne hulde te
bewijzen.
„Reeds sedert eenige dagen," aldus verhaalt hij, „zocht ik
de gelegenheid om Z. H. mijne huldebewijzen aan te bieden,
toen ik, vermeende dat de Paus zich naar de kerk van Onze
Lieve Vrouw der Engelen zou begeven, mij derwaarts spoedde
in de hoop van mijnen vurigen wensch verwezenlijkt te -zien.
Eeue tallooze menigte, die ik daar verzameld vond, deed,mij
aan mijn voornemen wanhopen, doch ik drong en wrong mij
door de digte rijen heen en kwam eindelijk aan de deur der
zaal, waar Z. H. de religieuzen tot den voetkus toeliet. De
grootste moeijelijkheid moest nu evenwel nog overwonnenWor
den de wacht, streng vasthoudend aan hel haar gegeven wacht
woord, weigerde mij halstarrig deu toegang. Te vergeefs
wendde ik al mijne pogingen aan om binnen te dringen,'toen
lot wijn geluk de aandacht van den XI. Vader op onzen strijd
gevestigd werd.