HE. Jaargang. ENIS BIH, 1868. N°. 204. Zaturdag 12 September. 6' vp n* 2' prt. 56'/, 3 M'l. 4 i> »3;l'. 4 n 74'!. 5 19S'(. 7»'/. 4 63 3'/. 33s"/.. 3 32 i) 47"!,. 5 «I'l,. 5 51 i'l, 88»/ 3 75» i'l, 56,';,, door M'. POT; oofdwacht, en za, en M'. POT 1 eilen en Vlaggen re vraagt terstond eene bekwame uiswerk kan ver bij den Boekban- IR, te Vlissingen, i-ixli van: R. C. scholen rol overtollig zijn. De doet genoegzaam voorziet, terwijl be- steeds aanbevelem in onderwijs. NTS. irzonden. uil zestien ing toezonden, toereikend kan ndelaren in te I.USTKATIE. VLISSINGSCH VEEEBLAD. NieAiwencHjk II no 101. VLISSINGEN. Advcrtcntiën gelieve men nan den Uitgever in te renden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure-, de prijs vau i4 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cciits, behalve 35 Cents zegcircgt voor elke plaatsing. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven. Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Verlig en slot om ons vorig nimmer). IV. Va» elfen onberekenbare» invloed van het onderwijs schijnen zicli de voorstanders van den ongodsdienstige», enkel stoffelijk gezinden geest dezer eeuw beter bewust, dan sommige nalatige katholieken. Immers die mannen, „wel wetende", gelijk het Provinciaal Concilie spreekt, „hoezeer van een godsdienstig „onderwijs der jeugd de ware christelijke geest der maatschappij „afhangt", laten niets onbeproefd, om dit onderwijs door een ander, naar hunne beginselen ingerigt, te verdringen. Hun toe leg en hunne verwachtingen zijn geen geheim: beide kan inen, ook in ons vaderland, bij monde eu in geschriften openlijk hoo- ren verkondigen. Dan eens komen personen, wier betrekking aan hun schrijven invloed bijzet, den onderwijzer den weg wijzen, hoe hij, zonder vrees voor klagten en onaangenaamheden, met- veel takt en beleid, bedektelijk de moderne beginselen op de school kan voortplanten, zelfs al komen die ook in strijd met zekere godsdie nstige begrippen, b. v. het geloof aan wonderen. Dan weder hoopt ine» dat zeker soort van onderwijs behen dig zal worden aangewend om langzaam de scherpe afscheiding tusschen verschillende godsdienstige gezindheden uitte wisschen; natuurlijk door uitwisscliing van de godsdienstige overtuiging zelve. Dan eindelijk zegt men zonder omwegen dat het onderwijs den laatsten sloot uioet geven aan alle soort van gods dienstige vooroordeelenen eene gezondere beschouwing van wereldorde en mensehheid'w de plaats stellen: als middel om door de school 's volks lang vertraagde godsdienstige ontwikkeling te bevorderen geeft men op een volslagen ongeloof, dat zich boven eiken vorm van kerkelijk geloof verheft. Die taal wordt gevoerd door mannen van naam, en oin strijd geven vele anderen, in tijdschriften, dagbladen en elders, hunne instemming met die beginselen te kennen. Een luidklinkeiule waarschuwing, B. G., voor velen, die, als zij zich in de droevige noodzakelijkheid zien, oin hunne kinde ren op niet katholieke, zoo gezegde onzijdige scholen te zenden, te meer zullen toezien, wie en hoe men daar onderwijs geeft, en wat waarborg er is, dat de jeugd daar niet gevaar loopt van in geloof of zeden schipbreuk te lijden. Immers waar wezenlijk gevaar zou wezen, dat de kinderen in eene verkeerde rigting van denken eu handelen zouden worden gestuurd, daar zou lietral- strekl ongeoorloofd worden, va» zulk eene school gebruik te inaken. In dusdanig geval zou inen zich de uitspraak des Hee- ree. moeten herinneren„waf laat het den menscli, dat hij der nganscher wereld wint, a/s hij schade lijdt aan zijne ziel"Was de onwetendheid niet duizendmaal verkieslijk boven zulk een onderwijs? Acli II. G., laat tocli op niemand uwer ooit het ver wijt passen, dat de !I. Joannes Clirysostomus aan sommige zor- gelooze ouders van zijnen tijd toevoegde: Als er een ezeldrij- „ver of stalknecht te huren is, neemt me» alle voorzorg om eene „goede keuze te doen; maar moet men een onderwijzer kiezen „voor zijne kinderen men is niet den eersten den besten tevre- „deu. O schandelijke nalatigheid! o onvergeeflijke dwaasheid! „wat js toch groot er, waar wordt meer behoedzaamheid ge- „vonlerd, dan waar liet te doen is, oin aan het liart de juiste „rigiiiiu te ei-ven, liét jeugdige gemoed tot deugd te vormen?'' Wij hebben èelie betere verwachting nu: U. B. G.; - Wij ver. trouwen dat nimmer een katholiek pligtvergetend genoeg zai zijn, om zijne kinderen prijs te geven aan den rampzaligen toe leg van sommigen, die den invloed van het onderwijs zoeken te misbruiken; maar Wij vreezen, dat er eenigen zijn, die te weinig ijver toonen, om dien invloed ten goede aan te wenden, gelijk de H. Kerk dit bedoelt en voorschrijft. Eenigen konden zich namelijk inbeelden, dat zij zich van hunnen pligt gekweten hebben, wanneer zij slechts een bepaald goddeloos en verderfelijk onderwijs vermijden, zonder te bedenken, dat zij eerst dan als ware katholieken handelen, wanneer zij voor een degelijk katho liek onderwijs hunner kinderen, zoo veel mogelijk, zorg dragen. V. Zal eene school het vertrouwen der katholieken" allezins waardig zijn, en hunne goedkeuring wegdragen, dan is het niet voldoende dat zij de katholieke godsdienst (gelijk het heet) eer biedige, dat is, volstrekt onaangeroerd late; maar zij moet die godsdienst zelve leeren kennen en beoefenen. Op zulk een school is het zoogezegde maatschappelijk onderrigt met het godsdien stige ten naauwste verbonden; het godsdienstig beginsel door dringt geheel liet onderwijs, en overal doet zich de invloed dei- godsdienst gevoelen. Zij straalt in alles doorin de leerboeken zijn, zoo veel mogelijk, met beleid de groote waarheden des Ge- loofs, de zedeleer van het Evangelie, lessen van katholieke gods vrucht ingevlochten; de onderwijzer zelf weet deze te gelegener lijd en plaats in onderscheidene oefeningen in te weven. Met één woord, het onderwijs is daar niet bloot het verkoopen van zekere eerste kundigheden; niet enkel een fatsoeneren der jeugd tot burgerlijke welgemanierdheid en tucht; ook niet het opkwëe- ken van een regtschapen heiden, die slechts eigen volmaking tot doel, zelfbehagen tot grootste drijfveer zal hebben; neen, het is daar een middel, dat den ouders en zielzorgers te hulp kornt iu de opvoeding van een jongen christen, die als kind Gods, als zoon der katholieke Kerk, als erfgenaam des hemels, moet leeren denken, gevoelen, en als christen de christelijke deugden beoefe nen. Christelijke deugd, niet zoo als sommigen dat woord mis bruiken, maar echt christelijke deugd, gegrond op het geloof, aangewakkerd door de beweegredenen van schuldige gehoorzaam heid, van liefde, dankbaarheid, hoop en vrees, welke liet geloof aangeeft, gesteund door de hulpmiddelen die het geloof als noodzakelijk en nuttig leert erkennen en gebruiken; dat is het, wat de onderwijzer aldaar aan zijne kweekelingen zoekt iu te prenten en hem va» nu af reeds te doen beoefenen. Het. spreekt van zelf, dat in eene zaak van zoo hoog godsdienstig belang, het toezigt der kerkelijke Overheid op zoodanige school niet ont breekt, die tevens door raad en voorlichting, door werkzame hulp de taak des onderwijzers zal verlichten. Zóó en niet anders heeft de katholieke Kerk altoos de school begrepen, zéé wil zij ze door ieder barer geloovigeu begrepen zien. Wie een ander denkbeeld van eène volmaaktere inrigting zou willen staande houden, die zou vallen onder de veroordee ling, tegeu de 45, 47 en 48 stellingen in de Syllabus uitge sproken. En, B. G., is het wel te verwonderen, dat de Kerk het noodig acht, de godsdienst vooral niet telatewontbreken in de school, waar zij zoo zegenrijk kan werjre» ?«is hetjwonder, dat zij den jeugdigen christen d'e godsil)e>i|ï^pci;in^^Jj.k, overal wil doeii

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1868 | | pagina 1