\\m\. dingen. ingezonden. \v. m eijende knaap aan jzer volgt «lag aan lugdige» geest, en trippen inprenten, als el uitmaken van tinned t: als vereen- ivn vaii.kumle en jeugd geniet; ongodsdienstige het leesonderrigt, bij eenige andere rkt mede om hem de harten der kin- bier zeggen, doelt jlen, waar de jeugd ren kant echter is |e aankomende jon- rrigt komt zoeken, an, waarbij als van ine». Iedereen, die in letterkunde, in boe ligt het valt, valsche stellingen ven, en zoo in het der wetenschap et gezonde voedsel vervolgd.) irunje, is heden pi- dour het purnizotii, openbare gebouwen r gemeente de tian- i maken van 69 el selirijvingeii waren ƒ930, en J. A. de itusjl., X* 55, is r-eummandaul der ïaven kwam ei-rgis- B., aan den llourti- ïeJenam, Hij werd bldijkK'hen weg ge ler na up de hielen liepe wetering, <nn der te ontsnappen tint pak was, sprong em bij de inmiddels na de knecht zich ring gevallen geweer werd de delinquent f den burgemeester: eizer Napelemt een Magne, mini. teriait etmaal hem als voor- rilogne-departement zal duurzaiim zijn i ii de keizer wensclit vrede te bewaren, 11, Xifinuhd beeft ei dat de koningin van der Kr an.-i'li en te gesproken tt,,l werd peilingen in dien zm gunstig iipgi'iioineii. omst weer als waar-- iiii weer in eeiir U" - -/e twee souveKdneld waarvan wel is waar het lot van Europa niet afhangt, maar die roeit meer doet denken dat de staatkunde er niet vreemd aan is (of aan zal zijn) dan wanneer twee souvereinen, in elkanders nabijheid zijnde, een klein uitstapje maken, om elkander eens de hand te drukken. He komst van graaf Oirgenti en zijne ge malin te Koiilaincbleaii geeft nu ook onwillekeurig aanleiding tot het vermoeden, dat zij met het plan der bijeenkomst tarnen- hangt. He koningin van Spanje kan trouwens reden genoeg hebben, om een onderhoud met den keizer der Fransclicn te wriischen. Ne gouverneur der provincie Madrid verzekert w el in zijne circulaire, dat de bevolking zoo tevreden mogelijk is: maar die circulaire was niet gerigt tot keizer Napoleon, die liet dus niet behoeft te gelooven, en de koning kan het bijge volg raadzaam geacht hebben, hem zekere maatregelen zoowel aan de grenzen als ten aanzien der Spaatisclie uitgewekenen te Parijs eu elders in Frankrijk, aan te hevelen, waardoor verhin derd kan worden, dat de gouverneur van Madrid openlijk iu 't ongelijk wordt gesteld. En de keizer der Fransclicn zal zeker tot zoo iets niet ongeneigd worden bevonden. Een revolutie in Spanje toch zou tot gevolgen kuiinea leiden, die men te Parijs met leede oogeu zag. Kngeland. In Engeland zijn in 1839 per post vervoerd 73,91)7,572 brieven, eu in lStiti.... 750 millioetiiu 1807 zal het cijfer wel S77 millioeti zijn en dat van 1SHS een milliard of duizend milliocii opleveren. Bovendien zijn in 1809 101,781,185 dag bladen, boeken en monsters per post overgebracht, en liet daarvoor betaalde port bedroeg.... 1,397,910 p. st. Ter post kantoor te Londen, waar op één dag in 1867 (1T F'ebruarij, St.-Valentijnsdag), 2,129,112 brieven gedistribueerd waren eelt eeuw geleden twaalf ambtenaren thans is het aantal aldaar werkzame geëmployeerden grooter dan liet cijfer der legerinag' van iQenigeu Staat; er zijn 109 bureaux en -ISO brievenbussen. 17>uitiaoHla.n<l. I)e .Veer Freie Preste bevestigd thans ook, dat Pruissen ecne nota naar Weenen heeft gezonden, om den bitteren nasmaak van ile pil, die de lieer v. Usetloin in Juuij 1806, natuurlijk volgens het gereed gemaakte recept van den meester, bereid [beeft, weg te nemen. Cienoemd blad meldt tevens, dat de lieer v. lleust op die nota een antwoord naar Berlijn heeft gezonden, waarin deze staatsman zijne verwondering te kennen geeft, dat Pruissen aan deze zaak, waarover het was te zwijgen, heeft op gewarmd. Doch dit neemt niet weg dat v. Beust ten slotte te kennen geeft, dat Oostenrijk niets liever verlangt dan den vrede te bewaren en bewaard te zien. Is dit werkelijk de hoofdinhoud van Oostenrijks antwoord, dan heeft Pruissen zich niet t> be klagen. Riemen papier met vergoelijkende nota's volgeschreven, kunnen immers hetgeen iu 1800 geschreven is, met behoorlijke toelichting bovendien, niet ongeschreven maken. De koning van Pruissen wordt eerstdaags te Dresden ver. wacht, alwaar bij, als generalissimus van liet Duitsclie bonds- h ger, liet Saksische leger zal ilispcktrreii. Van daar zal hij zich naar Scllwerin begeven, om vervolgens de hertogdommen Slees- wijk eu flolstein te bezoeken. Den 2-1 September zal hij te Berlijn terug wiezen, waar zijn neef, de keizer van Rusland, hem een bezoek zal brengen. Na 's keizers vertrek verlaat de koning nog eens zijne hoofdstad, om eenige weken te Batlen- Paden te vertoeven. Men verwacht dat hij gedurende zijn ver blijf te Dresden aan dell kroonprins van Saksen met behoud van diens kommatido over de saktische troepen, het kominatuln tfet een tweede legerkorps zal opdragen, met den titel van «hger-inspekteur." Eepige dagbladen hebben in de laatstedagen herhaaldelijk (jt-W'eert dat in Duilschland verscheidt- fransche officieren in tw'.eldriiis waren genomen. De officieuse Auod-lteutsche Xeitnng verbetert dit herigt op de volgende wijze: „Het is waar, dat ni den loop van dezen zomer vele fransche officieren zich op verschillende punten van Duitschlaud vertoond hebben. Hunne paspoorten waren volkomen in orde en hielden hunne werkelijke namen in, maar die officieren hebben zich dikwijls de eigen aardige vrijheid veroorloofd, zich, onder valsehe namen en val- ■i'lf opgaaf van betrekking, iu de vreemdelingen-boeken der ■tf't!ie|itp|) in te schrijven. Dit heeft eenige malen aanleiding wgeveii <|jB officieren voor de plaatselijke overheden te roepen, l(É|1 etude zieli aangaande hunnen naam eu hunnen stand in de maatschappij verantwoorden. Arrestatiën zijn niet gedaan." met bestemming naar Engeland de Nederlandsche bark Uilen- livm kaptein Jongebloed. Kleden morgen is de kolossale mastbok der Marine, welke steeds heeft gediend tot het in- en ontschepen van zware voorwerpen, nedergelaten en zal waarschijnlijk naar Hellevoet- sluis worden overgebragt. De Nederlandsche bark Noordster kaptein Tobiassen is gisteren namiddag vertrokken met bestemming naar Noorwe gen iu ballast. Zeetydingen. liH^ing>en5 4 September, lieden vertrekt van liier f'li.tsingen, September 1868. Nog slechts weinige dagen en de opheffing der Marinewerf alhier, is een feit. Er is reeds teveel over gezegd en geschreven, dan dat ook wij nog zouden trachten, zoo vele bondig betoogde waarheden met écne te vermeerderen. Geheel Nederland weet het; of is althans in de gelegenheid het te kunnenweten, dat de slooping der marinewerf alhier zoo al geen verkeerde, dan toch eene zeer gewaagde manoeuvre is daar men nu, wil men groote schepen bouwen verpligt is tot schade en schande van de natie, bij vreemden ter markt te gaan, om dan nog voor betrekkelijk veel geld schepen te ontvangen, die naar het getuigenis van be voegde beoordeelaars wel iets te wenschen overlaten. Maar ge noeg; het doel is bereikt; men zal nu volgens het Nederlandsche defensie-stelsel alles concentreeren te Amsterdam, dat onver- winnelijk is of zal gemaakt worden Maar intusschen is die schooncgelegenheid,diebij iedere» vreemdeling jaloerscheid ver wekt, verwoest en als onbruikbaar verlaten; en daardoor een niet onaanzienlijk deel van Ylissmg'a inwoners geheel of ge deeltelijk geruïneerd. Gelukkig echter nog dat Z. M. onze Koning gehoor heeft gegeven aan de zoo dikwijls herhaalde en dringende beden om onze ongelukkige stad op eene andere wijze zoo veel mogelijk schadeloos te stellen voor de slooping der werf; zoo welwillend als geruststellend heeft doen antwoorden op de verschillende adressen deswege tot zijnen troon opgezondendaar het Hem behaagd heeft de verzekering te geven, dat de Spoor- en kanaalwerkeu, die moeten geacht worden te zijn een Xeder- landsch behing maar waardoor ook den ondergang van bijna geheel Zeeland kan worden voorgekomen zoo spoedig mogelijk zullen worden daargesteld. Vlissing's inwoners, hebben dus bij al het leed dat hun drukt toch nog reden om te danken, eu de toekomst in eenigopzigt met gerustheid tegemoet te gaan. Want er is meer; het groote woord: wij kunnen Vlissingen toch niet missen, is er uit, en al wat wij thans zien gebeuren en tegen veler verwachting iu nog zullen zien, is slechts een noodzakelijk ge volg van de voorbeeldelooze geschiktheid en schoone ligging onzer stad, om de grootste handelsplaats der wereld te worden. Nogtans echte.r zouden wij tot heden toe weinig reden heb ben om ons te verheugen, indien er geene mannen geweest waren, die trots allen onedele» naijver en zoo heimelijke als schandelijke tegenwerking ook helaas van hunue stadgenoote» onvermoeid een groot deel hunner krach ten en vermogens aan de zaak hadden opgeofferdwien het toch na vele en bittere teleurstellingen heeft inogen gelukken de bevoegde inagten op goed gemotiveerde gronden, voor eene spoedige en meer dezer stad gunstige uitvoering der werken te stemmen. Dank zijn wij daarvoor verschuldigd aan den afgetreden mi nister van binnenlandsehe zaken: den heer van Heemskerk, maar ook aan de tegenwoordigen ministers van binnenland- sche zaken en finantiën, die blijkbaar toonen onze zaak met ernst aan te trekken; en van wie wij hopen en vertrouwen dat wanneer zij officieel deze streek bezoeken, eene welver diende hulde zal worden toegebragt. Dank moet ook worden toegebragt aan den Hoofd-Ingenieur Simon, die met inachtne ming van het algemeen belang ook rusteloos werkzaam is om de groote zaak voor Vlissingen te doen worden wat zij ook met het oog op gouverneinentsbelang en zal zij de gewenschte vruchten afwerpen, worden moet. Maar en vo «ral mogen wij niet vergeten de namen te noemen van dieZeeuwsche volksver tegenwoordigers, die met woord en pen, als om strijd onze bu- langen te s'Huge hebben bepleit. De heereu J. Fransen van de Putte, lid van de eerste karner en D. van Eek, lid van de tweede kamer der Staten-Goncraal hebben bij uitnemendheid regt op eene waardige erkentenis, daar zij immer hebben aangehouden urn de zaak tot een goed einde tebmigen. Moge riet hun en allen die aan de bereiking van het gi uutc doel hebben medegewerkt of zich nog iu ons be-

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1868 | | pagina 3