w
1868. 1\0. 291. Zaturdag 22 Augustus. 6Je Jaargang,
POLITIEK OVERIIGT.
Bll\MLAi\DSCHE T1JD1MEA.
VLISS1N6SCH WEEEBLAD.
Nieuwendijk H no 101.
VLISSINGEN.
Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te
zeilden uiterlijk Donderdag avond ten S ure; de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Ceuts, behalve 35 Cents zcgclregt voor elke plaatsing.
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zatnrdags uitgegeven.
Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren.
In den tegenwoordigen toestand van ons werelddeel, geen
vrede geen oorlog, wordt natuurlijk zelfs het geringste, dat
anders onopgemerkt zou voorbijgaan, aangevat, hetzij door de
pessimisten hetzij door de optimisten, om er grond in te vinden
voor de juistheid hunner meening. Zoo b. v. zien dezulken die
oorlog wachten in de woorden des keizers, dat „hij rekent op de
vaderlandsliefde der nationale garde," welke woorden voorko
men in den brief door Napoleon III na de wapenschouwing aan
generaal Mellinet geschreven, het bewijs dat liet hoofd van den
Staat niet zeker is van het behoud des vredes. In verband met
het groote vraagstuk zal de oorlog uitbarsten of zal de vrede
niet gestoord worden bespreken de publicisten het onderhoud
dat de keizer van Rusland met den koning van Pruissen te
Schwalbach gehad heeft. Al de Parijsche bladen zeggen dat die
bijeenkomst van de twee gekroonde hoofden van zeer groot ge-
wigt geweest is; de Presse beweert zelf te weten wat te Schwal
bach tusschen Alexander II en Willem I is afgesproken: „De
czaar heeft op zich genomen het sein tot uitbarsting te geven,
door 1)1. voor te stellen: 1. algeineene ontwapening; 2. vervor
ming van Turkije; 8. aanzienlijke vergrooting van Griekenland.
Worden deze voorstellen niet aangenomen dan.... is, het be
houd des vredes onmogelijk Opmerkelijk is in deze dagen
van spanning, een artikel van den half- officiëlen Const'ilutionnel,
waarin dit blad aan de Opinion Nationale den tekst leest over
hare al te groote.... vredelievendheid!
De Pruissische gezant te Florence, de heer von Usedotu,
van wiens terugroeping sprake was ten gevolge van het incident
betreffende zijne dépêche van Junij 1866 aan generaal Lamar-
mora zal, naar thans berigt wordt, op zijnen diplomatieken
post blijven. De Pruissische regering, die alleen den toon dier
dépêche heeft afgekeurd, schijnt vooral dezen diplomaat te
Florence noodig te hebben, om er Frankrijks invloed te be
strijden.
De weduwe van den Mexicaanschen generaal Miramon
verklaart, door middel van een in dedagbladen geplaatsten brief,
het onlangs door het Memorial Iiiplomatiqeu medegedeelde be
rigt, dat de raad van voogdij van keizerin Charlotte haar, tot het
erlangen van een jaargeld, naar het Oostenrijksche hof had ver
wezen, voor ten eeneninale bezijden de waarheid. Zij verzekert,
zich in het geheel niet ter bekotning van onderstand tot de fami
lie der keizerin gewend te hebben; maar bevestigd daarentegen,
dat haar zoowel door keizer Frans Jozef als door keizerin
Eugenia een jaargeld, het eeue ten bedrage van 6000 11., het
andere ten bedrage van 6000 fr., is toegelegd geworden. Voor-
loopig heeft mevr. Miramon haar verblijf te Brussel gevestigd.
De instelling tot hulp aan gekwetste en ziekte krijgslie
den in tijd van oorlog heeft thans ook de Konstantinopel deelne
ming gevonden. Door toedoen van Abdullah-bey, kolonel en
geneesheer bij den staf der keizerlijke garde, is aldaar een comité
opgerigt, hetwelk onder bescherming van Omer-pacha, opper
bevelhebber des legers, staat en aanvankelijk een vijftigtal leden,
waaronder tien dames, telt.
De kroonprins van Italië en zijne gemalin, van hun bezoek
in België en Nederland teruggekomen, bevinden zich thans te
Baden met het voornemen, gelijk de Fransche Monitenr berigt,
om binnen kort van Badende terugreis naar Italië aan te nemen.
Vlissingen 21 Augustus.
Op het adres van de gemeeuteraad alhier aan den koning
waarbij verzocht werd de werken tot voltobijing van den
Zeeuwsch-Limburgschen spoorweg zóó te doen regelen, dat
inet de afdamming van het Sloe zoodra mogelijk worde aange
vangen, middelerwijl de spoorwegbaan van Vlissingen 'naar het
Sloe worde gereed gemaakt, het kanaal van Vlissingen naar
Middelburg worde voltooid, en alzoo zonder onvoorziene ge
beurtenissen de Zeeuwsch-Limburgsche spoorweg in IS71
voor het internationaal verkeer te Vlissingen worde opengesteld
is door den minister van binnenlandsclie zaken namens den
koning in dato 14 dezer geantwoord: dat de aanbesteding voor
het graven van het kanaal, liet maken van de baan voor den
spoorweg en van eenige andere werken tusschen Vlissingen en
Middelburg is aangekondigd; dut in de voorwaarden van aanbe
steding is bepaald dat de baan voor de spoorweg in 1S69 vol
tooid moet worden opgeleverd, om daarop alsdan de sporen te
doen leggen; dat het maken van de baan voor den spoorweg van
Middelburg tot de Ariieinuidsche haven, bet graven der kanalen
van Veere naar de Middelburgscbe haven en door de oude
Arne, en het bouwen van de spoorwegbrug over dit kanaal
vermoedelijk ook in dit jaar zullen worden aanbesteed, en dat
overigens de werkzaamheden voor de voltooijing van liet kanaal
door en den spoorweg op Walcheren en voor de afdamming van
het Sloe zoo veel mogelijk zullen worden bespoedigd.
Heden morgen arriveerde alhier ter reede Zr. Ms. rader-
stoomschip de Valk, kommandant J. F. Koopman, teu einde
het schroefstoomschip Citadel van Antwerpen van hier naar
het Nieuwediep over te brengen.
Met den 15 September e. k. wordt de heer Siedenburg
eervol ontheven van de betrekking van directeuren kommandant
der marine alhier.
Door Z. M. is ten blijke van goedkeuring en tevredenheid,
verleend: de bronzen medaille, benevens een loffelijk getuig
schrift aan F. Schweighard, kwartiermeester, en een loffelijk
getuigschrift aan de sloeproeijers G. Andrée, W. van de Velde,
M. van Pelt, C. L. Bos en J. Bareiulreclit, allen behoorende tot
de klaringspost te Bath, wegens liet reddenTler bemanning van
een aldaar gezonken Belgisch schip in den avond van 1 Decem
ber 1867.
Zaturdag ten zes ure namiddag werd op de heide, aan liet
zoogenaamde Verboden Pad, behoorende tot de goederen vai
H. K. H. de groothertogin van Saksen-Weimar Eisenach, te
zijde van den Scheveningsehen w.:g, een heibrand ontdekt, dii
kenmerken droeg van baldadig ontstoken te zijn, zonder dat mei
echter de daders heeft kunnen ontdekken. De brand is onmid
dellijk door den boschvvachter vau.H- K. H. geblusclit geworden
Dingsdag avond hoorden een paar jongens, visscheiide.i
liet Kanaal te 's Ilage, een schot Ju de Au in Ai'. Zij gingei^Jafrfo