n nevendoel, en It tot de gevolg- s.enen, terwijl, de i in dti broeder- Naar den rniiii- gvoote meerder en. en der ministers en op zeer uit en van den mini- einig waarde ge fit, dat Frankrijk niet den oorlog ill van overtuigd en alle vredelie- ;er worden vuor- 3bt. raadslaging over s hoofdinhoud op e'ide dezer dagen u.... Maar men eld werd.... Het vrede, ('s keizers was de blokkade, Islrekte verbods- Ie gelijkheid van rbeurdverklaring in Vader ontvoe franschen bodein t den Paus en st hunne nieuwe re», gedaan lieb- 11e oorlogen, niet in tijd van vollen i te dekken." En luliiig uit de inlei- Deoeinber 1S1 eliter der Napole- geldmiddelen van raadsmannen van er hoe Frankrijks middelen van een e kunnen voorzien heden veroorzaakt sselvalligheden der 3 tot nieuwe belas- eerste jaren na het punt het meest ver ter voorziening in I ngstelsel. Dit mid- iet bezwaart in de het offert aan het nenschei! het dier- dermijnt ongevoelig tot de vernietiging e beginselen aauge- lelastingen moesten lolken zouden druk- en die, door eenvou- en zijn in buitenge- jr sciiatkist te voor- dligehaam bewijzen' op slechts één punt'-- ezen: te weten het slingenzelfs in Napoleon III den, 1-1 Augustus te blijven, ntainebleau begeven- tinopel liet volgende: der Turkselie leger- couimi'ssiën die be^ i liet krijgswezen be- igten en gehecht aan i het te vreezen dat al vijzigingen in het ge- navalèrie.' De mannen 1 sultan (die trouwens 3 minister van oorlog igers Omer-paclia, yii [den. lutusscheu den de diensten van Aalie'nFuad, dén grootvizier enden minis ter vail biniienlandselie zakeil, door den sultuil bij voortduring op prijs gesteld." Te Parijs bevindt zich thans H. M. Fatuma, koningin van Moliely, dochter van een Madagaskaarsclieu prins, die naauw verwant was met koning Eadaina. Ten gevolge van een omwen teling, die haren vader noodzaakte naar Mohely de wijk te nemen, bleef zij daar onder de hoede van trouwe dienaren en onder de bescherming van den Franschen gouverneur vau May- otte. Zij ontving zelfseen geheel Fransclie opvoeding, en daarom heeft zij Parijs willen bezoeken, van welke stad men haar zoo veel had verhaald en die tlïaiis bij zoo veel andere Afrikaansche en Aziatisclie vorsten bekend is. Koningin Fatuma is een vrouw van dertig jaar, inet geregelde en sterk sprekende gelaatstrekken op haar hoofd draagt zij een tulband met diamanten Knop, en overigens is zij met veel kleinoodiëu getooid; zij gaat gekleed met een wijde Oustersche broek, een grooten mantel die tot over de knieën hangt, en paarsehkleurige laarsjes. Hare huidkleur is donkerbruin. Hetgeen de Parijsche correspondent van de Nieuwe Rot terdamse/ie courant heeft gemeld betreffende eene bijeenkomst tusschen den keizer van ttusland, den koning van Pruisseu eu den keizer der Franschen wordt thans ook door de Correspon dence du Nord-Est als autlienthiek berigt. Dit blad meldt dat de generaal v. Aloerder, adjudant van den czaar, reeds te Berlijn is gearriveerd, ooi over die bijeenkomst vertrouwelijk te onder handelen. Voor de regtbank te Algiers stond, volgens de fransche bladen, een zeventienjarig jongmensch teregt, beschuldigd van menscheiieterij. Hij had, zoo luidde de akte van beschuldiging, het lijk vau een kind opgegraven en opgegeten. De ingewanden had hij gekookt, een deel van het lijk raauw verslonden. De beschuldigde voerde aan, dat hét lijk was opgegraven door een jakhals, die het reeds half verslonden had. Toen had hij deze vreesselijke prooi aan het dier betwist en zelf er zich mede gevoed, daar hij wegkwijnde vah honger en geen kans zag voedsel te bekomen. De regters, zijnen honger en de verdere omstandigheden tot verontschuldiging in aanmerking nemende, spraken hem vrij. Kngeland. De gezondheidstoestand van Londen was in de afgeloopen week ongunstig door het groote getal sterfgevallen teil gevolge van buikloop. Er komen tevens 18 cholera-gevallen voor. Een en ander veroorzaakte eene verhoogiug van het sterftë-cijfer. teil beloope van 226, vergeleken bij dat der voorafgaande week en van 150 boven het gemiddelde getal. De prinses van Wallis is jl. maandag van eene dochter be- valten: het. vierde kind dat den prins vau Wallis geboren werd. Ik0. 1, prins Albert Victor, geb. 8 Januarij 1861; n°. 2, prins George, geb. 8 Junij 1865; n°. 8 prinses Louisa Dagtnar, geb. 20 Februarij 1867. De prins en de prinses (Alexandra van De nemarken) zijn gehuwd sedert 10 Maart 1863. De prins is 27, de prinses 21 jaar oud. Zij heeft reeds den 4 dezer des avonds ten 9 ure het Glazen Paleis bezocht om het vuurwerk te zien, dat ter eere van prins Alfred werd afgestoken. Het welkoms- feest ill genoemde uitspanningsplaats, dat het publiek aan den zoo opmerkelijk gespaarden en teruggekeerden prins gaf, door er in grooten getale te verschijnen (ongeveer 30.000 personen waren er tegenwoordig) is zeer naar genoegen afgeloopen. De toejuichingen, waarmede prins Alfred begroet werd, waren luide en menigvuldig, vooral bij het spelen van het volkslied en van een opzettelijk ter eere van den prins vervaardigd lied. Onder de vuurwerken muntte de voorstelling der Galatea, zoo als het schip van den prins heette, uit. Het schip, dal 80 voet lang was inet een mast vau 40 voet, vertoonde zeileii en touwwerk, en werd door rood en hlaauw vuur verlicht, rusteüde op eene zee in een groen licht. De verschijning der prinses van Wallis, die zich bij haren gemaal voegde, was het teeken tot eene nieuwe uitbarsting van gejuich, en de koninklijke pèrsonaadjen, die tot het laatste oogenblik bleven, schenen bijzonder voldaan. Generaal Napier bevindt zich te Londen. Te Parijs heeft hij van de aldaar gevestigde Engelscheit een adres ontvangen, Waarin liein lof gubragt en blijdschap betuigd werd wegens den goeden afloop der Abyssinische expetie. De generaal heeft daarop nagenoeg aldus geantwoord: „De goede uitslag der expeditie is vooral te danken aan den bewonderenswaardige geest die alle leden van het expeditie-corps, officieren en solda ten, bezielde, een geest van koenheid en zelfopoffering, gelijk •un dien welke tie kruisvaarders op de togteu tot verovering van liet Heilige land bezielde. Die geest, die koenheid kwamen niet zoo zeer voort uit den wensch om de Europeanen uit de Abys sinische gevangenschap te verlossen, hoewel dit natuurlijk een van de oogmerken was, als wet uit liet vaste besluit om aan de wereld te toonen dat Engeland, waar zijne eer in het spel is deze ophoudt en handhaaft onverschillig wat het koste. Er is vroe ger wel eens gezegd dat EngeUche soldaten vechten konden, maar niet konden arbeiden. Docll de togt van de zeekust tot Magdala was gelijk te stellen uiet het bouwen eener brug van vierhonderd mijlen lengte. De goede uitslag der expeditie was afhankelijk van de v'oltooijing van eene lange keten', van-eene reeks posten; zoo een van de schakels dier keteu brak; was de goede uitslag der expeditie, j-a bet gausche corps in gevaar: lie langdurige droogte begint grooten invloed uit te oefe nen op de berekening der gevolgen. Niettegenstaande het aan zien der lucht reeds verscheidene dagen regen deed verwachten, is er geen gevallen, en de wind schijnt tevens aan te duiden dat er hedt-u geen vallen zal. Onder de telegrammen, 6 dezer ontvangen, komt een uit New- York voor van 4 dezer, meldende, dat het Britsche fregat Cliar- ticlees de Mexicaansclie haven Mazatlan beschoten heeft, omdat de Britsche vlag gehoond was geworden; verder dat de president een besluit uitgevaardigd heeft, waarbij hij aan alle deelnemers in den Zuidelijken opstand, behalve die welke als misdadigers veroordeeld werden, kwijtschelding van straf verleent. De zoon van koning Tneodorus van Abyssiuië verliet den 5 dezer Valetta op een Gagelsch oorlogschip, dat hem naar Ports mouth brengen zal. Het is een vrij schrandere knaap van 7 Of 8 jaren, doch uiterst beschroomd en angstig. Zoodra kapitein Speedy, onder wiens hoede hij gesteld is, zich verwijdert, begint de jonge 'fbeodorus te schreeuwen. De gebeurtenissen in aan merking genomen, welke de knaap ondervond, wekt zijne ang stige stemming geeue bevreemding. Hij is thans in Europesclie kleederdragt gedost. In brieven uit Japan, van 2 Mei door de officiëuse Cor respondence ltalienne medegedeeld, wordt gemeld, uat de lai- koen Ier dood was veroordeeld, maar dat die straf door den mikado in opsluiting in een tempel in de provincie Mito veran derd was geworden. Te Yokohama werden commissarissen van den mikado verwacht, belast met het invoeren eener reor ganisatie van liet administratief beheer in de erfelijke bezittin gen van den taikueu. Volgens berigten, door de crtfrcrëirse Cor respondence ltalienne medegedeeld, heeft de mikado het'tégen den gewezeu taikoen Strotsbaslii gevelde doodvonnis gewijzigd eu hem, wegens zijne voorheen den lande bewezen1 dfcnsférr en laatstelijk betoonde demoedigneid, lijfsbehoud geschonken oïi'der beding dat hij hut overige van zijn leven als balling iïf dé pro vincie Mito zal doorbrengen, zijnde hem aldaar een' téippel of godsdienstig gesticht tot vaste woonplaats aangewezen', (tevens heeft de mikado bepaald, dat geen dtr medestanders va'n déii' tai koen de doodstaf zal ondergaan, zich voorbehoudende hun bij nadere beschikkingen straffen op te leggen. Intusschen is Jako- liama, Jedde en net overige van het erfelijk grond gebied van den gewezen taikoen door de troepen zijner tegenstanders be zet en onder het regtstreeksch bestuur van den mikado geko men, zoodat de staat van regeringloosheid er op gehouden heeft. J uitsoUImikI. Men verneemt uit Berlijn, dat daar in de tweede instantie de zaak van den heer Dolim, hoofdredacteur van het Kladdera- datsch, is behandeld geworden. In het door het publiek minis- sterie vervolgd nommer van dat blaadje kwam eene plaat voor, waarop de figuren van Metistofeles, Fausten Gretchen de trek ken schenen te dragen van graaf zur Lippo, graaf Bismarck en den afgevaardigde Twesteii. Deze laatste (Gretchen) verwijt, op Mefistofeles wijzende, haren minnaar het slechte gezelschap, waarmede hij verkeert. Faust (Bismarck) antwoordt: „Watkan ik er aan doen? zulke snaken moeten er ook zijn." lil de eerste instantie was de lieer Dolim veroordeeld tot 1U0 tb. boete. Het publiek ministerie verdedigde in hooger beroep de regtmatig- lieid van deze uitspraak, dewijl bedoelde teekening, volgens zijn oordeel, den töeilmaligeii minister zur Lippe krenkte in zijne ambtseer. Na langdurig overleg, bleek het geregtshof zich in grondbeginsel met de meening van den vorigen regter te ver- eenigeu; bet nam als uitgemaakt aan, dat de plaat de grenzen van geoorloofde geestigheid te buiten giiig. Het kwam, volgens thans geslagen vonnis, niet zoo zeer er op aan, welke, beteekenis men aan de figuur van Mefistofeles verbinden wilde, als wel op het feit, dat hij op dit prentje als de uitdrukking van iets zeer slecht werd voorgesteld, en daaruit vloeide oniniddelijk voortj dat inen, door den minister zur Lippe met hem te vergelijke]^ ja zelfs door dien staatsman met den gee van het booze te

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1868 | | pagina 3