BUTTENLANDSCUE TIJDINGEN. khd,. Zwitserland, noch in de nabij Frankrijk gelegen deelen van Duitschlaud; en die landen kannen wordeji beschouwd als van'fle ziekte e" «?16 van hare kiemen en oorzaken geheel be- vriH. De jongste berigten melden zelfs eene afneming der ziekte in dfie landen, waar <le veepest gezegd kan worden te huis te hjeftporen. Uit dien hoofde zijn hier te lande alle nog bestaande belemmeringen voor het vervoer van vee'eii'daarvan afkomstig» voorwerpen met 1 Julij opgeheven langs de gansche grenslinie zoowel als op onze kusten." Zr. Ms. transportschip met stoom vermogen Java, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee C. J. Damme, wiens aankomst op den 16 Mei jl. inde Simonsbaai (Kaap de Goede Hoop) onlangs werd bericht, heef. den 26 dier maand de reis naar Nederland Voortgezet. Op den 8 Junij jl. is Zr. Ms. corvet van Spijk, onder bevel •van den kapitein ter zee jhr. J. E. W. T. van Raders, in die baai aangekomen, en zou de reis naar Oost-Indië binnen weinige dagen vervolgen. Zr. Ma. monitor Heiligerlee heeft jl. zondag met Z. Exe. den minister van marine een proeftogt gedaan. Amsterdam 7 Julij. In de jl. zaturdag hier van Java ontvangen berigten wordt gemeld, dat de Nederlansch- Indische regering aan den hoofd-ingenienr der geografische dienst, dr. Oudemans, opgedragen heeft om de eclips in de Ton- tojï-baai, aan de Noordkust van Celebes, waar te nemen en daartoe het stoomschip Sumatra beschikbaar heeft gesteld, het welk met dien hoofd-ambtenaar reeds iu het begin van Mei van Java vertrekken zou, om eerst eeue reis te doen tot het uitvoeren van sterrekundige plaats-bepalingen iu en nabij het station Ce lehes. 's Q-ra.venUa.gre 6 Julij. Gisteren werd alhier met de gebruikelijke plegtigheden de 87e verjaardag gevierd van' H. K. H. prinses Maria, tweede dochter van 11H. KK. HH. grins en prinses Frederik der Nederlanden. Bij die gelegenheid was er receptie en diner bij HH. KK. HH. op liet buitenverblijf het huis de Pauw. Uit hoofde van het ongunstig weder werd er geen groote parade gehouden. "Wijhe 6 Julij. Gisteren avond ten 9'/s ure heeft men in de weide van den landbouwer Doornink iwee koeijen de achtérpooten afgesneden. De policie heeft alle pogingen in het werk gesteld om de daders op te sporen, doch tot heden zijn zij nog niet ontdekt. Zalt-Bommel 6 Julij. Aan de stellingen voor den bovenbouw der spoorwegbrug wordt met alle kracht ge werkt. De stelling aan het linker landhoofd tot pijler 10 zal binnen kort gereed zijn, terwijl men bezig is aan de regter land- hoofden met het ijzerwerk der brug. Frankrijk. In de zitting van het Wetgevend Ligcliaam, den 3 dezer gehouden, heefede heer Thiers den minister van financiën, den heer Magne, op diens redevoering in de vorige zitting uitge sproken, geantwoord en weder op nieuw en zeer nadrukkelijk betoogd, dat slechts eene verandering in de politiek eene verbe tering in den toestand kan brengen, In de zitting van den 8 dezer is het zeer ontstuimig toegegaan bij eene redevoering van Jules Favre, die het stelsel der regering zeer scherp aanviel, en betoogde dat dit de oorzaak was der buitengewone hooge be grootingen, hoewel de regering het tegendeel beweert en deze aan buitengewone omstandigheden toeschrijft. Volgens den heer Favre, is de weifelende politiek de schuld, en kan alleen eene algemeene ontwapening, waartoe Frankrijk het voorbeeld geven moet, redding aanbrengen. Meermalen werd de spreker in de rede gevallen, en toen hij aan het slot zijner rede uitriep, dat, indien Frankrijk al rijk ge- no'eg is om zijn roem te betalen, het toch niet rijk genoeg is om het keizerrijk onder de tegenwoordige voorwaarde te doen voort leven, ontstond,er in de zaal zulk een rumoer, dat geruimen tijd de schel van den president, die tot de orde riep, ongehoord bleef. ï)e midden van het gedruiseh bcirad de minister van Staat, de heer Rouher, de redenaarstribune, om de regering tegen de aan vallen van den heer Favre te verdedigen. Hij trachtte de mea ning, dat Frankrijk op den voet van gewapenden vrede staat, te wederleggen,, en zeide dat de sterkte des legers die van eene armee op den voet van vre'dê is en de verbetering der wapenen een onmiskenbare waarborg tjcór den vrede. Het keizerrijk moet op alle gebeurtenhissen voorbereid zijn, en raag niet bloot gesteld worden aan het gevaar van önmagtig te zijn om zich te verdedigen; hierbij heeft de regering echter geen nevendoel, en wenscht den vrede, ofschoon deze verlangens niet tot de gevolg trekking leiden dat Frankrijk zich moet ontwapenen, terwijl.de Fransche regering niet zooveel vertrouwen stelt in dë broeder lijke gevoelens als dë heer Favre heeft geuit. Naar den mini sterverzócht de lieerQlliviër liet woord, doch met groote meerder heid werden dë algemeene beraadslaging geslo ten. De redevoering der heeren Thiers, Favre en der ministers van Staat en financiën worden druk besproken, en op zeer uit- eenloopende wijze uitgelegd. Aan de verklaringen van den mini ster van Staat, den heer Rouher, wordt zeer weinig waarde ge hecht, en ofschoon met den minister erkend wordt, dat Frankrijk zich wapent om zich te kunnen verdedigen, en niet den oorlog uit vermaak zal aanvangen, zoo is men er toeli van overtuigd dat de regering steeds nevenbedoelingen heeft, en alle vredelie vende verklaringen der ministers door den keizer worden voor-I bijgezieit wanneer hij een oorlog wenschelijk acht. Naar aanleiding van.deze algemeene beraadslaging over i de begrooting levert de Siècle een artikel, welks hoofdinhoud op j het volgende neerkomt: „Een afgevaardigde zeide dezer dagen I dat Frankrijk voortaan Napoleontisch zou zijn.... Maar men moest weten welk Napoleontisinas hier bedoeld werd.... Het eerste keizerrijk was de oorlog; het tweede is vrede, ('s keizers woorden te Bordeaux). Het eerste keizerrijk was de blokkade, de inlandsche nijverheid beschermd door volstrekte verbods bepalingen; het tweede is de vrijhandel en de gelijkheid van vlag. Het eerste keizerrijk ging over tot verbeurdverklaring van den Kerkelijken Staat en liet den Heiligen Vader ontvoe-| ren, dien het noodzaakte de gastvrijheid op Franschen bodem j te genieten; het tweede keizerrijk beschermt den Paus en zendt daartoe zijne soldaten uit, met den last hunne nieuwe geweren te beproeven, die bij Montana wonderen, gedaan heb ben. Het eerste keizerrijk nam, ondanks al zijne oorlogen, niet zijne toe lugttot lëehingen; het tweede leent, iu tijd van vollen vrede, geld oni het tekort zijner begrootingeu te dekken." En nu volgt in liet opstel van den Siècle eene aanhaling uit de inlei ding van het decreet van Napoleon I van 29 December 181Ü, uit welke aangehaalde regelen blijkt dat de stichter der Napole ontische dynastie iu hei geheel niet over de geldmiddelen van y den Staat zoo dacht als de tegenwoordige raadsmannen van zijnen neef en opvolger Napoleon III. Zie hier hoe Frankrijk* eerste keizer zich o. a. uitdrukte: De geldmiddelen van een groot rijk moeten de middelen opleveren om te kunnen voorzien in de behoeften door buitengewone omstandigheden veroorzaakt zelfs het hoofd te kunnen bieden aan de wisselvalligheden der 7 felste oorlogen, zonder dat men toevlugt neme tot nieuwe belas tingen, omdat deze weinig opbrengen in de eerste jaren na het (i tijdstip van hare invoering. De natiën op dit punt het meest ver- i licht, hadden gedacht dat het eenige middel ter voorziening in i de behoeften zou zijn een goed berekend leeningstelsel. Dit mid- del echter is èn onzedelijk èn noodlottig. Het bezwaart in de voorbaat de geslachten, die komen moeten; het oifert aan het tegenwoordig oogeublik alles op wat den menschep het dier baarst is: het geluk hunner kinderen; het ondermijnt ongevoelig i het staatsgebouw en veroordeelt een geslacht tot de vernietiging van de latere geslachten. Wij hebben andere beginselen aange nomen; wij hebben erkend dat er zeer veel belastingen moesten zijn, die in gewonen tijd niet zwaar op onze volken /.ouden druk ken, omdat het tarief niet zeer hoog zou zijn, en die, door eenvou dig de tarieven te verhóogen, geschikt zouden zijn iu buitenge wone omstandigheden in al de behoeften der schatkist te vooc| zien." De jongste discussiën in het wetgevend ligcliaam bewijzen' dat het stelsel thans in Frankrijk gevolgd, op slechts één punt gelijk js aan dat door Napoleon I aangeprezen: te weten het groot aantal en liet hooge bedrag der belastingenzelfs in vredestijd. Volgens de Pafrie vertrekt keizer Napoleon lilden 19 dezer maand naar Plomblères, om er tot 10 Augustus te blijven. De heer Rouher hééft zich maandag naarFontainebleau begeven. De Constilutionnel meldt uit Konstaptinope.l het volgende: „Men is hier ongerust over de reorganisatie der Turksche leger- magt. Dag op dag vergaderen er nieuwe commissiëii die 1» raadslagen over al wat de hervorming van het krijgswezen, be treft. Doch daar lieden van bekrompen inzigten en gehecht aan het oude stelsel stem m den raad hebben, is liet te vreezen dal al dieschoone plannen uitloopen op eenige wijzigingen in het ge bruik der wapeuen en in de uitrusting der cavalerie. De mannen welke thans het meest in gunst zijn bij den sultan (die trouwens de zaak groolendeels zelf bestuurt), zijn de minister van oorlog Namyk-pacha, de opperbevelhebber des legers Omer-pacha,yii Djemil-bey, een zoon van den eerstgenoemde!!. Iutusscheu wur-

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1868 | | pagina 2