BllTENLANDSCHE TIJDINGEN.
lading thee, komende van China met bestemmiug naar Londen.
Dit schip was gestrand op een rif in Straat Gaspar, daarop door
de bemanning verlaten, later weder vlot geraakt, en werd drij
vend in zee gevonden. De resident van Batavia heeft het be
heer over schip en lading opgedragen aan den controleur van
de recherche; welke opdragt, volgens inzien van den consul
van Groot-Brittannie, in strijd was met de overeenkomst, t-us-
schen Nederland en zijn gouvernement aangegaan dd. 6 Maart
1856. De regering, van deze zaak gesaississeerd, besliste in de
maand November, dat het schip en de lading aan den consul
moesten worden overgegeven, die, als een gevolg daarvan, het
beheer aanvaarde. De controleur van de recherche had intus-
schen goedgevonden een aanzienlijk gedeelte van de lading, in
openbare veiling, te verkoopen, niettegenstaande daartegen door
den Britschen consul was geprotesteerd. Het provenu werd niet
verantwoord, doch de consul behield zich, in het belang der
eigenaren, de acte tot schadevergoeding voor; terwijl de contro
leur der recherche bij het overgeven van het schip en van de
resterende lading zich reserveerde, zijne vordering wegens be-
heerloon tot een bedrag van zes ten honderd op de bruto-waarde
van schip en lading, uitmakende tusschen de 30.000 en 40.000
gulden. In dien stand der zaak, en terwijl de consul bezig was
de lading in te schepen, werd plotseling aan boord van het schip
een bezoek gebragt door een deurwaarder, bijgestaan door den
substituut-grillier en twee getuigen, en in naam des konings
arrest gelegd op het schip en de zich daarin bevindende lading,
en wel krachtens eene beslissing van den president van den raad
van justitie, waarbij aan den controleur der recherche, tevens
ambtenaar, belast met het beheer van gestrande, geredde of in
zee gevonden schepen en goederen, vergunning was verleend
tot het leggen van couservatoir beslag op schip en lading ter
verzekering van het hem toekomend loon van het door hem ge
voerd beheer over genoemd schip c. a., per saldo bedragende
ruim16.000. Men verneemt, dat de Britsche consul te dezer
zake bij de regering heeft geprotesteerd."
Frankrijk.
Prins Napoleon is plotseling naar Duitschland vertrokken.
Dit vertrek geeft nogal stof lot velerlei gissingen. Volgens eene
van deze, die den meesten ingang vindt, zou de prins voorne
mens zijn geweest in den senaat het woord te voeren bij de be
handelingen der drukperswet en zijne te houden rede aan den
keizer hebben voorgelegd; deze vond ze echter te liberaal, ver
klaarde dat de prins onmogelijk zich zdó mogt uitlaten, en gaf
hem in overweging eene buitenlandsche reis te doen, ten einde
afwezig te zijn bij bedoelde behandeling.
Volgens het Journal des Travaux Publies, zou in den
ministerraad besloten zijn geene uitvoering te geven aan het
plan der prefect der Seine, den heer Haussinann, tot het leggen
\an een weg door het kerkhof van Montmartre. De keizer zou
gezegd hebben: //De openbare raeening verklaart zich tegen
dat ontwerp, waarvan de noodzakelijkheid bovendien niet vol
dingend bewezen is. Men behoort alzoo aan de Parijsche be
volking in dit opzigt genoegen te geven." De Uuioers juicht
dit besluit zeer toe; maar meent, dat men nog eene schrede ver
der zou moeten gaan en het plan van het aanleggen van het
groote kerkhof te Mery-sur-Oise insgelijks zou moeten opgeven.
Een van de merkwaardigste vorsten dezer eeuw, die
Parijs zoo lief had en nog tijdens de laatste tentoonstelling de
wandelaars op de Boulevards verbaasde door zijnen frisschen
ouderdom, de grijze Lodewijk van Beijeren, overleed zaturdag
morgen te Nizza. Hij was een Maecenas in den waren zin des
woord, vriend van Kaulbach, maar vrij smakeloos als architect,
en Munchen danktaan hem dat groote aantal leelijke half-Griek-
sche gebouwen, die in Noordelijke steden een zoo slecht figuur
maken. Lodewijk reisde altijd incognito en hoewel een toon
beeld van vorstelijke houding en manieren, kon hij er nooit toe
besluiten, zelfs op de ïuileriën, zijnen grijzen stoljas uit te trek
ken, die hem als een zak om het lijf hing. Zoo zagen wij hem
nog geen vier maanden geleden in ons midden als de eenvou
digste burger van het Quarlier du Marais.
De opstand in Yucatan (Mexico) tegen het gezag van den
president Juarez, kan als geëindigd worden beschouwd. In die
provincie is nl. aan of door de insurgeuteu een slag geleverd,
waarbij zij de nederlaag hebben geleden en hun hoofd gesneu
veld is. Yampico is echter nog in magt der opstandelingen en
wordt nu door een escader geblokkeerd.
fingeland.
Men zegt dat in het begin van April de gelieeie Britsche
kanaalvloot, uit gepantserde schepen bestaande, onder het bevel
van den schout bij nacht Warden, te Spithead vereenigd zal
worden. Het is nog niet bekend of dat eskader, hetwelk 10 of
13 schepen sterk zal zijn, eene reis naar Gibraltar zal doen.
Het Londensch genootschap van sterrekunde heeft den
Fraiischeu astronoom Leverrier, wegens zijn juiste geschrift
over het planetenstelsel, met den gouden medaille van het ge
nootschap bekroond.
Volgens berigten uit New-York van 22 Februnrij, was
aldaar het gerucht in omloop, dat bij het hoog geregtshof eene
aanvrage is gedaan om mugtiging te erlangen tot het arresteren
van generaal Thomas, wegens het aannemen der portefeuille van
oorlog, zonder dat die portefeuille geacht kon worden vacant te
zijn. Men weet dal generaal Stanton wel door den president is
ontslagen, maar dat deze weigert zijne betrekking neder te leg
gen en door de vertegenwoordiging gesteund wordt. De trans
atlantische telegraaf heeft eVenwel niets nader omtrent dit ge
rucht gemeld, zoodat het waarschijnlijk onjuist is.
In de Amerikaansche petroleum-districten kent ieder
den naam van den millionair Steele, die aldaar zulke uitgebreide
en voordeelige zaken heeft gedaan, dat zijn inkomen, nu drie
jaren geleden, ongeveer 2000 dollars per dag beliep. Sedert
dien tijd heeft zijn lot zulk eene verwisseling ondergaan, dat hij
thans den kost moet verdienen als voermansknecht, op dezelfde
terreinen die vroeger zijn eigendom waren.
Een brief van 5 Januarij, uit Japan geschreven aan kapi
tein Sherad Osborn, geeft omtrent de revolutie in Japan de
volgende bijzonderheden.
De onlusten hebben een aanvang genomen ten tijde van de
eerste toelating der vreemdelingen. De Engelscheti hebben over
deze zaak onophoudelijk onderhandeld met den taikoen, in het
denkbeeld, dat deze de eigenlijke gezaghebber was, blijkt ech
ter, dat de micado, de geestelijke keizer, meer te zeggen had
dan men geloofde, en dat de taikoen slechts de opperste der
daimio's was, welke hunnerzijds op zijne magt naijverig waren.
Het verzet tegen de toelating der vreemdelingen ging voorna
melijk uit van den mikado; de wereldlijke vorsten hadden meer
open oogen voor de voordeelen, die het verkeer met de buiten
lander aanbrengt. Toch stonden de partijen zoo, dat voorliet
oogenblik, de daimio's meer op de hand van den Mikado waren
niet omdat zij de voordeelen van den vreemden handel niet wil
den maar om dat zij die niet kregen. De taikoen toch had wel
gezorgd, dat alleen in zijn onmiddelijk gebied de havens ge
opend werden en dat de provinciën der daimio's gesloten bleven
voor het handelsverkeer. Die scheeve verhouding leidde tot
eene uitbarsting, toen de mikado door den laikoen bevel had
laten geven aan de daimio's om alle vreemdelingen te verdrij-
veu. Een der daimio's Chiosiu, volgde dit bevel op. De taikoen,
door de Engelsclieu aangesproken, beschuldigde Chiosiu van
eigenmagiig zonder zijn bevel gehandeld te hebben. Chiosiu
vatte de wapens up tegen de taikoen en werd, door vele andere
daimio's onmiddelijk bijgestaan.
De oorlog in Japan wordt echter steeds zeer langzaam ge
voerd. De Japanners vechten zeer slecht, 's Morgens tot tien
ure ee.i weinig vechten; dau ontbijten. Weder wat vechten tot
drie ure, en dan dineren en wachten tot den volgenden dag.
Dit is, zegt de correspondent, een gewone etiquett van den krijg
in Japan. Op die wijze Kunnen oorlogen zeer lang duren. Ein
delijk intusselien is de taikoen in Osaka ingesloten. De jonge
mikado is door de oproerige daimio's gevangen genomen. De
revolutie schijnt niet zoo ver te gaan, dat zij zelfs het gezag
van den mikado wil afschaften. Hare leuze is: De mikado alleen-
heerscher des lands, in vereeniging met een raad van 18 onaf
hankelijke daïmio's." De daimio's schijnen nu den jongen
rnikadu door dwang tot concessies te willen brengen. En zoo
zij hun doel bereiken, zullen zij, ieder zoo veel mogelijk, in zijn
gebied zich de voordeelen van het buitenlandsch verkeer trach
ten te verzekeren, wat voor de vrijheid van den handel op Japan
niet anders dan voordeelig kan werken. De correspondent geeft
aan de Engelschen den raad, om ten spoedigste hunne vergis
singen van vroeger te herstellen, den taikoen los te laten en zich
bij de daimio's aan te sluiten. Waarschijnlijk zal dit wel de
Eugelsche politiek in Japan worden. Althans, zij hebben reeds
bekend gemaakt dat zich in de tegenwoordige onlusten niet te
zullen mengen; iets waartoe hunne vroegere vriendschap met
den taikoen anders alligt aanleiding had kunnen geven.
JDuitschland.
Jl. maandag is het Duitsche tolparlement voor de eerste