naar Holland ver-
|:ocht en scheep ge-
i van/' 13 tot ƒ15
's alhier laatstleden
ndel beperkt; ris-
inver voor S'/< cent
iwel voor bovenge-
peii de haverjkon
pnd.
De scheepvaart van
d. Reeds kwamen
ragten het eene 35
jon visch en 33 ton
in. Gedurende toe-
li schepen voor den
ten; de vangst be
idie mede tot hooge
bnd had alhier een
jden landbouwer A.
des avond een be-
|aar wonende, waar-
Door de duisternis
zij zonk en de drie
rlijk omkwamen,
jtkar van hier naar
pllandsche paketten
shen de herberg de
j waar de straatweg
ouden door een ge-
g te mogen uieêrij-
die een zwaar kistje
len aannemen en in
naakte om in te stij-
mtstaan en kwamen
:roote manshanden
verliezen geelt de
de zweep, zet zijn
|vaar hij van het ge-
latur aanmeldde, oin
uien heeft er allerlei
deputatie van vijf
j-ukker Paul Dupont
peraden, ten getale
n aanbieden, waarbij
de benoeming van
et Legioen van Eer.
izer aan de werklie-
r eene manifestatie,
jt tot eer verstrekte,
Hing hein de onder-
ileziiis waardig liad-
jlie industrie, zoowel
penen druk, die voor
diene, dat in Frauk-
an smeedijzer werd
maanden van 1867
.eten was de vermin-
ïltjaar 1866 bedroe-
1867 429.854 ton.
oud zich eene auto-
eeds tegen 24 en 26
ordt. Die keuken is
e met paardenhaars-
imte overblijft voor
liters inhoud. Door
men 5 minuten lang
heet heeft laten wor-
:lrie uren tijds gaar
aiken. Daartoe doet
in een der door een
su op het vuur staan,
pl goed en wacht dan
ere spijzen naar om
standigheden korter oflatiger, neemt de hakken er dan uit, eu
de inhoud is volkomen gaar.
Welk eene besparing van brandstoffen dit in gewone omstan
digheden geeft, is duidelijk. Het verschijnsel heeft alleen zijne
oorzaak te danken aan liet zeer slechte warmte-geleidend ver
mogen van het bekleedsel der kast. Het aanbranden van
groenten als onderzin* is langs dien weg onmogelijk.
Engeland.
De Times koint tot het besluit dat de Fransclie legerwet
aanval uu niet verdediging bedoelt, en dat in de blijken, die
de regering geeft van een aanvallenden oorlog in de zin te heb
ben, "de verklaring ligt van den grooteren tegenstand bij -de
(zoogenaamde) wetgevende vergadering nu dan vroeger waar
nam. „Het is een gebeurtenis (zegtgenoemd blad), waarin de
vrienden van alle constitutionele regeringsvormen belang be
lmoren testellen;" en iets verder:
„De zegen der regering is de gebrekkigste geweest sedert de
oprigting van het tweede keizerrijk (ten minste over eeuig zake
lijk, nuttig onderwerp), zoowel wat de amendementen van tegen
stand als het getal oppositie-stemmen bij de beslissing betreft,
De groote beteekeilis is dat de Fransclu' natie begint zich te
doen gelden." De Times laat in dit artikel min of meer door
stralen dat de dagen van het Fransehe eesarisme geteld zijn,
indien het keizerlijk bewind niet over de stemming der wet
nadenken en er zijn voordeel mede doen wil. Juist in deze nieuw
gekregene inagt, oin het Fransehe leger (zoo als de wet dit be
paalt) te kunnen mobiliseren, is liet groote gevaar, zoowel voor
Frankrijk zelfs als voor Europa, gelegen, en uit den aard van
dit gevaar ontsproot de sterke tegenstand en als gevolg daarvan
is de wet zoo onwelkom bij liet volk; want men moet niet ver
geten dat al de bedenkingen tegen de wet op het verledene zien.
Menigeen was van gevoelen dat de keizer misslagen beging, dat
er een tijd was toen uitbreiding van ltaliaanscli of Duitsch
grondgebied door kracht van wapenen belet had belmoren te
worden; doch bijna allen zouden onder de gegeven omstandig
heden oorlog als een grooteu misslag beschouwen, grooterdan
eenige der vroegere, tot wier wegneming deze oorlog zou moe
ten dienen." Het is natuurlijk dat het vooruitzigt van een
Fransch leger van 800.0U0 man aan Engeland even weinig als
aan eenigen anderen staat bevalt, en dat eene aansluiting bij de
groote mogendheden van Europa, Pruissen en Rusland, slechts
een natuurlijk gevolg zou zijn van de dreigende houding dien
de keizer der Franschen tegenover alles aanneemt.
Een der dagbladen maakt gewag van eene redevoering,
die de heer Goldwin Smith in University College over de „laat
ste rcpubliekeiiien iu Rome" hield, denkelijk om het oordeel
van den redenaar over Julius Caesar te kunnen aanhalen, in
tegenstelling met dat van Napoleon IIdie wenscht zijnen oom
Napoleon I op gelijken lijn met den Romeinsche Caesar te stel
len. Volgens den heer Smith was Julius Caesar de stoutmoedig
ste gelukzoeker, zonder beginselen of ontzag voor beginselan,
en die zich noch voor betoon van getrouwheid of wettigheid
liet beperken, een politieke dobbelaar omringd van dobbelaars,
die met de hoogste belangen van den Staat hun spel dreven,
als speelden zij rouge et noir. Misschien dacht de heer Sinith
nog aan anderen dan aan Julius Caesar toen hij dit oordeel velde.
-In den vorigen zomer, tijdens het bezoek van den sultan
van Turkije te Londen, is Fazil-pacha, de broeder van den
onderkoning van Egypte, op verlangen van een schuldeisclier
in hechtenis genomen, maar den volgenden dag, tegen borg
stelling, weder op vrije vosten gesteld. Fazil-pacha heeft daarop
bij de regtbanken eene klagt ingediend, strekkende om te be-
toogen dat zijne arrestatie onwettig was, oindat bij tot het ge
volg van den sultan behoorde. Voor eenige dagen heeft het
Court of Queen's Benchiu die zaak uitspraak doende, beslist,
dat Fazil-pacha werkelijk, volgens verklaring van den ïurk-
sche gezant te Londen en van den Turkschen minister van bui-
tenlandsche zaken, tot bet gevulg van dun sultan behoorde en
de borgen van limine verpligting ontslagen.
Van veel belang is de gevangenneming van een sedert
gernimen tijd nagespoorde Fenian, Clarey genaamd, die onder
gevaarlijke omstandigheden voor de policie geschiedde, doelt
gelukkig zonder noodlottige gevolgen bleef. Twee policie-die-
naren hielden jl. zaturdag avond, ten gevolge van ingewonnen
berigten, de wacht in Bedfort Squaoe (nabij Oxfort Street) en
zagen weldra Clarey, die welgekleed was, aankomen. Gevraagd
zijnde waar hij woonde noemde hij College Street. Toen de poli
cie—«lieiiaar inet vragen voortging deed Clarey hem vallen en
liep weg. De twee policie-diinaren volgden dadelijk, en op
ongeveer twintig passen genaderd zijnde loste Clarey een
pistool, doch zonder te raken, hoewel de kogel langs het hoofd
van een der policie-dienaren gonsde. Een tweede schot, op den
anderen gelost, miste gelukkig evenzeer. De jagt werd voortge
zet onder het geroep „houd den dief" tot dat een koetsier, die
zich in de buurt bevond, Clarey pakte. Terwijl hij viel loste hij
een derde schot, dat echter slechts de hand des koetsiers kwetste
en het haar van een der policie-dienaren die intusschen gena
derd was, zengde, daar de kogel, zoo als later bleek, door cel!
pennetje, dut in liet houtwerk van den loop stak, belemmerd was
geworden, liet gelukle den policie-dienaar de pistool, die 12
of 14 duim lang en van Amerikaanscb maaksel is, aan Clarey
te ontnemen, Fenian met het handvastel eenige slagen aan bet
hoofd toebragt.
fOuitsclilancl.
Uit Weeuen schrijft men van den 18 Januarij: Heden werd
liet stoffelijk overschot van keizer Maxiiniliaan aangebragt. De
geheele stad was als 't ware in rouw gehuld. Eene digte mei,i-
schenmassa verdrong zich bij liet spoorwegstation, lang vddr
dat de trein, die het iijk zou overbrengen, van Triest zou aan
komen, en de menigte werd later zoo groot, dat de hulp van
eene sterke afdeeling kavallerie en policie noodig was, om zoo
veel baan temaken, dat de stoet passeeren kon. In het station
waren de personen bijeengekomen, die uitgenoodigd waren om
het lijk in ontvangst te nemen. Zoodra de trein aankwam, kre
gen de troepen bevel om liet geweer te presenteeren; de met
ffoers overdekte trommels werden geroerd, en de klokken be
gonnen te luiden. De lijkbaar werd door twaalf gedecoreerde
matrozen uit den wagen getild, die expres voor dit doel was
vervaardigd. Toen. de lijkbaar op het perron van liet station
was neergezet, bad de inzegening plaats, waarna dezelfde matro
zen haar naar de keizerlijke lijkkoets droegen, een open, rijk
verguld en met. rood fluweel gedecoreerd rijtuig, waarmede het
lijk naar de keizerlijke kapel werd overgebragt, om na verloop
van 24 uren te worden bijgezet.
- Maandag namiddag ten 3 uren is onder het luiden van
alle klokken der stad Weetien het lijk van keizer Maximiliaan
in de gewelven der Kapucijner-kerk bijgezet. Langs de straten,
waar de stoet passeerde, was het gedrang zoo groot, dat op sorn-
mige plaatsen de drie rijen militairen onvoldoende, waren om
het volk terug te houden. Iri de kerk wachtten de keizer, de
keizerlijke familie en de hooge staatsbeambten liet lijk af. Alle.
Europeschu vorstenhoven hadden zich laten vertegenwoordigen.
In de kerk, die geheel met zwart behangen en bevloerd was en
waar alle zit- en bidstoelen met zwart overtrokken waren, werd
de lijkkist nedergezet en du lijkdienst en wijding gehouden. De
officiant en andere geestelijken gingen daarna 'vooraan naar de
gewelven, gevolgd door de kist. die door de Kapucijners en
eenige adelborsten der marine gedragen werd; daarop volgden
de keizer, de andere broeders van den overledene, de minister
van het huis des keizers, de vice-admiraul Tegettlmtf, en twee
der dienstdoende kaïuurlieeren. In het gewelf werd de kist nog
maals gewijd, en na het houden der gebeden werd door den
minister van het huis des keizers het lijk plegtig aan de zorg
der Kapucijners overgedragen en hun een der sleute ls oierliau-
digd, terwijl de andere in de schatkamer zal bewaard worden*
De deelneming onder het volk was ook zeer groot.
De keizer heeft aan admiraal Tegetthofl eigenhandig den vol
genden briefgerigt: Waarde vice-admiraul' v. Tegetthoff! Gij
hebt de u opgedragen moegelijke zending naar Mexico met even
veel doeltreffende yoorzigtigheid als persoonlijke zelfopoffering
volvoerd, ierwijl ik u hiervoor tien dank van mij en mijne
familie breng, verleen ik u tevens, onder erkenning van uwe
ten alle tijde bewezen uitstekende diensten, het grootkruis
mijner Leopolds-orde, met vrijstelling van tie lasten. Frans
J ozef."
Dezer dagen bestond er ernstige bezorgdheid voor een con
flict tusschen de beide lakken van vertegenwoordiging in Beije-
ren, aangezien de rijksraad bij de behandeling der militaire wet,
het artikel betreffende bet contingent had verworpen. Hierop
is, ouder goedkeuring des konings, door het gouvernement een
voorstel tot bemiddeling gedaan, dat in de zitting van den 19
dezer aangenomen is, zoodat de definitieve aanneming dier wet
thans aan geen twijfel meer onderhevig is. Ten gevolge van dit
voorstel zal de sterkte van het actieve leger tot in 1871 niet
meer dan één percent der bevolking bedragen, terwijl na verloop
van dien termijn het jaarlijksche contingent bij eene speciale
wet zal worden vastgesteld. De rijksraad heeft bij deze gelegen
heid tevens den weiiscb uitgesproken, dat de koning iii over
weging zou nemen uf het bevorderen eu het pensioneren van
officieren niet bij de wet zou zijn vast te stellen.
Door zeker aantal leden van het Pruissische huis van afge
vaardigden is een voorstel ingediend, strekkende tot hfet verlee-