het beeld ontdekt, of onmiddellijk werd het met vlaggen getooid
en dien avond a giorno verlicht, terwijl van tijd tot tijd ben-
gaalsch vuur werd ontstoken. Alles kwam op de been, en in
jaren heeft Delfshaven zulk een feestdag niet gekend. De jeugd,
anders zoo baldadig, heeft uit eerbied voor oud-Hollands admi
raal, zelfs niet getracht het beeld in het minst te beschadigen.
Naar. men zegt, is het beeld des nachts door twee werklieden
van de cementsteen fabriek en eenmr. steenhouwer vervaardigd.
Bij het beeld was dien dag een bus geplaatst voor de armen van
de verschillende gezindten.
Harlingen 13 Januarij. Overal hardrijderijen op
schaatsen in Friesland; overal bij die gelegenheden vreugde en
blijdschap onder de prijswinners; soms ontevredenheid bij de
premiewinners. Treurig echter was de wedstrijd te Waaxens,
want 1 mededingers vielen door het ijs en kwamen jammer
lijk om.
HellevoetsLuis 14 Januarij. Negen landver
huizers zijn heden met het Engelsch stoomschip Swinland, via
Huil, naar Amerika vertrokken.
'si Grravenhage 12 Januarij. Het is aan de
ijverige nasporingen van de policie alhier gelukt, den dader te
ontdekken van den onlangs gepleegde» diefstal in de roomseh
katholijke kerk te Wassenaar. Eene vrouw, de beminde van den
dief, had zilveren voorwerpen in de bank van leening verpand.
De teepster is herkend. Een gedeelte van liet bedrag der
opbrengst van de gestolen voorwerpen heeft gestrekt om een
nieuwen omslagdoek aan te koopen. Aanvankelijk ontkende zij
in de bank van leeuing te zijn geweest, doch nadat zij met be
ambten van de bank was geconfronteerd, moest zij spoedig tot
bekentenis overgaan. Welligt is de dader van dezen diefstal
dezelfde persoon, die de kerken te Voorschoten en andere omlig
gende plaatsen heeft bestolen.
Frankrijk.
De Patrie neemt niet alleen het berigt over eene in Japan
uitgebarsten omwenteling (welke het aftreden van den tegen-
woordigen taïkoen ten gevolge zou gehad hebben) als waar aan,
maar meent ook, dat die gebeurtenis niemand bevreemden kan,
die met de politieke gesteldheid van genoemd rijk bekend is. De
taïkoen, zegt het officiëuse orgaan, is een eenvoudig leenman,
rijker en magtiger dan de overige duïmios, maar die, gelijk de
Japansche geschiedenis overvloedig leert, onvermijdelijk het
onderspit moet delven, indien dezelaatsten tot zijnen val besloten
hebben. „Een der invloedrijkste daïmios (zegt de Patrie) prins
Chiosu, heeft verleden jaar den taikoen reeds den oorlog ver
klaard; de toen gesloten vrede was slechts voorgewend; thans i
hebben de groote leen-mannen van den taikoen hunne poging
hervat en het spel gewonnen." Volgens een telegram, gedag-
t.eekend Jokohama 6 December, is het bewind van Japan thans
in handen van den Mikado, bijgestaan door een raad van daïmios.
Een wetenschappelijk "tijdschrift bevat eene berekening
van de lengte der spoorwegen. Volgens deze opgave zijn er
21.178 geografische mijlen spoorweg, en wanneer men aan
neemt dat op alle banen slechts enkel spoor ligt, dan zou deze
lengte reeds voldoende zijn om de aarde nabij den evenaar met
vier evenwijdig loopeude spoorbanen te omgorden. Vijl maan
den zouden er noodig zijn voor een sneltrein, om deze banen te
berijden. De kosten van aanleg der spoorwegen berekent men
op 46.625 millioeu franken, en opdat deze jaarlijks slechts 4
pet. over de aandeelhouders zullen afwerpen wordt vereischt dat
de zuivere dagelijksehe ontvangst meer dan 5 millioen franken
bedraagt. De verschillende maatschappijen bezitten ongeveer
40.000° locomotieven en 1.200.000 rijtuigen, waarmede dage
lijks ruim drie millioen reizigers en 2 7 mill, centenaars vracht
goederen vervoerd'worden. Voordtdurend zijn 1 tot 1.200.000
personen aan de maatschappijen als vaste ambtenaren verbon
den.
Hetzelfde tijdschrift geeft ook een opgave der lengte van de
telegraafdraden. Deze hebben een lengte van 116.786 geogra
fische mijlen, waarmede men in staat zou zijn om een dubbele
lijn tusschen de aarde en de maan te maken, terwijl er dan nog
een draad overblijft waarmede de aarde driemaal omwonden kan
worden. Ongeveer 38.000 personen zijn op de 13.000 tele
graafkantoren der aarde werkzaam, en dagelijks worden alleen
in Europa 58.000 telegrammen verzouden. De kosten van
onderhoud van dit telegraafnet beloopen jaarlijks, in ronde
cijfers, de som valï 4.0 millioen franken.
Engeland.
Het berigt voor eenige dagen in de City verspreid als zou de
stoomboot Santurn, op de hoogte van Montevideo, met bijna 400
personen, waaronder de Engelsche gezant in genoemde plaats,
vergaan zijn, wordt ten eenenmale onjuist geacht, op grond van
13 dagen latere berigten uit Rio, die er geen woord van melden.
Koningin Victoria heefteen dagboek uitgegeven van hare
reizen in Schotland. Exemplaren van dit werk, allerprachtigst
gebonden, zijn aan verscheidene gekroonde hoofden ten ge
schenke gezonden, o. a. een aan den schrijver van het leven van
Julius Cesar. Het eerste gedeelte van dit dagboek is gewijd aan
de twee eerste bezoeken, die de koningin aan Schotland heeft
'gebragt, namelijk in 1842 en 1844.
- Volgens den Atlieenschen correspondent van den Times
Beweert onder anderen de partij van financiële oneerlijkheid
aldaar, dat Griekenland, bij het aangaan der leeningen van 1S24,
25 maal grooter was dan nu, doch de correspondent toont aan
dat de Grieken, die tegen de Turken streden, minder grondge
bied bezaten toen zij de genoemde leeningen sloten, dan het
Griekenland van 1S32, onder de beschermende mogendheden
opgerigt, besloeg. Uit de leening van 1S24 werd lord Byrous
voorschot van 1823 betaald, hetgeen verkregen werd ter beta
ling van eenige schepen tot ontzet van Missolonghi, terwijl lord
Byron zich te Cëphalonië bevond. Ten slotte zegt genoemde
schrijver: ,/De oppervlakte van het terrein van den opstand is
dus geen grond, waarop de weigering der betaling van leenin
gen aan Griekenland, in het uur van haren grootsten nood ver
dedigd kan worden."
Te Antran (Ierland) heeft de jury een man die van aanran
ding van een persoon beschuldigd was, vrijgesproken, op grond
van tegenstrijdigheid in de getuigenissen; en daarna viel het
volgende voor: De voorzittende heer Ottway, advocaat der
kroon, tegen den woordvoerder van den jury: „Wat zegt ge
daar?" „Ik zeidedat de getuigenissen niet overeenstemmen."
De heer O. „Kom, kom, gekheid, ge kunt vertrekken.
Wacht even; ik weet niet hoe ik met die uitspraak handelen
moet, het is eene verdraaide uitspraak, en (een wetboek ope
nende) ik heb de magt den jury te bevelen zijne uitspraak te
overwegen en te veranderen, afs deze mij strijdig met het regt
voorkomt. Ik weet niet regt of ik dit niet zal doen; doch ik zal de
uitspraak maar laten gelden, ofschoon ik nimmer eene gehoon!
heb waarmede ik zoo onvoldaan ben." Tot den beschuldigde:
„Sta op; de jury ik kan dien naam tenaauwernood bezigen
de twaalf mannen, die den eed aflegden om over u te.oordeelen,
hebben u vrijgesproken. Ik voor mij üeloot' niet dat er ooit
iemand voor het geregt kwam, wiens sciiuld meer bewezen was
dan de uwe. Ik zal echter de uitspraak aannemen, eene uit
spraak die schadelijker is voor de uitoefening van het regt dan
eenige andere ooit gedaan. Gij zijt ontslagen." Tot den jurv
Vertrekt, heerengij zult, maak er staat op, nimmer wéder in
een jury zitting nemen zoolang ik het beletten kan."
Dezer dagen is een matroos der marine, Charles Read,
tot vijfjaren dwangarbeid veroordeeld, omdat hij weigerde tegen
de ïemaus dienst te doen. Hij lu-eft aan den krijgsraad eene
schriftelijke verdediging van zijn gedrag ingediend, waarin hij
als reden voor zijne weigering de Fenians te bestrijden opgeeft,
dat hij in die lieden niets anders zien kan dan ontevredenen,
welke handelen als „de worm, dien men onbarmhartig vertrapt."
Dezer dagen is per telegraaf uit China gemeld, dat te
Hongkong een uitgestrekte brand heeft gewoed. Uit de dings-
dag van daar ontvangen mail berigten blijkt, dat die brand op
donderdag 28 November des avonds ten 7 ure is uitgebroken
in het katoen-magazijn der firma Morgan, Lambert C°. aan
den Koninginneweg. De brand sloeg dadelijk over op de hou
ten gebouwen der firma Shelhass C°., die weldra geheel in
vlam stonden. Spoedig was alles in de weer; hoogere en lagere
autoriteiten, officieren van het leger en de vloot, soldaten, ma
trozen, zij allen snelden te gelijk met de brandspuiten naar de
plaats des onheils, om onder medewerking van een groot aantal
personen uit de Chinesche bevolking deel te nemen aan de
maatregelen tot blussching en redding. Er was dus hulp genoeg
voorbanden, doch ongelukkig ontbrak het aan het meest drin
gend vereischte in zulke oogenblikken, namelijk aan orde en
discipline. De policie, van wier maatregelen natuurlijk zeer veel
afhing, was een geruimen tijd nergens te vinden, evenmin als
de mauschappen die aan de spuiten moesten werken, zoodat men
zich aanvankelijk moest behelpen met een paar particuliere
spuiten, voor zoover men die tijdig genoeg daar ter plaatse kon
krijgen. En toen men eindelijk zoover klaar was dat er eene ge
regelde hulp kon georganiseerd worden, ontstond er alweder
oponthoud, doordien eerst de zeelieden met de militairen'twist