BllTENL.yDSCHE TIJDINGEN, lemsoord de officier van gez. 8e kl. J. Nijers; op Zr. Ms. wacht schip alhier de officier van gez. Se kl. G. F. Bochat. De officieren van gez. 2e kl. P. J. van Vfageninge en N. C. Slegt worden met dien zelfden datum gedetacheerd bij het hos pitaal der marine te Willemsoord; terwijl de officieren van gez. 3e kl. C. Enthoven en B. Léon mede den 1 December bij-ge- uoemde inrigting worden geplaatst. De adelborst le kl. H. C. Achenbach, behoorcnde tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, is met den 20 dezer op non-actief gebragt. In de week van 1010 November zijn in het geheele rijk aan cholera overleden 12 personen, waarvan te Rotterdam 9, te Zevenbergen 1, te Oosterland 1 en te Gulpen 1. Een onbekende heeft dezer dagen aan het rijksarchief een kostelijk geschenk toegezonden. Het bestaat in eene groote verzameling oorspronkelijke brieven, meerendeels door onze vlootvoogden en kapiteins aan de admiraliteiten van Zeeland en op de Maas gerigt. Daar zijn er verscheidene onder van de Ruyter, de Trompen, Witte Corn, de Witt, Bankert, de van Nessen, enz. Het archief der voormalige admiraliteit wordt hierdoor aanmerkelijk aangevuld. De onbekende gever heeft de historische wetenschap zeer aan zich verpligt. Het hoofd-comité der Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, ingesteld bij 's konings besluit van 19 Julij 1867, heeft hare statuten openbaar gemaakt. Deze vereeniging stelt ten doel1. In tijd. van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmidde len te helpen verzachten, ook dan wanneer hare hulp wordt ge vraagd door oorlogvoerende natiën, terwij! Nederland in den oorlog niet betrokken is; 2. In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn. Amsterdam. Dingsdag is alhier in de parochie kerk vail den H. Augustinus een plegtige lijkdienst voor de gesneuvelde pauselijke zouaven gevierd. De ruime kerk zou moeijelijk een talrijker menigte, dan dien morgen tegenwoordig was, binnen hare ter plegtigheid versierde muren kunnen be vatten. Het priesterkoor was in bet zwart gehuld, doch het groote gouden kruis gekroond met het pauselijk wapen en de zilveren driekroon met de twee sleutels; de doodsbaar in het midden van het koor, doch met palmtakken omvlochten; vier piramidiale driehoeken, waarvan elk in zijn zwart veld een der volgende zilveren opschiften droeg: Fro Vei Ecclesia, voor Gods Kerk;pro Petri seile, voor Petrus, Stoelpropatria voor het Vaderland; pro Papa rege, voor den Paus-Koning; terwijl het veld van het voetstuk verheerlijkt was met de met lauweren omkroonde namen der gesneuvelden te Monte-Libretti en te Mentana. Dat alles, overgoten met het overvloedige licht der talrijke waskaarsen, getuigde wel is waar dat hier een dood herdacht werd, een dood, die jongelingen trof, doch een dood, die hen trof op het veld der overwinning en onder de banier van Christus Stedehouder op aarde. Naast de doodsbaar stonden, in hun uniform van pauselijk zouaaf, twee onzer edelmoedige jongelingen, die ons met eer te Rome hebben vertegenwoordigd. De H. Mis werd opgedragen door den Eerw. heer de Kruyf, den ijvervollen man, die zich onverpoosd zoo vele werkzaam heden voor onze vrijwilligers getroost; en de preek werd gehou den door zijn niet minder ijverigen medewerker, den Eerw. heer van Hertum. Dat zijn welgesproken woord tot de harten door drong, dat het de gemoederen heeft getroffen en verheven, kan ieder vermoeden, zoodra hij weet dat ons de zouaven werden voorgesteld als mannen en mannen heelt onze tijd zoo noo- dig als mannen van geloof en gebed; van boetvaardigheid en onsehuidvan liefde en offer. De bewijzen, die de Eerw. spreker heeft aangevoerd, waren ontleend aan de treffende gezegden of aan brieven der jongelingen zei ven; aan de getuigenissen, die Z. H. de Pausen andere kerkprelaten in Italië over onze zouaven hebben uitgesproken, en aan de daden zeiven van onze jeugdige helden. Cats (Zeeland). De aak van den schipper Cornelis van Nispen Ju., geladen met beetwortelen, van hier bestemd voor de suikerfabriek des heeren Wittouek te Bergen op Zoom, is op de hoogte van Gorishoek (Ooster-Schelde) door hevige» wind beloopen en aldaar gezonken. 1 >e schipper met zijn knecht, Renier Schot, zijn jammerlijk verdronken. Van Nispen laat eene vrouw met drie kinderen na. Doi-clreclit 24 November. Gisteren namiddag is een aakschip, geladen met waalsteen voor de spoorwegwerken alhier, en zeilende voor den wind, op de riiier voor het Groot- hoofd aangevaren door de nienw gebuuwde s eepboot Union III, komende van de werf van de heeren Smit en bestemd naar Vlis- singeii, ten gevolge waarvan het schip onmiddellijk is gezonken. De zich aan boord bevindende personen, zijnde de schipper, diens vrouw en dochter, zijn gelukkig gered. Leeuwarden» Bij de nadering van het winter- saizoen begint de schapendieverij in deze provincie weder in zwang te komen, doch gelukkig weet de justitie de schuldigen te achterhalen. Dit laatste was verleden dingsdag het geval te Sneek, waar een paar Leeuwarder jongens juist werden geattrap- peerd toen zij in de schuit herwaarts zouden terugkeeren met het geld bij zich van 9 verkochte schapen, 's nachts te voren te Weiduin gestolen. Vrijdag 11. had alhier de arrestatie plaats van een reeds vroeger bij herhaling gestraften arbeider van Tjaileberd, die 's nachts te voren aldaar een schaap en een lam ontvreemd en ze op de markt alhier verkocht had. Oostburg-27 November. Ter heden alhier ge houden varkensinarkt waren aangevoerd 73 stuks, die tot iets hoogere prijzen dan in de vorige week nog al zeer goeden aftrek hadden. Frankrijk. Dagelijks worden door de polieie nog huiszoekingen ge daan, waarop bijna altijd inhechtenisnemingen volgen. Thans zijn de proclamatiën openbaar geworden, welke de inhechtenis neming van de heeren Naquet, Acolas en meer anderen veroor zaakt hebben. Hot zijn drie stukken, in zeer oproerige woorden vervat. In het eerste wordt gezegd, dat Frankrijk sedert vijftien jaren zich zelve niet meer toebehoort en alle vrijheden verloren heeft. Zijne rijkdommen zijn verspild, de besparingen van eene halve eeuw vernietigd en, even als het vroeger de hoop was voor alle volkeren, zoo drukt het thans op hen als een zwaar juk. Het wordt door de regeringen aller volkeren bespot; de eer van Frankrijk is in gevaar, en de roein van zijn leger twee malen gecompromitteerd. Verder wordt er woordeljjk het "olgende in gezegd: „Het keizerrijk valt in ruïnen; zullen wij ons onder zijn puin laten begraven? Staat op, burgers! De onreine han den, die ons lot gewelddadig beheerschen, schromen niet zich met den modder van alle slechte hartstogteu te bezoedelen, om de burgers ten ouder te brengen, die aan Frankrijk zijne vrij heid, waardigheid en zekerheid hergeven willen. Laten wij op elkander vertrouwen. Laten wij de groote nationale baan der eer en vrijheid weder betreden. Frankrijks heil is hiervan afhankelijk." De tweede proclamatie is van den volgenden inhoud: „Franschen! Bonapartes regering is op de misdaad gegrond vest; zij heeft Frankrijk sedert zesden jaren met smaad bedekt. De man der misdaad, de goddelooze overweldiger onzer regten, de Bonaparte, wil ons daarenboven nog tot, zijn werktuig ge bruiken om andere volken te onderdrukken. Fransehen! zullen wij dat dulden? Gisteren de Mexicaansche beschimping, heden de Romein- sche. Deze domme politiek laat zich door een von Bismarck dupeeren, en maakt onze met roem overladen soldaten tot gen darmen van den Paus. Is de beker der schande niet tot den rand gevuld? Zullen wij dan ons geweten, onze eer, ons be staan opofferen aan dezen onbekwamen gelukzoeker en zijn bende? Frankrijk bewerkt zijn eigen ondergang; de industrie is in gevaar; fabrieken worden gesloten; de staking van den arbeid neemt toe; de ellende klopt aan onze deur. Wij moeten kiezen: of onder het bestuur van dezen man onteerd te worden en langzaam weg te kwijnen, of het bestuur over ons lot in onze handen over te nemen. Burgers staat op!" In de derde proclamatie wordt het volgende gezegd „Volk van Parijs! Het is nu zestien jaar geleden dat de repu bliek geworgd werd. Een man maakte zich meester der vrijhe den van allen. Hij bemagtigde Frankrijk, om het met zijne spitsbroeders te deelen, en toen nam zijne misdaad jegens het volk den vorm van reatvaardigheid aan; zijne luimen zijn onze wetten; zijn dralen, zijne lafheid, zijne onbekwaamheid schen ken ons vrede of oorlog. Volk! wat hebben wij gewonnen met ons zeiven op te offeren? Er werden ons rijkdommen beloofd in ruil voor het verlies onzer vrijheden. Werklieden, die brood verlangt! heeft liet keizerrijk u rijk gemaakt? Wat is er ge worden villi den rijkdom der burgers, toen de ondernemingen, die van hooger hand beschermd werden, ten onder gingen? Men beloofde ons roem in ruil voor het verlies onzer waardig heid. Soldaten! men heeft u inden uniform gestoken, om Chi nezen en Cbehin-Chinezen te worgen, om de Mexicaansche

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 2