BUITEMANDSCUE Ï1JD1ME.1
heeft bevonden dat de verslagene in den put lag, met het hoofd
naar beneden, zijnde het lijf niet geheel onder water; dat toen de
verslagene uit die put werd gehaald, onder het ligchaam werd
gevonden een pet, door den beschuldigde den vorigen dag ge
dragen; dat men den beschuldigde dien morgen ondervraagd
heeft, en hij erkende dat het zijne pet was, doch voorgaf dat
hij bij het verlaten der tapperij was gevallen, toen zijn pet had
verloren en door de duisternis vergeefs naar dezelve had ge
zocht; dat het hem onbegrijpelijk is hoe zijn pet in de put is
gekomen; dat hij teveus opmerkzaam gemaakt zijnde op de krab
ben welke hij in het aangezigt had, heeft te kennen gegevendat
hij die had bekomen door een ongeluk, hetwelk hij voor eenige
dagen bij het verrigten van zijnen arbeid had gehad, hetgeen
evenwel door de daarover gehoorde getuigen wordt tegen
gesproken; dat nog door de echtgenoot van den verslagene
wordt medegedeeld, dat haar man in den morgen van den vorige
dag het huis heeft verlaten om afbraak te koopen, en ten dien
einde een bedrag van minstens 60 aan geld heeft medegenomen;
dat bij onderzoek van het lijk des verslagene slechts eenige centen
zon gevonden, terwijl verder is gebleken dat door hein géene
inkoopen of betalingen gedaan waren; dat mede door getuigen is
verklaard, dat door den beschuldigde onderscheidene malen aan
den verslagene om geld is gevraagd, hetgeen echter door dezen
is geweigerd, waaruit kan worden opgemaakt, dat hij de weten
schap had, dat hij geld bij zich had. De beschuldigde, in wiens
bezit de ontbrekende gelden niet zijn gevonden, heeft het hem
t.en laste gelegde steeds blijven ontkennen en is alsnu ter
teregtzitting bijgestaan door den advocaat mr. C. F. '1'. J. van
Maanen.
_A.ssen 20 October. Het hof van Drenthe beeft drie
kolonisten uit Veenhuizen schuldig verklaard aan schriftelijke
bedreiging van brandstichting. De eerste, E-svan B., oud 22
jaren, "geboren te Amsterdam; de tweede, C. van S., oud 31
jaren, geboren te llaamsdonk, zijn veroordeeld ieder tot eene
tuchthuisstraf van 5 jaren, en de derde, J. \V. H., oud 39 jaren,
geboren te Leiden, tot eene correctionele gevangenisstraf van
6 maanden. Uit liet onderzoek moet gebleken zijn, dat gemelde
personen die brandbrieven hebben geschreven uiet liet doel om
uit de kolonie te komen, omdat zij liever den tijd in een gevan
genis willen doorbrengen.
GS-oes 21 October. De afdamming der Ooster-Schelde
wordt dagelijks meteen 100 man krachtig voortgezet. Vooral
de westzijde is voor een groot gedeelte afgewerkt en met steeu-
glooijing bezet; aan den anderen kant is men daarmeê druk
bezi". Daar men in de westzijde echter in den regel den mees
ten storm te wachten heeft, moest deze vóór den winter het best
en stevigst verzekerd zijn. De zijden en de bovenlagen van den
dijk worden dik gekleed met vetten grond en belegd met zoden
uit het schor bij den Frederika-polder, die de locomotief Zeeland
van daar door den Reigerbergschen polder en vervolgens over
den staats-spoorweg naar den dam voert. De locomotieven
Noord-Braland en Ooster-Schelde snorren eiken dag onop
houdelijk den dam op en neer, om in de nabijheid van Bergeu-
op-Zoom uit eene aanzienlijke en lange hoogte (berg), waar de
spoorweg door heen gaat, zandgrond te halen, die in het dijks-
lio-chaam verwerkt wordt. Nu de zijden zoo goed voorzien zijn,
zal men, al beuken de winterstormen die met breeden golfslag,
het werk op den dam ongestoord het geheele naderende saisoen
kunnen voorzetten, en met den 1 Julij 1868 geheel geëindigd
hebben, om de lijn Goes—Bergen-op-Zoom voor het publieik te
openen, dat zeker niet vertraagd zal worden.
mulst 23 October. Was men over eenige maanden
hier algemeen verheugd, dat de beruchte brandbriefschrijver,
die zooveel ongerustheid had veroorzaakt, in de handen der
policie was gevallen, en koesterden wij toeii de hoop dat dezen
omtrek nu wel voor goed van zulke booswichten zou zijn gezui
verd, wij hebben ons in onze hoop teleurgesteld gevonden; nog
eenegrootere misdaad, nl. eene wreedaardige afgrijselijke moord,
beeft over eenige weken in dezen omtrek plaats gehad, die nu
pas is bekend geworden. Den 1 September jl. werd bij den land
bouwer T. Burm, te üraauw, een knecht vermist, F. van Grim
berg genaamd, uit de naburige gemeente Koewacht afkomstig,
en was sedert dien tijd spoorloos verdwenen; niemand had hem
nog gezien terwijl hij zijn kofter met eenig gewoon daagseh goed
erin bij den boer bad achtergelaten. Eenjmdc-re knecht, A. de
Looze, te Bergen op Zoom geboren en sedert eenigeu tijd in
deze omstreken woonachtig, gaf Burm, waar hij nu ook woonde,
te kennen, dat hij, omdat zijn kameraad vertrokken was, ook
ging vertrekken, zonder dat echter de boer hierdoor eenige
kwade vermoedens op hem kreeg. In de afgeloopen week ech
ter kwam A. de Looze bij T. Burm, om de kist van F. van Grim
berg, zeggende dat bij door den faatsten gelast was dien te
I komen halen, en tpt staving van zijn gezegde liet hij den boer
den sleutel der kist zien, die hein door den vermisten knecht was
ter band gesteld. De boer gaf te kennen, dat bij aan niemand
de kist afstond dan aan den eigenaar zelf; daarop toonde, naar
men zegt, de zich voorgevende boodschapdoener een brief, zoo
hij zeide van zijn kameraad. Dit kwam de boer vreemd voor,
zoodat hij besloot het den burgemeester van Graatiw kenbaar te
maken, door wien het bij liet kantongeregt alhier werd overge
geven. Bij onderzoek bleek het al spoedig dat hij hier in de stad
eene horologie moet hebben verkocht,'die op nieuw verkocht
bij iemand kwam die er mede bekend scheen te zijn als aan den
vermisten knecht toebelioorende. Bij verder nadenken herin
nerde de arbeider van den boer zich ook bij het voltassen van
een gedeelte der schuur nog al veel lossen, pas omgewerkten
grond te hebben bespeurd, denkende dat dit door mollen of
ander ongedierte was veroorzaakt. Toen de policie hiervan ken
nis kreeg, moest onmiddellijk dat gedeelte der schuur geledigd
worden, waar men dan ook het lijk van den vermoorden in eene
staat van ontbinding heeft terug gevonden. A. de Looze heeft
zijn wanbedrijf reeds bekend, en zijn kameraad, naar hij zegt,
ten gevolge van oneenigheid, verinoord. Of dit laatste nu^dé
juiste waarheid is, kunnen wij natuurlijk niet zeggen, maar dat
men het in twijfel zou kunnen trekken, zal blijken als wij zeg
gen, dat de moordenaar zich van al het beste goed van zijn
kameraad heeft meester gemaakt, zijn horologie heeft verkocht
en zelfs zit bij bier in de gevangenis met eene broek gekleed,
die hij van den vermoorde ontvreemd heeft. De schouwing van
het lijk heeft de moordenaar met de grootste verhardheid bijge
woond; hij was het ininst bewogen van al die er bij tegenwoor
dig waren en zelfs bekende hij dat hij van Grimberg met een
ijzer het hoofd heelt verbrijzeld, een en ander verklaarde hij op
eene wijze dat men over de verstoktheid van hem moest ver
baasd staan, en wij hebben uit een zeer gunstige bron vernomen
dat hij vroeger, toen hij in militaire dienst was, wegens verzet
tegen zijne overheid, ook voor drie jaren is gestraft geweest, en
bovendien vroeger nog van andere wanbedrijven is beschuldigd.
Frankrijk.
3?arijs 21 October. Men verzekert hier dat der regering
van Victor Emmanuel tot donderdag tijd gegeven is, om te be
wijzen dat het haar ernstige wil is de September-conventie te
handhaven, en het wordt als niet onmogelijk beschouwd dat
Frankrijk, om nadruk aan zijn ultimatum te geven en dit aan de
wereld te toonen, een gedeelte der troepen zal inschepen en voor
Civita-Vecchia doen kruissen, totdat de Italiaansche regering
middelen zal hebben gevonden om Frankrijk te bevredigen. De
Elendard doet uitkomen dat in gewone tijden zes dagbladen
voor en vijftien minder of meer tegen de regerings-politiek zijn,
en thans niet minder dan veertien de bedreiging aan Italië toe
juichen.
Het bevestigt zich dat Maarschalk Niel, admiraal lligault de
Genouilly en Forcade de la Roquette, in den ministerraad op
een interventie hebben aangedrongen, doch, naar men thans
verhaalt, zou het besluit hiertoe voornamelijk te danken zijn
aan de krachtige taal van den minister van buitenlandsche zaken,
de Moustier, waardoor zelfs de minister van staat Rouher, die
zich afkecrig van elke inmenging iu de Romeiiiscbe aangelegen
heden betoonde, er ten laatste gunstig voor gestemd werd.
Jl. zondag morgen ten zes ure hebben in bet park van bet
kasteel van Beuzeval, toebehobrende aan prins Murat, diens
zoon (prins Achilles Murat) en markies de Rouge geduelleerd.
De markies kreeg een verwonding in den voorarm, en toen ver
klaarden de getuigen dat.... aan de eer voldaan was. De secon
danten van den prins waren de heeren Jeröine Napoleon-Patter
son en Clary.
Deze weck werd 's nachts te Parijs een groot aantal der
ijzeren stoelen (men zegt meer dan lOU('), «elke op de Champs-
Èlvsées en de boulevards zijn geplaatst, door een onbekende
kwaadwilligen gebroken en vernield; een bewijs van de slechte
organisatie van ue policie der hoofdstad, niettegenstaande men
de dagbladschrijvers, die zich ongunstig over de heeren policie—
agenten uitlaten, tot geldboete en gevangenisstraf veroordeelt.
Nu zegt de Frausojiinan, die met alles spot, zoowel met het toilet
der keizerin als met de „zwarte stippen" des keizers en den val
van liet Créd'd-Molilier, dat de regering, welke onder hare
oogen de vernieling van zoovele „stoelen" duldt, zeker geene
expeditie zal ondernemen, om er te Rome één te behouden.