VLISSIN6SGH WEEEBLAD.
1867. N°. 248. Zaturdag 26 October. 5de Jaargang.
B1MENLANDSCHE TIJDINGEN.
BUKEAO:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven
Abonnemeutsprijs per drie maanden 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren eu Post
directeuren.
'i
Nieuwendijk H no. 101.
VLISSIN6EN.
Advertentien gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure-, de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing.
Met genoegen geven wij eene plaats aan den navolgenden
brief, tvelke dienen kan èn tot logenstraffing der leugenachtige
berigten die ineu zoekt te verspreiden, èn tot bewijs dat de Paus,
die zwakke grijsaard, in staat is door eenige dappere jongelingen
de Garibaldistische benden te beteugelen, die het Italiaansche
gouvernement, volgens eigen getuigenis, niet bij magte is te
bedwingen.
Rome 15 October 1S67.
Dierbare Zuster i
Doordien bet reeds een jaar geleden is dat ik u eenen brief
heb gezonden, is het mij thans echter niet mogelijk langer te
zwijgen, en vooral bij eene gelegenheid zoo als deze, betreffende
den ongelukkigen toestand van den Pauselijken staat. Reeds
zoolang ik mij in Italië bevind koesterde men vrees dat er eene
uitbarsting zou plaats grijpen, betzij van den kant van Victor
Emmanuel of van den kant van Garibaldi; alles bleef echter rus
tig, wel is waar hadden er nu en dan eenige schermutselingen
plaats met de briganten in het gebergte, doch dit was van weinig
beteekenis, thans echter verkeeren wij in eenen toestand, die
zeer betreurenswaardig is, en onzen geëerbiedigde;! vorst, den
grooten Pius IX, mogelijk van zijnen troon zal stooten, ja, wie
weet, of bij niet door den eenen snoodaard of den anderen het
leven zal worden ontnomen, doch alvorens dit plaats grijpt zal
er geen zouaaf meer bestaan, neen, dan zullen wij allen eerst ons
leven voor hem hebben opgeofferd.
Om dan zooveel mogelijk een kort verslag van den tegen-
woordigen toestand te geven, kan ik u melden dat Garibaldi
zich met een sterk leger van zijn helsch gespuis in de pauselijke
staten bevindt. Er hebben reeds sedert eenige dagen eenige ge
vechten plaats gehad in Viterbo en plaatsjes in dien omtrek ge
legen, en zijn reeds verscheidene mijner wapenbroeders gekwetst
en gedood. Nu twee dagen geleden is er een detachement zou-
aven slaags geweest met de garibaldianen. Pit detachement was
slechts sterk 60 a 70 man, en werden verrast door een duizend
tal garribaldisten. Van den kant van Garibaldi zijn er ongeveer
300 gesneuveld, tien zijn er van onzen kant gekwetst en naar
Rome overgebragt. Men koestert vrees dat de overigen meeren-
deels zullen gedood zijn, daar wij bier nog van geene bepaalde
tijding weten; de zouaven hebben zoodanig gestreden, dat één
persoon 14 garibaldisten met de bajonet doorstak en door ver
moeidheid niet meer kon, den marteldood moest ondergaan door
in stukken gesneden te worden.
Dit is reeds de vierde maal dat zij zoo slaags zijn; wij denken
met onze compagnie ook spoedig te vertrekken en mogelijk dat
wij genoodzaakt zullen zijn in Rome te blijven, daar men iederen
dag verwacht dut Garibaldi Rome zal aanvallen, de revolutie zal
uitbreken en bet dan bier een bloedbad zal worden.
Ziedaar dierbare zuster en zwager de stand der zaken. Voor
zeker zullen wij elkander op deze aarde niet meer zien, doch ik
hoop u alsdan hierboven in een beter vaderland aan te treffen.
Aangenaam zou bet mij zijn een paar regelen van u terug te
ontvangen, doch schrijf dan spoedig, anders is bet mogelijk te
laat; doet vooral mijne hartelijke groeten aan mijne zusters en
broeders en de geheele familie, en zeg hun allen van mij hartelijk
vaarwel! Na u van harte te hebben gegroet noem ik mij uwen
liefhebbenden broeder
C. J. IIl'lstaart,
Pauselijk zouaaf 2e battaillon le compagnie. Rome.
Vlissingen 25 October.
Het bouwen van een steenen uitwateringssluis met wachthuis,
ten westen van deze stad, en het graven van een gedeelte der
MiddelburgVlissingschen watergang, zal den 28 November
worden aanbesteed.
Gisteren is alhier gearriveerd het nieuw gebouwd rader-
stoomsehip Wester-Schelde, bestemd voor de dienst op de Wes-
ter-Scbelde, waarmede donderdag a. s. zal worden begonnen.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer F. F. van
Suchtelen, als ontvanger der directe belastingen, in- en uit
gaande regten en accijnsen te Vlissingen, behoudens aanspraak
op pensioen.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uit
gaande regten en accijnsen te Vlissingen, den heer P. H. Maer-
tens, thans controleur der directe belastingen, in- en uitgaande
regten en accijnsen te Hellevoetsluis.
In de week van 1319 October 1867 zijn drie gevallen
van veetyphus voorgekomen in de gemeente Vierpolders.
Bij bekendmaking van den Hamburger senaat, van 9
October 1867, zijn de verbodsbepalingen en beperkende voor
schriften op den invoer van vee, hooi, stroo, enz. aldaar, vervat
in de verordeningen van 13 en 25 September 1865, 31 Januarij,
4 April, 14 Mei en 21 December 1866, 7 Junij en 22 Julij
1867, buiten werking gesteld.
Amsterdam. Jl. dingsdag heeft voor het provin
ciaal geregtshof alhier te regt gestaan Harmen van der Meulen,
oud 53 jaren, wonende te Beverwijk, van beroep werkman, be
schuldigd van: 1. doodslag, voorafgegaan of gevolgd door eene
misdaad; welke doodslag gestrekt heeft om het plegen van die
misdaad gemakkelijk le maken, of de ontdekking daarvan voor
te komen; en 2. diefstal met geweldoefening; ten laste van
den beschuldigde blijkt, dat hij in den avond van den 10 Novem
ber 1S66 te Wijkeroog is gekomen met den verslagene Jan Mul,
in de tapperij van Michels; dat de verslagene daar drank heeft
gevraagd voor zich en de beschuldigde en andere daar aanwezige
personen; dat de verslagene eenigen tijd na het gebruik van veel
sterke drank de tapperij beeft verlaten, zoo bij zeide om te wate
ren; dat de zoon van den tapper eenige oogenblikken daarna in
de tapperij komende, te kennen gaf dat de verslagene buiten
voor de deur lag; dat dit door den kastelein aan den beschul
digde werd medegedeeld en hem werd verzocht die man te buis
te brengen, meenende de kastelein dat bij zijn baas was, uithoofde
hij hem gedurende den gebeelen avond als zoodanig had genoemd;
dat de beschuldigde toen de tapperij heeft verlaten en niet weder
is teruggekeerd; dat op den volgenden morgen de zoon van den
tapper op het erf aan het werk willende gaan en langs de aldaar
aanwezige waterput gaande, vernam dat daarin een man lag;
dat de rijksveldwachter, op verzoek van den tapper gehaald,