VLISSIMSCH WEEEBLAD.
he
1867. i\". 239 Zalurdag 24 Augustus.
Jaargang.
4
4'/,
3
4
5
4'/,
4
3
a1/-
3
84'/,,
91
59
11%
38
1Ï7
78s/,
31s/,
45
66'' 16
50"/,
Ï2'/,
657
a JB 63, G2,ls u 60'/2.
del stil.
:u f 13.75 aangeboden,
tijljes ter markt, waar-
uieuwtje werd voor de
goede drooge soort tot
waliteit f 5.75 a f 6.50
cdaan.
maar zeer klein en Re
ut 1' 10 a f 10.25 werd
van 1' 10.50 tot f 11.7»
kt hedeu vrij goed t»e-
ge, (iersten Koolzaad,
auke drooge fierst *as
genoegzaam soutineer-
7.75 f8.15. Winter-
10.60 af 12.
f 13.25, Roege f 7.50
- f-.Boekweit
nen f a 1'
af Witte
G raauwe dito f
3n.
2l/2pct., 5S7/9
64
IJN
elegenheid zich
'ERHEID plaats
met de eerst»
e'/s Cents
FAN IN HOU!}
ictus, dat gratis
ÜSTRA.TIE.
teckenivgcn van
oemite katholieke
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven
Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nonimers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren cn Post
directeuren.
Nieuwendijk H no. 101.
VLISSINGEN.
Advertontiën gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure-, de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor el ken regel meer 10
Cent-», behalve 35 Cents zegel regt voor elke plaatsing.
GERARDUS PETRUS WILMER, door de genade Gods en
de gunst van den Apostolischen StoelBisschop van Haar
lem, Assistent-Bisschop bij den Pauselijken Troon, aan de
Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom zaligheid
in den lieer
(Vervolg en slot.)
Wij zagen die woorden door alle eeuwen heen tot op dit
oogenblik vervuld worden. Immers de geheele katholieke wereld
als 't ware bevond zich aan de voeten van Pius; en gelijk wij
van den Apostel Paulus lezen, dut hij zich naar Jeruzalem be
gaf om Petrus te zien, en hem, gelijk de LI. Chrysostoinus
en Hieronyrnus verklaren, als aan liet Opperhoofd der Kerk
zijne hulde te bewijzen, zoo ook zagen wij nu de opvolgers der
Apostelen, aan Petrus in Pius de tastbaarste blijken van eer
bied en gehoorzaamheid toonen: aan hein als den plaatsbekle
der van Jesus Christus en Opperherder der geheele Kerk op
aarde, verslag en rekenschap geven van het geestelijk beheer
der kudde die hun is toevertrouwd: en nieuwe krachten putten
uit de bron, uit het middenpunt van eenheid, uit het goddelijk
oppergezag van Petrus, dat in zijn opvolgers voortleeft.
L)it zagen, dit ondervonden wij, B. G., ja wij ontwaarden dien
werkdadigen invloed van bemoediging en sterkte, waarvan Zijne
Heiligheid in zijne Allocutie gewaagt, die van bothoofd der Kerk
uitgaat, en, om zoo te spreken, aan het graf, aan de heilige asch
van Petrus is verbonden. Niets was aistoen ons dierbaarder,
dan op die heilige plaats de gevoelens van onderdanigheid en
standvastige liefde te vernieuwen, welke wij reeds met de ove
rige Bisschoppen, in hun eenparig antwoord aan Zijne Heilig
heid, hadden uitgedrukt, ons bereid verklarende, om door de
genade ondersteund, in alles zijn lijden, zijne zorgen en arbeid
te deeleu.
En hoe werden wij in dit besluit bevestigd, toen wij bij de
beschouwing van de graven der HLI. Apostelen, die tevens
martelaren geweest zijn voor het Geloof, dat zij verkondigden
en wij belijden, onze aandacht vestigden op eene andere pleg-
tigheid, die dezen grooten dag onderscheidde: wij bedoelen de
Heiligverklaring van zoo vele gelukzaligen, inzonderheid der
Nederlaudsche iVlartelaren, die onder den naam van Martelaren
van Gorcum bekend zijn. Treilend en verheven is ten allen tijde
de plegtigheid, waarbij liét zigtbaur Opperlioofd der Kerk, na
ernstig en langdurig onderzoek, na rijp beraad, met al den luis
ter en majesteil omgeven die de II. Godsdienst voorschrijft, als
plaatsbekleeder van Jesus Christus, door zijn beslissend woord
diegenen onder liet getal der openlijk vereerde heiligen opneemt,
wier uitstekende heiligheid door tallooze bewijzen gestaafd, en
wier glorie in den Llemel door God zeiven met ontegenspreke
lijke wonderen is bevestigd.
ISooir, B. U., vergeten wij die zalige dagen, waarop wij ten
jare JSt)2 aan zulk eene feestviering voor de eerste maal deel
namen, en toch werd die indruk, hoe groot hij ware,,beden voor
ons o\ertroii'en En geen wonder: immers het gold hier eene
Heiligverklaring van Martelaren, die in ons Vaderland geleefd,
gearbeid, geleden en gestreden hebben; die ook in ons Bisdom
bij eigene heiliging de zaligheid van ontelbare zielen hebben be
werkt: het gold hier geloofshelden, negentien in getal, zoo van
de reguliere als saiculnre Geestelijkheid, die ten jare 1572, nabij
de stad Brielle, op 't wreedaardigst zijn ter dood gebragt. En
waarom? uit afkeer en haat tegen de katholieke godsdienst; en
in 't bijzonder, zooals ons de Pauselijken Bulder Zaligverklaring
getuigt, om hunne onwrikbare standvastigheid in de belijdenis
van twee groote waarheden des Geloofs: de wezenlijke tegen
woordigheid van Jesus Christus, Goden mensch, in het Aller
heiligste Sacrament des Altaars, en het goddelijk Oppergezag of
Opperherderschap van den Paus van Rome.
Wij zullen hier over de geschiedenis dier marteling niet ver
der uitweiden: zij is u trouwens bekend, en het Apostolisch
decreet hunner Heiligverklaring zal u die nader mededeelen.
Slechts twee zaken stippen wij hieraan: vooreerst dat de katho
lieke Kerk, en met haarde katholieken van Nederland, door de
verheerlijking van deze Heiligen, niets anders beoogt, dan vol
gens hare leer, in hen vrienden en broeders te zien, wier voor
beeldige- levensuitgang ons moet aansporen om hunne voetstap
pen, hun geloof na te volgen, en wier glorie in den Hemel ons
met vertrouwen op hunne voorbede bij God moest vervullen;
daar zij door de genade en verdiensten van onzen aller en eenigen
middelaar Jesus Christus, veilig voor zich zeiven, bezorgd zijn
voor ons, opdat wij door diezelfde genade ondersteund, hierna
maals met hen gekroond mogen worden.
Op de tweede plaats vestigen wij onze bijzondere aandacht op
de twee geloofswaarheden, die de Martelaren door hun bloed be
zegeld hebben.
Hoe heerlijk, B. G., schijnt hier de leiding der goddelijke
Voorzienigheid uit, dat juist in deze tijden, waarin de Godheid
van Jesus Christus, onzen aanbiddelijken Verlosser en Zaligma
ker, openlijk en bedektelijk, hier zoowel als in andere landen
wordt aangerand; waarin zijne goddelijke zending en wonderen
worden geloochend; waarin de bronnen zijner genaden, de HH.
Sacramenten, en inzonderheid het aanbiddelijk Sacrament van
liefde, miskend en gelasterd worden; waarin men net goddelijk
en onafhankelijk gezag zijner Kerk, dat in Petrus en zijne wet
tige opvolgers achttien eeuwen voortduurt, tracht te vertreden
en te verguizen; waarin men slagen op slagen toebrengt aan den
Opperherder om de schapen te verstrooijen, en de Kerk, als ware
zij op zand gebouwd, te vernietigen ons in katholieke land-
genooten de heldhaftigste voorbeelden worden aangewezen, om
die waarheden met nog levendiger geloof te belijden, met nog
vuriger liefde tc omhelzen, en haar ten koste van alles wat de
wereld aanbiedt, ja, behaagde het God, ten koste van ons leven,
naar het voorbeeld onzer glorierijke bloedgetuigen, getrouw te
blijven.
En zietdaar, B. G., wat ons hart en onzen geest van vreugde
deed opspringen in onzen God en Zaligmaker, toen wij met
velen onzer landgenooten liet onwaardeerbaar geluk inogten
smaken, bij die plegtige feestviering in de H. Stad tegenwoor
dig te zijn, en daaraan in onze onwaardigheid zelfsdeel tenemen.
Wij loofden, wij dankten God, die wonderbaar is in zijne Heili
gen, wij smeekten vurig met en voor u, dat door het lijden, de
verdiensten en de voorspraak dier heilige schare, dezegen des
Hemels rnogt afdalen over de H. Kerk en haar zigtbaar Opper
hoofd. Wij baden toen in het bijzonder voor ons Bisdom, voor
onze hooggeschatte Geestelijkheid en Geloovigen, die wij naar
het voorbeeld van den" Apostel Paulus steeds ronddragen in ons