VLISSINGSGH WEEEBLAD. 1867. N°. 234. Zalurdag 20 Jul ij. 53e Jaargang, POLITIEK OVERLIGT. '-V. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nominers 10 Cent. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post directeuren. Nieuwendijk H 110. 101. VLISSIHGEK. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelvegt voor elke plaatsing. Men spreekt in de laatste dagen veel van een bondgenootschap tusschen Frankrijk en Oostenrijk, hetwelk betrekkelijk langen tijd, reeds vóór den treurigen afloop van den oorlog in Mexico, in de grondslagen althans zou gevormd zijn. Men merkt, in weerwil van den moord op den keizer van Mexico gepleegd, eene doorgaande goede niet alleen, maar van dag tot dag inniger en sprekender verstandhouding en zamen werking tusscheu de kabi netten van Weenen en Parijs en mede tusschen beide keizers. Vele bewijzen worden door verschillende dagbladen aangevoerd, om de gronden aan te toonen, waarop deze veronderstelling rust van dit bondgenootschap. Vooreerst de duidelijke teekenen, welke men bespeurt van een bondgenootschap tusschen Rusland en Pruissen, cloen veronderstellen den toeleg bij Frankrijk en Oostenrijk, om tegen Rusland en Pruissen elkander wederkeerig te verstaan. Vervolgens merkt men teregt op, dat de keizer van Oostenrijk, in rouw en diepe droefheid over den moord op zijnen keizerlijken- broeder gepleegd, waarvan de schuld voor een groot, gedeelte, tot ia Frankrijk toe door de onderdanen van Napoleon zeiven, aan Frankrijks keizer geweten wordt, niettemin, en dit kan alleen uit hoog politiek belang, op zeer goeden voet blijft met Napoleon j ja zelfs meldt men als vrij zeker, dat de reis van keizer Frans Jozef naar Parijs stellig zal doorgaan, naar men verzekert in het laatst van Augustus, terwijl Zijne Keizerlijke Hoogheid, behalve de keizerin, met zich zal nemen, onder meer, de heer von Beust en den graaf Andrassy. Het grootste bewijs evenwel, dat pleit voor bedoeld bondgenootschap, kan gezien worden in de omstandigheid, dat gedurende de tentoonstelling van Parijs en vóór en tijdens het verblijf van de souvereinen van Rusland en Pruissen aldaar, de keizer van Oostenrijk, terwijl toen nog niets bekend was van het treurig lot van den keizer van Mexico, niets van zich deed hooren. Vreemd is het, zoo moet men denken, terwijl Ruslands keizer en de koning van Pruissen zoo luisterrijk onthaald werden in Frank rij dat de keizer van Oostenrijk zelfs niet genoemd wordt, terwijl genoeg zaam de goede verstandhouding tusschen Frankrijk en Oosten rijk hekend was. Zouden de eerste grondslagen van het bondge nootschap tusschen Weenen en Parijs niet voor goed gelegd zijn tijdens het conflict over Luxemburg? En zou het bondgenoot schap niet reeds zóó gevestigd en zóó rijp zijn geweest vóór de komst van Ruslands souverein en Pruissens koning in Parijs, dat de keizer van Oostenrijk gerus-telijk in de zekerheid van het reeds in 't geheim gesloten verbond, zijne hooge buurheeren heeft laten gaan naar Parijs, ten einde zelf, volgens afs1 raak met Napoleon, de laatste souverein te wezen die Parijs bezoekt, om de verdere bepalingen van het bondgenootschap met den Fran- schen keizer vast te stellen? De virklaringcn van den heer Eoulier, in-antwoord op de uiteenzetting van de aangelegenheden van Duitschland door de lieercn Jules Favre en Garnier Pages, zijn heden het onderwerp van alle gesprekken. Over het algemeen toont men er zie i weinig over voldaan. Sed< rt lang gaat de lieer Rouher do jr voor een vijand van den oorlog; maar het publiek weet maar. al te goed, dat de minister geen andere zending heeft dan te zeggen wat de keizer wil dat hij zeggen zal. De vredelievende taal van den minister boezemt dan ook geen sterk vertrouwen in, te minder daar de militaire toebereidselen nog altijd voortduren. Heden nog vermeldde <!e MonitcuTy dat de maarschalk Niel 2b batterijen artillerie, die men vroeger meende te kunnen missen, heeft hersteld. Wanneer het gouvernement het vertrouwen van het publiek in het behoud van den vrede volkomen wilde her stellen, zou het noodig hebben den weg van liberale hervormin gen opregtelijk in te slaan. Te regt of ten ouregte is men over tuigd, dat wanneer de regering den oorlog wil, dit is omdat zij aan het land geen meedere vrijheid geven wil. Zoo lang deze meening bij het publiek bestaat, zullen al de verklaringen der officiële redenaars onvermogend zijn, om bij het publiek het vertrouwen te vestigen op het behoud van den vrede. Meer dan ooit werkt men te Parijs aan het tot stand brengen van de alliantie met Oostenrijk. De Oostenrijksche dagbladen verbergen dat niet, en de correspondenten uit Weenen, gewoon- lijk goed onderrigt, wijzen allen op de pogingen, die aangewend worden om eene toenadering tusschen te hoven van Parijs en Weenen tot stand te brengen. Die correspondenten melden tevens, dat de reis van keizer Frans Jozef naar Parijs stellig voortgang zal hebben. Naar men aldaar verzekert, zal de keizer in het laatst van Augustus te Parijs aankomen en vergezeld zijn van graaf Andrassy en den heer von Beust. Aangaande Maximiliaans inhechtenisneming wordt uit Vera- Cruz nader gemeld, dat de keizer na zijne gevangenneming in de Kruiskerk te Queretaro werd gebragt, met omstreeks 400 man. Allen waren gedwongen op den grond te slapen en kregen hun voedsel in houten nappen. Het drinkwater moesten zij halen uit een grooten steenen bak, die vroeger gebruikt was om paarden te drenken. Deze werd eens per dag gevuld, zoodat het 's nachts laauw en gevuld was met ongedierten. De keizer kreeg tengevolge van deze behandeling een aanval van dyssen- terie. Vijf dagen lang lag hij zonder geneeskundige hulp en kort daarna werd bevel gegeven 0111 dc kerk te ontruimen. De keizer werd toen overgebragfc naar liet Capucijner-klooster. Twaalf Mexicaansche soldaten werden belast met zijne bewaking en deze schenen er steeds een soort van genot in te vinden om de wijze te bespreken, waarop hij zoude gevonnisd worden. Toen Escobedo den gevangene bezocht, behandelde hij hem erger dan een hond, en schaamde zich zelfs niet hem in het aangezigt te spuwen. Ofschoon de tegenwoordige president der Vereenigde Staten van Noord-Amerika eerst den 4 Maart 1869 aftreedt, worden nu reeds kandidaten aanbevolen om Andrew Johnson in zijne hooge betrekking op te volgen. De zes voornaamste dier kandi daten zijn: generaal Grant, de meest populaire; de heer Chase, voormalig secretaris van staat onder Lincoln, thans voorzitter van het hoog-geregtshof; de heer Wade, een volbloed radicaal, die het meest er toe heeft bijgedragen om de reactioimaire plan nen van Johnson te doen mislukken; Horatio Greely, die zoo ijverig heeft gearbeid voor de invrijheidstelling van Jefferson Davis; generaal Butler, die echter wenscht niet in aanmerking te komen, en Robert-Üe^-e^-opperbevelhebber der Zuidelijke legers. A f;-.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 1