- - be- tolhuis is behouden gebleven; ook de brandspuit letter B. van' Jg Bosch heeft zeer veel tot stuifing van het verwoestende ele ment bijgedragen, vooral omdat ook zij zoo spoedig op de plaats des onheils aanwezig was. De huizen waren geassureerd, van het overige verbrande nagenoeg niets. jiapenbvirg 10 Mei. Tot ons leedwezen moe ten wij berigtcn dat de WelKerw. lieer Mol, pastoor alhier, be noemd is tot pastoor te Dorst, nabij Breda, ilet vele goede, dat die brave priester in onze gemeente lieefi gestiulit, doet ons zijn vertrek diep betreuren. Zutpiien 13 .Mei. In den aanvang van den afgeloo- jien nacht, beeft een booswicht zich toegang welen te verschaf fen binnen liet luiis van den bejaarden nol.iris, den lieer U. te Hengelo. Nadat hij de meid onder een behendig voorwendsel naar"de keuken had gezonden, is hij onverwachts op den grijs aard gevallen, heeft hem verscheidene Sneden met een groot mes in liet aangezigf en in'den hals foegebfagt, én hem'daarna met een knuppel zulk een geweldigen' slag óp clen arm gegeven dat hij bewusteloos nédérviel. Daarna moet de Onverlaat Zoo veelgeld en waarden bij elkander hebben gebragt, als hij op dat oogenblik kon worden en is in allerijl vertrokken. Naar inen zegt, moet de toestand van zijn slagtoffer niet zonder drei gend gevaar zijn. De justitie, die heden in den ochtend kennis van liet gebeurde ontving, heeft onmiddellijk alfe vereiselité maat regelen genomen om den moordenaar op te sporen en te doen vatten. lunnuNsisfiii: TIJBHI;EA Frankrijk. Farijs 13 Mei. IIet wordt zeer opmerkelijk geacht dat de mededeeling vah den rahviSttèr van buiteulandsche zaken, over den vrcdèfiéVenden afloop der Luxemburgsche kwestie, in den senaat en liet wetgevend ligchaani zeer koel werd aangehoord. Toen een der leden van'laatstgenoemde vergadering toejuichte/ hoorde men van alle kanten sissen, waaruit wel bleek dat men met de mededeeling niet zeer ingenomen was. Sommigen zien in den afloop der kwestie dan ook niets anders dan een terugtrek king voor Frankrijk. Zoo als bekend is, beeft de minister van staat, Rouher, alle pogingen in het werk gesteld om een vredelievenden afloop te bewerken. Er wordt nu verhaald dat cfe keizerin hem in zijn pogen krachtig aangemoedigd en ondersteund had, en zelfs de keizerlijke prins naar zijn gevoelen gevraagd was omtrent Luxemburg. Toen men hem vroeg of men met Pruissen oorlog moest vo-ren, zou hij geantwoord hebben,: //De oorlog is een groot ongeluk!" //Dit is zoo, wij weten liet, maar welk is uwe ineening dan. Moet men oorlog voeren of den vrede bewaren?" Hierop herhaalde de prins zijn eerste gezegdeyen bleef liet her halen, totdat hij eindelijk op de herhaalde vragen zeide: //De Pruissen moeten Luxemburg verlaten." //Au,-dit is zeer goed," werd hem geantwoord, „maar zoo zij eens weigeren de Vesting te ontruimen?" „Zij moeten Cr uit vertrekken." „Ja, dit hebt gij reeds gezegd; maar zoo zij eens hardnekkig weigeren dit te doen?" „Welnu," hernam de prins ten laat ste, „dan moeten wij oorlog voeren!" In een op lü dezer gehouden vergadering van den hoo- gen raad van den internationalen jury der Parijsche wereldten toonstelling is'besloten het aanvankelijk vastgestelde aantal be- looningen (100 gouden medailles, 1000 zilveren medailles, 3000 bronzen medailles en 5000 eervolle vermeldingen), boven en be halve de groote prijzen, te vermeedereu, en wel zoo dat er zul len zijn: 900 gouden medailles, 3000 zilveren medailles, 4000 bronzen medailles en 5000 eervolle vermeldingen. In het hotel Drouet"zal den 17, 13* 23, 23' en 24 Mei ten verkooping van schilderijen worden gehouden, die op een rij kon gesteld worden met de verkoopingen van Brienen, de Morny, de Kat enz. De katalogus van die verkooping bevat maar 285 r.otnmers, maar welke nonuners? 1 Rubens, de chris telijke liefde3 Rembrundts; ,6 Gerards Dou, waaronder zijn meesterstuk, de vischverkuopsfer1 Mctzu; 1 Potter; 1 van de beste Adriaau van de Velde; Wouwermans enz. Die verzameling is grootendeels in de laatste helft der 17e eeuw bijeengebragt door den keurvorst van Mainz, Prauz von Schoen boni, en latei- door zijne opvolgers en nakomelingen op de heerlijkheid van Pommersfelden uitgebreid. Zij bestaat uitsluitend uit Werken van de Ilollandscbe, Ylaamsche en Duitsche school, De keizer heeft in persoon de n'oodige bestellingen ge daan om de verwachte doorluchtige vreemde bezoekers der wereld-tentoonstelling in de keizerlijke paleizen te kunnen huisvèsfcen. Naar thans vèrzekefd wordt, gal óók dé koning dér Nederlanden de tento'onételling kórhen bezigtigen, èh wordt dé komst van Z. M. zelfs spoedig te gèmoet gezièh. Jl. zaturdag zou de prins van Wallis té Parijs aankómèii. De koningin van' Madagaskar, het voorbeeld van zoo vele andere souvereinen uit onderscheidene werelddèelen willende volgen', heeft besloten, de internationale tentoonstelling door een prins van den bloede te doen bezoeken. Deze is reeds den 10 April met een- talrijk gevolg van Tananarive naar Europa vèrtrokken. EhgélaHidi Blijkens eene officiële opgave heeft de runderpest zich in Groot.-Briitannie gedurende de met 4 Mei geëin'digde week op drie ondérscheidenè plaatsen op nieuw voorgedaan; tien runderen waren daardoor aangetast en gestórvên of afgemaakt, en zeven gezonde runderen, welke met die aangetaste in aan raking waren geweest, deswege waren afgemaakt. De Ainerikaanscne gezant te Londen móet aan de Engel- sclie regering reeds openingen hebben gedaan tot aankoop van BïitSch Columbia, waartoe men' zeide het kabinet te Washing ton reeds voorlang gen'èigd was. Bedoelde opening moet ge paard zijn gegaan niét dé verklaring van dén gezant, dat zijne regering Engelands voorstel om de kwestie betreffende de Ala bama aan eene scheidsregterlijke uitspraak te onderwerpen, niet kan aannemen. Een gunstig antwoord van Engeland op de opening tot afstand van Britsen Columbia aan Amerika zou waarschijnlijk kunnen leiden om de kwestie betreffende de Ala bama uit den weg te ruimen; maar Engeland zal in geen geval gezind worden bevonden om Columbia te verkoopeu. I>ixitsclilancl. De Neder-Oostenrijksche lauddag heeft besloten een adres aan den keizer te zenden urn te verzoeken dat de voorgenomen versterking van Weenen niet uitgevoerd worde, opdat,'alvorens daartoe over te gaan, aau den rijksraad en den landdag de ge legenheid worde gegeven, de zaak te bespreken. Tevens worden in dat adres de onberekenbare nadeelen aangetoond, welke die maatregel voor stad en land ten gevolge zal hebben. Tc Bruchsal geraakte den 8 dezer een met petroleum ge laden Badensche spoorwagen, van Mannheim komende en naar urlemberg bestemd, voor liet urtcmbergsche goeuerenge- bouw in brand. De wagen werd oiimiddellijke afgezonderd ciuot op de wielen een prooi uer vlammen. Genoemd gebouw was in gevaar, doch de brandweer stuile de uitbreiding der ramp. Men zegt dat de brand veroorzaakt zou zijn geworden door kinderen, die met lucifers speelden. In een schrijven uit Znnim, aan e< n der bladen te'Weenen, wordt de volgeinle gebeurtenis medegedeeld, die in de omstre ken van dat, stadje is voorgevallen. De knecht van een land bouwer begaf zich naar den hooiberg om vuur de paarden vou'h r te halen, en greep met beide banden, zoo diep hij kon in in t hooi, om een groote hoeveelheid te nemen. Reeds lang had men in de nabijheid van den hooiberg een sterke lucht opgemerkt, en nu de knecht zoo diep in het hooi greep, was dit er^er dan ooit, terwijl hij meende dat hij met de handen iets vreemds had aangeraakt. Hij zag toen naar de plaats waar bij het hooi \an genomen had, en ontstelde zoo lievig over hetgeen hij toen be speurde, dat hij schier levenloos naar den stal terug ijlde, aldaar sprakeloos ineen zonk en met de hand naar den hooiberg wees. De boer, in den waan dat zich waarschijnlijk dieven in de hooi berg verscholen hielden, begaf zich gewapend en door een ande ren knecht vergezeld, derwaarts. Ook zij ontwaarden een schier ondragelijken stank, en vonden op de plaats, waar het hooi weg genomen was, het halfverrotte lijk van een Pruissisch soldaat, nog met de pickelhaiibe op het hoofd, de sabel en het naaldge weer aan zijne zijde. Men vermoedt dat deze soldaat een lafhar tige geweest is, die zich bij liet gevecht, dat in de nabijheid van Znaim plaats had, in het hooi verscholen had, en daarin gestikt is. Door later den berg te vullen, was die soldaat, geheel in l\et hooi verborgen geraakt. De knecht, die het lijk het eerst ontdekte, is aan de gevolgen van den schrik reeds den volgenden morgen na deze gebeurte nis, gestorven. Een Hongaarsch magnaat, graaf Szecsenyi, is bezig om met eene kleine, hem in eigendom toebehoorende stoomboot, binnendoor van Pestli naar Parijs te varen. Het vaartuig is 52 voet lang, 8 voet breed, keurig versierd haar het uitwendige, en inwendig van alle gemakken voorzien. Door middel van het Donau-Main-kanaal- is graaf'Szecsenyi met zijne stoomboot van den Donau in den Main gekomen. Van Mainz wil hij Rijn-op waarts naar Straatsburg varen, of daartoe des nouds, indien (la

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 3