VLISSINGSCH WEEEBLAD. LING 1867. N°. 225. Zaturdag 18 Mei. 5de Jaargang. ER PERSOON. 4GM1N» POLITIEK OVERZIGT. BINMLANDSCHE TIJ DINGEN. lager. Tot f 11 a 11 50 a f 12. iatcrgerat i 7/'0 A ene erwten f 8.75 A .25, Rogge f 8. f7.50, Boekweit n f Panr- Witte Erwten ito f -.a f 2>|, pet. 53','. II 63'1, II S3';, l'l? Hl"/, H 4»2' 58'V» II 74 6 38 '/2 1811'/. i'i, 80":, 4 a i'i, 30' l, 5 43»/,. 5 64'/, 5 49»/, 2'ri 22'/» 3 2'/, bevinden twee en van H. K. )EN. i niging van den gen. L1EK, beursstraat wijk met den daar van 's middags en Vrijdag) en ng, is dezelve dags ure. toonstelling szigtjging tegen maakt zijne ge- ekend dépot zijne zoo bij den Heer dflelburg, af lieden eleverd door id. men alzoo bij doenbij wien LISS1NGEK. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cents. Af/.ondevlijke nommers 10 Cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Soffit, - ËHsö Ui!! |V Nieuwendijk H no. 101. VL1SSINGEN. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure-, de prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. De Staats-courant geeft in de volgende bewoordingen den uitslag te kennen der Lonriensche conferentie. Op den 11 Mei jl. is te Londen tusschen de gevolmagtigden van Belgie, Frankrijk, Groot-Brittannie, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Pruissen en Rusland een tractaat getee- kend ter regeling der wijzigingen in de artikelen 3, 4 en 5 van het verdrag van den 19 April 1S39, noodig geworden ten ge volge der ontbinding van den Duitschen Bond/' De tijding van het onderteekenen van het verdrag betreflende Luxemburg is vooral door de ministeriële dagbladpers in Frank rijk met vreugde vernomen. De France verblijdt er zich inzon derheid over, dat de dreigende onweerswolk overgedreven en de politieke hemel eensklaps weder helder geworden is. De Patrie de Pays, en de Presse spreken in gelijken geest. Onder de onaf hankelijke bladen zijn er echter verscheidene, welke zich met groote gematigdheid over het gebeurde uitlaten, daar zij de toekomst nog veel te donker inzien om met het verkregen gun stige resultaat bijzonder ingenomen te kunnen zijn. De Temps, die eenige dagen geleden het denkbeeld opperde een algemeen vredeverbond te stichten, zegt, zich niet voldaan te kunnen toonen vóór dat het Londensche tractaat gevolgd is door het be sluit tot eene algemeene ontwapening. Het Journal des Débats zegt in een artikel over het te Londen gesloten tractaat: Belgie schijnt geene voordeelen uit de ge maakte regeling te zullen trekken. Het te Weenen, of volgens anderen, te Londen of ook te St. Petersburg geopperde denk beeld, om het groothertogdom met Belgie te vereenigen, heeft geen gevolg gehad, in weerwil dat het EngeJsche gouvernement zich daarvoor verklaard en de Fransche regering zich insgelijks bereid getoond had het goed te keuren. Die inlijving heeft, naar het schijnt, zoo min koning Leopold II, als de meerderheid zijner ministers, toegelagchen. Men beweert dat genoemde monarch gedurende zijn verblijf te Berlijn de zekerheid verkregen had, dat koning Willem en graaf von Bismarck zulk eene verande ring in de verhouding van Luxemburg slechts met leede oogen zouden hebben gezien. Men zegt ook, dat de koning-groother tog zich niet zeer bereid getoond moet hebben mede te werken tot eene vergrooting van Belgie, welke vergrooting den Neder landers geen genoegen zou hebben gedaan." Men heeft berekend, dat de kosten, door het onderhouden van een garnizoen in de vesting Luxemburg aan Pruissen veroor zaakt, jaarlijks 3 millioen bedroegen. Bovendien besteedde het Pruissische gouvernement aan Luxemburg jaarlijks eene ronde «om van 500.900 kroonen voor werken en leverantiën van aller lei aard. Men begrijpt welke voordeelen daaruit voor de inge zetenen van de stad Luxemburg voortsproten; het gemis dezer voordeelen nu maakt de Luxemburgers ontevreden over de nieuwe orde van zaken. De jongste berigton uit Mexico, loopende tot 6 April, luiden niet gunstiger voor keizer Maximiliaan dan de vorige. Men ver wachtte dat tegen den 15 dier maand Queretaro kapituleren en derhalve de keizer in handen der republikeinen vallen zou. Zijne pogingen, oin zich door het leger van Escobedo heen een weg te banen naar de hoofdstad zijn mislukt. Den 1, 3 en 5 April wer den de republikeinsche troepen door de keizerlijken, onder Ramon Mendez en Castillo, aangetast, doch telken male leden de aanvallers de nederlaag; het gevecht op laatstgenoemden dag was evenwel noodlottig voor Miramon, die zeer ernstig gekwetst werd. Vliasingen 17 Mei. Gisteren morgen is Zr. Ms. schroefstoomschip le kl. Curasao, onder het bevel van den kapt.—luit. ter zee J. van Gogh, op de gebruikelijke wijze in dienst gesteld. De officier van administratie le klasse H. P. X. Streng- naerts, dienende op Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Adolf Hertog van Nassau, wordt met den laatsten dezer op non-acti viteit gebragt, en met den 1 Junij daaraanvolgende vervangen door den officier van administratie le klasse H. J. E. van de Watering. Men verneemt dat op maandag 13 dezer, bij barden wind en hooge zee, de kapitein T. Mets, voerende het stoomschip Ada van Holland, op zijne reis van het Nieuwediep naar Texel, is mogen gelukken de bemanning van een sloep, behoorende tot 's rijks sehroefstoomschip Schouwen, en bemand door een adelborst en 17 matrozen welke sloep naar boord van ge noemd stoomschip, op de reede liggende, roeide en in zinkenden toestand was geraakt van een gewissen dood te redden, zijnde dit voornamelijk aan de zeemanschap en welberaden pogingen van voornoemden kapitein T. Mets te danken. Naar men verneemt vertrekt de le luitenant van bet Cc regement infanterie Bergman naar Js Hage, om aldaar de oefe ningen met het nienw-model (achterlaad) geweer bij te wonen. Zoo als men weet, zijn op de Parijsche tentoonstelling van Nederlandsche kunstenaars alleen bekroond de heer Tadema met een tweeden, de heer Israels met een derden prijs. Men beeft daaruit willen afleiden, dat onze Nederlandsche kunst schromelijk ten achteren was, maar die indruk wordt geheel uitgewischt, wanneer men in aanmerking neemt, dat er in het geheel slechts 67 medailles waren uitgeloofd, waarvan er 37 voor Frankrijk gereserveerd bleven en slechts 30 beschikbaar waren voor de kunstenaars der 14 andere mededingende staten. De meest talentvolle schilders uit verschillende landen zijn onvermeld gebleven; om enkele voorbeelden te noemen: Rosa Bonheur, Jalabert, Corot hebben slechts tweede prijzen gehad Belly en Bougereau derde; Paul Huet en Cabat zijn niet ge noemd. De Russische ontvingen niets, de Zwitsersche slechts ééne medaille Achenbaeh kreeg slechts een derden prijs. Men had wel gedaan, alvorens de bekrooning der Nederlandsche schilders zoo gering te achten, eerst eens te onderzoeken of die kleinscha'tting inderdaad was verdiend. Men leest in de Haarlemsche courant: vin het Journal de 'I Exposition wordt met veel lof gewag gemaakt van eene uitvinding van den heer A. Holtzman, te Amsterdam, bestaande ip-^een stèTSeb van onderaardsche tele- graafleiding, met volkowïtweolëfi^g^f draden, zoowel onder-

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 1