VLISSINGSGH WEEKBLAD. j ing. Door H. A. Zalurdag 13 April. 5de Jaargang. POLITIEK OVEltZIGT. 1HMENLANDSCHE TlJDliVGEV. |»en, doch joule goe- ft toestem- zal door ging van or lioomscli- t eene aange- of 25 Centen i oorspronkelijke ed jongelingstijd, woon. tafereelen nit den irabant. Door van den Gerecht» lafereelen uit den lendaagsche leven. waarvan de copiën ht oorspronkelijke Vijvers, ziehier de oor de Katholieke iiemo Tijdschrift, jen buiten intecke- i den dag. s en alles wat met 'zonder in verhand allen, door hen die het dagelijks, hoe ng te doen viuden, ii-(en of vooilezin- ;bladen. rnc licht te zetten, chiedenis van den volksvlijt te te Rome. Een likanten. Hui- r een professoralcn ERHOEVEN. e 's TLertogenbosch. SINGEN. fSOT. >T". 220. BUREAU: F. H. SCHIFFER. -I)it Blad wordt wekelijks, des Zafurdags uitgegeven Ahouneineut-prijs per drie maanden 80 Cert*, franco per post 95 ('ent*. Afzonderlijke nommers 10 Cent. Kien abonneert zich bij alle Doekhaiule'artiii en Post directeuren. Nieuw.endijk H no. 101. VLISSINGEN. Ad verten tien gelieve men aan den Uitgever in t* zenden uiterlijk Donderdag a-oudtenS ure; de prijs van 14 regels i- 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelrcgt Voor elke plaatsing. PUBLICATIE. HOOFDELIJKE OMSLAG. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, Maken bekend: dat ter voldoening van art. 264< 'der wet van den 29 Ju?)ij 1851 Staatsblad nü. 85), ter secretarie der gemeénte, gedurende veertien dagen, te rekenen van woensdag den 10 dezer maand, voor een ieder ter leziug is nedergelegd, het kohier van den Hoofdelijken Omslag voor het jaar 1867 en dat ieder aangeslagene bezwaren tegen zijn aanslag kan inbrengen bij den raad, binnen den tijd van het ter lezing liggen bepaald, bij verzoekschrift op ongezegeld papier. Vlissingen, 9 April 1867. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen J. W. CALLENEELS. De Secretaris P. FORBES WELS. De Köln. Zeil. van maandag jl. bevat over Luxemburg een artikel, geschreven toen de verklaring van den heer de oustier nog niet bekend was, en waarin dan ook nog gewezen wordt op het zeer ernstig .karakter dat de kwestie gekregen heeft. Het blad treedt in eenige staatsregtelijke beschouwingen, en slaat vervolgens een blüc.op Frankrijk en zijnen vorst. „Frank rijk," zoo leest men in bedoeld artikel, „biedt ons in dit oogen- blik een opgewekt, maar bedroevend schouwspel aan. Pas is te Parijs een wereld-tentoonstelling geopend, die men steeds ge woon was als een zinnebeeld van vredelievend streven der vol ken aan te merken, of van alle kanten klinken woeste oorlogs kreten. Keizer Napoleon III heeft gezegd dat zijn rijk de vrede .is, en heeft ons reeds vele bewijzen zijner opregte liefde tot den .vrede gegeven; ook is het niet te ontkennen dat hij zich steeds jegens Puitschland ais een goede nabuur getoond heeft; doch het schijnt helaas! als of die opgewekte partij-ha,rtstugten hem al meer en meer in een tegen Dui schland vijandelijke rigting medeslepen. En toch is het hein bewust, dat de partijen die tot deiï oorlog.Kanhitsen de bitterste vijanden zijn- van hem en van zijne dynastie. Ofschoon liet ook'niet ontbreekt aan Bonapar ifsteh, die eéit vbi-fri^cliinp: van dim krijgsroem noodig achten, omdat (Ie espeditie in Mexico mislükt is, zijn het echter vooral de orleanisten, de legitimisten en de geheime genootschappen die tot' den oorlog drijven, opdat uit de omverwerping van den bestaande» toestand iets nieuws te voorschijn trede." Daarna haalt liet blad de vele beschuldigingen aan, die te Parijs ten laste van Duitschland verspreid worden, en dan volgt het be toog, dat een oorlog tusschen Duitschland cn Frankrijk een .groot ongeluk zou wezen, niet slechts voor beide landen, maar voor gein-el Europa. Volgens de Köln. Zeil. heeft Frankrijk piet meer dan eene aanleiding om met Duitschland in onmin te geraken, en wel: Frankrijk mag niet dulden, dat op de Fran- sche grenzen, in een niet Pruissisch land, een vesting door J'ruissische troepen bezet zij. „Maar," gaat het blad voort, „wie zich daarover te beklagen heeftis desouvercin vau Luxem burg; diens zaak is het, en niet de zaak van Frankrijk. Z,o,o lang de so.uverem van Luxemburg gedoogt dat in de vesting Luxemburg Pruissische bezetting ligt, zoo lang hij niet Frauk- rijks bijstand inroept (en dat zal hij om goede redenen niet zoo ligt doen), heeft Frankrijk in het geheel geen regt zich in deze zaak te mengen." Het bezetten van de vesting Luxemburg door Pruissisch^ troepen is, naar het oordeel der Parijsche Liberté daarentegen, een bedreiging, ja zelfs een onverdragelijke hoon, een onduld bare beleediging voor Frankrijk, en het orgaan van Eraile de Girafdin betoogt dat de Fransche diplomatie daartegen moet j opkomen. „Zoodra de JPruissen Luxemburg ontruimd hebben/'* dus vervolgt de Libertézoo,dra Luxemburg aan zich zelf i|s overgelaten, blijft de inlijving bij Frankrijk een onbesliste kwestie;.eu is Pruissen van m.eening bedenkingen tegen die inlij ving te moeten opperen, dan korae het er mede voor den dag; maar vooraf moet Pruissen zich uit Luxemburg verwijderen, want, wij herhalen het, Truissens aanwezigheid in Luxemburg is een hoon die niet geduld kan worden. Wanneer Frankrijk, na de gevoerde onderhandelingen, Luxemburg niet inlijfde, dan zou onze vaan een groot.e nederlaag lijden; maar wanneer Pruis sen .zelfs nog maar péne week in Luxemburg vertoefde, dan ware het een fnuiking, een smaad voor onze eer! Ontruimt Pruissen Luxemburg, dan is misschien de vrede gewaarborgd, althans I voor eenigen tijd blijft Pruissen, of zelfs ontmantelt het de ves- ting, dan moet onmiddellijk de oorlog verklaard worden, of het j is eene vernedering die Frankrijk niet gewoon is te verdragen." I [n deze laatste woorden ligt eene bedreiging tegen den keizer zeiven en tegen de door den heer Rouher gepredikte leer der nationaliteiten. Vlissingen 12 April. De conferentie der vereeniging van den H. Vincentius vanl Paulo alhier, ontving wederom eene verrassende onderscheiding, I namelijk een geschenk van li. Koninklijke Hoogheid mevrouw de prinses Prederik der Nederlanden, zijnde een prachtig canapé kleedje, onder begeleiding van het volgend veree.rend schrijven „Namens H. 1^. Hoogheid mevr. de prinses Prpderik der Nederlanden» heb ik de eer UEd. naar aanleiding uwér letteren van den 7 Januari) 11., nevensgaand cppapé kleedje.tp doen ge worden, om te diepen als prijs in de door u bedoelde loterij. ,,'s Gtavenhage den 27 .Maart 1867. i/De Secretaris ran H. K. II. (get.) „W. P. van Otterloo. Verleden week is alhier een 95jarig man, welke voor een oogenblik zonder toezigt was gelaten, bij liet opstaan van zij» stoel op den grond gevallen, heeft de pols gebroken en eent kwetsuur aan bet hoofd bekomen, ten gevolge waarvan de grijs aard is overleden. Ten gevolge van Zr. Ms. besluit van 6 dezer, n°. 53, wor den in dienst gesteld a. met 1 Mei a. s. Zr. Ms. ijzeren gepantserd .ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden, en het bevel over dien bodem opgedragen aan den kapt. ter zee M. H. Jansen.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 1